De Jonge Turken in België

(1897-1909)

 

Sofie Van Campenhout

 

Scriptie voorgelegd aan de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte,
voor het behalen van de graad van
Licentiaat in de Geschiedenis.

Academiejaar: 2003-2004

Katholieke Universiteit Leuven

 

Promotor: Prof. Dr. I. GODDEERIS

home lijst scripties inhoud volgende  

 

Voorwoord

 

Algemene inleiding

 

Hoofdstuk 1: Abdülhamid II en de Jonge Turken: het Osmaanse rijk tussen 1876 en 1914

    1. De Osmaanse maatschappij en de hervormingen in de negentiende eeuw

    2. Imperialisme en nationalisme in het Osmaanse rijk

    3. De Jonge Turken in Europa

    4. De revolutie en de contrarevolutie in 1908-1909

    5. De Armeense kwestie en haar betekenis voor de Jonge Turken

 

Hoofdstuk 2: Hamidiaanse oppositie op Belgische bodem

    1.Ahmed Riza en de publicatie van Mechveret: een casestudy

        1.1. Een Jonge Turk in West-Europa

        1.2. De publieke opinie over Ahmed Riza en zijn verboden krant

            1.2.1. De wettelijke situatie van vreemdelingen in België

            1.2.2. Het Kamerdebat over Ahmed Riza

            1.2.3. De zaak Mechveret in de pers

    2. La Turquie sous Abdul-Hamid II: een censuurkwestie omtrent het Osmaanse rijk

    3. Osmanen in Europa en de beeldvorming over hen in de Belgische pers

 

Hoofdstuk 3: De Jonge Turken en de Belgische publieke opinie

    1. De revolutie van 23 juli 1908 in de Belgische pers

    2. De contrarevolutie  van 13 april 1909 in de Belgische pers

    3. Algemene bevindingen

 

Besluit

 

Bibliografie

    1.De bronnen

        1.1 De onuitgegeven bronnen

        1.2. De uitgegeven bronnen

    2. De werken

 

Samenvatting: De Jonge Turken in België (1897-1909)

 

Bijlagen

 

Verklarende woordenlijst

 

 

Samenvatting: De Jonge Turken in België (1897-1909)

 

De Jonge Turken verzetten zich in de laatste decennia van de negentiende eeuw tegen het beleid van sultan Abdülhamid II (1876-1908). Zij trokken vaak in ballingschap in een West-Europees land om aan de censuur in hun thuisland te ontsnappen. Pamfletten en kranten werden gedrukt in het Westen en uitgevoerd naar het Osmaanse rijk. Op 23 juli 1908 vond de revolutie van de Jonge Turken plaats. De sultan kon niet langer rekenen op zijn troepen en zag zich genoodzaakt de grondwet en het parlement die hij aan het begin van zijn regeerperiode had opgeschort, te herstellen. Op 13 april 1909 brak een contrarevolutie uit. Deze opstand werd echter succesvol neergeslagen en Abdülhamid II werd op 27 april 1909 door de Jonge Turken afgezet en vervangen door Mehmet V.

 

Ahmed Riza, één van de leiders van de Jonge Turken, publiceerde zijn oppositiekrant Mechveret in 1897 te Brussel en werd op aanvraag van de Osmaanse overheid door de Belgische vreemdelingenpolitie gevolgd en op 10 december 1897 werd hij uitgewezen. Deze zaak leidde tot een hevig publiek debat in de Belgische pers en zelfs in de Kamer. In deze discussies steunden socialisten, liberalen en enkele progressieve katholieken de Osmaanse balling. De meeste katholieken stelden echter wel hun vertrouwen in hun regering. Ook andere werken die de Osmaanse sultan in een slecht daglicht stelden, werden door de Belgische overheid in de gaten gehouden, vaak op expliciet verzoek van de Osmaanse ambassade. Ook in een liberaal land als België wilde de overheid blijkbaar de doorsijpelende informatie over het Osmaanse rijk in een bepaalde richting sturen. De Belgische overheid bleek niet erg gastvrij voor de Jonge Turken. Wanneer de Belgische overheid haar censuurmaatregelen kon inbedden in een wettelijk kader, dan werd hard opgetreden en werden de liberale vrijheden tot een minimum herleid.

 

Ook het beeld over de Jonge Turken in het algemeen, diegenen die de strijd voerden vanuit andere Europese landen of vanuit het Osmaanse rijk inbegrepen, was erg negatief. De politieke kleur waartoe men behoorde, speelde daarbij een belangrijke rol. Er was sprake van een tweedeling met enerzijds de liberalen en de socialisten die de Jonge Turken steunden en anderzijds de katholieke sultangezinde meerderheid. De Jonge Turken werden door de Belgische katholieke regering en door de katholieke pers ingepast in het stereotiepe beeld van “de gevaarlijke Turk”. Dit stemt overeen met het traditionele bevooroordeelde westerse beeld over het Osmaanse rijk. Deze westerse visie werd aan het einde van de negentiende eeuw gedomineerd door eigenbelang. De economische voordelen die door de sultan aan de buitenlandse staten werden toegekend, zouden zeer waarschijnlijk worden afgebouwd

 

home lijst scripties inhoud volgende