Hannibal


Scipio

Uitbreiding van het Rijk ...

1) VEROVERING VAN ITALIE
Rome is nu een zelfstandige stad met eigen zorgen, de stad werd immers vaak lastig gevallen door inwoners van de naburige steden. De Romeinen werden daardoor gedwongen veel aandacht te besteden aan hun verdediging, een eerste stap hierin was de vereniging in een Latijse Bond, maar toch gaan ze geregeld op het randje van de verwoesting staan.
Een belangrijke overwinning behaalden ze in 396v.C. tegen Caere en Veii, twee Etruskische steden. Het grondgebied werd ineens verdubbeld.
Hierna kregen de Romeinen het aan de stok met Keltische stammen in 387v.C. die het Romeinse leger versloegen, Rome veroverden en plunderden. Gelukkig waren deze stammen om te kopen met geld en na losgeld te betalen kregen de Romeinen hun gebied terug en verdwenen de stammen.
De Romeinen herstelden zich van de schok maar moeten een nieuwe oorlog beginnen tegen de naburige Latijnse steden. Ze werden verslagen in 338v.C. in meerdere oorlogen en hun gebied werd ook tot Romeins grondgebied verklaard.
Na de verovering van Latium kwam het tot botsingen met stammen uit Midden-Italië, vooral met de Samnieten. Met dit volk gaan ze ook verschillende oorlogen voeren tot ze de overwinning behalen in 209v.C. en zo meester worden van Midden-Italië.
Toen in de havenstad Tarente, gelegen in Zuid-Italië, twee Romeinse schepen overvallen werden begon Rome ook een oorlog met deze stad. Pyrrhus probeerde de gang van zaken nog te stoppen maar was niet opgewassen tegen het Romeinse leger. Rome veroverde de gebieden van de Griekse stammen in het zuiden en werd zo meester van Zuid-Italië vanaf 270v.C. Zo stonden de Romeinen nu voor de opdracht niet alleen de stadstaat Rome te besturen maar geheel Italië.

2) VEROVERING VAN DE MIDDELLANDSE ZEE
Nadat Rome Italië had veroverd raakte het vrij vlug in conflict met Carthago, een stad in Noord-Afrika. Deze stad beheerste de handel in het westen van de Middellandse Zee. Inzet van de strijd was het eiland Sicilië, een rijke graanschuur met grote strategische betekenis, het was immers centraal gelegen in de Middellandse Zee. De strijd gaat uiteindelijk meer dan 100 jaar duren en werd bevochten in 3 oorlogen, de Punische Oorlogen genaamd.

In de eerste Punische Oorlog (264 - 241 v.C.) moeten de Romeinen voor het eerst een strijd aangaan op het water. Ze bouwden dus een vloot en vindingrijk als ze waren rustten ze hun schepen uit met een enterbrug. Hiermee konden hun ervaren soldaten op het vijandelijke vaartuig geraken en de opvarende strijders overmeesteren.
Nadat de Romeinen een beslissende zeeslag wonnen dwongen ze de Carthagers tot een harde vrede. Sicilië werd een Romeinse provincie en kort daarna moesten de Carthagers ook Sardinië en Corsica afstaan.

Door nieuwe veroveringen in Spanje zocht Carthago compensatie voor zijn verloren gebied en zo brak de tweede Punische Oorlog (218 - 202 v.C.) uit. De Carthaagse veldheer Hannibal verwoestte de, door Rome gesteunde, Spaanse stad Saguntum. Vervolgens verraste hij de Romeinen door met een groot leger en olifanten eerst de Pyreneeën en later de Alpen over te steken. De Romeinen stonden weerloos en leden bij Cannae de zwaarste nederlaag uit hun geschiedenis. Gelukkig konden ze op hun bondgenoten rekenen en bleven ze in de terugkeer van Rome geloven.
Na zich enigszins hersteld te hebben bedachten ze een zeer gewaagd plan. De Romeinen besloten Carthago zelf aan te vallen. Scipio Africanus, een Romeinse generaal, landde met zijn leger in Noord-Afrika en Hannibal werd teruggeroepen uit Italië. Hannibal en zijn leger leed een beslissende nederlaag bij Zama.
De vredesvoorwaarden betekenden het einde van Carthago als grootmacht. Het moest Spanje en zijn vloot afstaan en mocht nooit meer oorlog voeren zonder de toestemming van Rome.

Toen Carthago toch een oorlog begon tegen de Numidiërs zonder toestemming van Rome brak de derde Punische Oorlog (149 - 146 v.C.) uit. Rome belegerde de stad twee jaar en maakte haar dan met de grond gelijk.
Het vroegere Carthaagse gebied werd de Romeinse provincie Africa.

Nu was het oostelijk deel van de Middellandse Zee aan de beurt. Dit deel bestond uit een bonte verzameling van koninkrijken en stadsstaten, ook wel de diadochenrijken genoemd. Zij leefden op gespannen voet met elkaar. Toen enkele Griekse stadsstaatjes de hulp van de Romeinen inriepen tegen Macedonië, grepen de Romeinen in. Ze versloegen het en maakten er wat later een Romeinse provincie van. De laatste koning van het rijke Pergamum aan de kust van Klein-Azië schonk zijn koninkrijk aan de Romeinen. Het werd de provincie Asia.
Het boerendorp Rome was uitgegroeid tot een grootmacht. Omdat Rome bijna alle gebieden rond de Middellandse Zee veroverd had konden ze voortaan deze zee trots als hun eigen binnenmeer beschouwen. Ze noemden haar eenvoudig onze zee of mare nostrum.


3) DE ORGANISATIE VAN ZO'N GROOT RIJK
De wereld veroveren was één, hem besturen en onder controle houden was een andere zaak. Maar ook hierin slaagden de Romeinen. Anders dan bij de gebieden binnen Italië nam Rome nu het bestuur steviger in handen. Met Sicilië werd veroverd gebied voor het eerst tot provincie verklaard. Een Romeinse praetor regeerde er als rechter, hoogste ambtenaar en opperbevelhebber. Zo oefende hij een directe heerschappij over de onderdanen uit. De overwonnen volkeren werden dus onderworpen. Andere Romeinse ambtenaren hielpen hem bij dit werk. De provinciebewoners moesten regelmatig opbrengsten afstaan aan de Romeinen. De inwoners van de provincies werden onderdanen en moesten uitvoeren wat door Rome beslist werd. Romeinse legioenen zorgden voor rust in het land.
Langs de grenzen van deze provincies lag een krans van talloze kleinere steden, die een eigen binnelands bestuur hadden, maar voor hun contacten met het buitenland onder controle stonden van Rome. Ze noemden deze vazalstaten. Zij bespaarden Rome een militaire bezetting en een Romeins bestuur.
Bovendien werden er in de provincies Romeinse kolonies gesticht. Dit waren volwaardige Romeinse steden op zich en hadden dus recht op eigenbestuur. De Romeinen behandelden hun overwonnen gebieden zo dat de volkeren die goed hadden meegewerkt een beter statuut kregen, zij werden dan bevoorrechte steden met Romeins recht, dan de volkeren waarvan Rome op voorhand wist dat ze wel eens voor problemen konden zorgen, zij werden dan onderworpen steden zonder zelfbestuur. Romeins recht hebben was zeer belangrijk voor die steden want dan had je recht om mee te kiezen, verkozen te worden en eigendomsrecht. De onderworpen steden konden wel bevorderd worden, daarom deden ze alles wat de Romeinen hen vroegen.
Deze wijze van besturen kunnen we omschrijven als het principe
verdeel en heers.


Naar INSTELLINGEN
Naar SPANNINGEN