De commercialisering van microkrediet

de contradictie tussen winst en armoedebestrijding

Een case-studie

Bram Riems

Verhandeling voorgelegd tot het behalen van de Master na Master in Conflict and Development

Academiejaar: 2005-2006

Universiteit Gent
Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen

 

Promotor: Prof. Dr. P. Van Damme

home lijst scripties inhoud volgende  

 

Dankwoord

 

1. Inleiding

 

2. Probleemstelling

    2.1. Probleemstelling

    2.2. Onderzoeksvragen

    2.3. Methodologie

 

3. De globalisering van microfinanciering

 

4. Microfinanciering in Ecuador

    4.1. Algemene inleiding

        4.1.1. Algemene kenmerken van de Ecuadoriaanse economie

        4.1.2. Een financieel braakland: 1998-2000

    4.2. De markt van de microfinanciering

        4.2.1. Kenmerken van de micro-onderneming

        4.2.2. Financiële diensten: vraag en aanbod

        4.2.3. Besluit

    4.3. Microfinanciering en de staat: een neutrale partner?

        4.3.1. De staatsprogramma’s rond microfinanciering

            4.3.1.1. UNEPROM

            4.3.1.2. CONAUPE, het pilootprogramma

            4.3.1.3. CONAUPE en de IADB: het PGCM

            4.3.1.4. De programma’s van de CFN

            4.3.1.5. Besluit

        4.3.2. De staatsregulering

            4.3.2.1. Juridisch kader

            4.3.2.2. Het ‘Salto’-project en de adaptatie van de ‘SBS’

        4.3.3. Besluit

    4.4. Soorten kredietverleners in Ecuador

        4.4.1. Inleiding

        4.4.2. Het relatieve belang van krediet

        4.4.3. Discrepanties tussen de formele MFI’s

        4.4.4. Analyse van MFI’s per type.

            4.4.4.1. Familie en vriendencirkel

            4.4.4.2. De ‘Chulquero’ of woekeraar

            4.4.4.3. Communale Banken.

            4.4.4.4. Nationale Bank voor Bevordering (BNF).

            4.4.4.5. Privé-banken

            4.4.4.6. Spaar – en kredietcoöperatieven (CAC’s)

                1. Beknopte geschiedenis en regulering van de coöperatieven

                2. Recente trends

                    2.1. Crisis en groei

                    2.2. De klant van de coöperatief

                    2.3. Institutionele financiële indicatoren

            4.4.4.7. De financiële vennootschappen

            4.4.4.8. De niet-gouvernementele organisaties

        4.4.5. Besluit

    4.5. Netwerken en financiële organisaties van het ‘tweede niveau’.

        4.5.1. Inleiding

        4.5.2. Het Rurale Financiële Netwerk (RFR)

        4.5.3. Financoop: een alternatieve regulering van coöperatieven

        4.5.4. De Nationale Financiële Corporatie (CFN)

    4.6. De internationale samenwerking rond microkrediet

        4.6.1. ‘Ayuda en Acción’

        4.6.2. ‘Oikocredit’

        4.6.3. Het Zwitsers Agentschap voor Ontwikkeling en Samenwer-king (COSUDE).

        4.6.4. ‘Swisscontact’

        4.6.5. USAID: ‘Strengthen Access to Microfinance and Liberalization Task Order’ (SALTO)

        4.6.6. De Belgisch Technische Coöperatie: het PSFRSN

        4.6.7. De ‘WOCCU’

        4.6.8. De Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IADB)

        4.6.9. Besluit

    4.7. Analyse van enkele microfinancieringsinstellingen

        4.7.1. Inleiding

        4.7.2. ‘Credife’ van ‘Banco de Pichincha’ en ‘Banco Solidario’

        4.7.3. De coöperatieven ‘Salitre’ en ‘4 de Octubre’

        4.7.4. Niet-gouvernementele organisaties: ‘FEPP’ en ‘Hogar de Cristo’

        4.7.5. Besluit

 

5. Conclusies

 

6. Annexen

 

Bibliografie

 

Lijst van Gebruikte Afkortingen

 

home lijst scripties inhoud volgende