Twintig jaar Raamtheater. Een zoektocht naar de geschiedenis van een theater (1978-1998). (Gertie Brouwers)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

NABESCHOUWING

 

Het Raamtheater vierde op 20 september 1998 zijn twintigjarig bestaan in het RaamTeater op ‘t Zuid. Uit de diverse toespraken van Raamtheater-medewerkers bleek duidelijk dat men nog steeds trots is op wat er met het Raamtheater in de loop der jaren werd opgebouwd.

De stichtende leden hadden in 1977 voor het Raamtheater een duidelijk profiel voor ogen. Een eigen theater dat zich tevens wilde afzetten tegen het gevestigde theater van zowel de “officiële” KNS, als de sedert de inwerkingtreding van het Theaterdecreet van 1975 ook “geofficialiseerde” kamertheaters, waar geen plaats was voor dergelijke projecten. Een beetje een rebels theater, dat een “open raam” wilde zijn voor nieuwe theaterideeën, en dat ook een kans wou bieden aan jonge mensen.

 

Of de stichters van het Raamtheater volledig in hun opzet geslaagd is, is een open vraag. Er kan zeker niet worden beweerd dat het repertoire sterk “vernieuwend” is geweest. Hoewel er een groot aantal creaties werd gebracht (zowel van Vlaamse als van buitenlandse auteurs) heeft het repertoire immers ook steeds een sterk “klassieke” inslag gehad, met gevestigde namen uit het verleden.

De beoogde “vernieuwing” sloeg wellicht meer op de duidelijke speelvreugde en het enthousiasme van de medewerkers.

Het opzet om jonge acteurs een kans te geven, en hen te laten samenwerken met meer geroutineerde theatermensen lijkt een geslaagd concept te zijn, dat nog steeds toegepast wordt.

 

Ondanks het fiasco van de mislukte fusie met BENT ging het Nieuw Ensemble RaamTeater verder met de “eigenzinnige” trek die het daarvoor reeds had. Vanaf 1983 werd Walter Tillemans directeur, en was het vooral zíjn “eigenzinnigheid” dat het RaamTeater stuwde. Hij wou buiten “goede” acteurs aantrekken ook nog de Vlaamse dramaturgie steunen, en “groot menselijk theater” brengen.

 

De jaren tachtig zijn voor het Raamtheater “gouden jaren” geweest. Succesproducties volgden elkaar op, zoals onder andere Arme Cyrano!, van Pavel Kohout, maar ook Pak ‘em Stanzi van Clair Luckham is een stuk dat een enorm bijval kende. Meermaals werden medewerkers van het Raamtheater gelauwerd. In 1983 mocht Karel Vingerhoets voor zijn vertolking van Ragueneau in Arme Cyrano! de Thaliaprijs ontvangen in 1983 en de Dr. Oscar de Gruyterprijs 1984.

In 1987 kreeg het Nieuw Ensemble RaamTeater de Primeursprijs voor artistieke recreatie voor het bouwen van het RaamTeater op ‘t Zuid, en Walter Tillemans kreeg ook in 1987 de Thaliaprijs toegekend.

 

De eerste tien jaar van het bestaan van het Raamtheater duikt Pavel Kohout veelvuldig op bij verscheidene producties, hetzij als bewerker van een klassiek stuk, hetzij als auteur. Kohout kan hier zelfs “huisauteur” van het Raamtheater genoemd worden. Hij is in die jaren zeer belangrijk geweest, omdat hij met vaardige hand “klassiekers” kon herschrijven voor een kleine cast, zodat ze door het Raamtheater konden worden opgevoerd. Na tien jaar werd de samenwerking tussen Walter Tillemans en Pavel Kohout evenwel stopgezet.

 

Tijdens het samenwerkingsverband tussen de KNS en het RaamTeater zijn er een hoog aantal producties uitgebracht. Er werd een ook groot aantal buitenlandse regisseurs aangetrokken. Toch is deze periode niet erg succesvol geweest voor het samenwerkingsverband. Niet alleen was de publieke opkomst in de grote zaal van de Stadsschouwburg onbevredigend, ook de samenwerking zelf liep niet van een leien dakje.

 

Indirect heeft het RaamTeater een ander gezicht gekregen door het pensioen van Walter Tillemans, waarna Marc Cnops de leiding van hem overnam. De directeurswissel is zonder al te veel ruchtbaarheid verlopen, hoewel Walter Tillemans niet echt voor een opvolging had gezorgd. Door zijn talrijke regies heeft Walter Tillemans een zware stempel gedrukt op het (artistieke) profiel van het Raamtheater. Maar als je het rijtje overloopt van het repertoire van het Raamtheater van de eerste jaren tot heden, is het duidelijk dat behoudens Tillemans zelf, andere jonge Vlaamse regisseurs slechts in een heel beperkte mate aan bod zijn gekomen.

 

Hoewel het profiel van het Raamtheater in twintig jaar niet wezenlijk veranderd is, lijkt dit voor het Raamtheater een voordeel te zijn geweest in de jaren tachtig. Door de vaste hand van Walter Tillemans kon er een hecht ensemble groeien dat grote hoogtepunten heeft gekend. Na het samenwerking met de KNS, heeft zijn dominantie wellicht wat remmend gewerkt op de verdere evolutie van het Raamtheater.

 

De laatste jaren is het repertoire van het RaamTeater meer “behoudsgezind” geworden. Er wordt meer op “zeker” gespeeld, er worden minder risico’s genomen. De producties die op het programma staan zijn veelal stukken die hun sporen reeds verdiend hebben in het buitenland. De belangrijke inbreng van het “Angelsaksische” repertoire is hierbij opvallend.

 

Toch is het eigenzinnige trekje van het Raamtheater nog niet verdwenen. Het wil goede auteurs een kans geven om gespeeld te worden, en hiervoor worden ook jonge acteurs geëngageerd. Het Raamtheater wil goede stukken bewust een publiekscarrière schenken.

 

De komst van het Toneelhuis, dat in zijn werking een groot aantal jonge groepen wil integreren, heeft het theaterlandschap in Vlaanderen - en te Antwerpen in het bijzonder - gevoelig gewijzigd. Betekent dit dat de rol van het Raamtheater is uitgespeeld? De toekomst zal dit moeten uitwijzen.

Vast staat, dat het Raamtheater te Antwerpen een eigen, breed publiek heeft verworven door middel van een interessante en vaak verrassende programmering en een geëngageerde speelstijl.

 

Ook het komende seizoen 1999-2000 heeft het Raamtheater zijn producties zorgvuldig gekozen in de lijn van het aanvankelijke opzet. Amy’s View, werd reeds succesvol gespeeld in Londen met de Oscarwinnende Judy Dench in de hoofdrol. De Vlaamse Dramaturgie wordt opgevolgd met Hakkelgaren, een stuk van Roger Van Ransbeek. En in Senator Fox staan er jonge acteurs samen op het podium met een aantal geroutineerde. Het opzet van het Raamtheater lijkt hiermee weer helemaal ingevuld te zijn.

Het ‘ensemble’ is wel wat minder hecht, de jonge twintigers van het Raamtheater van welleer zijn nu stevige veertigers, maar er wordt nog steeds met veel enthousiasme aan de producties gewerkt.

 

Deze beknopte geschiedenis van het Raamtheater beschrijft maar een erg beperkt gedeelte van wat dit theater in realiteit geweest is. De geschiedenis van een theater is niet alleen een opsomming van droge feiten, ze bestaat ook uit een massa kleine dingen die moeilijk in een verhandeling te vatten zijn. Theater wordt gemaakt door mensen. Dit beeld krijg je hier helaas niet mee. Want hoe kan je binnen de aard van deze verhandeling kwijt hoe complex en verstrooid de persoon Walter Tillemans is, of hoe hard er telkens gewerkt wordt aan een productie, en dit niet alleen door de acteurs, maar door het complete team van artistiek, technisch en administratief personeel?

 

Om af te sluiten deze anekdote om deze “andere kant” te illustreren: Bert André loopt met Walter Tillemans een winkel binnen om een vergiet te kopen, waarna hij het ding op zijn hoofd zet en aan Tillemans vraagt hoe het hem staat. De verkoopster dacht te maken te hebben met een stel gekken. Wist zij veel dat Bert André dit vergiet inderdaad nodig had om op zijn hoofd te zetten bij de voorstellingen van Droom van een zomernacht (Shakespeare).

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende