Nuptialiteitsstudie van Izegem (1750-1850) (Steven Vanbelle)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

II. Nuptialiteitsonderzoek in Izegem

 

5. Duur van het huwelijk

 

Hoe lang duurde een gemiddeld huwelijk in de 18° en 19° eeuw? Deze vraag staat in het volgend stukje centraal. Het is een thema dat vooral behandeld wordt door onderzoekers die zich met gezinsreconstructie bezig houden. Toch leek het ons erg waardevol hier even bij stil te staan. Het is niet onze bedoeling er erg diep op in te gaan, maar een kennismakingsronde kan toch heel nuttige informatie opleveren.

 

In dit werk wordt niet geprobeerd mensen na hun huwelijk te volgen. Dit hoofdstuk vormt daar echter een uitzondering op. Aan de hand van begrafenisboeken en overlijdensakten, werd getracht zoveel mogelijk huwelijken “te vangen”. Telkens slaagden we erin iets méér dan de helft van de huwelijksakten te “beëindigen”.

Het was onze betrachting om alle vier de onderzochte decennia aan bod te laten komen. Slordigheden binnen het archief lieten ons dit echter niet toe. Enkel de periodes 1750 – 1759 en 1840 – 1849, konden nauwgezet onderzocht worden.

 

We kwamen tot volgende resultaten.

 

Tabel 7: De gemiddelde huwelijksduur in Izegem, 1750-1759 en 1840-1849.

1750 - 1759

1840 - 1849

 

 

 

 

1750

17,1 jaar

1840

21,8 jaar

1751

20,8 j.

1841

16,8 j.

1752

20,2 j.

1842

15,8 j.

1753

17,7 j.

1843

23,4 j.

1754

15,6 j.

1844

18,9 j.

1755

19,9 j.

1845

14,1 j.

1756

12,8 j.

1846

16,5 j.

1757

18,0 j.

1847

22,1 j.

1758

15,4 j.

1848

19,2 j.

1759

13,9 j.

1849

23,0 j.

 

 

 

 

Gemiddelde

17,1 jaar

Gemiddelde

19,4 jaar

Bron: eigen berekeningen op basis van de trouwboeken, 1750-1759, de huwelijksregisters, 1840-1849, de begraafboeken, 1750-1796 en de overlijdensakten van Izegem, 1840-1849.

 

In één eeuw tijd blijkt er geen grote verandering te zijn gekomen. Geliefden bleven na hun ja-woord nog zo’n 17 à 19 jaar samen. Deze stabiliteit blijkt nog beter uit de mediaan. Voor beide periodes bedraagt deze iets meer dan 16 jaar (zie bijlage 9).

Het einde van een huwelijk werd steeds, zonder één uitzondering, veroorzaakt door de dood van één der partners. Het nu zo “populair” scheiden kwam toen niet voor; pas in 1888 zal een koppel ertoe overgaan hun huwelijksgeloften te verbreken.

 

Als waakzaam onderzoeker mogen we ons niet blindstaren op deze cijfers. Een gemiddeld gezin bleef dan wel 17 jaar bijeen, toch moeten we dit nog nuanceren. Hiervoor kunnen we de modus hanteren. Zo constateren we dat de meest voorkomende huwelijken slechts 3 of 7 jaar duurden in het midden van de 18° eeuw. In de periode 1840 – 1849 lag de piek al na 1 jaar (zie bijlage 10). Bijna 7% van de huwelijken was goed twaalf maanden na een feestelijke start al op een trieste noot geëindigd. In goed 2/3 van die gevallen sterft dan de vrouw. We mogen aannemen dat kraambedsterfte hier de grote boosdoener is. In die periode stierf ongeveer 7 à 8% van de vruchtbare vrouwen in het kraambed[54].

 

Wanneer we de sterfte nog even van dichterbij aanschouwen, constateren we dat in de periode 1840 – 1849, 31% van de huwelijken minder dan 10 jaar duurde. De vrouwelijke wederhelft, krijgt de bedenkelijke eer, hier in iets méér dan de helft van de gevallen oorzaak van te zijn. In de periode kort volgend op het huwelijk zijn het inderdaad vooral vrouwen die het loodje leggen. Aanschouwen we alle huwelijken dan zijn het in eerste instantie de mannen die het vroegst sterven[55].

 

Tabel 8: De huwelijksduur in Izegem in vijfjaarlijkse klassen, 1750-1759 en 1840-1849.

 

1750 - 1759

1840 – 1849

0 – 4 jaar

13,2

16,6

5 – 9 jaar

18,4

14,6

10 – 14 jaar

14,2

13,2

15 – 29 jaar

15,1

8,8

20 – 24 jaar

11,8

9,3

25 – 29 jaar

12,3

9,3

30 – 34 jaar

7,5

10,2

35 – 39 jaar

5,2

10,2

40 – 44 jaar

2,4

4,9

45 – 49 jaar

0

2,4

50+

0

0,5

Bron: eigen berekeningen op basis van de trouwboeken, 1750-1759, de huwelijksregisters 1840-1849, de begraafboeken 1750-1796 en de overlijdensakten van Izegem, 1840-1899.

 

In bovenstaande tabel werd nog dieper ingegaan op de lengte van het huwelijk. De huwelijken werden er in 5-jaarlijkse klassen ondergebracht.

Een vlugge blik leert ons dat zowel in de 18e als in de 19e eeuw meer dan 30% van de koppels hun “Tinnen Jubileum” (10 jaar samen) niet haalden.

Het verschil moeten we vooral zoeken in het verdere verloop van de tabel. In de 18° eeuw merken we ook een zeer hoge concentratie tussen 10 en 19 jaar waarna het met bruuske bewegingen berg af gaat. In de 19° eeuw merken we een grotere nivellering. Er is slechts een miniem verschil tussen het aantal mensen dat 10 jaar gehuwd blijft, als 39 jaar en al wat daartussenin ligt.

We kunnen dit korte intermezzo rond huwelijkssluiting met een dubbele bemerking beëindigen.

Oudjes die gezellig “hun ouden dag” aan de Leuvense stoof doorbrengen, was niet echt een realiteit van de vorige eeuwen. De meeste mensen werden reeds tussen hun 35 en 55 jaar, weduwenaar of weduwe.

Dat huwelijken vroeger veel korter waren dan vandaag de dag, is echter al even fout.

De gemiddelde huwelijksduur is er in al die eeuwen niet veel op vooruit gegaan. De oorzaken van huwelijksontbinding daarentegen veranderden. Waar men vroeger de daad bij het woord voegde en elkaar “tot in den dood” trouw bleef, merken we nu heel wat echtscheidingen op. Deze zorgen voor een stabilisering van de gemiddelde huwelijksduur, niettegenstaande de levensverwachting flink toenam.

 

Het verlies van een partner, een vader of moeder was een zware klap. In de eerste plaats hield men veel van de gestorvene, maar er was meer. De meeste gezinnen konden alle beetjes gebruiken om hun budget rond te krijgen. Gezinnen waar een van de kostwinners wegviel, gingen sombere tijden tegemoet. Hertrouwen was voor de meeste mensen de enige oplossing. In het volgende hoofdstuk zullen we deze tweede huwelijken van naderbij bekijken. 

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

[54] C. Vandenbroeke, Sociale geschiedenis van het Vlaamse volk, Beveren-Nijmegen, 1981, p. 61.

[55] F. Van Poppel, Trouwen in Nederland. Een historisch-demografische studie van de 19e en vroeg 20ste eeuw, Wageningen, 1992, p. 278.