Criminaliteit in (het Land van) Aalst in de 18e eeuw (1700-1795). (Dries Mertens)

 

home

lijst scripties

inhoud

vorige

volgende

 

Misdrijven tegen de openbare orde

 

3.) De daders

 

3. 1. Geslachtsverhouding

 

Geslacht

Aantal

Procentueel Aandeel

Mannen

83

78,3

Vrouwen

23

21,6

Totaal

106

100

 

Het mannelijk aandeel is dus duidelijk overwegend. Het grote aantal landlopers die zich bezondigen aan banbreuk zorgt voor dit grote aandeel. Wie aan landlopen deed, en hier in vele gevallen eveneens banbreuk pleegde, was, zoals reeds aangetoond, van het mannelijk geslacht. Maar ook andere misdrijven, zoals weerspannigheid of opstand tegen de overheid waren een (quasi) exclusief mannelijke aangelegenheid.

 

3.2. Leeftijdsopbouw

 

Voor 56,6 % (60 personen) van de delinquenten was het mogelijk de leeftijd te achterhalen. De volgende verhoudingen laten zich uittekenen:

 

Leeftijdsklasse

Mannen

Vrouwen

10-14

-

1

15-19

1

-

20-24

9

4

25-29

8

2

30-34

12

2

35-39

3

-

40-44

7

-

45-49

2

1

50-54

4

2

60-64

1

-

75-79

-

1

Totaal

47

13

 

Bij de mannelijke populatie zien we dat ook hier de jongelingen, dus tussen de leeftijd van 20 tot en met 34 jaar, sterk vertegenwoordigd is. Dit komt overeen met de leeftijdspiramide bij de landlopers en bedelaars, de voornaamste groep die zich schuldig maakt aan het verbreken van hun verbanning.

 

3. 3. Geletterdheid

 

Voor een magere 37,7 % van de delinquenten was het mogelijk de graad van geletterdheid met zekerheid te achterhalen. Dit geringe aantal is natuurlijk te wijten aan het feit dat we voor een groot aantal landlopers hieromtrent in het duister tasten. Aldus is het beeld:

 

Geletterdheid

Mannen

Vrouwen

Procentueel Aandeel

geletterd

7

2

22,5

ongeletterd

25

6

77,5

Zoals bij alle misdaden het geval is, gaat het dus voornamelijk om (arme) ongeletterden.

 

3. 4. Burgerlijke Stand

 

Voor 52 personen of 49,1 % van het totale aantal delinquenten was het mogelijk dit element te achterhalen. Het merendeel was ongehuwd, aangezien de meeste landlopers dit ook waren. Het toch nog relatieve aandeel van de gehuwden is misschien enigszins te verklaren door het feit dat deze mensen de motivatie van een partner en eventuele kinderen hadden om in de streek te blijven vertoeven in plaats van zich te schikken naar een verbanningsstraf.

Burgerlijke Stand

Mannen

Vrouwen

Procentueel Aandeel

Gehuwd

16

5

40,3

Ongehuwd

22

9

59,7

Totaal

38

14

100

 

3. 5. Beroepen

 

Mannen

Voor 92,7 % van de mannen was het mogelijk een beroepsmatige of andere hoedanigheid te achterhalen. Ruim de helft kwam echter als vagebond of deserteur voor de rechtbanken (52,5 %). Zij maakten zich immers in de eerste plaats schuldig aan banbreuk of desertie. Daarbuiten zien we hoe ook hier vooral textielarbeiders en handwerkers de auteurs zijn van de misdrijven tegen de openbare orde. Deze waren de eerste slachtoffers van de sociaal-economische ontwrichtingen van het einde van het decennium 1780-1789 en dus gevoelig voor politieke agitatie (zie “opstand tegen de overheid”). Ook waren deze beroepsgroepen waarschijnlijk het meest gevoelig aan omkoping om vervolgens meineed te plegen op een proces.

Beroepen

Aantallen

knecht

6

handwerker

4

wever

4

boer

3

timmerman

2

soldaat

2

koopman

2

griffier

2

voerman

1

schoenlapper

1

zwingelaar

1

beeldhouwer

1

pottenbakker

1

spinner

1

zadelmaker

1

stoeldraaier

1

schrijnwerker

1

verkoper

1

 

De volgende aantallen gelden voor de deserteurs en de landlopers of bedelaars:

 

Hoedanigheid

Aantallen

deserteur

6

Vagebond en/of bedelaar

36

 

Vrouwen

Voor deze sekse zijn de bekomen cijfers zelfs quasi uitsluitend voor landloopsters en vrouwelijke bedelaars (78,2 %). De volgende verhoudingen doen zich voor:

Beroepen

Aantallen

naaister

2

boerin

1

verkoopster

1

herbergierster

1

 

De volgende aantallen hebben we bekomen voor de landloopsters en/of de vrouwelijke bedelaars:

 

Hoedanigheid

Aantal

Bedelen en/of landlopen

19

3. 6. Autochtoon of allochtoon?

Afkomst

Aantal

Procentueel aandeel

Land van Aalst

67

63,2

“België”

21

19,8

Frankrijk

4

3,7

Totaal

92

86,8

Voor 86,8 procent van de delinquenten was het mogelijk hun geboorteplaats te achterhalen. Het hoge percentage autochtonen is te verklaren, in de eerste plaats door de vele banverbrekers en in tweede instantie door de personen die meineed plegen en andere misdrijven tegen de openbare orde die na 1760 door het Leenhof berecht worden. Dat de “Belgen” op de tweede plaats staan is dan weer te wijten aan de zwervers die uit Vlaanderen of de Oostenrijkse Nederlanden verbannen werden, maar gewoon naar een ander rechtsgebied uitweken, in casu (het Land van) Aalst. Wederom zien we dat het bestraffen door middel van verbanningen het probleem gewoon verplaatste.

 

home

lijst scripties

inhoud

vorige

volgende