Scientology: vrijheden in conflict. (Pieter Blondeel)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

DEEL III: Scientology

 

III.1 Lafayette Ronald Hubbard

 

Bibliografie:

 

Het verhaal van Scientology begint bij de persoon Lafayette Ronald Hubbard – doorgaans afgekort tot ‘LRH’, ‘Ron’, 'Commodore', 'The Founder' of 'The Source'. Het is niet zo vanzelfsprekend een biografie van Hubbard samen te stellen. Er bestaat geen tekort aan materiaal, dat is er in overvloed. Het probleem is dat het materiaal sterk gepolariseerd is, de meningen lopen nogal uiteen en bronnen spreken elkaar op verschillende punten tegen. Het enige waar men het over eens lijkt, is dat hij geboren werd op 13 maart 1911 in Tilden, Nebraska en dat hij naam maakte als fictie-schrijver (Alain Lallemand. 1994, p.93).

Ik zal hier dan ook niet trachten een waarheidsgetrouwe biografie over Hubbard te distilleren uit de sterk uiteenlopende officieuze en officiële biografieën en verhalen die al in omloop zijn; dat zou bovendien ook buiten het bestek van deze verhandeling liggen. In deze inleiding beperk ik me tot een eerder beknopte samenvatting en inleiding aangevuld met literatuurverwijzingen.

 

Het is echter wel essentieel deze inleiding bij de stichter, L. Ron Hubbard, te beginnen. Zijn invloed op Dianetics en Scientology kan moeilijk onderschat worden:

“Scientology is L. Ron Hubbard's personal enterprise and legacy and any explanations of its nature and development must start with that fact. The key to understanding this organization is its biography, starting with the early years and the early developments, which defined its style and operations. A group's history and the biography of its founder seem to be a key or the key to its later development and Hubbard (1911-1986) indeed created Scientology in his own image and in the image of his own paranoia (cf. Wallis, 1984).”

(Benjamin Beit-Hallahmi. 2003. p.19)

 

            Ook het ‘Anderson Report’ uit Australië stelt dat het in het onderzoek naar Scientology niet omheen de persoon L. Ron Hubbard kan:

“Hubbard is the governing director of and is all powerful in his organization. He directs and controls everything and everyone to an astonishing degree. Though this is a report of an inquiry into scientology, it must necessarily and equally be a report on its founder and master, for his personality pervaded the whole Inquiry and an understanding of Hubbard is necessary for an understanding of scientology. Hubbard will be referred to constantly in this Report.”

(Kevin Anderson. 1965 (Chapter 2: Introduction: (2).Conspectus of the Report.) p.18)

 

            De kerk van Scientology bracht in 1995 het eerste boek uit van een ganse reeks, genaamd ‘The Ron Series’. Deze bestaat uit een verzameling aan boekjes die gewijd worden aan verschillende aspecten van zijn leven en oeuvre. Het artikel van Marco Frenschkowski ‘L. Ron Hubbard and Scientology: an annotated bibliographical survey of primary and selected secondary literature’ uit juli 1999 vermeldt 12 boeken uit deze serie, die je ook kan terugvinden in de thematische bibliografie hierboven. De titels van deze boeken vormen een goede weergave van het beeld dat Scientology wil uitdragen van haar stichter L. Ron Hubbard: 'The Music Maker', 'The Poet and Lyricist', 'The Humanitarian', 'The Philosopher', 'The Adventurer and Explorer', 'The Writer', 'Freedom Fighter', enz. (Marco Frenschkowski. ‘L. Ron Hubbard and Scientology: an annotated bibliographical survey of primary and selected secondary literature’; p.13). George D. Chryssides telt 29 gebieden waarvan scientologen beweren dat hun stichter/leider erin uitblinkt, waaronder: "philosopher, humanitarian, anthropologist, educator, administrator, writer and poet, photographer, artist, film director, horticulturalist, engineer, physicist, aircraft pilot, explorer, not to mention ‘daredevil barnstormer’, musician, sociologist, and expert on the human mind." (George D. Chryssides. 2001. p.7).

 

            Dit geïdealiseerde beeld van Hubbard staat echter in contrast met vele andere (officieuze) bronnen en/of biografiën.“The glorification of 'Ron', superman and saviour, required a cavalier disregard for facts: thus it is that every biography of Hubbard published by the church is interwoven with lies, half-truths and ludicrous embellishments.” (Russell Miller. 1988 (Introduction). p.6). Jon Atack schetst het in zijn hoofdstuk over Hubbard in ‘A Piece of blue Sky: Scientology, Dianetics and L. Ron Hubbard Exposed’ op de volgende manier:“Hubbard did not confine his creativity to his fictional work. He reconstructed his entire past, exaggerating his background to fashion a hero, a superhero even. Although Hubbard wrote many imaginative stories, his own past became his most elaborate work of fiction.” (Jon Atack. 1990. p.37).

 

Het wordt al snel duidelijk dat het biografische materiaal over Hubbard sterk gepolariseerd is. Naast deze 'Ron Series' en officieuze biografiën kunnen ook biografische elementen worden gehaald uit verschillende lezingen die Hubbard gaf en op tape werden opgenomen. De officiële biografie, zoals die door de kerk van Scientology wordt voorgesteld, staat echter in contrast met andere biografiën, zoals die van Jon Atack, Bent Corydon en L. Ron Hubbard Jr., Russel Miller, en andere. In veel gevallen werden de auteurs van deze officieuze, dus niet door de kerk erkende biografiën of boeken over Scientology, voor de rechtbank gedaagd, waarover meer in 'Deel III.6: Scientology en Kritiek'. Cowan Douglas heeft het waar het de officiële beschrijving van Hubbard's leven aangaat niet over de biografie, maar over de hagiografie (levensbeschrijving van heiligen) van Hubbard: "Hubbard’s is an emerging hagiography unlike any other than I can think of in a new religious movement, and one that has the multi-billion dollar resources of the Scientological institution thrown completely behind it." (Cowan Douglas. 2004 (Hagiologizing Hubbard). p.9).

 

Een van de beste voorbeelden van het dubieuze aspect in Hubbards officiële biografie, of het contrast tussen de officiële en officieuze biografieën, is het verhaal van Gerald Armstrong, die begin jaren '80 aan het hoofd stond van Hubbards eigen opgezette biografisch project. In deze beknopte inleiding hierover zal ik me beperken tot enkel voorbeelden, zoals het verhaal van Gerald Armstrong en de controverse rond verschillende oorlogsverhalen en diploma's die Hubbard beweerde behaald te hebben.

 

Gerald Armstrong

 

            In ‘A Piece of blue Sky: Scientology, Dianetics and L. Ron Hubbard Exposed’ geeft Jon Atack het voorbeeld van hoe Michael Shannon en Gerald Armstrong beiden een biografisch project startten over Hubbard. Michael Shannon verzamelde heel wat materiaal over Hubbard gedurende de periode 1974-1979. Gerald Armstrong was al lange tijd lid van Scientology, namelijk de Sea Organisation, en kreeg de toestemming van Hubbard om een biografie over hem te schrijven. In het tweede deel van dit boek wordt nagegaan in hoeverre de verschillende versies van het leven van Hubbard op een grond van waarheid berusten (Jon Atack. 1990. pp37-39)

 

Het verhaal van Gerald Armstrong is zeker vermeldenswaardig. Hij ontdekte in 1979 in de gebouwen van Scientology in Gilman Hot Springs (hier was de CMO gevestigd: Commodore's Messenger Organisation) een twintigtal dozen met persoonlijk materiaal dat oorspronkelijk aan Hubbard toebehoorde. In Oktober 1980 werd Omar Garrison[17] aangeworven om Hubbard’s biografie te schrijven, waarbij ook hij gebruik kon maken van de enorme collectie materiaal die toen ontdekt en verzameld werd door Gerald Armstrong.

(Jon Atack. 1990. p.202; en Stephen Kent. 2001. (pt.10.4) p.8).

 

            Van deze documenten beweerde Hubbard dat ze gestolen waren door Russen in de vroege jaren ’50. In tegenstelling tot die bewering bleef het archief echter bewaard en werd het eind jaren ’70 ontdekt door Gerald Armstrong. Armstrong was opgetogen met deze ontdekking, omdat hij nu aan de biografie kon werken zonder te moeten vertrouwen op de zogezegde corrupte regeringsdocumenten. Armstrong kreeg de titel 'L. Ron Hubbard Personal Public Relations Office Researcher' en verzamelde heel wat materiaal tegen eind 1981, deze staan gekend onder de naam 'The Armstrong Documents'. Omar Garrison die in Oktober 1980 werd aangeworven om een biografie te schrijven over Hubbard mocht gebruik maken van deze archieven en kreeg Gerald Armstrong toegewezen als onderzoeksassistent.

(Jon Atack. 1990. p.246; en Stephen Kent. 2001. (pt.10.4) p.8)

 

In zijn hoedanigheid van onderzoeksassistent van dit biografisch project ontdekte Armstrong verschillende feiten over Hubbard die niet strookten met de werkelijkheid. In de hoop een waarheidsgetrouw beeld te kunnen opbouwen over Hubbard, schreef hij in een brief, gedateerd 25 November 1981, aan de ‘Commodore’s Messenger’ Cirrus Slevin:“If we present inaccuracies, hyperbole or downright lies as fact or truth, it doesn't matter what slant we give them, if disproved the man will look, to outsiders at least, like a charlatan. This is what I'm trying to prevent and what I've been working on the past year and a half.” (Jon Atack. 1990. p.246).

 

            De kerk was echter niet bereid deze ‘onnauwkeurigheden, overdrijvingen of leugens’ recht te zetten. Enkele weken later maakte Armstrong de beslissing de kerk te verlaten, maar bleef echter enkele maanden samenwerken met Omar Garrison aan het biografisch project. Op 18 Februari 1982 verklaarde de kerk Gerald Armstrong een SP (Suppressive Person; supra: meer over SP, Fair Game in 'III.6: Scientology en Kritiek'). Na deze eerste 'SP-Declare', het document waarmee iemand als een 'SP' wordt aangeduid en zo 'Fair Game' wordt verklaard, verschenen ook nog een tweede en derde 'Declare'. Armstrong werd onder andere beschuldigd van het stelen van documenten van de kerk. In Augustus datzelfde jaar spande de kerk een rechtszaak aan tegen Gerald Armstrong.  Deze rechtszaak is interessant omdat de biografie van L. Ron Hubbard deel uitmaakte van het proces. Uit deze rechtszaak[18] komt een veel geciteerde uitspraak van een rechter – Paul G. Breckenridge Jr. – over Scientology en zijn leider (Jon Atack. 1990. p.247; Stephen Kent. 2001. (pt.10.4) p.8):

“The organization clearly is schizophrenic and paranoid, and this bizarre combination seems to be a reflection of its founder LRH [L. Ron Hubbard]. The evidence portrays a man who has been virtually a pathological liar when it comes to his history, background and achievements. The writings and documents in evidence additionally reflect his egoism, greed, avarice, lust for power, and vindictiveness and aggressiveness against persons perceived by him to be disloyal or hostile.”

(Jon Atack. 1990. p.9)

 

            Hoewel Garrison en Armstrong bleven doorwerken aan de biografie van Hubbard, werd het boek uiteindelijk niet gepubliceerd. "In early 1984 [...] Garrison accepted a large cash sum from Hubbard's agents not to write the biography which he was then planning." (Bent Corydon & L. Ron Hubbard Jr. 1987. (Preface) p.8).

 

            Veel aangehaalde voorbeelden van de fictie of overdrijvingen in Hubbards biografie zijn onder andere de diploma’s die hij beweerde behaald te hebben, medailles die hij zou ontvangen hebben als oorlogsheld, reizen die hij ondernam als adolescent, het contact met een indianenstam ‘Blackfoot’, contact met een leerling van Freud, enz… Andere zaken waar wordt op ingespeeld zijn bijvoorbeeld de relatie van Hubbard met Jack Parsons (een leerling van Aleister Crowley) en bijgevolg satanistische elementen in Dianetics of Scientology.

            Hiervan een overzicht maken is noodzakelijk beperkt en selectief, ik zal me dan ook beperken tot 2 voorbeelden ter illustratie zonder daarover het laatste woord te willen hebben gezegd: Hubbard als oorlogsheld en als gediplomeerde.

 

Hubbard als oorlogsheld

 

            Hubbards beweringen over zijn carrière in het leger, waar hij zichzelf afbeeldt als een ware oorlogsheld, behoren tot die zaken die veelal in vraag worden gesteld in officieuze biografiën. "Hubbard's claims about his Navy career form a major part of the Superman image he tried to project.". (Jon Atack. 1990. p.57). Jan Willem Nienhuys stelt zich in zijn artikel ‘Hubbards Heldendom: op zoek naar eretekens’ vragen bij de afbeelding van Hubbard als een oorlogsheld en traceert het (niet-)bestaan van één bepaalde medaille die Hubbard beweerde behaald te hebben, namelijk de 'Dutch Victory Medal'. Jon Atack gaat hier dieper op in in zijn boek 'A Piece of blue Sky' (Jon Atack. 1990. p.57). Ook Russel Miller doet dit in het 6e hoofdstuk van 'Bare-faced Messiah' (Russel Miller. 1988. p.85).

 

Hubbard als Ph. D, C.E., Dr. en kernfysicus

 

            Andere artikels, boeken, verslagen en bandopnames wijzen er op dat Hubbard beweerde bepaalde diploma’s te bezitten en dat ook die beweringen vals zijn. Het Anderson Report uit Australië ‘Report of the Board of Enquiry into Scientology’ (Chapter 6; p.55) en het Lee Report uit Canada ‘Lee Report into Scientology: Sectarian Healers and Hypnotherapy’ (p.57) vermelden dat de ‘Sequoia University’, waar Hubbard beweerde een Ph. D. behaald te hebben, niet geaccrediteerd en dus geen officieel geregistreerde universiteit was. Hubbard’s Ph. D. aan de ‘Sequoia University’ zou volgens Richard Behar in het artikel 'The Thriving Cult of Greed and Power' in ‘Time Magazine’ en Stewart Lamont in ‘Religion Inc.’ een “fake mail-order degree” zijn, ter waarde van 20 dollar (Richard Behar. 1991. p.54; Stewart Lamont. 1986. p.19). "Hubbard's inflated claims usually have some slim basis in fact. He was an elaborator, not an originator." (Jon Atack. 1990. p.47). Zo beweerde hij bijvoorbeeld een een diploma burgerlijk ingenieur (C.E.: Civil Engineer) behaald te hebben aan de George Washington University. Die opleiding volgde hij inderdaad 2 jaar lang, maar faalde en behaalde het diploma niet. Naast gediplomeerd filosoof en burgerlijk ingenieur, zou hij zichzelf ook de titel van kernfysicus en wiskundige hebben aangemeten.

           

            In het boek 'Scientology: een nieuwe kijk op het leven', dat enkele artikels van Hubbard bundelt, schrijft hij over de kritiek die men heeft op zijn onbestaande diploma's:

"De Handelaren in Chaos moeten hierin één van de vele mogelijke conflicten injecteren: ze moeten benadrukken dat hij geen doctor in de filosofie is. [...] In werkelijkheid was degene die de filosofie heeft ontwikkeld, goed onderlegd in academische vakken en de menswetenschappen, waarschijnlijk alleen al beter onderlegd in formele filosofie dan docenten in de filosofie aan universiteiten."

(L. Ron Hubbard. 1964. p.11)

 

Hubbard als schrijver

 

            Wat wel onmiskenbaar vaststaat, is dat Hubbard, vóór hij Dianetics publiceerde, de kost verdiende als schrijver van (pulp-)fictie. Hij maakte vooral naam in het science fiction en fantasy genre, maar schreef ook westerns. Vanaf 1938 publiceerde Hubbard verschillende manuscripten in het toen toonaangevende tijdschrift 'Astounding Science Fiction'. Hier verschenen science fiction en fantasy verhalen van nu nog steeds befaamde auteurs en grote namen in het genre zoals Isaac Asimov, Robert Heinlein, A.E. Van Vogt en Lieber. De redacteur, en eveneens een invloedrijke figuur op het gebied van S.F. was John Campbell Jr.

“Op zijn 22ste [1933] was hij gehuwd, maar bezat noch een diploma, noch een baan. Hij slaagde erin een eerste manuscript ‘te plaatsen’. Het was verre van hoogstaand – een goedkoop stationsromannetje – maar opende de poort naar een ‘carrière’; zijn pen vloog misschien niet hoog maar ze was alleszins vruchtbaar.”

(Alain Lallemand. 1994. p.93.)

 

            Voor het literaire deel, de fictie van Hubbards oeuvre, kan men de bibliografie van William J. Widder raadplegen: ‘The Fiction of L. Ron Hubbard. A Comprehensive Bibliography & Reference Guide to Published and Selected Unpublished Works’. “Hubbard's literary output is enormous (about 220 tales and novellas, about 20 novels besides many poems and some pieces for the theatre; also film scripts). These items have become available almost completely in the last years in carefully edited, but also very expensive reprints published by Author Services, Los Angeles.”(Marco Frenschkowski. 1999. p.5)

Het artikel van Marco Frenschkowski ‘L. Ron Hubbard and Scientology: An annotated bibliographical survey of primary and selected secondary literature’ uit ‘Marburg Journal of Religion, Volume 4, Juli 1999’ geeft daarentegen een uitgebreid en kritisch bibliografisch verslag van de werken van en over Hubbard, Dianetics en Scientology.

 

            Marco Frenschkowski en Alain Lallemand leggen het verband tussen enkele van de fictionele werken van Hubbard en thema’s en ideeën die men ook terug kan vinden in sommige inhoudelijke, theoretische elementen van Dianetics en/of Scientology. “Als auteur bewandelde hij vanaf toen het pad van de SF en de ‘fantastische’ roman. Reeds in eerder werken had hij een mythische visie op het brein ontwikkeld. Het brein zou aan z’n drager heel vreemde krachten verlenen.” (Alain Lallemand. 1994. p.93). Enkele selecties:

 

In ‘The Dangerous Dimension’ ondergaat Dr. Mudge bijvoorbeeld een verbazingwekkende persoonlijkheidsverandering wanneer hij een wiskundige formule ontdekt die hem toelaat te gaan waar hij ook wil, door enkel aan de plaats te denken. De superioriteit van de geest over de materie vormt het centrale thema in dit verhaal. (Marco Frenschkowski. 1999. p.4; Alain Lallemand. 1994. p.93; (Astounding Science Fiction 21 (5), Juli 1938, pp.100-112)).

In ‘The Tramp’  wordt een verhaal verteld over een zwerver die na een hersenoperatie miraculeuze krachten ontwikkelt die hem uiteindelijk vernietigen omdat hij de nieuwe situatie niet de baas kan. (Marco Frenschkowski. 1999. p.4; Alain Lallemand. 1994. p.93; (Astounding Science Fiction 22 (1) Sept. 1938, pp.70-86 ;22 (2), Oct. 1938, pp.90-105 ;22 (3) Nov. 1938, pp.46-65 (in 1992 als boek gepubliceerd))).

‘Masters of Sleep’ vormt een van de weinige literaire werken waar Hubbard openlijk propaganda maakt voor Dianetics. Het is eveneens een verhaal over persoonlijkheids-veranderingen door middel van de integratie van een ‘waking’ en een ‘dream consciousness’. (Marco Frenschkowski. 1999. p.4; (Fantastic Adventures 12(10) Oktober 1950)).

In ‘Typewriter in the Sky’ ontdekt een man dat hij een deel is van iemands anders verbeelding. (Marco Frenschkowski. 1999. p.5; (Unknown Fantasy Fiction 4 (3) Nov. 1940, pp.9-67 ;4 (4) Dec. 1940, pp.127-162 (in 1994 als boek gepubliceerd))).

‘Battlefield Earth’ werkte Hubbard af in 1982, na jarenlang geschreven te hebben over Scientology. Het is een lang verhaal (+1000p) over een toekomstige mensheid onderworpen aan buitenaardse wezens, Psychlo’s, die uiteindelijk kwaadaardige kosmische psychiaters blijken te zijn. Een man, Johnny Goodboy Taylor, wint toegang tot hun technologie en bevrijdt de mensen van slavernij. Dit boek werd later verfilmd met onder andere John Travolta in een van de hoofdrollen en won in 5 van de 7 categoriën van de 'Golden Raspberry Award', onder andere voor slechtste film en slechtste acteur (Marco Frenschkowski. 1999. p.5; Benjamin Beit-Hallahmi. 2003. p.20).

            Hubbard's laatste werk is de decalogie 'Mission Earth' en vormt in feite een satire op verschillende aspecten van het leven in Amerika (Marco Frenschkowski. 1999. pp5-6).

 

De meest waanzinnige verhalen doen zich voor over het boek ‘Excalibur’, dat Hubbard in 1938 zou hebben geschreven, maar nooit werd gepubliceerd. Dit boek zou gegevens bevatten die zo verbijsterend waren dat het niet mocht worden gepubliceerd en waarvan aspirant-kopers moesten zweren anderen niet toe te staan het te lezen. In advertenties voor Excalibur stond als waarschuwing dat vier van de eerste vijftien mensen die het lazen krankzinnig waren geworden (Christopher Evans. 1973. p.74). Hubbard zou dit boek geschreven hebben na een bijna-dood-ervaring. Hij beweerde dat het onderzoek naar Dianetics begon met dit boek, in 1938 (Paulette Cooper. 1971. p.125). Christopher Evans, Russell Miller, Martin Gardner, George Malko, Arthur J Burks, Robert Vaughn Young, Paulette Cooper vermelden het boek ‘Excalibur’, maar spreken elkaar op verschillende punten tegen. In ‘Bare-faced Messiah’ van Russell Miller wordt het vermeld om uiteindelijk te lezen dat Hubbard beweerde het boek nooit te hebben geschreven. (Russell Miller. 1988. p.182). In het archief dat Gerald Armstrong vond, zouden drie verschillende versies van Excalibur teruggevonden zijn. In de ene versie zou hij het verhaal neergeschreven hebben na een bijna-dood-ervaring, in de andere versie na een bezoek bij de tandarts, onder invloed van lachgas (Russell Miller. 1988. p.74).

 

            In een zesdelig werk, ‘The Scientology Story’, dat verscheen in de Los Angeles Times tussen 24 en 29 juni 1990, geschreven door Joel Sappell en Robert W. Welkos, wordt in het 5e hoofdstuk ‘The Making of a Best-selling Author’ uiteengezet hoe de verspreiding van het literaire werk van Hubbard door scientologen een strategie vormt om respect, invloed en uiteindelijk ook nieuwe leden te vinden (Sappell en Welkos. 1990. p.70). In dit artikel wordt bovendien uiteengezet hoe de verkoopscijfers van zijn boeken fictief de hoogte werden ingeduwd. Onder andere door het in massa kopen van de boeken en deze daarna terug te verkopen aan (in sommige gevallen diezelfde) winkel. Ook Richard Behar maakt hiervan vermelding in zijn artikel 'The Thriving Cult of Greed and Power'. (Sappell en Welkos. 1990. pp70-72; Richard Behar. 1991. p.9).

 

Tot zover de fictie, het eerder literaire werk van L. Ron Hubbard. Daarnaast bestaat er een gans oeuvre dat men tot de interne literatuur van Dianetics en Scientology kan toeschrijven. Eigenaardig genoeg begint het verhaal hiervan, of tenminste het succesverhaal, in het science-fiction milieu, met name met de publicatie van het artikel over Dianetics door Hubbard, en met de aankondigingen ervan door de redacteur John Campbell Jr. in eerdere uitgaven van het tijdschrift 'Astounding Science Fiction'.

 

 

III.2 Dianetics

 

Bibliografie:

 

III.2.1 Inleiding

 

            Om iets van Scientology te begrijpen kan je niet anders dan te beginnen bij de voorloper ervan en de technische fundering waarop ze steunt: Dianetics. Hubbard beweert zelf dat het onderzoek daarvan begon in 1935, 15 jaar voordat de eerste publicatie over Dianetics verscheen. "In 1935 werd met een deel van het basisonderzoek begonnen; in 1938 werden de voornaamste axioma's ontdekt en geformuleerd. Gedurende de daaropvolgende jaren werden deze axioma's getest in het laboratorium der wereld." (L. Ron Hubbard. 1950 (1982). p.451).

 

De vroegste vermelding van Dianetics vindt men terug in ‘Dianetics: The Original Thesis’ (Wichita, Kansas, 1951 (Los Angeles, 1977)). Aanvankelijk geschreven in 1948, opnieuw uitgebracht als ‘The Dynamics of Life’, maar pas voor het eerst gepubliceerd in 1951.

Het meest verspreidde en bekende boek is ‘Dianetics: The Modern Science of Mental Health’, dit werd op 9 mei 1950 voor het eerst gepubliceerd. Van dit boek wordt beweerd dat er tot en met 1999 reeds 20 miljoen exemplaren zijn van verkocht. Dit wordt algemeen gezien als het basiswerk en wordt meestal 'DMSMH' of ‘Book One’ genoemd (Marco Frenschkowski. 1999. p.7). Mei 1950, de publicatiedatum van het boek DMSMH, wordt in Dianetics en Scientology als begin van een nieuwe tijdstelling aangenomen. 'A.D.' staat dan niet voor de gebruikelijke ‘Anno Domini’, maar betekent ‘After Dianetics’ (Stewart Lamont. 1986. p.21). In het boek van Jon Atack staat dat Hubbard ooit beweerde het boek in de korte tijd van 3 weken geschreven te hebben (Jon Atack. 1990. p.78).

 

            De allereerste publicatie van Dianetics is terug te vinden in het tijdschrift ‘Astounding Science Fiction’ (nr. 45(3) van mei 1950, pp45-87), waarin Hubbard tot dan toe science fiction verhalen publiceerde. Dit artikel verscheen enkele weken voor de publicatie van het boek 'DMSMH'', en werd voorafgegaan door enkele aankondigende artikels van John Campbell (Christopher Evans. 1973. p.35).

 

III.2.2 Evolutie

 

III.2.2.1 start in SF

 

John Campbell, die de redacteur was van het tijdschrift ASF (Astounding Science Fiction) kondigde al in December 1949 een artikel aan geschreven door L. Ron Hubbard ‘Dianetics… An Introduction to a New Science’.

“The item that most interests me at the moment is an article on the most important subject conceivable. This is not a hoax article. It is an article on the science of the human mind, of human thought. It is not an article on psychology - that isn't a science. It's not General Semantics. It is a totally new science, called dianetics, and it does precisely what a science of thought should do. Its power is almost unbelievable; following the sharply defined basic laws dianetics sets forth, physical ills such as ulcers, asthma and arthritis can be cured, as can all other psychosomatic ills. The articles are in preparation. It is, quite simply, impossible to exaggerate the importance of a true science of human thought.”

(Jon Atack. 1990. p.82; (John W. Campbell. Astounding Science Fiction (44)4, December 1949, 'In Times to Come'. p.80)

 

Enkele maanden later, in het nummer van april 1950, verscheen opnieuw een aankondiging van John Campbell in ASF met gelijkaardige aankondigingen van het artikel van Hubbard.[19] Het artikel van Hubbard verscheen in Astounding Science Fiction nr.45 (3). pp45-87, Mei 1950, en heette 'Dianetics: the evolution of a science'.

John W. Campbell Jr. was een gunstige aanwinst. Hij had naam gemaakt als redacteur van een gerespecteerd science fiction magazine en kende dokters, wetenschappers en uitgevers die steun konden verlenen aan Dianetics, Hubbard’s nieuwe wetenschap van mentale gezondheid. Campbell slaagde er bijvoorbeeld in Dr. Joseph .A. Winter, die ook af en toe publiceerde in ASF, te interesseren voor Dianetics (Roy Wallis. 1977. p.27). "Winter had previously been interested in Count Alfred Korzybski's methods of treating neurotics by teaching them general semantics, and like so many other members of the semantics movement, he found dianetics even more intriguing." (Martin Gardner. 1952. (Chapter 22: Dianetics). p.9)

 

III.2.2.2 initieel succes en ‘dianetica-rage’

 

            Nog voor de publicatie van het artikel in ASF of van het boek DMSMH in mei 1950, probeerde Hubbard zijn 'nieuwe wetenschap van de mentale gezondheid' ingang te laten vinden in de wetenschappelijke wereld. Hubbard en Dr. Joseph A. Winter werkten bijvoorbeeld aan de nomenclatuur en terminologie van deze nieuwe wetenschap (Martin Gardner. 1952. (Chapter 22: Dianetics). p.9; Joseph A. Winter. 1951(1987)).

 

“A paper giving a 'resume of the principles and methodology of dianetic therapy' was submitted by Winter to the journal of the American Medical Association, but was rejected. A revised version including case histories supplied by Hubbard was submitted to the American Journal of Psychiatry, but again rejected. Dr Winter was also unsuccessful in his attempts to persuade other medical practitioners to try out the therapy. Hubbard therefore decided to write a book directed to the laity rather than the medical profession, and Campbell commissioned an article from him on Dianetics for Astounding.”

(Roy Wallis. 1977. p.28)

 

            Het werk vond dus geen ingang in wetenschappelijke kringen en werd zelfs van het begin af aan sterk op de korrel genomen door de 2 leidinggevende gemeenschappen omtrent geneeskunde en psychologie, de APA (American Psychological Association; Roy Wallis. 1977. p.75) en de AMA (American Medical Association; Omar Garrison. 1974. p.17). Na deze mislukte pogingen probeerden Hubbard, Winter en Campbell hun nieuwe wetenschap ingang de laten vinden op een andere manier dan via een publicatie in een wetenschappelijk tijdschrift. Dit verklaart de publicatie van het artikel in een science fiction magazine en van het boek, dat eerder gericht was aan en geschreven was voor het grote publiek dan dat ze een poging vormde om ingang en aanhang te vinden in de wetenschappen. De aankondigingen van het artikel door John Campbell in ASF hadden echter al effect. In April 1950, dus een maand voor de publicatie van het artikel van Hubbard werd de 'Hubbard Dianetic Research Foundation' opgericht in New Jersey "to provide the services for which a demand was appearing.” (Roy Wallis. 1977. p.29).[20] De 'Board of Directors' van deze organisatie waren naast Hubbard zelf, dr. Joseph Winter en John W. Campbell (Eric Townsend. 1985. p.16).

 

            De populariteit van het boek was groot en begin jaren ’50 ontstond een ware ‘dianetica-rage’ in de Verenigde Staten (Eric Townsend. 1985. p.16). Martin Gardner heeft het in zijn boek ‘Fads and Fallacies in the Name of Science’ uit 1952 over het ongelooflijke succes van Dianetics, een 'nation-wide cult of incredible proportions'. "Dianetics became a fad of the movie colony. It struck the colleges. Students held dianetic parties at which they tried the new therapy on each other." (Martin Gardner. 1952 (Chapter 22: 'Dianetics'). p.2).

 

            Hubbard beweerde namelijk dat zijn ontdekte dianetische therapeutische technieken toegankelijk waren voor iedereen die de instructies kon volgen. Zo ontstonden al vlug verschillende zelfhulpgroepen. Hubbard zelf speelde hierin een centrale rol en bevond zich "at the centre of a growing movement for self-improvement with an enormous number of requests for information and clarification being directed at him." (Eric Townsend. 1985. pp13-14).

Kort na de oprichting van deze organisatie werd een tweede Foundation in Los Angeles opgericht, onder leiding van A.E. Van Vogt[21], eveneens een befaamd S.F. auteur die onder andere publiceerde in ASF. Dit centrum overleefde ongeveer een jaar en ook Van Vogt distantieerde zich al vlug van Dianetics en richte een eigen centrum up, geïnspireerd op dianetics, net zoals Joseph Winter reeds deed in Oktober 1950.

 

III.2.2.3 Inhoudelijk

 

III.2.2.3.1 Dianetica: theorieën

 

            In dit hoofdstuk zal een heel beknopte weergave worden gegeven van enkele inhoudelijke en theoretische aspecten van Dianetics, zoals het auditeren, het bestaan en behandelen van engrammen, het onderscheid tussen het reactieve en analytische verstand, enz. In wat volgt zal ik heel kort enkele van deze elementen duiden.

 

            In ‘Scientology: De Grondbeginselen van het Denken’ door L. Ron Hubbard staat Dianetics gedefinieerd als:

“DIANETICS: van het Griekse dia (door) en nous (ziel of verstand), dus ‘door de ziel’ of ‘door het verstand’ of ‘door het denken’; een systeem voor de analyse, sturing en ontwikkeling van het menselijk denken, met technieken voor vergroot vermogen, rationaliteit en vrijheid van datgene wat de enige bron bleek te zijn van aberraties en psychosomatische ziekten. Mei 1950 geïntroduceerd met de publicatie van Dianetics: de moderne wetenschap van mentale gezondheid door L. Ron Hubbard.”

(L. Ron Hubbard. 1978. p.i)

 

            Dianetics bevatte reeds enkele belangrijke elementen die tot de kern van het latere Scientology zullen toebehoren. Volgens Dianetics is het enige doel in het leven 'Voortbestaan' en dit wordt bereikt via 4 dynamieken. De eerste dynamiek is die van het individu, de tweede de familie, de derde de groep en de vierde het ras. Elke mens probeert te overleven op deze 4 dynamieken (in Scientology wordt dit uitgebreid naar 8 dynamieken). Het probleem echter is dat elke mens 'geabbereerd' is, gestoord wordt in elke van deze dynamieken in zijn dynamische behoefte 'voortbestaan', en dit door het reactieve verstand.

            Hubbard meende dat elke mens een zuiver, analytisch verstand bezit, en dat alle indrukken van de zintuigen door dit verstand worden geregistreerd en benut voor het geven van de juiste prikkels. Te vergelijken met een computer, is dit verstand in staat de goede beslissingen te nemen. Maar in het evolutieproces van de mens is een mechanisme ontstaan dat de werking van het analytisch verstand verstoort, namelijk het reactieve verstand.[22] Het reactieve verstand reageert op prikkels van buitenaf en legt indrukken vast van momenten van geestelijke of lichamelijke pijn, engrammen. Wanneer men later omstandigheden ontmoet die associaties oproepen met deze engrammen, dan schakelt het reactieve verstand het analytische verstand uit en laat zijn irrationele invloeden gelden.

            De dianetische therapie, of het auditeren, beoogt de opgeslagen engrammen, deze geregistreerde pijn-indrukken, op te sporen. Wanneer een engram wordt ontdekt dan wordt de desbetreffende gebeurtenis gereconstrueerd en aldus overgebracht van het reactieve naar het analytische verstand. Naarmate meer engrammen zijn geneutraliseerd, worden de handelingen van de mens in grotere mate bepaald door het analytische verstand. Het uiteindelijk doel is dat alle engrammen onschadelijk worden gemaakt en alleen op die manier kan men (een) 'clear' worden. Iemand die onder invloed staat van het reactieve verstand is 'geabbereerd'. Iemand die nog niet 'clear' is, wordt een 'pre-clear' genoemd.

            Auditeren bestaat uit het gericht stellen van vragen door de auditor aan een cliënt. De auditor is daarvoor opgeleid, de gebruikte methoden zijn gestandaardiseerd en de sessies staan onder controle van een 'case supervisor', die het verslag dat de auditor van elke sessie maakt bestudeert en zo nodig de auditor corrigeert.

            Cruciaal is dat bij het auditeren gebruik wordt gemaakt van de e-meter, kort voor elektropsychometer. De e-meter wordt door Hubbard gedefinieerd als "een elektronisch instrument voor het meten van de mentale conditie en verandering van conditie van individuen, als een hulpmiddel voor grotere precisie en snelheid in het auditeren." (L. Ron Hubbard. 1978 (Verklarende woordenlijst). p.150).  Dianetics ontstond echter zonder de e-meter. Christopher Evans traceert het bestaan ervan terug tot eind 1950/begin 1951: “Toen verscheen er aan het eind van 1950 of in het begin van 1951 een individu dat, Volney Mathison heette in Elizabeth, New Jersey, met bij zich een vreemde, maar intrigerende doos, die onder meer voorzien was van draden, handvaten en een wijzerplaat, en die naar hij beweerde de gedachten kon meten.” (Christopher Evans. 1973, p.77). Stephen Kent plaatst de introductie van de e-meter op 3 Maart 1952 (Stephen A. Kent. 1999b. p.4). Er werd een complexe terminologie ontwikkeld door Hubbard om de gegevens van de e-meter te interpreteren. "'theta bop' (steady dance of the needle); 'stage four' (needle goes up an inch or two, sticks, falls to the right and repeats this action); 'rock slam' (needle goes back and forth in jerky fashion); 'floating' (the goal of the auditing session when the needle floats free over a wide area unaffected by questions or commands).” (Stewart Lamont. 1986. p.26). De 'client' moet twee blikken vasthouden en afhankelijk van de beweging van de naald die volgt op een bepaalde vraag of actie van de auditor moet de auditor een specifieke respons geven. De specifieke voorschriften, vragen en responsen zijn nu de 'Tech' die Hubbard ontwierp.

            Dit zijn, heel beknopt uitgelegd, enkele van de principes die centraal staan in Dianetics, de voorloper van Scientology. Voor een gedetailleerdere uitleg hieromtrent leest men best 'Book One' zelf ('Dianetics: De moderne wetenschap van de mentale gezondheid').

 

III.2.2.3.2 pseudo-wetenschap en eclectisme

 

Dianetics wordt het statuut van de exacte, precieze wetenschappen aangemeten. Meermaals wordt dat herhaald in het handboek ‘Dianetics: De moderne wetenschap van mentale gezondheid’ (DMSMH) en ook in andere Dianetics en Scientology-literatuur. Dianetics, zoals Hubbard die voor ogen had, ging verder dan psychologie en psychiatrie. In dit boek, het basiswerk van de dianetics, heeft hij het over een exacte wetenschap. “De ontdekkingen en de ontwikkelingen die het mogelijk hebben gemaakt de Dianetics te formuleren, namen vele jaren van wetenschappelijk onderzoek en zorgvuldige proefnemingen in beslag.” (L. Ron Hubbard. 1950 (1982). p.ix). “Als een wetenschap van het verstand haar naam waardig wil zijn, moet zij zich in experimentele precisie met de natuur- en scheikunde kunnen meten.” (L. Ron Hubbard. 1950 (1982). p.6). Jeff Jacobsen stelt in het tweede deel van zijn artikel ‘Medical claims within Scientology's Secret Teachings’ de (on)wetenschappelijkheid van Scientology en Dianetics aan de kaak. “Hubbard claimed that his auditing process was scientifically valid. L. Ron Hubbard constantly makes the claim that dianetics is a "scientific fact." In fact, he makes that claim 35 times in Dianetics: The Modern Science of Mental Health.” (Jeff Jacobsen. 1996. p.8). Als bewijs en argumentatie voor deze beweringen wordt telkens het jarenlange onderzoek van Hubbard vermeld. Onderzoeksresultaten worden echter niet meegedeeld, de woorden 'exacte wetenschap', 'jarenlang onderzoek', 'experimentele precisie', talloze succesverhalen, de leuze 'het werkt' en vooral Hubbard's autoriteit op dit vlak moeten volstaan als bewijs.

 

Reeds kort na de publicatie werd het boek onderworpen aan sterke kritiek. Naast verscheidene kritische besprekingen van het boek 'DMSMH' kort na diens veschijning in 1950, verschenen ook al vlug kritische wetenschappelijke artikels. "On June 1, 1950, Dr. Austin Smith, then editor of the Journal of the American Medical Association, sent a number of letters to doctors and medical societies throughout the U.S., asking their help. In his letters to the profession, he solicited authoritative statements that would convince the layman that Dianetics was a new and dangerous form of quackery." (Omar Garrison. 1974. p.17). Dr. John Winter distantieerde zich van Dianetics in Oktober 1950 en schreef 'A Doctor's Report on Dianetics: Theory and Therapy'. Hierin geeft hij kritiek op onder andere de notie van vorige levens die centraal zou worden in Dianetics en het latere Scientology.

 

Harvey Jay Fischer schreef in 1953 het artikel 'Dianetic Therapy: an Experimental Evaluation: A Statistical Analysis of the Effect of Dianetic Therapy as Measured by Group Tests of Intelligence, Mathematics and Personality'. Hij zette een experiment op om de effectiviteit van de dianetische therapie te testen. Aangezien deze therapie een positieve invloed beweert teweeg te brengen op het intellectuele en wiskundige functioneren en persoonlijke conflicten zette hij een experiment op met deze drie variabelen. Hij selecteerde drie groepen van 36 personen, die een verschillende hoeveelheid (0, 18 en 36 uren) dianetische therapie kregen gedurende een periode van 60 dagen. Zijn conclusie luidde dat er noch een positieve, noch een negatieve systematische invloed was op deze drie variabelen[23] (Harvey Jay Fischer. 1953. (Hoofdstuk IV) p.35).

 

            In 1959 werd in ‘Psychological Newsletter’ een experimenteel onderzoek omtrent Dianetics gepubliceerd dat werd gevoerd door Jack Fox, Alvin E. Davis en B. Lebovit. In dit onderzoek gaat de aandacht naar de ‘engram-hypothese’ van Hubbard, een centraal concept in Dianetics. Volgens deze hypothese, of dit feit zoals Hubbard het stelt, worden engrammen opgenomen in de hersenen tijdens een onbewuste staat en is het mogelijk om via dianetische therapie, in een kort tijdsbestek, zich alles wat gebeurd is tijdens deze onbewuste staat te herinneren (L. Ron Hubbard. 1950 (1982). p.61). In dit onderzoek werd een experiment opgezet "in which a passage selected from a physics text was read to a subject placed in an unconscious state by administration of sodium pentothal. During a period of almost six months, dianetic auditors were unable to recover the passage. Thus, the engram hypothesis was not substantiated by this experiment.” (Fox, Davis en Lebovit. 1959. p.134).

 

            Harvey Jay Fischer gaat ook in op de theoretische en inhoudelijke component van Dianetics en diens eclectische fundering. "Dianetic theory seems to have been developed through an eclectic approach that takes material out of context from other theoretical formulations and molds them to fit a contention which is not only unestablished (the memory engram) but which has much evidence against it." (Harvey Jay Fischer. 1953 (Hoofdstuk V). p.41). Overleven als doel van het leven kan Hubbard ontleend hebben aan Darwin, Bergson, Jung en/of Adler. Hubbard veronderstelt dat erfelijkheid relatief passief is en dat externe krachten het individu vorm geven. Dit herinnert aan de conditioneringtheorie van Pavlov en het behaviorisme van Watson. De dianetische definitie van het concept ‘engram’ werd al in 1904 voorgesteld door Richard Semon. Hubbard’s idee van het reactieve verstand lijkt een combinatie van Freuds onbewuste en Pavlov’s geconditioneerd gedrag (Harvey Jay Fischer. 1953. p.18).

 

"It seems that the reservations expressed in scientific circles about dianetic therapy are well founded. If a method is based upon loosely documented theory, then there is little hope for the efficacy of the method. The results of this study should serve as an example that a theoretical groundwork should be most thoroughly laid out before its tenets are tested."

(Harvey Jay Fischer. 1952 (Hoofdstuk V). p.41)

 

            Hubbard zelf beweert zijn inspiratie gehaald te hebben bij Freud, Anaxagoras, Aristoteles, Roger Bacon, Boeddha, Charcot, Confucius, Rene Descartes, Will Durant, Euclidius, Michael Faraday, William James, Thomas Jefferson, Jesus, Alfred Korzybski, James Clerk Maxwell, Mohammed, Lao Tsze, van Leeuwenhoek, Isaac Newton, Thomas Paine, Plato, Socrates, Herbert Spencer en Voltaire. (George Malko. 1970. pp102-103)

           

            Alfred Korzybski's 'General Semantics', eveneens populair in het science fiction milieu van de jaren '40-'50, vertoont grote gelijkenissen met Dianetics.

            Het onderscheid tussen het analytische en het reactieve verstand doet denken aan Freuds bewust en onbewuste. Het reactieve verstand zelf werk op 'pavloviaanse manier', als een soort van stimulus-respons mechanisme.

 

            Jeff Jacobsen bestudeert het eclectische aspect van Dianetics in het artikel 'Dianetics: From Out of the blue?'. Hij legt het verband tussen Hubbard's theorieën en die van dr. J Sadger (prenatale engrammen), Grace W. Pailthorpe, Nathaniel Thornton, Freud, Alfred Korzybski (general semantics) en Richard Semon. In het artikel 'Science and Dianetics' gaat hij de wetenschappelijkheid van Dianetics na en toetst hij de (on)falsifieerbaarheid van Dianetics.

 

            Harvey Jay Fischer merkt op dat er een gevaar schuilt in de idee dat iedere persoon in een tijd van vier weken “[can] become qualified in practicing an art for which other therapies require so high an order of professional competence.” (Harvey Jay Fischer. 1953 (Hoofdstuk IV). p.40). Ook Joseph A. Winter maakt deze kritiek in zijn artikel 'A Doctor's Report on Dianetics' uit 1951.

 

            Een belangrijk onderdeel in de pseudowetenschap van Dianetics en Scientology is de e-meter. In 1970 deed de 'British Psychological Society' een studie over de e-meter en oordeelde "dat hij niet meer was dan een onbetrouwbare versie van de oude galvanometer." (Christopher Evans. 1973. p.77.). Het Nederlandse overheidsrapport concludeert dat de e-meter zich qua principe noch werking fundamenteel onderscheidt van een leugendetector  (Witteveen. 1984. p.157). (supra: 'IV.2: Scientology in de USA: .x FDA).

            De e-meter wordt ook gebruikt voor 'Security Checks', of 'Sec Checks', iets wat Hubbard in 1959 introduceerde. De e-meter werd gebruikt om 'overts' op te sporen, die worden gedefinieerd als overschrijdingen van een morele code. Later werd 'Sec Check' omgedoopt tot 'Integrity Processing' of 'Confessional Auditing'. Een Sec-Check bestaat uit een lange lijst met vragen naar de verschillende 'overts', terwijl de 'cliënt' aan de e-meter is gekoppeld (Jon Atack. 1990. p.114).

 

“Something else had begun to happen which Winter does not mention but which was to result in the alienation of Campbell, Van Vogt, and a sizeable portion of Hubbard’s followers. That was that pre-clears and auditors had started pursuing engram ‘chains’ back past the prenatal stage and into past lives.”

(Harriet Whitehead. 1974. p.579)

 

 

III.3 Scientology

 

III.3.1 Inhoudelijk

 

            En juist daar ligt een eerste aanzet tot Scientology, namelijk in het volgen van de engrammen tot voor de geboorte en zelfs tot voor de conceptie. Enkele maanden na het verschijnen van Dianetics beweerde men engrammen te vinden die afkomstig waren uit vorige levens. "It appears that he briefly resisted the notion that this material emanated from past lives, but shortly became reconciled to this view and began experimentation on the running of past-life engrams." (Roy Wallis. 1977. p.90). Roy Wallis stelt dat deze ontdekking van engrammen uit vorige levens bijna automatisch volgt uit de aarde van de dianetische techniek. "Since the location of the basic-basic and its erasure would quickly result in clearing the case, it followed that if individuals were not cleared, there must necessarily be an earlier incident to resolve." (Roy Wallis. 1977. p.90).

 

            In april 1951 ontsloeg Hubbard zichzelf van de 'Hubbard Dianetic Research Foundation', in 1952 richte hij 'the Hubbard Association of Scientology International' (HASI) op in Phoenix en kondigde hij een nieuwe vorm van 'clear' aan (Jon Atack. 1990. p.93, p.101).

 

            In juni 1951, een groot jaar na de publicatie van het boek 'DMSMH' en twee maanden nadat Hubbard zichzelf had ontslagen uit de 'Hubbard Dianetics Research Foundation' verscheen wat wordt gezien als het 2e Dianetics boek: 'Science of Survival'. Hierin werkt Hubbard 'survival', het voorbestaan uit als 'dynamisch principe'. Ook andere elementen die later centraal zouden komen te staan in Scientology werden in dit boek uitgewerkt, zoals de toonschaal, ARC (Affinity, Reality, Communication), theta-MEST (Matter, Energy, Space, Time) en het materiaal omtrent vorige levens, dat een eerste aanzet vormde tot Scientology (Jon Atack. 1990. p.96).

            Daarna volgde het boek 'What To Audit'. Dit boek wordt nog steeds uitgegeven, exclusief 1 hoofdstuk, onder de naam 'Scientology: A History of Man'. Daarin gat Hubbard dieper in op de 'Time Track'. Volgens Hubbard dragen we engrammen mee uit onze vorige levens. Hij onderscheidt verschillende vormen van leven die elk hun specifieke engrammen meebrachten zoals de 'helper', 'seaweed', 'jellyfish', 'clam', 'weeper', 'sloth', 'ape', 'pilt-down man', 'caveman', enz. Zo'n 35000 jaar geleden kwam de 'theta-being' naar aarde en transformeerde de 'caveman' in de homo sapiens. De 'theta-being' is echter onderhevig aan verschillende implantaten: 'Facsimile One', 'the Halver', 'the Joiner', 'the Between-lives', 'the Emanator', 'the Jiggler', 'the Whirler', 'the Fly-trap', 'the Boxer', 'the Rocker', enz. (Jon Atack. 1990. p.103). Elke mens is dus onderhevig aan engrammen en implantaten uit al deze categorieën, en enkel de auditingprocessen zoals die uitgeschreven werden door Hubbard kunnen je daar vanaf helpen.

 

            Met behulp van de e-meter werd dit 'bewijs' gevonden voor het bestaan van vorige levens en voor de transformatie van Dianetics in Scientology. "Hubbard introduced it to the Dianetics community on March 3rd, 1952, and very quickly his followers were using these machines to unravel the reputed engrams of current (or 'present-time') and past lives.” (Stephen A. Kent. 1999b. p.4).

 

            De fundamentele veronderstelling in Scientology is in feite dat de mens een 'thetan' is, wat op zich al een verklaring geeft voor het anti-psychiatrische element in Dianetics en Scientology. Hubbard expliceert bijvoorbeeld in 'Scientology: de grondbeginselen van het denken', waar hij Scientology definieert als een tak van de psychologie:

"De meer acceptabele en normale psychologie, zoals die werd begonnen door Thomas van Aquino en uitgebreid door een groot aantal latere schrijvers, werd in 1879 ernstig verstoord door ene professor Wundt, een Marxist, verbonden aan de universiteit van Leipzig in Duitsland, Deze man vormde het denkbeeld dat de mense een dier zonder ziel was en baseerde zijn gehele werk op het principe dat er geen 'psyche' was (een Grieks woord dat 'ziel' of 'geest' betekent."

(L. Ron Hubbard. 1978. p.7)

            Een thetan is deze 'ziel' of 'geest', het 'ik' en neemt bezit van een menselijk lichaam. De thetan maakt geen deel uit van het fysieke universum, maar kan wel gezag uitoefenen op het MEST-universum (Matter, Energy, Space, Time) (Bryan Wilson. 1998. (pt.6.07). p.21). Thetans hebben dit MEST-universum geschapen enkel door er aan te denken. In de loop der tijd echter, zijn ze verstrikt geraakt in dit universum. Op die manier wordt de mens gehinderd, omdat hij door de geschiedenis heen gaan geloven is in de beperkingen van dit universum, en deze beperkingen worden opgeslagen in het reactieve verstand.

            Een fundamenteel verschil tussen Dianetics en Scientology is dus dat men niet enkel de engrammen uit dit leven moet verwijderen, maar ook deze uit de vele vorige levens.

            In Scientology wordt een onderscheid gemaakt tussen acht dynamieken, in Dianetics waren dit er vier. Deze zijn, gerangschikt van de 1e tot de 8e: de Zelfdynamiek, de Sexdynamiek, de Groepdynamiek, de Mensheiddynamiek, de Dierendynamiek, de Universumdynamiek, de Geestelijke dynamiek en de God of Oneindigheidsdynamiek. (Bryan Wilson. 1998. (pt.6.09). p.22).

 

            Vanaf 1966 worden meer geavanceerder graden uitgegeven, de 'Operathing Thetan Levels'. In OT III, genaamd de 'Wall of Fire', leert men een gans nieuwe waarheid, genaamd 'Incident II' en wordt de kosmologie van Scientology verduidelijkt. 75 miljoen jaar geleden, wou de kwaadaardige, intergalactische strijder genaamd Xenu, het probleem van overbevolking oplossen. Hij nam alle mensen van zo'n 76 planeten (die de Galactische confederatie vormden) gevangen, bevroor ze en sloot ze op in vulkanen op de planeet Teegeeack, die nu de planeet Aarde blijkt te zijn. Daar werden al deze mensen geïmplanteerd met 'body thetans'. 6 jaar na deze gebeurtenissen heeft men Xenu kunnen gevangen nemen en opsluiten in een electronische val, maar de Galactische confederatie kon zich niet herstellen. Alle mensen hebben vandaag de dag nog steeds last van de vele 'body thetans' die 75 miljoen jaren leden werden geïmplanteerd en elke 'body thetan' moet 'gecleared' worden eer men verder op de ladder (de 'Bridge to Total Freedom') omhoog kan (Michael Robinson. 1995).

            De laatste OT graad werd in 1970 ontworpen en was OT VII. In 1978 werden OT IV tot en met OT VII omgevormd tot de 'New Era Dianetics Operathing Thetan Levels', NOTs in het kort. Hubbard ontwikkeld deze samen met David Mayo, ze bestaan uit 55 memo's, met procedures om verschillende 'body thetans' uit te drijven (Jon Atack. 1990. p.198; Eric Townsend. 1985. p.23, p.39).

 

            Scientology biedt nu de 'Bridge to Total Freedom' aan.. Deze brug bestaat uit een hele reeks stappen, waarin deze totale vrijheid bereikt wordt in het allerlaatste OT-level. In 1950 boodt Dianetics 2 statussen aan: clear en preclear, in 1954 boodt Scientology er 6 aan, in 1965 waren dat er 8, in 1970 meer dan 41, 94 in 1982. Hiernaast zijn er een hele 'bureaucratische statussen', met name 'hats'. (Bainbridge en Stark. 1985. p.277)

            In veel gevallen is de eerste stap van de ladder het boek 'DMSMH' of de gratis persoonlijkheistest, IQ-test of stress-test. Deze zijn allen dezelfde, namelijk de 'Oxford Capacity Analysis Test', die bestaat uit zo'n 200 vragen. De volgende stappen zijn niet meer gratis, en hoe verder je geraakt op de ladder, hoe duurder deze cursussen worden. De twee belangrijkste stadia hierin zijn 'clear' en 'operating thetan'. John Foster liet een onderzoek voeren naar de waarde van deze OCA-test en oordeelde het gebruik hiervan, naar voorschriften van Hubbard, potentieel schadelijk is, daar er steeds de conclusie wordt aan vastgeknoopt dat de desbetreffende persoon grote problemen heeft en dat het volgen van een Scientology-cursus daar de enigste oplossing vormt (John Foster. 1971. (pt.131) pp65-68)

            Deze 'ladder naar de totale vrijheid' bestaat uit twee delen: auditing en training. Auditing is wat hier net is uiteengezet, het 'clearen' van engrammen, training bestaat uit de opleiding tot auditor.

 

III.3.2 Organisationeel

 

            Deze inhoudelijke verschillen tussen het 'oude' Dianetics en het nieuwe Scientology gaven Hubbard de kans terug een greep te krijgen op de Dianetics-gemeenschap (Stephen A. Kent. 1999b. p.4). Dit is ook het perspectief dat Roy Wallis aanneemt in zijn boek 'The Road to Total Freedom: a sociological analysis of scientology’, wanneer hij de transformatie van Dianetics in Scientology voorstelt als de transformatie van een 'cult' in een 'sect': [...] from a loose, almost anarchic group of enthusiasts for a lay psychotherapy, Dianetics, to a tightly controlled and rigorously disciplined following for a quasi-religious movement, Scientology.”. Die transformatie wordt door Roy Wallis gezien als een strategie van Hubbard om zijn positie als leider te handhaven. [...] a strategy by means of which leaders seek to perpetuate and to enhance their status by arrogating authority in an attempt to create a stable and cohesive following.” (Roy Wallis. 1977. p.15). Wallis stelt dat de verschillende Dianetics-organisaties slecht werden bestuurd in de jaren 1950-1951. Hubbard hield zich vooral bezig met het geven van lezingen en gaf weinig richting aan deze Foundations in hun dagelijks bestuur. Daarnaast was hij "progressively alienating other board members by his practice of initiating developments without consulting them, and by what some of them viewed as his increasingly evident authoritarianism.”, wat bijvoorbeeld blijkt uit de distantiëring van de orginele 'Board of Directors': John Campbell, A.E. Van Vogt en Dr. Joseph A. Winter (Roy Wallis. 1977. p.58).

"The men who had helped to make Dianetics a nationwide movement had deserted him. Winter, who had lent the air of medical authority; Morgan, the lawyer who had incorporated the first Foundation; Ceppos, the publisher who had unleashed Dianetics: The Modern Science of Mental Health on the world; and, most important, Campbell, Hubbard's first recruiter and greatest publicist, who had virtually created the Dianetics boom."

(Jon Atack. 1990. p.97)

 

            Eind 1953, wordt de 'Church of Scientology' officieel geïncorporeerd, naast 2 andere kerken: de 'Church of American Science' en de 'Church of Spiritual Engineering'. Stephen Kent beargumenteert dat er pas een religieuze context en kosmologie werd ontwikkeld rond dit materiaal met de officiële stichting van de 'Church of Scientology' in December 1953 en de publicatie van de tekst 'The Factors' (Stephen A. Kent. 1999b. p.10).

 

            Op 10 April 1953, ongeveer een half jaar voordat de 3 kerken werden geïncorporeerd, schreef Hubbard een brief aan Helen O'Brien, die toen aan het hoofd stond van de kerk in de Verenigde Staten.

"[...] telling her that it was time to move from a medical to a religious image. His objectives were to eliminate all other psychotherapies, to salvage his ailing organization, and, Hubbard was quite candid, to make a great deal of money. Being a religion rather than a psychotherapy was a purely commercial matter, Hubbard said. He enthused about the thousands that could be milked out of preclears attracted by this new promotional approach."

(Jon Atack. 1990. p.107)

 

            Zelfs nadat Hubbard deze 3 kerken stichtte definieerde hij Scientology nog niet als een religie. In een publicatie begin 1954 ontkent hij dat Scientology een religie zou zijn:"Scientology has opened the gates to a better World. It is not a psycho-therapy nor a religion. It is a body of knowledge which, when properly used, gives freedom and truth to the individual." (Stephen A. Kent. 1999b. p.10). Ook later, in 1962, zou hij nog dit religieuze element gedeeltelijk ontkennen (Benjamin Beit-Hallahmi. 2003. p.18; (HCOPL, 29 October 1962)).

 

            Stephen A. Kent bekijkt de religieuze transformatie van (de wetenschap) Dianetics in (de religie) Scientology als een legitimatie-middel. Het laat de organisatie toe "to engage the wider culture in ways that would be closed to it if it were to adhere to Hubbard's initial scientific assertions, while at the same time these claims provide it with a degree of protection from some forms of governmental incursion.”(Stephen A. Kent. 1999b. pp12-13).

            De religieuze context zou pas werden ontwikkeld nadat er zich organisationele en financiële moeilijkheden voordeden in de verschillende Dianetics-organisaties. “Hubbard did not give the material [about past lives]  a religious interpretation until after he experienced financial strain and membership decline. Arguably, he capitalized on the opportunity that presented itself by the past life material to develop religious claims out of a pseudo-therapy.”

(Stephen A. Kent. 1999b. p.9).

 

            Don Purcell, een oliebaron die Hubbard hielp toen hij in financiële moeilijkheden verkeerde in 1951-1952, ontbond de 'Wichita Dianetic Foundation' en gaf alles over aan Hubbard. "These included the copyrights to several Hubbard books. The use of the word "Dianetics" and even the name "L. Ron Hubbard" had been in dispute." (Jon Atack. 1990. p.108). Ook dit gaf Hubbard de kans terug greep te krijgen over de Dianetics-gemeenschap.

 

            Zoals in 'II.2: De definitorische problematiek' staat vermeld, zijn er verschillende voor- en nadelen verbonden aan de verschillende definities en omschrijvingen. De geschiedenis, evolutie en transformatie van Dianetics naar Scientology wordt dus kritisch bekeken door buitenstaanders. Critici "often resist its contemporary religious presentations, believing that it continues to use religion as an expedient device to gain the freedom to operate with minimal governmental interference." (Stephen A. Kent. 1999b. pp12-13). Niet tenminste omwille van de belastingsvoordelen die met de erkenning als religie gepaard gaan en in strijd lijken met de commerciële natuur van de organisatie. Maar de niet-religieuze ontstaansgeschiedenis van de organisatie is niet de enige reden waarom de religieuze natuur van Scientology soms in vraag wordt gesteld. In verscheidene voorschriften van Hubbard komt telkens weer dit financiële en commerciële aspect sterk naar voor. In Maart 1972 schreef Hubbard bijvoorbeeld de 'Governing Policy for finance'. "Points A and J were the same: "MAKE MONEY." Point K was "MAKE MORE MONEY." And the last point, L, was "MAKE OTHER PEOPLE PRODUCE SO AS TO MAKE MONEY." (Jon Atack. 1990. p.157).

 

            Daarnaast is Scientology actief niet enkel op de religieuze markt."Its complex, international structure actively markets, promotes, and advertises material related to business management, education, mental health, physical health, drug rehabilitation, taxation, "moral revitalization" (to use its own term), and entertainment. These operations merge with the religious elements and aim at "getting the technology of LRH into new territories of the world" (Stephen A. Kent. 1999c. p.148.)

 

 

III.4 Sea Org, David Miscavige en het overlijden van L. Ron Hubbard.

 

            Men zou de these kunnen stellen dat, aangezien de sterke grip die Hubbard had op de organisatie, Scientology aanzienlijk veranderd zou kunnen zijn in 1966, toen Hubbard afstand deed van zijn titel of rol als 'Executive Director', of na 24 januari 1986, de dag van zijn overlijden. Hoewel Scientology veranderde in de jaren '60, was dit niet omdat Hubbard officieel afstand deed van zijn titel 'Executive Director', maar juist omdat hij zich toelegde op meer 'spirituele' in plaats van administratieve zaken en zo nieuwe inhoudelijke, doctrinaire elementen ontwikkelde, zoals de 'Operating Thetan Levels' (OT), de 'Ethics-conditions' en bijhorende formules, de suppressieve persoon- en potentiële bron van moeilijkheden-doctrine (SP, PTS), de 'Fair-Game' praktijk, enz. (supra: 'III.6: Scientology en Kritiek').

 

            In grote lijnen kunnen 2 breukmomenten worden onderscheiden. In 1966 word de 'Sea Organization' en het 'Guardian Office' opgericht (en daarbij horen ook enkele inhoudelijke en theoretische aanpassingen zoals bijvoorbeeld de O.T-levels, 'Ethics'-condities en 'Fair Game'-doctrine). Eind jaren '70, begin jaren '80, onderging de organisatie een transformatie, J. Gordon Melton noemt het een kleine contra-reformatie, met de ontmanteling van het 'Guardian Office' (GO), de oprichting van de 'Church of Scientology International' (CSI), 'Office of Special Affairs' (OSA), 'Author Services Inc' (ASI), 'Religious Technology Center' (RTC) en 'Scientology Missions International' (SMI), waarin David Miscavige een belangrijke rol speelt.

            Hier ('III.4') zal enkel een korte beschrijving worden gegeven van de evolutie van verschillende organisaties en de 2 (r)evoluties. In het volgende deel ('III.5') zal worden ingegaan op de functies van deze verschillende organisaties.

 

            In de lente van 1959 werd 'Saint Hill Manor' gekocht in England, wat voor enkele jaren (tot '66) het hoofdkwartier van Scientology zou worden (Eric Townsend. 1985. pp23-26).

            In 1966 schreef Hubbard de 'Operathing Thetan Levels' (OT) I en II. Daarop deed hij afstand van zijn titel 'Executive Director' en startte de 'Sea Organization' (SO of 'Sea Org'), die zich uiteindelijk in 1975 vestigde in Clearwater, Florida als 'Flag Land Base' (FLB) (supra: 'III.5: Sea Org'). De eerste 'Advanced Organization' (AO) werd opgericht in 1968.

            Pas vanaf de jaren '70 breidde Scientology zich uit naar niet-Engelstalige landen. Voorheen bleef dat beperkt bij de Verenigde Staten van Amerika, het Verenigd Koninkrijk, Australië en Canada.

 

            De transformatie in de organisatie vanaf 1979 met de uiteindelijke veroordeling van leden van het Guardian Office in 1983 worden door Melton vergeleken met de contra-reformatie van de rooms-katholitieke kerk in de 16e eeuw (J. Gordon Melton. 2001. p.5.). De aanleiding hiervan was voornamelijk 'Operation Snow White', opgezet door het GO (Guardian Office), waarover meer in het volgende hoofdstuk (supra: 'III.5: .x GO, OSA')

 

            Op 1 September 1979 neemt 'CMO Int' (Commodore's Messenger Organization International) alle management-afdelingen over en zet een herorganisatie van de kerk in gang. David Miscavige wordt de 'Action Chief' in CMO Int. In April 1979 vormde CMO Int. de organisatie WDC (Watchdog Committee), die de hoogste 'management-unit' is in CSI (Church of Scientology International), die op zijn beurt in 1982 wordt uitgeroepen tot de moederkerk (Jon Atack. 1990. p.199).

            In Oktober 1979 worden 11 GO leden worden veroordeeld voor "breaking and entering, burglary, bugging, theft of tens of thousands of pages of government documents, false imprisonment, forging government credentials, forging evidence, destroying evidence, coaching a witness to lie under oath and kidnapping." (Jon Atack. 1990. p.177). Tot Februari 1980 woont Hubbard in Hemet, Californië (bij Gilman Hot Springs), daarna duikt hij onder en onderhoudt enkel contact met David Miscavige via Pat en Annie Broeker. Hij vestigt zich in een ranch in Creston, San Luis Obispo, Californië (en overlijdt daar op 24 Januari 1986). (Russell Miller. 1988. p.364)

            In Maart 1981 wordt Mission Corporate Category Sort-out (MCCS) opgezet die als doel heeft elk (financieel) verband tussen Scientology en Hubbard te verduisteren en aan de oorzaak ligt van de herorganisatie van de kerk. In Juni 1981 wordt Bill Franks de nieuwe 'Executive Director Int.', een positie die sinds 1966 vacant was, daar ze toen verlaten werd door Hubbard (Jon Atack. 1990. p.204).

            In 13 Oktober 1981 word ASI (Author Services Inc.) geïncorporeerd door Sherman Lenske, de persoonlijke advocaat van Hubbard en wordt David Miscavige aangeduid als de CEO en 'Chairman of the Board' van ASI. Tegelijkertijd worden ook BPI (Bridge Publications Int.) en NEP (New Era Publications) opgericht, beiden uitgeverijen, ASI heeft als officiële functie de literaire belangen van Hubbard te beschermen. In November 1981 wordt CSI (Church of Scientology International) de nieuwe moederkerk. 23 December 1981 wordt SMI (Scientology Missions International) opgericht. 1 Januari 1982 wordt RTC (Religious Technology Center) opgericht en op 16 Mei 1982 worden alle trademarks van Dianetics en Scientology aan RTC overgedragen. Op 28 mei 1982 wordt CST (Church of Spiritual Technology) opgericht door Sherman Lenske. In December 1983 vervangt OSA (Office of Special Affairs) de functies die het GO (Guardian Office) voor zich nam. 6 Oktober 1984 wordt IAS (International Association of Scientologists) opgericht en op 8 November 1984 Celebrity Centres International, om de verschillende Celebrity Centers te overkoepelen. Later, in 1988, wordt ABLE opgericht, die verschillende organisaties overkoepelt, waaronder Narconon, Criminon, 'Applied Scholastics Int' en 'The Way To Happiness Foundation'.

 

            In het volgende hoofdstuk zal aandacht worden besteed aan enkele van deze afdelingen die samen de organisatie Scientology vorm(d)en. Naast de organisaties die hierboven staan vermeld zijn dit 'Rehabilitation Project Force' (RPF), CCHR (Citizens Commission on Human Rights), NCLESJ (National Commission on Law Enforcement and Social Justice), WISE (World Institute of Scientologists Enterprises), EOPAHR (European Office for Public Affairs and Human Rights).

 

 

III.5 De interne organisatie en hiërarchie in Scientology:

 

Bibliografie Scientology organisationeel:

 

            Een van de meest complexe zaken aan Scientology is de organisationele structuur. De organisatie Scientology bestaat in feite uit vele kleinere organisaties die elk hun eigen functie en rol hebben. Daarnaast kunnen grofweg twee momenten worden onderscheiden die een herorganisatie van de kerk inhouden. Vanaf 1966 met de oprichting van de 'Sea Org' (SO) en het 'Guardian Office' (GO), en vanaf 1979 met de ontmanteling GO en de oprichting van de 'Church of Scientology International' (CSI), 'Religious Technology Center' (RTC), Scientology Missions International (SMI), 'Author Services Inc' (ASI), 'Watchdog Committee' (WDC) en andere. Ook naast de 'Church of Scientology International' (CSI), die als moederkerk wordt gezien, bestaan er organisaties die min of meer deel uitmaken van de Scientology organisatie.

            Het grote scale aan neergeschreven managementmaatregelen van Hubbard[24] zijn doorspekt met een specifiek ‘scientologisch’ jargon, wat de zaak nog iets ingewikkelder maakt.

            Toch is het noodzakelijk op dit (organisationele en hiërarchische) aspect in te gaan, omdat enkel hierdoor de werking van ‘de organisatie Scientology’ kan worden doorgrond. Zoniet wordt men gedwongen te spreken of te schrijven over een tamelijk vaag begrip. Eigen aan deze structuur is het gebruik van frontgroepen, licenties, handels- en dienstmerken en ook handelsgeheimen (Benjamin Beit-Hallahmi. 2003. p.13).

            Op elke webpagina van Scientology staat bijvoorbeeld onderaan een hyperlink naar een ‘trademark notice’, waaronder naar mijn eigen tellen zo'n 236 handelsmerken[25] worden vermeld, die grotendeels toebehoren aan het 'Religious Technology Center' (RTC).

            De oprichten van frontgroepen is een andere activiteit die Scientology kenmerkt. "The fronts business is a major activity and a major source of income for Scientology, but is totally ignored by most NRM scholars (e.g. Wilson, 1970, 1990) or presented as humanitarian activity." (Benjamin Beit-Hallahmi. 2003. p.32). De naamgeving van sommige frontgroepen doet in veel gevallen niets vermoeden van een band met Scientology. Enkele voorbeelden: 'the Jewish Coalition for Religious Freedom', 'the Alliance for the Preservation of Religious Liberty' (APRL), 'Narconon', 'Crimonon', 'the Citizens Commission on Human Rights' (CCHR), 'the Committee on Public Health and Safety' (COPHS), 'American Citizens for Honesty in Government', 'the Committee for a Safe Environment', 'the National Commission on Law Enforcement and Social Justice' (NCLESJ), 'Concerned Businessmen's Association of America' (CBAA), 'the Association for Better Living and Education' (ABLE), 'the Religious Research Foundation' (RRF), 'Applied Scholastics International', 'The Way to Happiness Foundation', 'Social Coordination International'; 'the Citizens' Press Association' en 'the Association for Health Development and Aid', 'the Freudian Foundation of America' (Benjamin Beit-Hallahmi. 2003 (pt.24). pp23-24).

 

            Veel van deze frontgroepen zouden te herleiden zijn tot een voorschrift van Hubbard uit 1960: 'Special Zone Plan: The Scientologists Role in Life' (HCOB 23 Juni 1960: 'Special Zone Plan: The Scientologists Role in Life').

"The zone plan envisioned by Hubbard in this bulletin is for each Scientologist to join or enter some group or organization and insert Scientology practices into it. "The cue in all this is don't seek the co-operation of groups. Don't ask for permission. Just enter them and start functioning" (Jeff Jacobsen. 2001; Benjamin Beit-Hallahmi. 2003. (pt.23) p.23; Jon Atack. 1990. p.116). Daarmee wou hij de invloed van Scientology uitbreiden naar de maatschappij. de groepen WISE, Narconon, Criminon, Applied Scholastics, EOPAHR, The Way To Happiness Foundation en andere kunnen in deze context geplaatst worden.

 

            Benjamin Beit-Hallahmi ziet het gebruik van frontgroepen als een strategie om subsidies te krijgen van de regering of via liefdadigheidsinitiatieven en geeft daarbij enkele voorbeelden: “The World Literacy Crusade is an extremely profitable front, gaining US government grants, as well as grants from private donors and school systems. The so-called drug rehabilitation program known as Narconon has been an incredibly profitable front through federal grants and corporate donations (Mallia, 1998c).[...] The Foundation for Advancement in Science and Education (FASE) is another example of a profitable Scientology front, earning federal money as well as donations from large corporations such as IBM and McDonald's.”" (Benjamin Beit-Hallahmi. 2003. p.25).

 

            Een interessant document is ‘Affidavit in Support of A Citizen Complaint’ van Martin Ottmann. Enerzijds omdat het een van de weinige werken is waarin de organisationele en specifiek hiërarchische structuur van Scientology zeer gedetailleerd wordt uitdiept, anderzijds omdat dit een van de meest recente (februari 2002) werken is die hier iets over vertelt. Dit document schenkt vooral aandacht aan de organisaties Religious Technology Center (RTC), Church of Scientology International (CSI), Church of Scientology of Western United States (CSWUS), Church of Scientology Flag Service Organization, Inc. (FSO),  Church of Spiritual Technology (CST) en de relaties tussen deze organisaties.

 

            Een ander interessant document is dit van Joseph Cisar: ‘Lafayette’ Ronald Hubbard’s Policy in practice in media and public relations’. Cisar diept voornamelijk de ‘public relations’ sectie van Scientology uit, in de hoop een beter begrip te krijgen over de soms controversiële mediastrategieën van de kerk. Met andere woorden staan hier voornamelijk de organisaties GO (Guardian Office) of OSA (Office of Special Affairs) hier centraal, aangezien deze voor een deel verantwoordelijk zijn voor wat de 'P.R.' wordt genoemd.

 

“Today the Church of Scientology comprises a vast network of different corporations, individual entities, associations and companies, located in various countries. All of them are connected through the network's "ecclesiastical" hierarchy or "command channels." Every organized activity within the network is a) regulated by a huge amount of internal policies, b) accounted for by daily and weekly statistical management and c) controlled by the different levels of the upper hierarchy.”

(Martin Ottmann. 2002. (pt.V))

 

            Het feit dat de verschillende soorten bedrijven, corporaties en verenigingen gereguleerd word via de 'ecclesiastische hiërarchie' en de ‘command channels’ is cruciaal om het reilen en zeilen van Scientology te kunnen begrijpen. Het enorm grote scala interne beleidsmaatregelen waarvan gebruik wordt gemaakt om de organisatie te besturen worden in de meeste gevallen toegeschreven aan Hubbard zelf. Deze bestaan voornamelijk uit HCOBs en HCOPLs. (Hubbard Communications Office Bulletins en Hubbard Communications Office Policy Letters). Er bestaan verschillende trainingscursussen voor verschillende posities in Scientology (die 'hats' worden genoemd), die voornamelijk uit deze HCOPLs of HCOBs bestaan.

 

            Deze ecclesiastische hiërarchie, het grote scala aan begeleidsmaatregelen van Hubbard en het bijhouden en versturen van statistieken vormen bovendien een argument dat de verschillende organisaties en frontgroepen niet autonoom zijn en dus deel uitmaken van en gereguleerd worden door één centrale hiërarchie. Een belangrijke vraag is bijgevolg welke organisatie binnen Scientology de touwtjes in handen heeft. Zijn deze verschillende organisaties binnen Scientology autonoom en onafhankelijk of maken ze deel uit van één centrale hiërarchie? Wie of welke organisatie staat aan de top van deze hiërarchie? Een ander argument vindt men in het feit dat de 'command channels' van Scientology niet enkel op de kerken van toepassing zijn, maar op alle Scientology organisaties. Een ander voorbeeld vindt men in eigendomsrecht van het woord Scientology."L. Ron Hubbard held the rights to the word "Scientology" up to May 16, 1982. At that point, rights were transferred to the Religious Technology Center, under control of David Miscavige. History is replete with evidence that the Scientology hierarchy has been aggressive in guarding the use of its rights to that word."

(Joseph Cisar. 2001. (pt.II.B))

 

            Het is noodzakelijk selectief en beknopt te zijn waar het de organisationele structuur van Scientology betreft, daar deze gekenmerkt wordt door een enorme complexiteit. In wat volgt zal de rol van, en de relaties tussen enkele van deze organisaties worden onderzocht.          Met name over de organisaties RTC (Religious Technology Center), ASI (Author Services Inc.), CSI (Church of Scientology International), WDC (Watchdog Committee), ABLE (Association for Better Living and Education), Narconon, Criminon, SO, AO, FSO & St.H.O (Sea Organization, Advanced Organization, Flag Service Organization en Saint-Hill Organization), SMI (Scientology Missions International), RPF (Rehabilitation Project Force), GO & OSA (Guardian Office, Office of Special Affairs), NCLE(SJ) (National Commission on Law Enforcement ad Social Justice), CCHR (Citizens Commission on Human Rights), WISE (World International Scientologists Enterprises) en EOPAHR (European Office for Public Affairs and Human Rights) zal iets meer worden verteld.

 

CSI (Church of Scientology International)

 

            In November 1981 werd 'Church of Scientology International' (CSI) de nieuwe moederkerk die alle takken van de kerk wereldwijd overkoepelt. “CSI consists of a mishmash of individual corporations and unincorporated entities that are held together by contracts and, more importantly, by the internal policies and the command channels that direct their activities.” (Martin Ottmann. 2002 (pt.V).) De relatie tussen CSI en RTC werd hierboven ('III.5: RTC') uitgelegd.

            In het document van Ottman wordt de relatie tussen CSI en verschillende andere Scientology organisaties uiteengezet. Zo zijn er 5 types van contracten CSI verschillende organisaties laat tekenen die verschillende zaken regelen, waaronder het gebruik van de handels- en dienstmerken, de training van het personeel en financiële vergoedingen, de dominantie van CSI en specifieke percentages die verschillende onderorganisaties aan CSI moeten afstaan. Voor de volledigheid heb ik deze in de voetnoot[26] gezet. Huidig president van CSI is Heber Jentzsch.

 

            Watchdog Committee (WDC) is de hoogste management eenheid binnen CSI en heeft gezag over alle financiële en persoonlijk aangelegenheden in de 'command channels' van Scientology, exlusief RTC. De voorzitter van WDC is tevens de voorzitter van CMO Int (Commodore's Messenger Organization International), Marc Yager.

            CMO Int bestaat dan weer uit  'Senior Case Supervisor International' (C/S Int.)', 'LRH Personal Public Relations Office International' (LRH PPRO) en 'International

Finance Office (Martin Ottmann. 2002. (pt.V).).

 

            Wat hier volgt zal complex lijken, maar in het vervolg van dit hoofdstuk zullen de functies van deze organisaties worden uiteengezet. Wat nu komt is een overzicht van de hiërarchische structuur van CSI en doet wat technisch aan.

 

            Hiërarchisch onder het WDC staat het 'International Management Executive Committee' (IMEC), dat geleid wordt door de Executive Director International.

            Daaronder staat het 'Flag Command Bureaux' (FCB), waarin 'Flag Network Coordination Committee' (FNCC) de controle heeft over 3 netwerken: (1) 'LRH Communicator Network' (LRH Comm.), (2) 'Finance Network', (3) 'Office of Special Affairs International' (OSA Int.); over vier 'management-units': (1)'Flag Bureaux' (FB), (2) 'Scientology Missions International' (SMI), (3) 'World Institute of Scientology Enterprises International' (WISE Int.), (4) 'Association for Better Living and Education International' (ABLE Int.); en over 2 bedrijven: (1) 'Bridge Publications, Inc.' (BPI) en (2) 'New Era Publications International ApS' (New Era)

            De Flag Bureaux hebben op hun beurt de controle hebben (a) 'Church of Scientology Flag Service Organization' (FSO) in Clearwater,  (b) 'Church of Scientology Flag Ship Service Organization" (FSSO), (c) 'Celebrity Centre International' (CC Int.),  (d) 'I HELP,' en de verschillende 'Flag Liaison Offices' (FLOs), die een gelijkaardige structuur hebben als de FCB, maar dan respectievelijk per continent (via 'Continental Liaison Offices' (CLOs) and 'Operation Transport Liaison Offices' (OTLs))

            ABLE Int heeft dan weer controle over 'Narconon International' en 'Applied Scholastics International'. (Martin Ottmann. 2002. (pt.V).)

 

RTC (Religious Technology Center)

 

            Het Religious Technology Center (RTC) wordt geleid door de 'voorzitter van de raad van bestuur': David Miscavige. Hij verkreeg deze positie in 1987, daarvoor bekleedde hij dezelfde positie in de ‘for-profit corporatie’ ASI (Author Services Inc.) (Martin Ottmann. 2002. (pt.V).)

 

"RTC was established to ensure that the "technology" of Scientology is properly administered (i.e., orthodoxy and orthopraxis is followed) and remains in its intended hands (i.e., remains in the control of Hubbard's appointed successors). Hubbard assigned all of his Scientology related trademarks to RTC (some of which had formerly been held by the Guardian's Office), and it is through its control of and ability to license said trademarks that it exercises its authority."

(J. Gordon Melton. 2001. p.6.)

 

            Op 16 Mei 1982 werden alle Scientology handelsmerken door Hubbard overgedragen aan RTC (Joseph Cisar. 2001. (II.B)). Twee dagen later, op 18 Mei 1982 sloten RTC en CSI (Church of Scientology International) een akkoord waardoor CSI de nieuwe 'Mother Church of Scientology' werd en deze het recht kreeg om bepaalde handels- en dienstmerken te gebruiken en licenties erop te verlenen. "In return for the grant of the marks, the agreement gave RTC practically an unlimited control not only over the activities of CSI but also over every organization that is a sub-licensee of CSI." (Martin Ottmann. 2002 (pt.III).)[27]

 

            Het is dus duidelijk dat de organisatie RTC meer doet dan alleen maar de licentie op het woord of handelsmerk Scientology verkopen. Ze heeft het recht elke organisatie te controleren, al het materiaal te inspecteren en wanneer nodig een 'corrective mission' te sturen. Via een intern communicatiesysteem ontvangt RTC op vaste tijdstippen verslagen van activiteiten over de ganse wereld via CSI (Church of Scientology International), of direct op verzoek van RTC van andere organisaties. (Martin Ottmann. 2002 (pt.V).)

 

ASI (Author Services Inc.)

 

            In Oktober 1981 werd de 'for-profit' organisatie ASI (Author Services Inc.) opgericht, met als officiële functie de literaire belangen van Hubbard te representeren. ASI werd pas geactiveerd in de lente van 1982. David Miscavige werd de Chairman of the Board. "Five of the seven incorporators of the non-profit Religious Technology Center became ASI staff. ASI is a for-profit corporation, which derives most of its income from the Scientology organizations controlled by the RTC." (Jon Atack. 1990. p.219). Naast ASI werden toen ook de organisaties 'Bridge Publications Inc.' (BPI) en 'New Era Publications' (NEP) opgericht, beiden uitgeverijen en dus 'for-profit'-organisaties. Een van de kritieken tegenover ASI is dat deze organisatie zou dienen, of gediend hebben, ter verrijking van Hubbard (Jon Atack. 1990. p.221)

 

CST (Church of Spiritual Technology)

 

            Op 27 mei 1982 werd CST (Church of Spiritual Technology) opgericht door Sherman Lenske, een advocaat van Hubbard. Er werden akkoorden gesloten zodat RTC zo'n 90% van haar inkomen moets overdragen aan CST (Martin Ottmann. 2002 (pt.III).). CST is de eigenaar van alle geschreven werken en opgenomen lezingen (op tape) van Hubbard, waaronder ook de HCOBs en HCOPLs.

            In de Verenigde Staten werd in 1992 een uitspraak gedaan over CST, namelijk dat deze werd opgericht "for the primary purpose of gaining tax-exempt status to serve the financial goals of other, non-exempt entities." (Stephen Kent. 2003. p.18).

 

SO (Sea Organization)

 

Bibliografie 'Sea Organization' en andere 'Orgs':

 

            De Sea Organisation ontstond in 1966, toen Hubbard afstand van zijn titel 'Executive Director' en zich richtte op de ontwikkeling van de nieuwe geavanceerde graden aan boord van het schip 'Apollo'. Jon Atack geeft hier een uitgebreide geschiedenis van in het vierde deel van zijn boek 'A Piece of blue Sky: Scientology, Dianetics and L. Ron Hubbard Exposed'.

            Er worden verschillende redenen gegeven voor de afstandname van zijn titel 'Executive Director'. Hubbard wou zich concentreren op spirituele zaken en het verbeteren van de spirituele technieken. In Augustus en September 1966 werden respectievelijk 'Operating Thetal Level' I en II uitgegeven, die Hubbard schreef tijdens zijn verblijf in Rhodesië. In September 1966 deed hij afstand van zijn titel 'President' en 'Executive Director' en nam de titel 'Commodore' aan. De leiding van de organisatie werd in de handen van de 'Executive Council Worldwide' geplaatst.

            Een mogelijke reden voor de oprichting van de Sea Org en de afstandname van de titel 'Executive Director', die Melton niet vermeld in zijn artikel en in andere literatuur wel duidelijk naar voor komt, is dat Hubbard op vlucht was omdat hij gezocht werd in verschillende landen en om die reden de veiligheid van internationale wateren koos (Stephen Kent. 2003. p.7). Aan de leiding van deze internationale vloot zou hij herhaaldelijk een thuishaven gezocht hebben in onder andere, Rhodesië (1966), Corfu (Griekenland) (1969), en Marokko (1972) om uiteindelijk in 1975 de Flag Land Base in Clearwater, Florida, USA op te richten (Jon Atack. 1990. p.145, p.175; Stephen A. Kent. 1991. p.25).

 

            Aan boord van de Sea Organization, of de 'Apollo', het hoofdschip van de vloot, ontwikkelde Hubbard vanaf 1966 de 'Operating Thetan Levels III t/m VII', naast tal van aanpassingen op doctrinair of organisationeel gebied waaronder de Fair Game praktijk, de 'Ethics' en 'Suppressieve Persoon' en 'Potentiële Bron van Moeilijkheden'-doctrine (supra: 'III.6').

            In 1971 werd echter beslist dat de 'Executive Council Worldwide' haar taak niet naar behoren uitvoerde en die taken werden overgenomen door de Sea Org (J. Gordon Melton. 2001. p.4).

            Het vestigen van Scientology in Clearwater gebeurde niet openlijk. Scientology kocht verschillende gebouwen in Clearwater via een frontgroep 'Southern Land Development and Leasing', die op zijn beurt deze gebouwen doorverhuurde aan een andere frontgroep 'The United Churches of Florida' (Jon Atack. 1990. p.164)

 

            Er zijn verschillende 'Orgs' waar verschillende soorten cursussen en graden worden aangeboden. De Saint Hill Organizations (St-H O) specializeren zich in de geavanceerde cursussen voor auditeurs. De Advanced Organizations (AO) werden in 1968 opgericht om de OT-graden aan te bieden. Vandaag heb je er in Los Angeles, East Grinstead, Kopenhagen en Sidney. De Flag Service Organizations (FSO) leveren ook de OT-graden boven OT-III, in tegenstelling tot de AO die enkel tot OT-III gaan. Tot vandaag levert de FSO tot OT-VII (J. Gordon Melton. 2001. p.4). Operating Thetan Level VIII wordt enkel en alleen gegeven aan boord van het schip 'Freewinds', "a 440-foot cruise liner capable of carrying 450 passengers", die zijn basis heeft in Curaçao, de Caraïben (Jon Atack. 1990. p.268).

 

            Het belangrijke punt is dat al deze nieuwe organisaties in de handen werden geplaatst van enkel Sea Org leden. "RTC, CSI and all the other management units and "Advanced Organizations" are solely composed of members of the "Sea Organization"." (Martin Ottmann. 2002 (pt.V).) "Their creation amounted to the complete reorganization of Scientology and the assumption by Sea Org members of the leadership role at the national, continental, and international levels." (J. Gordon Melton. 2001. p.6.).

 

            Aangezien alle management-afdelingen binnen Scientology uit Sea Org leden bestaan, speelde die ook een belangrijke rol in de herorganisatie van de kerk begin jaren '80 (J. Gordon Melton. 2001. p.2). Het was CMO Int. (Commodore's Messenger Organization International), die WDC (Watchdog Committee) vormde en vanaf 1979 een herorganisatie van de kerk in gang zette. Het was de toen 19jarige David Miscavige die hierin een belangrijke rol speelde (Jon Atack. 1990. p.204).

 

            De Sea Organization was dus de plaats waar toegewijde scientologen (ze tekenen een contract van een miljoen jaar), de O.T.-cursussen konden volgen. Frank Flinn schrijft dat de Sea Org voor Scientology is wat de Jezuïten voor het Rooms-Katholicisme zijn (Frank K. Flinn. 1994. p.12). Melton vergelijkt de Sea Organization in zijn artikel ‘A Contemporary Ordered Religious Community: The Sea Organization’ met het kloosterleven. Enkel de meest toegewijde leden worden lid van deze organisatie en enkel hier kan men de meest geavanceerde cursussen, namelijk de OT-levels, in Scientology volgen. "In many respects they are quite similar, in that both include a preprogrammed routine that includes work and time for spiritual development. They differ somewhat in that in many of the older Roman Catholic cloistered or semi-cloistered orders the life is much more ascetic.". In de zomer van 2000 zou volgens Melton de Sea Org uit zo'n 7000 leden bestaan (J. Gordon Melton. 2001. p.7, p.9). Dat deze analogiën met andere religies niet voldoende blijken om conclusies aan vast te knopen, blijkt uit de kritiek die Stephen Kent formuleert op de methode die Melton gebruikt in zijn studie over de Sea Org: "He must use this tactic [making his case through analogies], however, because Scientology's own documents from the late 1960s and early 1970s about the creation and early operation of the Sea Organization ignore any religious claims and instead portray it primarily in managerial terms." (Stephen Kent. 2003. p.6). In de analogiën die Melton maakt, slaagt hij er bijvoorbeeld niet in belangrijke verschillen te duiden tussen de Sea Org en verschillende soorten kloosters: minderjarigen kunnen lid worden van de SO, er is geen opvang voor bejaarden en salarissen worden nooit gespecifieerd. (Stephen Kent. 2003. p.6)

 

SMI (Scientology Missions International)

 

Bibliografie SMI

 

            Op 23 december 1981 werd 'Scientology Missions International' (SMI) opgericht. Deze organisatie moest alle 'missies' overkoepelen. Voor de tijd dat SMI werd opgericht, heette een 'Mission' een 'Franchise'. Missies zijn een soort van proto-kerken die nog niet groot genoeg zijn om alle diensten aan te bieden die een kerk aanbiedt (J. Gordon Melton. 2001. p.6). "They operate as commercial companies, of the associative type, have their own administration board that is responsible for the financial management." (Bernadette Rigal-Cellard. 2004. pp1-2).

            CSI werd dus opgericht om de kerken te overkoepelen, SMI om de missies te overkoepelen. "SMI manages the whole infrastructure and the training of the mission holders, with the guidance of IHELP (International Hubbard Ecclesiastical League of Pastors)."

(Bernadette Rigal-Cellard. 2004. p.2). Vanaf 19 Mei 1982 kon SMI licenties verlenen aan missies, maar bleef echter volledig geïntegreerd in CSI (Martin Ottmann. 2002 (pt.III).).

 

            Het Europese centrum van SMI is gelegen in Kopenhagen en bestaat volledig uit Sea Org leden (Bernadette Rigal-Cellard. 2004. p.2). De nadruk op de cijfers, statistieken en grafieken in Scientology komt hier, in de missies, sterk naar voor. " [...] the Scientologist mission holder cannot improvise nor remain vague on his or her daily activities. Goals are set and constantly repeated to keep up the stamina of the missionary. It is this intense financial management that has led critics to see in Scientology a major transnational firm, more interested in its bank accounts than in true spiritual teachings, unlike the major traditional evangelizing Churches." (Bernadette Rigal-Cellard. 2004. p.3)

 

            En inderdaad, het is moeilijk geen kritische vragen te stellen bij dit intens financieel bestuur. De financiële leiding is in handen van de 'International Finance Police' met de 'International Finance Dictator' aan het hoofd. "The internal world of Scientology as revealed here [The 1982 Mission Holders Conference] shows us an unattractive corporate culture, with management displaying no trust, and using threats and intimidation to keep the money coming in." (Benjamin Beit-Hallahmi. 2003 (pt.17). p.16).

 

            Deze missies worden niet ondersteund door de kerk. Het zijn de missiehouders zelf die voor alle kosten opdraaien. De verschillende boeken en machines, zoals de e-meter, moeten door de missiehouder zelf worden gekocht tegen zeer hoge prijzen (Bernadette Rigal-Cellard. 2004. p.3). Daarbij komt kijken dat in de specifieke contracten die CSI of SMI met andere organisaties afsluit, dan ook bijvoorbeeld percentagas staan gespecifieerd die deze organisaties moeten van hun winst overdragen aan CSI of SMI; daarin staat ook gespecifieerd welke taperecorders moeten worden aangekocht enz (Martin Ottmann. 2002. (pt.V).)

 

WISE (World Institute of Scientology Enterprises )

 

Bibliografie WISE:

 

Krantenartikels:

De Tijd:

De Standaard:

 

            World Institute of Scientology Enterprises (WISE) werd opgericht op 1 februari 1979. Deze organisatie groepeert ondernemingen die de 'Administration Technology' of de 'Admin Tech' gebruiken in hun bedrijf. Voor het gebruik van deze 'Admin Tech', die ook gelicensieerd is, betaalt men een jaarlijks bedrag aan WISE, plus een percentage op het inkomen van de onderneming. De beschuldigingen tegenover deze onderneming is dat ze enkel en alleen introductiecursussen vormen om mensen in Scientology te krijgen. Een WISE-lid krijgt een bepaalde commissie wanneer deze een ander lid in Scientology binnenbrengt.

 

"A WISE member is entitled to be paid by Church of Scientology orgs and missions for getting people onto services; their pay shall be in terms of commissions. Such commissions can be quite lucrative, depending only on the activity of the WISE member." (Jeff Jacobsen. 2001; (WISE Policy Directive Internal 14, 27 March 1986 "Field Staff Member Activities").).

            De 'Hubbard College of Administration' is een soort van school, verbonden aan WISE, waar men training kan krijgen in deze 'Admin Tech'.

 

CCHR, NCLESJ (Citizens Commission on Human Rights, National Commission on Law Enforcement and Social Justice)

 

            Er werden ook enkele groepen opgericht om 'de vijand' te bestrijden. In verschillende HCOPLs en HCOBs staat gespecifieerd wie de vijand is, en hoe men deze moet aanpakken. Daartoe behoren psychiaters, Interpol en de IRS (en ook communisten). De groepen die hiervoor werden opgericht zijn respectievelijk de 'Citizens Commission on Human Rights' (CCHR) en de 'National Commission on Law Enforcement and Social Justice' (NCLE(SJ)).

 

            CCHR werd opgericht in 1969 en behoorde toe aan het GO (Guardian Office), nu OSA (Office of Special Affairs) en bestrijdt psychiatrie (Stephen A. Kent. 1991. p.15). Naast het aanklagen van 'misdaden' in de psychiatrie, strijdt ze bijvoorbeeld ook tegen bepaalde geneesmiddelen zoals Ritaline of Prozac. Ook probeert men bepaalde wetsinitiatieven door te voeren.[28] Daarnaast worden ook 'tentoonstellingen' gehouden over de banden tussen psychiatrie en nazisme (Chicago Tribune. 2003-12-03 en 2003-12-09).

 

"Whatever legitimate complaints Hubbard and Scientologists may have had with psychiatry (including perhaps genuine objections to lobotomies and concerns over patient treatment and abusive experiments), the fact remains the psychiatrists and related mental health personnel around the world were (and are) in key evaluative positions regarding the efficacy of Dianetics training and Scientology practices."

(Stephen A. Kent. 1991. p.12)

 

            Tijdens de periode dat Hubbard op internationale wateren vertoefde, eind jaren '60, begin jaren '70, zou Interpol informatie hebben doorgegeven aan landen die onderzoek naar Scientology deden (Stephen A. Kent. 1991. p.13). In 1974 werd NCLESJ (National Commission on Law Enforcement and Social Justice) opgericht die zich focust op Interpol, met als doel "nothing less than to bring down the police organization through public exposure of Interpol's alleged crimes, conspiracies, and deceptions." (Stephen A. Kent. 1991. p.17). Het argument van Kent hierboven is eveneens op Interpol toepasbaar. Interpol wordt door Hubbard als een bedreiging en bijgevolg als vijand gezien, waartegen gepaste maatregelen dienen te worden genomen, met andere woorden moet er een frontgroep opgericht worden die deze organisaties bestrijden. "In that same year, [1974] Scientology's Guardian Office undertook a secret operation, Project Lantern, which set as its "MAJOR TARGET: To completely destroy Interpol" (Hare 1974, p.1). By the end of the following year Scientology had produced an expos of the organization, allegedly documenting its Nazi connections and influence (FREEDOM News Journal 1975)." (Stephen Kent. 1991. p.6). Ludo Vermeulen zegt over NCLESJ in het Belgische rapport dat ze opgegeven is en dat deze "zich niet meer met de Scientology als kerk in laten." (Duquesne en Willems. 1997 (Deel 1). p.182).

 

            Ook tegen de IRS werd een dergelijke groepering opgericht, met name de 'National Coalition of IRS Whistleblowers', die zijn effectiviteit niet miste in de verkrijging van belastingsvrijheid in 1993 (supra: 'IV.2: Sc in USA: .x IRS').

 

            Kent beschrijft 4 kenmerken van de groepen CCHR en NCLESJ: (1) De naam geeft geen aanwijzing van een verband met Scientology, integendeel ze impliceren dat ze officieel aangewezen onderzoekscommissies of burgerbewegingen zijn; (2) ze concentreren zich op lokale of nationale zaken, hoewel hun activiteiten gecoördineerd worden door OSA Int.; (3) ze proberen steun te krijgen van niet-scientologen; en (4), ze voeren 'onderzoeken' uit en publiceren deze resultaten in brede kringen "Using these tactics, even a relatively small number of committed individuals can have a negative impact upon their opponents." (Stephen A. Kent. 1991. pp14-15)

 

GO, OSA (Guardian Office & Office of Special Affairs)

 

Bibliografie:

 

De rol die OSA vervult (Office of Special Affairs; die vroeger onder de naam Guardians Office bekend was), is belangrijk in deze verhandeling. Het is de afdeling in Scientology die verantwoordelijk is voor de samenwerking met de maatschappij in zijn totaliteit, inclusief gerechtelijke zaken, 'public relations' en het publiek (Benjamin Beit-Hallahmi. 2003. p.12). Het is voornamelijk deze organisatie die aan de oorzaak ligt van heel wat controverses rond de kerk van Scientology.

 

            In Augustus 1960 zou Hubbard gepoogd hebben het 'Department of Government Affairs' op te richten, zodat de kerken of missies (toen nog franchises) zich niet zouden moeten bezig houden met 'wereldse' zaken en zich zouden kunnen concentreren op oorspronkelijke doel. "Thus, the Department of Government Affairs handled legal and tax matters, media queries, and other secular business which arose." (Stephen A. Kent. 1991. p.22). Deze organisatie bleef echter alleen op papier bestaan.

 

            Het waren voornamelijke verschillende HCO-departementen (Hubbard Communications Office) die deze functies op zich namen. In 1966 werden deze gecentraliseerd met de oprichting van 'the Office of the Guardian'. In het leven geroepen door middel van de HCOPL (Hubbard Communications Office Policy Letter) gedateerd 1 maart 1966 en genaamd 'The Guardian', bleef deze organisatie niet enkel op papier bestaan. Hubbards vrouw, Mary Sue Hubbard, werd de 'First Guardian', met andere woorden de grote baas van het GO. Het hoofdkwartier (GOWW of Guardian Office World Wide) was gevestigd in Saint-Hill in Engeland (Stephen A. Kent. 1991. p.22; Jon Atack. 1990. p.170). Daarnaast waren er organisaties per continent, geleid door de 'Deputy Guardian'. Elke continentale organisatie had de leiding over 6 'bureaus': 'Legal, Public Relations, Information (initially called Intelligence), Social Coordination, Service (for GO staff training and auditing), and Finance'." (Jon Atack. 1990. p.170)

 

            Tijdens de jaren '70 zou het Guardian Office dus volledig autonoom zijn geweest, zonder enige banden met de kerk van Scientology. “The GO operated in complete secrecy, and conducted its affairs independently of the Church and its management and personnel.”

(Joseph Cisar. 2001 (pt.II). p.12). Door critici wordt dit echter in vraag gesteld. Zijn vrouw was de 'First Guardian' en Hubbard schreef in een bepaald 'GO Order' "that he was not only having to direct the entire Church, but also the Guardian's Office." (Jon Atack. 1990. p.164).

 

            De aanleiding van de ontmanteling van GO in 1983 zijn criminele operaties die onder leiding van het GO werden gevoerd. Er zijn talloze voorbeelden te vinden van verschillende '(Black) Operations' en 'Projects' opgezet door het GO.[29]

            'Operation Freak-Out' was bestond er in Paulette Cooper, de schrijfster van het boek 'the Scandal of Scientology', in de gevangenis of in een psychiatrisch ziekenhuis te krijgen. Men startte 19 rechtszaken tegen haar en beschuldigde haar van bommeldingen. Bijna veroordeeld door de jury, werd ze uiteindelijk vrijgesproken omdat de FBI documenten ontdekten van deze 'Operation'. (Stephen Kent. 2003. (pt.7) p.12)

            'Operation Wolly was gericht tegen Lawrence Wollersheim, die een rechtszaak aanspande tegen de kerk die hem uiteindelijk meer dan $8.600.000 opleverde. (Stephen Kent. 2003. (pt.12) p.21). 'Operation Juggernaut' was tegen Michael Flynn gericht, de advocaat van onder andere Gerald Armstrong.

 

            Het was grotendeels 'Operation Snow White' die de aanleiding vormde voor de ontmanteling van het Guardian Office. In 1977 werden invallen gedaan door de FBI in gebouwen van Scientology in Los Angeles en Washington D.C. Die toonden aan dat er massaal documenten uit regeringsgebouwen waren gestolen, waaronder uit de gebouwen van de FBI, CIA en IRS. Dit maakte deel uit van 'Operation Snow White'. Deze bestond uit verschillende 'Operating Targets' of SWOTs (Snow White Operating Targets), en worden Projects genoemd.[30] Uiteindelijk werden 11 GO (Guardian Office) leden veroordeeld, waaronder Mary Sue Hubbard. "The conspiracy charges included breaking and entering, burglary, bugging, theft of tens of thousands of pages of government documents, false imprisonment, forging government credentials, forging evidence, destroying evidence, coaching a witness to lie under oath and kidnapping." (Jon Atack. 1990. p.177).

            In April 1981 werd een intern onderzoek ingesteld naar het GO door de kerk. In 1983 werd beslist het GO te ontmantelen. De functies van het GO werden echter opnieuw verdeeld en grotendeels overgenomen door het 'Office of Special Affairs' (OSA). "under the direction and control of the "Church of Scientology International" and the "Religious Technology Center," and financed by the "Flag Service Organization, Inc." and the "Church of Scientology Western United States"." (Martin Ottmann. 2002. (pt.VIII).).

 

            De nieuwe organisaties die toen, naar aanleiding van dit proces dat begon in 1979, werden opgericht zijn onder andere het 'Watchdog Committee' (WDC, 1979), 'Author Services Inc.' (ASI, 1981), 'Scientology Missions International' (SMI, 1981), 'Religious Technology Center' (RTC, 1982) en 'Office of Special Affairs' (OSA, 1983). 'Church of Scientology International' (CSI, 1981), opgericht in 1981, werd in 1983 de nieuwe moederkerk. Er vond een 'coup' plaats, Melton noemt het een contra-reformatie, waarin de Commodores Messengers, en voornamelijk David Miscavige, een centrale rol speelden.

           

            Dat die functies van GO voortgezet werden was noodzakelijk, want een 'Guardian Order' kan niet ingetrokken worden volgens het WDC (Watchdog Committee) (Joseph Cisar. 2001. (pt.II) p.12).[31] Hoewel door sommige auteurs (onder andere Melton) wordt beweerd dat de 'dirty tricks' van Scientology werden stopgezet met de ontmanteling van het GO, blijkt niets minder waar (Stephen Kent. 2003. p.8).

 

ABLE (Association of Better Living and Education (Int.))

 

            Vergelijkbaar met andere religies begeeft ook Scientology zich op het sociaal-culturele en -maatschappelijke vlak. De reden daarvoor is voornamelijk te vinden in de 'LRH Tech', of beter gezegd de psychotherapeutische en pseudo-medicinale claims daarvan (Stephen A. Kent. 1999a. p.1).

 

            De non-profit organisatie ABLE (Association for Better Living and Education (Int.)) werd in 1988 opgericht. Het overkoepelt de toen al bestaande organisaties 'The Way to Happiness Foundation', 'Applied Scholastics International' (ASI, niet te verwarren met 'Author Services Inc'), Criminon en Narconon. Voor 1988 werden deze functies vervuld door 'Social Coordination International' of 'Social Coordination Network' (Stephen Kent. 1991. p.34) of het 'Social Coordination Bureau' dat aan het GO toebehoorde (Jon Atack. 1990. p.286). Deze verschillende organisaties beweren onafhankelijk te zijn van Scientology, maar erkennen wel een gebruik van de 'LRH Tech'.

 

            Het is duidelijk dat in verband met de organisatie Narconon, Criminon of ABLE de religieuze claims wegvallen. Deze organisaties maken gebruiken eerder (pseudo-) wetenschappelijke, psychotherapeutische of medische claims. Sommige organisaties die onder ABLE vallen, begeven zich op het vlak van onderwijs en beweren dus onder andere een welbepaalde didactische techniek te bezitten. Men erkent het gebruik van de 'technologie' van L. Ron Hubbard en men betaalt voor verschillende licenties en trademarks, maar beweert toch onafhankelijk te zijn van Scientology. Wat ze echter allen gemeen hebben zijn pseudo-wetenschappelijke, pseudo-psychiatrische en pseudo-medicinale claims. Geen enkele van deze programma's of technieken zijn ooit door een onafhankelijke partij onder de loep genomen en effectief bevonden.

 

Applied Scholastics International.

 

            In het artikel 'The Hidden Message in L. Ron Hubbard's 'Study Tech'', vergelijkt David Touretzky de 'Study Tech', zoals die in de boeken van Applied Scholastics staat opgetekend met verscheidene HCOBs en HCOPLs die de 'Study Tech' voor scientologen vormen.[32] Behalve dat er in de Applied Scholastics boeken geen vermelding naar Scientology staat, vindt Touretzky geen verschil tussen deze twee (David Touretzky. 2003. pp14-16). "Study Tech is riddled with Scientology jargon and religious doctrines. The lengthy glossary at the back of the Basic Study Manual includes many Scientology jargon terms and Hubbardian neologisms."

(David Touretzky. 2003. p.13).

 

            De drie boeken 'the Basic Study Manual', 'Study Skills for Life', en 'Learning How to Learn' behandelen allen de 'Study Tech', maar vormen verschillende niveau's. De 'Study Tech' zelf is gebaseerd op drie principes: (1) 'Mass', (2) 'Gradients' en (3) 'Misunderstood Words'.

"(1) use pictures and diagrams to illustrate the concepts being taught, (2) break down complex concepts so they can be mastered in a series of simple steps, and (3) always seek definitions for unfamiliar terms." (David Touretzky. 2003. pp1-2). Daarnaast beargumenteert Touretzky dat deze 'Study Tech' geprestenteerd wordt in een doctrinaire manier die kenmerkend is voor Scientology."Study Tech actually helps lay the groundwork for introducing Scientology doctrines into secular education." (David Touretzky. 2003. pp1-2).

 

            HELP (Hollywood Literacy and Education Program) is gelicensieerd door Applied Scholastics International om de 'Study Tech' te gebruiken. In de Verenigde staten gebruiken 'Delphi' en 'Apple' scholen de 'Study Tech' (Jon Atack. 1990. p.287).

 

Narconon en Criminon

 

Bibliografie:

Krantenartikels:

 

            In Narconon en Criminon wordt ook de 'Study Tech' gebruikt. Deze wordt geleverd in de vorm van de 'Learning Improvement Course' (David Touretzky. 2003. p.1). Maar hier staat vooral de 'Purification Rundown' centraal.

 

            Hubbard creëerde Narconon in 1966 met William Benitez, een gevangen en ex-drugverslaafde. Oorspronkelijk bestond de behandeling uit het nemen van vitamines en doen van oefeningen. In 1978 ontwikkelde Hubbard de 'Purification Rundown', die nu een standaardpraktijk is in Narconon. dit is hetzelfde programma als in 1966, maar aangevuld met niacine en lange sauna's.

            De 'Purification Rundown' bestaat uit zo'n 5 uur sauna per dag, en dit elke dag gedurende ongeveer een maand. De (pseudo-)wetenschappelijke verklaring daarvoor is dat men toxines, of 'drugs' (in de Engelstalige betekenis van de term) kan uitzweten. Dit gaat gepaard met hoge dosissen vitamines, 'niacine' en 'clodine'.

 

            Folke Sjoqvist voerde een onderzoek uit omtrent de effectiviteit van het Narconon programmavoor de Zweedse 'National Board of Health and Welfare'. Hij kreeg 'bewijs' toegestuurd van 'Narconon Europe'. Deze bestaan voornamelijk uit 'wetenschappelijke artikels' gesponsord door FASE (Foundation for Advancement in Science and Education), een Scientology frontgroep. Hij stelt de on- (of pseudo-)wetenschappelijkheid van het 'detoxificatie programma' dat centraal staat in Narconon en Criminon aan de kaak. Daarnaast wijst hij op eventuele risico's en neveneffecten van het programma (Folke Sjoqvist. 1996)

            Ook de 'Board of Mental Health' uit Oklahoma formuleerde eind 1991 gegronde kritieken tegen het programma dat wordt gebruikt in Narconon. De beweringen kunnen niet wetenschappelijk gestaafd worden en er bestaat zelfs sterk bewijs tegen deze beweringen. Mogelijke neveneffecten zijn "seizures, deleriums and hallucinations"; er wordt gewezen op het gevaar van het toedienen van hoge dosissen vitamines en mineralen; het gevaar van de afwezigheid van gekwalificeerd medisch personeel (het personeel bestaat hoofdzakelijk uit ex-Narconon-leden), het gevaar dat het nemen medicatie wordt afgeraden (Board of Mental Health, State of Oklahoma. 1991.)

 

            In 1980 probeerde Hubbard zichzelf de Nobelprijs voor Vrede aan te meten, omwille van zijn 'Purification Rundown', daarvoor werd het 'Nobel Peace Prize Project' opgezet (Stephen A. Kent. 1991. p.21). Deze 'Purification Rundown' vormt bovendien ook de eerste stap in de 'Bridge to Total Freedom', elke scientoloog moet deze dus volgen, voordat hij de brug naar de totale vrijheid kan bewandelen (Benjamin Beit-Hallahmi. 2003. (pt.4) p.9)

 

            Een specifiek artikel dat naar Sjoqvist werd gestuurd, dat gesponsord werd door FASE, een scientology front, was getiteld 'Treatment of Children with the Detoxification Method Developed by Hubbard', en oordeelde, tegen alle andere literatuur in dat dit programma, de Purification Rundown, volkomen veilig is voor kinderen.

 

            Criminon valt te vergelijken met Narconon, ook hier wordt de 'Purification Rundown' gehanteerd, maar deze organisatie mikt specifiek op ex-gevangen als doelgroep. Sommige afdelingen van Criminon zijn gevestigd binnen gevangenissen in bijvoorbeeld Californië, Argentinië en Hongarije (Stephen A. Kent. 1999c. p.11).

 

The Way To Happiness Foundation

 

            Op 19 februari 1981 werd het boek 'The Way To Happiness' gepubliceerd. In 1984 wordt 'The Way To Happines Foundation' opgericht. Het boek bevat een aantal seculaire 'morele codes', sommige vergelijkbaar met de tien geboden (Benjamin Beit-Hallahmi. 2003. (pt.5) p.9). "In, for example, a 1983 HCOB letter entitled "Service Routes for New Public," Hubbard specified 'The Way to Happiness Route" as one way that "Raw Public" entered Scientology (HCOB 1983:1)." (Stephen Kent. 1991. p.33).

 

            In wat de kerk zelf "the largest dissemination project in the Scientology history" noemde werden zo'n 3.500.000 boeken van de 'Way To Happiness' verspreid in openbare scholen in de Verenigde Staten (Behar. 1991. p.7). De 'Concerned Businessmen Association's, nog een frontgroep verbonden aan ABLE, helpt in de verspreiding van dit boek (Stephen Kent. 1999c. p.10).

 

RPF, RPF's RPF (Rehabilitation Project Force)

 

Bibliografie Rehabilitation Project Force

 

RPF (Rehabilitation Project Force)

 

            Een andere controversiële organisatie binnen Scientology is het 'Rehabilitation Project Force' (RPF). De vroegste vorm van deze afdeling ontstond aan boord van de Sea Organization in 1968 en werd de 'Mud Box Brigade' genoemd. "Those on board the ship who were found slacking off their duties or misbehaving [...] were assigned to clean the "mud boxes," the place where mud collected from the anchors, and the bilge, the rather foul water that collects in the bottom of any ocean-going vessel." (J. Gordon Melton. 2001. pp14-15)

            7 Januari 1974 werd dit vervangen door het RPF, Rehabilitation Project Force, een meer systematische structuur voor het 'aanpakken' van ontoelaatbaar gedrag binnen de organisatie, dat meer geïntegreerd werd in Hubbard's ethics-doctrine (J. Gordon Melton. 2001. pp14-15).

 

            Een Scientoloog die de interne gedragsregels overschrijdt (supra: 'III.6'), verschijnt dan meestal voor een 'Committee of Evidence', een soort van interne gerechtsbank in Scientology. Samen met de 'Board of Investigation' evalueren die dan zijn gedrag en beslissen op basis daarvan of de desbetreffende persoon naar het RPF wordt gezonden of niet. De persoon kan weigeren, maar in dat geval maakt hij geen kans zich ooit terug bij Scientology te kunnen voegen (Stephen Kent. 1999a. p.8; J. Gordon Melton. 2001. p.13). Scientologen kunnen naar het RPF gezonden worden na een 'Security Check (die aantoont dat ze 'gevaarlijke gedachten' hebben over Scientology of haar leider), of "if they were performing poorly on their jobs, were showing negative personality indicators [...], or were causing trouble." (Stephen A. Kent. 2001. (Zablocki & Robbins (eds.)). pp353-354)).

 

            In het RPF moet men de 'False Purpose Rundown' volgen. Hierin moet de persoon zichzelf controleren op verschillende 'overts' en 'withholds' "[which] are indicative of hidden evil (i.e., counter survival) purposes, solutions to problems adopted in a moment of confusion." (J. Gordon Melton. 2001. p.17). Dit auditeren van 'overts' en 'withholds' bestaat uit een lange lijst met vragen. De 'False Purpose Rundown' wordt herhaald tot de RPFer vrij is van 'kwaadaardige intenties' op elke van de 8 dynamieken, dit proces duurt zo lang dat het gemiddeld meer dan een jaar duurt eer de persoon uit het RPF kan. Want deze 'overts' en 'withholds' zijn niet beperkt tot enkel dit leven, maar zijn terug te vinden om de ganse 'time track'[33].

            Dit is de bovendien organisatie die Stephen Kent in verband brengt met brainwashing. Hij meent dat deze organisatie doet aan 6 criteria, die volgens hem een vorm van brainwashing uitmaken: "[...] (1) forcible confinement, (2) physical maltreatment [...], (3) social degradations and maltreatment, along with (4) intense study of ideology, coupled with (5) forced confessions, and (6) personal 'success' stories." (Stephen A. Kent. 2001. (Zablocki & Robbins (eds.)). p.350). Zo zijn er heel strikte regels in het RPF. Het is verboden te communiceren met iemand zonder dat men aangesproken wordt, familiebezoek is uitgesloten, men mag het gebouw niet verlaten zonder begeleiding, men moet minsten 5 uur auditing doen, daarnaast bestaat een groot deel van het programma uit zware fysieke arbeid.[34]

            Kent doet een update van zijn studie in het artikel 'Scientology and the European Human Rights Debate: A Reply to Leisa Goodman, J. Gordon Melton, and the European Rehabilitation Project Force Study', waaruit blijkt dat "Elements of the program now are more abusive than my research would have predicted." (Stephen Kent. 2003. p.4). Zo zouden de familie-restricties nog strikter zijn geworden. De kritiek van Melton en Goodman - dat er geen verschil zou zijn tussen het RPF en een klooster - doet Kent van de hand: "Even if it were true, as Goodman and Melton assert, that the RPF resembles programs in "other" religions, Scientology still does not have the right (under international agreements) to restrict members' contact with their families." (Stephen Kent. 2003. p.5). Wat aanzienlijke implicaties heeft voor niet enkel de relatie tussen partners onderling, maar ook die tussen kinderen en hun ouders, want ook minderjarigen kunnen bijvoorbeeld naar het RPF gezonden worden.

 

            De persoon die naar het RPF wordt gestuurd, krijgt een partner toegewezen. Deze moeten elkaar auditeren (op 'overts' en 'withholds') en zijn verantwoordelijk voor en afhankelijk van elkaars vooruitgang (J. Gordon Melton. 2001. p.15.)

 

            Momenteel bestaan er RPF's in Los Angeles, Clearwater, Londen en Kopenhagen (J. Gordon Melton. 2001. p.15.).

            Daarnaast falen de auteurs (Melton en Goodman) erin te vertellen dat de enige manier waarop een scientoloog het RPF kan verlaten is via wat 'routing out' wordt genoemd. Dit is een voorschrift waar bezwarende informatie uit pre-clear folders werd gehaald, in een affidavit werd gezet en moest ondertekend worden door de scientoloog die de organisatie verliet. Daarnaast werd van sommige personen die het RPF verlieten ook een 'freeloader debt' geëist, in ruil voor de gratis cursussen die ze volgden terwijl ze een SO-lid waren (Stephen Kent. 2003. p.8).

 

RPF's RPF (the Rehabilitation Project Force's Rehabilitation Project Force)

 

            Naast het RPF, bestaat er ook een RPF's RPF. Dit programma is er voor de personen die zich binnen het RPF zelf niet naar de regels gedragen. De communicatie wordt nog verder beperkt, en kan enkel via de 'ethics officer' gebeuren. Men mag enkel terug naar het RPF wanneer de andere deelnemers van het RPF dat via een stemming toelaten (J. Gordon Melton. 2001. p.17.).

 

            Naast het Rehabilitation Project Force zijn er ook nog 'Deck Project Force' (DPF), 'Pursers Project Force' (PPF), 'Stewards Project Force' (SPF) en 'Estates Project Force' (EPF). "These programs were intended to provide members of the Sea Org, with integrated training in their duties on board ship and with the teachings and practices of Scientology,while also instilling the discipline demanded by both pursuits." (Lorne L. Dawxon. 2001 (Zablocki en Robbins (eds.)). p.382).

 

            Deze worden niet gezien als 'rehabilitatiekampen'. Het EPF (Estates Project Force) moet bijvoorbeeld doorlopen worden door alle Sea Org-leden."It consists in a daily schedule of five hours study and eight hours physical work, with the five hours devoted to study of the history, purpose, duties, and regulations of the Sea Organisation. No auditing is given as part of this programme." (Pentikäinen, Juha; Redhardt, Jurgen F.K. and York, Michael. 2001. (Background) p.5)

 

EOPAHR (European Office for Public Affairs and Human Rights)

 

            Het ' European Office for Public Affairs and Human Rights ' is gelegen in Brussel en wordt geleid door een OSA directeur, met name Martin Weightman (Alain Lallemand. 1994. p.145-146). In September 2003 verhuisde de organisatie naar de Wetstraat, in de Europese wijk (De Standaard 2003-09-20).

            Deze organisatie houdt zich bezig met public relations op Europees vlak en poogt (volgens het Belgische rapport) de Europese instellingen binnen te dringen (Duquesne en Willems. 1997. (Deel 1) p.182; (Deel 2) p.175).

 

            Ze geeft enkele brochures[35] uit die de religieuze discriminatie en intolerantie tegenover Scientology aankaarten en informeren omtrent mensenrechten. Onlangs reikte ze de 'European Human Rights Leadership Award uit. (Het Nieuwsblad. 2005-04-21).

 

Celebrity Centres

 

            Misschien staat Scientology nog het meest bekend om zijn beroemdheden zoals John Travolta, Tom Cruise, Isaac Hayes, Chick Corea, Kirstey Alley, en vele anderen. Al in 1955 werd 'Project Celebrity' opgezet, dat als doel had de 'prime communicators' en 'opinion leaders', af en toe eens iets positiefs te laten zeggen over Scientology (Stephen A. Kent. 1999a. pp6-7). Wanneer een scientoloog een beroemdheid in Scientology kreeg, ontving deze daar een speciale vergoeding voor. Hubbard stelde zelfs een lijstje op welke beroemdheden hij graag scientoloog had zien worden, waaronder Marlene Dietrich, Walt Disney, Groucho Marx, Ernest Hemingway, Howard Hughes, Bing Crosby, Greta Garbo enz. (Paulette Cooper. 1971. p.86).

 

            In 1992 bestonden er 13 'Celebrity Centres', en hun doel werd omschreven als "[t]o fully utilize opinion leaders and Scientologists to permeate society and get all the different publics utilizing LRH's Technology in every aspect..." (Stephen A. Kent. 1999a. pp6-7).

 

            Voorbeelden van het gebruik van beroemdheden die Scientology promoten kan men vinden in het bezoek van Chick Corea, John Travolta en Isaac Hayes aan de OSCE in september 1997, waar deze getuigden van religieuze discriminatie. "Important to note is that, within Scientology, all three entertainers are "Honorary LRH [L. Ron Hubbard] Public Relations Officers" whose goals involve the propagation of Scientology information and image." (Stephen A. Kent. 2000. (voetnoot ix)).

            Een ander voorbeeld vindt men in de open brief gericht aan kanselier Kohl, die ondertekend werd door 34 Hollywood acteurs, hoewel deze geen scientologen waren.

            Daarnaast zet Kent in zijn artikel 'Hollywood's Celebrity-Lobbyists and the Clinton Administration's American Foreign Policy Toward German Scientology' uiteen hoe er gelobbyd werd op federaal niveau in de Verenigde Staten, tussen onder andere John Travolta en Bill Clinton (Stephen A. Kent. 2002. (pt.22) p.10). Kent geeft nog andere voorbeelden van deze strategie, onder andere van lobbyen door Anne Archer en John Travolta met de 'House International Relations Committee' en de 'House of Representatives'. (Stephen A. Kent. 2002. (pt.22-28) pp10-13)

            Hij beargumenteert dat de Amerikaanse positie in het debat over Scientology de discussie tussen de Verenigde Staten en Duitsland aanzienlijn beïnvloedde (Stephen A. Kent. 2002. (pt.4) p.2)

 

            Daarnaast steunen verschillende beroemdheden van Scientology, diegene die dus de titel 'Honorary LRH Public Relations Officer' dragen, verschillende frontgroepen van Scientology. Kirstie Alley is bijvoorbeeld woordvoerster van Narconon en Tom Cruise beweert dat zijn dyslexie werd opgelost door Scientology en promoot aldus de 'World Literacy Crusade'. Af en toe maken verschillende beroemdheden uit Scientology negatieve opmerkingen over psychiatrie

            Naast gratis reclame geven beroemdheden ook grote financiële bedragen aan de organisatie of nevenorganisaties.

 

Overige

 

            Verder zou er ook een relatiebureau zijn dat banden heeft met Scientology: 'Affinity Consulting International'. In een artikel uit een Australische krant staat een verhaal van een man die door deze organisatie voor zo'n $320.000 werd opgelicht (The Advertiser. 2003-12-10).

            Na de aanslag in New York, 9/11, verscheen Scientology al snel op Ground Zero om spirituele hulp aan te bieden.             Ook na de tsunamiramp in Atjeh en na de gijzeling van de school in Beslan, kwamen scientologen als een rampenteam geestelijke hulp aanbieden (Pravda. 2004-10-18; Mosnews. 2004-10-22; De Morgen. 2005-01-12)

            Ook na 9/11 werd ook het 'Detox Center' opgericht, gesponsord door Tom Cruise, waar brandweermannen gratis de Purification Rundown konden volgen. Deze is verbonden aan 'HealthMed' en 'Downtown Medical', beiden 'klinieken' die banden hebben met Scientology en de Purification Rundown gebruiken (New York Daily News. 2003-12-13; New York Times. 2003-10-04; Behar. 1991. p.7).

 

 

III.6 Scientology en Kritiek: Media & Internet

 

            Zoals in 'II.4: Media en Internet' aangeduid, zal hier het onderwerp van media worden behandeld. De berichtgeving over sekten of Scientology is meestal negatief gekleurd. In dit hoofdstuk zal aandacht worden besteed aan Scientology's relatie met de media en visie op 'P.R.'. Het hoofdstuk wordt onderverdeeld in 2 delen: media ('III.6.1') en internet ('III.6.2'). Hoewel internet een vorm van media is, kies ik ervoor dit onderwerp afzonderlijk te behandelen, ondermeer omdat dit specifieke vragen oproept in verband met digitale rechten en vrijheden.

 

            Waarom dit onderwerp 'Scientology en Kritiek'? Omdat dit een verklaring vormt voor de soms heftige anti-scientology literatuur. Het minste wat gezegd kan worden is dat Scientology niet echt constructief omgaat met kritiek, noch met critici. De organisatie staat er onder andere om bekend critici voor de rechtbank te dagen. Wanneer men deze nu probeert de mond te snoeren, zullen er steeds personen tussenzitten die daardoor juist vastbehoudender zullen worden en bijgevolg kritischer en nog meer 'anti-scientology'.

            Het beste voorbeeld hiervan wordt gevormd door de strijd op het internet. Vanaf het moment dat Scientology in de virtuele wereld kritiek en critici begon 'aan te pakken', verhevigde de strijd aanzienlijk. De nieuwsgroep ARS (alt.religion.scientology) trok meer bezoekers aan dan tevoren. Er werden 'FACTNet-anti-scientology-kits' op het net verspreid. De poging om het 'Fishman affidavit' uit het publieke domein te houden, had een tegenovergesteld effect. Nadat het op deze nieuwsgroep werd gepost, werden er verschillende websites opgericht waar men dit document kon inkijken. De poging kritische informatie over scientology uit de zoekmachine Google te verwijderen, resulteerde in een nieuwe website die verschillende DMCA-klachten (Digital Millennium Copyright Act) centraliseerde.

            Nadat Scientology het tijdschrijft Time voor de rechtbank daagde en $416.000.000 eiste en deze zaak verloor, won de schrijver van het desbetreffende artikel, Richard Behar, de 'Gerald Loeb Award for Distuinguished Business and Financial Journalism' en de 'Conscience-in-Media Award from the Society of Journalists and Authors'. Scientology verloor de zaak, maar ging nog een aantal keren in beroep. Behar werd lastig gevallen door 10 advocaten en 6 detectives. Op deze manier werd de aandacht van de media hierop gevestigd (Benjamin Beit-Hallahmi. 2003. p.6; (pt.20) p.21). Na de publicatie van het boek 'The Scandal of Scientology' door Paulette Cooper werd 'Operation Freak-out' opgezet, die onder andere als doel had Paulette Cooper in een instelling te plaatsen. (Stephen Kent. 2003. p.12; infra: 'III.5: GO, OSA').

            Aan Gerald Armstrong vroeg de organisatie in 2002 $10.050.000 omdat hij zich kritisch en dus negatief uitte tegenover Scientology. Deze selecties zijn slechts enkele voorbeelden van hoe weinig constructief Scientology omgaat met kritiek/critici. Bovendien wordt op die manier de aandacht van de media op deze materie gevestigd.

            Het centrale punt in al deze zaken kan grotendeels worden samengevat onder de titel 'Scientology en Kritiek'. De organisatie heeft haar eigen manier van omgaan met critici, dat grotendeels aan de oorzaak ligt van het conflict en vele controverses omtrent Scientology. Naar mijn mening vormt dit onderwerp bovendien een noodzakelijk aanvulling op talloze kritieken die de ACM (anti-cult movement) en ook bijvoorbeeld apostaten ontvangen.

           

            Hierin staan enkele inhoudelijke elementen centraal, doctrinaire of religieuze als men wil, die in Deel III.6.1 zullen worden uitgewerkt, zoals bijvoorbeeld de 'Fair Game' praktijk, voorschriften hoe de vijand aan te pakken, de suppressieve persoon (SP) en potentiële bron van moeilijkheden (PTS) doctrine en Hubbards visie op public relations, die in feite een combinatie vormt van public relations en legislatieve acties.

 

III.6.1 Media

 

Bibliografie ivm media:

 

            Volgens sommige auteurs is de negativiteit in de media omtrent sekten en Scientology voornamelijk te wijten aan de sensatie waar journalisten op zoek naar zijn. Dit wordt dan weer in de hand gewerkt doordat journalisten geen adequaat en grondig onderzoek zouden voeren en dat het behoren tot de categorie 'sekte' of 'cult' op zich een verantwoording is om er een krantenartikel over te schrijven. "[...], NRMs are interesting to journalists by reason of their newsworthiness as deviant, threatening, or simply weird. 'Cult' is therefore a self-contained and self-standing category which is of interest to the mass media for its own sake. Journalists need no other reason for writing about any particular NRM except that it is counted as cult." (James A. Beckford. 1999 (Wilson en Cresswell (eds.)). p.115).

 

            Bovendien zou voornamelijk de massamedia aangegrepen worden als bron van informatie over nieuwe religieuze bewegingen, terwijl deze voornamelijk de visie van de ACM (anti-cult movement), apostaten en advocaten zou verwoorden. Naast andere relativeringen zoals de 'framing effects' van Brigitte Schön, de 'negative summary events', en de 'front end/back en disproportionality' vallen nog enkele zaken over dit onderwerp te vertellen (supra: 'II.4: Media ').

           

            Waar namelijk ook rekening moet mee worden gehouden is dat nieuwe religieuze bewegingen of sekten zelf op zijn minst mede-verantwoordelijk voor deze negativiteit in de media. En ook dit geldt (misschien zelfs voornamelijk) voor de organisatie Scientology. "Indeed, the secretiveness or defensiveness of most controversial cults helped journalists to play a crucial role as go-betweens and arbitrators between NRMs, their members and angry outsiders " (James A. Beckford. 1999 (Wilson en Cresswell (eds.)). p.104).

 

            In deze discussie staan echter ook enkele concepten van Scientology centraal die een aanzienlijke invloed hebben op dit 'mediadebat'. Dit zijn bijvoorbeeld de Fair Game praktijk; de suppressieve persoon- en potentiële bron van moeilijkheden-doctrine (SP, PTS); de 'Ethics'-afdeling, -condities en -formules; het bijhouden (en misbruiken) van de 'preclear-folders ' en 'ethics-folders ' en andere folders, de verplichting 'Knowledge Reports' te schrijven; Hubbards visie op 'positive', 'black' en 'defensive' P.R.; de talloze voorschriften hoe men de vijand moet aanpakken zoals 'dead agenting', het aannemen van een 'suitable guise', het verwijderen van 'false data' en vooral het advies te dreigen met een rechtszaak. De organisatie die hierin de belangrijkste rol speelt is het 'Office of Special Affairs', dat vroeger het 'Guardian Office' heette (infra: 'III.5: .x GO, OSA').

 

            De analyse van Joseph Cisar in het artikel 'Lafayette’ Ronald Hubbard’s Policy in practice in media and public relations' toont duidelijk aan dat de media- en communicatiestrategieën in Scientology niet zomaar aan de creativiteit, originaliteit of impulsiviteit van de scientologen zelf worden overgelaten. De manier van omgaan met media etc. wordt nauwkeurig omschreven en moet even nauwkeurig worden uitgevoerd en opgevolgd. Deze voorschriften staan onder andere neergeschreven in verschillende HCOB's en HCOPL's (Hubbard Communication Office Bulletin; Hubbard Communication Office Policy Letter) die samen met andere documenten verschillende opleidingscursussen vormen voor specifieke Scientology-posten, of 'hats' in de scientology-terminologie. Joseph Cisar maakt in dit artikel enkel en alleen gebruik van deze trainingscursussen, of 'hat packs', waarmee het personeel wordt opgeleid: "The Guardian Office hat pack is an instruction manual for staff of the central management group. OEC volume 7 is an instruction manual for local managers of a client organization. OEC volume 6 is an instruction manual for local publicity people, whose channels will be used by staff of the central management group." (Joseph Cisar. 2001. (II.D) p.13).

 

            Cowan Douglas beargumenteert in zijn artikel 'Researching Scientology: Academic Premises, Promises and Problematics' dat deze specifieke manier van omgaan met kritiek en critici een belangrijk onderdeel vormt van de religieuze cultuur in Scientology.

"Almost from its very inception, Scientology’s claims to systematic persecution and  harassment have become a part of its religious culture and mythistory - something that, when considered in the context of an increasingly closed source religious tradition, goes a long way toward explaining the overt suspicion with which the Church regards any attempts at investigation, and their own ongoing attempts to influence or to prevent the publication of anything even remotely critical of the Church."

(Cowan Douglas. 2004. p.17).

 

            Reeds in 1955 schreef Hubbard 'A Manual on the Dissemination of Material' waarin hij onder andere schreef dat er legislatieve acties moest worden ondernomen tegen 'squirrels', mensen die Dianetics en Scientology willen toepassen onafhankelijk van het officiële Scientology. In dit boek werd ook het volgende voorschrift gedaan: "The purpose of the suit is to harass and discourage rather than to win. The law can be used very easily to harass, and enough harassment on somebody who is simply on the thin edge anyway, well knowing that he is not authorized, will generally be sufficient to cause his professional decease. If possible, of course, ruin him utterly." (L. Ron Hubbard. 1955; Jon Atack. 1990. p.108)

            In 1959 werd de 'Manual of Justice' (door HCO, Hubbard Communications Office) uitgegeven, een document dat nog steeds door OSA gebruikt wordt, waarin wordt uiteengezet wat men moet doen wanneer een onderzoek loopt naar Scientology, wanneer de pers een vijandig artikel over Scientology publiceert enzovoort. Vijanden worden als 'entheta' gedefinieerd. Men moet deze opsporen en hun misdaden publiceren met behulp van detectives en, zoals het voorschrift uit 1955 luidt, is het doel van een rechtszaak eerder de ander lastig te vallen dan deze te winnen (L. Ron Hubbard. 1959)

            In de loop van de jaren '60 werd door Hubbard de 'Fair Game' en 'Ethics' doctrine ontwikkeld, waar ook de SP (Suppressive Person) en PTS (Potential Trouble Source) doctrine toe behoren. De toon werd gezet met verschillende HCOPLs of HCOBs, waaronder bijvoorbeeld de HCOPL van 25 februari 1966: 'Attacks on Scientology', die een methode uitlijnt wat men moet doen wanneer iemand een onderzoek doet naar Scientology. Het antwoord bestaat er in de onderzoeker in een negatief daglicht te stellen (HCOPL, 25 februari 1966).

            In de 'HCO Policy Letter of 18 October 1967, Issue IV' maakt Hubbard duidelijk wat 'Fair Game' inhoudt: "ENEMY SP Order. Fair game. May be deprived of property or injured by any means by any Scientologist without any discipline of the Scientologist. May be tricked, sued or lied to or destroyed." (HCOPL, 18 October 1967, 'Issue IV').

            Een jaar later schreef Hubbard de 'HCO Policy Letter of 21 October 1968', genaamd 'Cancellation of Fair Game'. De woorden 'Fair Game' mochten niet meer worden gebruikt, omdat deze voor slechte public relations zorgden, de praktijk van iemand 'fair game' verklaren, bleef echter doorgaan (Roy Wallis. 1977. p.140; Joseph Cisar. 2001. (HCOPL, 21 October 1968: 'Cancellation of Fair Game')).

            Nog een jaar later, op 16 december 1969, werd daar 'GO 121669' aan toegevoegd, hierin wordt beschreven hoe de organisatie een SP en PTS kan opsporen. Eén van de 'operating targets' is "To make full use of all the files on the organization to effect your major target. These include personnel files, Ethics files, dead files, central files, training files, processing files and requests for funds" (Stewart Lamont. 1986. p.85). De informatie die in deze 'files' terug te vinden is, kan en moet worden gebruikt tegen de SP om de organisatie te beschermen. Belangrijk is dat de pre-clear folder, (de 'processing files'), alle informatie bevat die een client tijdens auditingsessies naar voor bracht. Hierin vindt men nogal gemakkelijk bezwarende informatie die, door dit GO order, moet worden gebruikt om de SP of PTS het zwijgen op te leggen (Jon Atack. 1990. p.248)

 

'Ethics', Suppressieve Personen en Potentiële Bronnen van Moeilijkheden

 

            De definitie van een suppressieve persoon die door Hubbard wordt gegeven, is iemand "die elke activiteit of groep die verbetering nastreeft probeert te onderdrukken of weg te vagen. Een suppressieve persoon onderdrukt andere mensen in zijn nabijheid. Dit is degene wiens gedrag erop gericht is tot rampzalige gevolgen te leiden. 'Suppressieve persoon' is een andere naam voor de 'asociale persoonlijkheid'." (L. Ron. Hubbard. 1989. p.128).

 

"Suppressieve daden worden gedefinieerd als daden of nalatigheden die worden gepleegd om met opzet Scientology of Scientologen te onderdrukken, te verlagen of te belemmeren." (L. Ron. Hubbard. 1989. p.208). Met andere woorden staat bijvoorbeeld kritische vragen stellen over Scientology - en zeker iets dergelijks publiceren - gelijk aan Scientology onderdrukken, verlagen of belemmeren. De maatregelen die men moet nemen tegen dergelijke personen die 'antagonistisch' staan tegenover Scientology zijn 'Fair Game' en 'dead agenting', want "Omdat mensen of groepen die iets dergelijks zouden doen, alleen uit eigenbelang handelen ten nadele van alle anderen, kunnen hen niet de rechten worden geschonken die rationele wezens gewoonlijk krijgen." (L. Ron. Hubbard. 1989. p.227).

 

            Een scientoloog kan een Potential Trouble Source (PTS) worden door in contact te staan met iemand die "antagonistisch is tegenover Scientology of haar leerstellingen".[36] De oplossing die Hubbard hier voor geeft is ofwel het antagonisme van de ander aanpakken (de ander van je gelijk overtuigen), ofwel het contact te verbreken. (L. Ron. Hubbard. 1989. p.144, 146). Iedereen die in contact staat met een suppressieve persoon wordt automatisch een potentiële bron van moeilijkheden en moet het contact verbreken, dit voorschrift staat bekend onder de naam 'disconnection'. "De huidige statistiek hiervan is 20 procent PTS of lichtelijk suppressief en daarvan bestaat 2 1/2 procent uit zeer kwaadaardige suppressieve personen." (L. Ron. Hubbard. 1989. p.152). Om dergelijke 'bronnen van moeilijkheden' op te sporen werd onder andere de 'ethics-technologie' ontwikkeld, een 'technologie' die Hubbard ontwierp midden jaren zestig. "De fundamentele werktuigen die men gebruikt om ethics in te brengen en in te houden zijn de ethics-condities en hun formules." (L. Ron. Hubbard. 1989. p.37). Dit gebeurt onder andere door het bijhouden van statistieken[37]. Wekelijks worden de statistieken van elke scientoloog en elke organisatie ingediend bij de afdeling 'Inspection and Reports' van de 'Ethics-Section'. Deze condities, gerangschikt van de hoogste tot de laagste, zijn: macht, machtswisseling, overvloed, normaal functioneren, noodtoestand, gevaar, geen-bestaan, risico, twijfel, vijand, verraad, verwarring (L. Ron. Hubbard. 1989. p.38). Als voorbeeld geef ik de volledige formule van de conditie 'Risico':

"1. Beslis wie uw vrienden zijn.

2. Breng de vijanden van de groep waarvan u gepretendeerd heeft deel uit te maken, een effectieve slag toe, ook al brengt het u in persoonlijk gevaar.

3. Vergoed de schade die u heeft aangebracht, door een persoonlijke bijdrage die veel groter is dan gewoonlijk van een groepslid verlangd wordt.

4. Verzoek om opnieuw te mogen toetreden tot de groep door elk lid ervan te vragen of hij toestaat dat u zich weer bij de groep aansluit, en door u alleen weer bij de groep toe te voegen als de meerderheid dat toestaat, en door (2), (3) en (4) te herhalen als het geweigerd wordt, totdat u wordt toegestaan weer lid van de groep te zijn."
(L. Ron. Hubbard. 1989. p.98)

 

            Voor elke scientoloog wordt naast de 'pre-clear folder' ook een 'ethics-folder' bijgehouden. Naast de wekelijkse rapportering van de statistieken worden ook 'Knowledge Reports' bijgehouden in deze 'ethics-folder'. Deze worden niet enkel aangemoedigd, maar afgedwongen. Enkele voorbeelden:

"En Knowledge Reports worden als volgt afgedwongen:

1. Ieder die op de hoogte was van rondlummelen of een destructieve, off-policy of out-ethics daad en geen Knowledge Report instuurde, wordt als een medeplichtige beschouwd bij een latere actie die wordt ondernomen. [...]

3. Iemand die niet een misdaad die hem onthuld is, neerschrijft op een werkblad of in een rapport, wordt als een medeplichtige beschouwd aan de misdaad. [...]

8. Ieder die op de hoogte was van een onregelmatigheid of misdaad en die niet rapporteerde en aldus er medeplichtig aan werd, krijgt dezelfde straf als degene die als de werkelijke overtreder wordt gestraft.

(voetnoot: off-policy: in strijd of onbekend met het beleid; werkblad: een pagina van het volledige doorlopende verslag van een auditing-sessie van het begin tot het eind."

(L. Ron. Hubbard. 1989. pp184-185)

 

            Op die manier zorgde Hubbard ervoor dat al wie zijn antwoorden niet zomaar wil slikken meteen als de vijand wordt bestempeld. Alles wat gedaan of niet gedaan wordt ('nalatigheden') en Scientology of haar leerstellingen op een of andere manier belemmert of onderdrukt; iedereen die 'antagonistisch' staat tegenover Scientology of haar leerstellingen wordt per definitie een vijand, en een vijand (zowel een SP als een PTS) heeft per definitie niet dezelfde rechten als 'gewone rationele wezens'. Deze mensen mogen dus belogen, vernietigd en voor de rechtbank gedaagd worden. Dit laatste, samen met het voorschrift dat door Hubbard reeds gegeven werd in 'A Manual on the Dissemination of Material'  uit 1955, "The purpose of the suit is to harass and discourage rather than to win", geeft op zich al een verklaring voor heel wat controverses omtrent Scientology (L. Ron Hubbard. 1955).

 

'Public Relations'

 

            Ook in verband met media, legde Hubbard strak te volgen beleidsmaatregelen vast.

“Hubbard pointed out that the fear newspapers had of being sued could be used to obtain press compliance. The press could also be controlled by controlling the publisher. In any case, newspaper reporters had to be investigated and the stories they wrote had to be answered.” (Joseph Cisar. 2001. p.26). Voorbeelden hiervan kan men vinden in het verhinderen van een uitzending van 'Netwerk' op de Nederlandse televisie (Het Parool. 2004-01-03) of de verschillende rechtszaken die werden opgezet tegen verschillende kranten en tijdschrijften, waaronder bijvoorbeeld Time Magazine en Richard Behar of de Washington Post (die enkele regels uit OT III publiceerde).

            Daarnaast ontwierp Hubbard ook verschillende voorschriften omtrent wat hij 'public relations' noemt, hij maakt een onderscheid tussen 'positive', 'defensive' en 'black' PR. Centraal hierin is dat Hubbard de PR ziet als een combinatie van gewone PR en legislatieve acties. Positieve PR bestaat uit het bereiken wat de groep wilt. Het tenietdoen van leugens was defensieve PR, met als voorbeeld het tenietdoen van de leugens van de psychiatrie. Deze defensieve vorm van PR werd ook 'dead agenting' genoemd. Het doel van PR was de publieke opinie formuleren en sturen en bestaat uit de combinatie van geld, macht en 'opinion leaders'.

"In a work he entitled "Black PR," Hubbard explained the connection between PR and intelligence. In PR the source of the information was known. In Intelligence the source of the information is concealed. Therefore revealing the enemy's secrets would destroy the enemy's intelligence. However the use of "intelligence-like tactics" was necessary to discover who the enemy was. These tactics were "a cross between PR and Intelligence.". [...] In this sort of activity, the press was used to create "embarrassing publicity" for opponents."

(Joseph Cisar. 2001. p.22)

 

            Wanneer de informatie niet in de verschillende 'folders' was terug te vinden (zie GO 121669), moest deze op een andere manier aan het licht komen. Hubbard stelde bijvoorbeeld voor detectives in te huren en raadde hen aan hun onderzoek zo 'luidruchtig' mogelijk te verrichten.

"[...] it would be necessary to accumulate documented, scandalous data about the enemy. This was done through a technique Hubbard called "dead agenting". If people or groups invalidated or rejected Scientology, they were the enemy. The proper response was to investigate loudly. Security checks were to be used to find the enemy's crimes. The enemy was to be put on trial and found guilty of hidden crimes."

(Joseph Cisar. 2001. pp24-25; p.32)

 

Enkele voorbeelden

 

            Herinner dat tot de functies van het OSA, vroeger het GO, onder andere de 'public relations' en 'legal matters' waren (infra: 'III.5: .x GO, OSA'). Deze 'technologie' die door Hubbard ontworpen werd, verklaart bijvoorbeeld de tactieken die tegen Gerald Armstrong werden gebruikt (infra: 'III.1'). Na zijn pogingen het biografische project in goede banen te leiden werd hij tot suppressieve persoon uitgeroepen en beschuldigd van verschillende misdaden. Daarna werd hij verscheidene keren voor de rechtbank gedaagd.

            In de zaak 'Wollersheim v. Scientology' was het gebruik van de informatie uit de pc-folders, zoals dat in Guardian Order 121669 voorgeschreven staat, een van de redenen waarom Scientology Wollersheim een forse schadevergoeding moest betalen, die na herhaaldelijk weigeren van $2.500.000 opliep tot meer dan $8.600.000.

            In de oorlog die op ARS (de nieuwsgroep alt.religion.scientology; supra: 'III.6.2: Scientology en Internet') werd uitgevochten, werden berichten gepost met informatie uit de pc-folders van Larry Wollersheim, Steven Fishman en Arnaldo Lerma. Die informatie kan in principe alleen door de kerk ter hand zijn gesteld, aangezien zij deze folders in haar bezit heeft. Dit strookt dan ook met het GO order 121669 en bewijst dat deze praktijk niet werd stopgezet

            'Operation Freak-Out', die tegen Paulette Cooper, de schrijfster van het boek 'The Scandal of Scientology' werd opgezet; en ook 'Operation Juggernaut' tegen Michael Flynn, vormen ook een goede illustratie van de Fair Game praktijk van Scientology en van het feit dat niet enkel scientologen 'fair game' kunnen worden verklaard.

           

            Een ander voorbeeld hiervan wordt gevormd door de acties die werden ondernomen door Scientology tegen Gerald Armstrong (infra: 'III.1') en anderen. In 1986 maakte Armstrong deel uit van een rechtszaak (samen met enkele andere ex-leden) tegen Scientology. Uiteindelijk werd een akkoord bereikt waarbij elk van de leden een 'Mutual Release of All Claims and Settlement Agreement' tekenden en een substantiele vergoeding kregen. Armstrong kreeg $800.000, zijn advocaat Michael Flynn $1.075.000. "The meaning of that settlement agreement is at the heart of the current speech restrictions that Armstrong now contests.” (Stephen Kent. 2001. (pt 10.4) p.8; Jon Atack. 1990. p.264). Er werd een akkoord bereikt de rechtszaak te laten vallen. In dit artikel van Kent wordt deze 'zwijgplicht' van Armstrong uitgewerkt. Heel kort uitgelegd komt het erop neer dat Armstrong per inbreuk $50,000 zou moeten betalen en elke negatieve uiting over Scientology vormde een inbreuk. Zo spande de kerk in 2002, 20 jaar na de eerste rechtszaak, opnieuw een rechtszaak aan tegen Armstrong met een de eis van $50,000 voor elk van de 201 inbreuken, of met ander woorden $10,050,000. Uiteindelijk oordeelde de rechter hierin dat Armstrong $500.000 diende te betalen inclusief 35 dagen gevangenisstraf, die ze als uitgezeten beschouwde.[38] (Marin Independent Journal. 2004-04-10)

 

            Dat deze 'Fair Game' praktijk nog steeds niet werd stopgezet, zoals herhaaldelijk werd beweerd in 1968 en 1980, blijkt uit de brief die Stephen A. Kent schrijft aan Ms. Noble, gedateerd 17 September 1998. Daarin zet Kent de campagne uiteen die tegen hem werd opgezet. Hij beargumenteert dat kritiek moet kunnen en zelfs wenselijk is, maar dat hetgeen Scientology doet niet beantwoordt aan een open dialoog en discussie. Scientology poogde Scientology Kent's reputatie te vernietigen "21. [...] on a campus level, a community

level, and a national level. [...] via onder andere flyers, door te betogen op zijn campus, en door een radiocampagne. (Stephen A. Kent. 1998-09-17)

"31. I expect criticism from Scientology--that is not at issue. As an academic who works on controversial material involving allegations of abuse in reputedly religious contexts, I expect intense debate about some of my findings. The character assassinations, the harassment, the libel, and the attempts to ruin my professional reputation for speaking truthfully about Scientology's abuses, however, reinforce my conclusion about the organization posing threats to democracy."

(Stephen A. Kent. 1998-09-17)

 

III.6.2 Scientology en Internet:

 

Bibliografie:

 

Krantenartikels: (chronologisch)

 

*Websites

 

            Het onderwerp 'Scientology en Internet' wordt hier afzonderlijk behandeld. Er zal voornamelijk aandacht worden besteed aan 2 punten: de nieuwsgroep alt.religion.scientology en de zoekmachine Google. De reden voor de afzonderlijke behandeling van dit onderwerp is dat er een ware strijd bestaat tussen Scientology en het Internet (in de vorm van nieuwsgroepen, zoekmachines, webdomeinen, homepages enz.) en dat het meer verduidelijking kan scheppen dit onderwerp afzonderlijk te behandelen.

 

            De strijd op het internet kan gezien worden een voortzetting van de praktijken en doctrines uit het vorige hoofdstuk zoals 'fair game', 'dead agenting', het verwijderen van 'false data', de combinatie van 'public relations en legal matters', het voorschrift te dreigen met rechtszaken, enz. (infra: 'III.6.1: Scientology en Kritiek').

 

            De discussie roept vragen op in verband met digitale rechten en vrijheden en soms ook technische aspecten van het internet. Deze discussie is te breed om hier volledig te kunnen behandelen. Toch zal er aandacht worden besteed aan enkele problemen die Scientology in deze discussie opwerpt, zoals bijvoorbeeld vrijheid van meningsuiting, het recht op privacy en anonimiteit; en ook meer technische aspecten zoals de discussie rond schending van auteursrechten en handelsmerken; farm-linking, deep-linking en framing, hyperlinking, webdomeinen, metatags, en bijvoorbeeld de 'Digital Millenium Copyright Act' uit 1998 (supra: 'III.6.2.2').

 

            Een ex-scientoloog, Robert Vaughn Young[39]  zei in 1995 dat het internet voor Scientology zal worden Vietnam voor de Verenigde Staten was. Hun enige optie is zich terug te trekken, omdat deze slag niet gewonnen kan worden (Wendy Grossman. (Chapter 6) p.13). Nu tien jaar later is die slag nog aan de gang.

 

III.6.2.1 De nieuwsgroep Alt.Religion.Scientology (a.r.s.)[40]

 

            Eind 1994, begin 1995 begint het verhaal van de 'Net Wars', van 'Scientology vs. the Net' in de nieuwsgroep alt.religion.scientology (afgekort tot ARS of a.r.s.). Het gaat ook over Internet Relay Chat (IRC) discussies en websites, maar het is in deze nieuwsgroep dat het verhaal van 'Scientology vs. the Net' zijn aanvang neemt. Op 17 Juli 1991 werd de nieuwsgroep alt.religion.scientology gecreëerd door Scott Goehring met een vervalst bericht david.miscaviage@sea.org (Wendy Grossman. 1997. (Chapter 6) p.2).). In het begin vormde a.r.s. voornamelijk een forum voor de 'Free Zoners', een groep ex-scientologen die zich nog steeds kon vinden in de ideeën van Scientology (de 'Tech'), maar dan los van de organisatie zelf. Mettertijd trok de nieuwsgroep echter critici aan, die in discussie gingen met leden van Scientology zelf. De 'Free Zoners' vormden daarop de afzonderlijke nieuwsgroep alt.clearing.technology (Jim Lippard & Jeff Jacobson. 1995. p.35).

 

            Wendy Grossman maakt in 'Net Wars' een onderscheid tussen 4 types personen die deelnemen aan de discussiegroep alt.religion.scientology: critici, CoS (Church of Scientology) aanhangers, 'Free Zoners' en 'net.defenders'. De 'net.defenders' mengden zich pas vanaf midden 1994 in de discussie in de nieuwsgroep," in response to reports of what was happening on the newsgroup; they represent the Net's immune response." (Wendy Grossman. 1997. (Chapter 6) p.2).

 

            Uit de discussies die plaatsvonden in deze nieuwsgroep groeide de samenstelling van een hele hoop FAQ’s (Frequently Asked Questions) rond verschillende onderwerpen, die onder andere dienen als inleiding voor de nieuwkomers in de discussie van deze nieuwsgroep

(Wendy Grossman. 1997. (Chapter 6) p.2). Daarnaast werden vanaf 23 april 1995 samenvattingen gemaakt van de discussies en onderwerpen die in de nieuwsgroep plaatsvonden. Op wekelijkse basis werd een 'ARS Week In Review' geschreven. Dit werd stopgezet in januari 2004, maar opnieuw aangevangen in januari 2005.[41]

 

"Meanwhile [1994-1995], back at the newsgroup, the name-calling was growing vicious. Bashers posted affidavits from former Scientologists alleging corruption; Scientologists posted critiques of those affidavits alleging that the authors were known criminals, along with affidavits of their own." (Wendy Grossman. 1997. (Chapter 6) p.6).

 

            1994 vormt het startpunt waar de 'net.defenders' (een term van Wendy Grossman) of de 'web-libertarians' (een term van Massimo Introvigne) en ook de kerk van Scientology zelf zich in de discussie mengden (Jim Lippard & Jeff Jacobson. 1995. p.35). Eind 1994 dook er iemand op die 'Cancelpoodle' of 'Cancelbunny' werd genoemd en specifieke berichten op de nieuwsgroep verwijderde, met name enkel die van critici tegenover Scientology[42]. (Jim Lippard & Jeff Jacobson. 1995. p.37). Als tegenreactie werd het PERL-programma 'Lazarus' ontwikkeld. Op die manier werd telkens een bericht gepost op de desbetreffende nieuwsgroep wanneer een bericht werd verwijderd, met alle beschikbare informatie van het verwijderde bericht plus commentaar van degene die het bericht verwijderde.  In veel gevallen was dat commentaar "cancelled because of copyright infringement". De verwijderde boodschap zelf werd niet opnieuw gepost.

 

"On January 3 [1995], Thomas Small, an attorney for the Religious Technology Center [...] sent notice to the operators of anonymous remailers stating that two newsgroups were being used to violate the COS's copyrights." (Jim Lippard & Jeff Jacobson. 1995. p.37). Dit bericht van Small werd ontvangen door 6 anonieme remailers, waaronder die van Julf Helsingius (anon.petet.fi), Felipe Rodriguez (xs4all) en nog 4 andere. Thomas Small eiste dat toegang tot de nieuwsgroepen alt.religion.scientology en alt.clearing.technology door deze diensten zou worden geblokkeerd. Helsingius en Rodriguez reageerden dat iets dergelijks onmogelijk en bovendien ongepast zou zijn (Wendy Grossman. 1997. (Chapter 6) p.6).

            Een 'anonymous remailer' zoals anon.petet.fi is een systeem waarnaar je je bericht kunt sturen en waar je naam en e-mail adres vervangen worden door een pseudoniem, waarna het bericht alsnog wordt bezorgd, zodat de anonomiteit, of in het geval van anon.petet.fi de pseudonmititeit, in zekere zin privacy waarborgde. Scientology eiste echter dat anon.penet.fi de gegevens van een bepaalde anonieme gebruiker aan hen zou doorgeven, en dreigde anders alle daar bekende gegevens, met name van zo'n 200.000 gebruikers, op te eisen.

 

Julf Helsingius. Anon.petet.fi

 

            Begin februari 1995 werd Julf Helsingius, de beheerder van de anonieme remailing dienst anon.petet.fi, door de kerk van Scientology naar de identiteit gevraagd van een bepaalde nieuwsgroep gebruiker 'AB'. Toen Helsingius dit weigerde, contacteerde de Finse politie hem de dag er op (3 februari 1995) met de vraag naar die informatie en de boodschap dat men zou komen met een bevelschrift. Helsingius weigerde en op 8 februari kwam de Finse politie bij Helsingius aankloppen met het bevelschrift, "entitling them to seize information about all users of his service, but he persuaded them to settle for the identity of the single requested poster. This marked the first time that any public authority has required a remailer to divulge the identity of a user. But what is perhaps more startling (because of their respect for privacy) is that the Finnish police almost immediately gave this information to the Church of Scientology." (Jim Lippard & Jeff Jacobson. 1995. p.38).           

            30 augustus 1996 kondigde Helsingius aan dat de dienst anon.petet.fi zou worden stopgezet, omdat hij opnieuw een identiteit moest prijsgeven aan de kerk van Scientology. "He concluded that there was no point in running the server if the privacy laws were not strong enough to protect his users' anonymity." (Wendy Grossman. 1997. (Chapter 6; p.11).). Later won hij de 'EFF Pioneer Award' (Electronic Frontier Foundation) (The Inquirer. 2003-09-12).

 

Terug naar ARS

 

            Op 10 januari 1995 probeerde een andere advocaat van RTC, Helena K. Kobrin, de volledige nieuwsgroep alt.religion.scientology te verwijderen met een 'rmgroup' bericht. Daarvoor gaf ze de volgende rechtvaardiging:

"(1) it was started with a forged message; (2) [it was] not discussed on alt.config; (3) it has the name 'scientology' in its title which is a trademark and is misleading, as a.r.s is mainly used for flamers to attack the Scientology religion; (4) it has been and continues to be heavily abused with copyright and trade secret violations and serves no purpose other than condoning these illegal practices."

(Jim Lippard & Jeff Jacobson. 1995. p.37)

 

            Verschillende 'Usenetters', gebruikers van deze nieuwsgroep, gingen dit tegen met 'newgroup' berichten, zodat er in feite geen negatief effect op de nieuwsgroep was. Integendeel, de poging had eerder een tegenovergesteld effect, het trok de aandacht van verschillende website beheerders en 'free speech activists', 'web-libertarians' of 'net.defenders' aan. (Jim Lippard & Jeff Jacobson. 1995. p.37). De tactiek die door de kerk van Scientology werd gekozen, of tenminste door de advocaten van het Religious Technology Center, had dus niet bepaald het gewenste effect. Deze 'net.defenders' of 'web-libertarians' begonnen zich in de discussie te mengen en de nieuwsgroep werd nog drukker bezocht dan tevoren.

            Van toen af aan werden deze pogingen van de kerk om de nieuwsgroep te verwijderen gestaakt, en concentreerde deze zich meer op individuen en hun providers zoals in de zaken van Dennis Erlich, Arnaldo Lerma, Karin Spaink enz. Wat echter terug voor nog meer interesse van buitenaf zorgde. "Throughout 1995 the traffic on alt. religion.scientology increased, from an average 2,500 postings a week in March to 2,700 articles a day by August [...]. By April 2, two months after the first raids, alt.religion.scientology had moved into the top 40 in the categories of megabytes (no. 40), traffic (no. 8), and per number of readers (no. 18)." (Wendy Grossman. 1997. (Chapter 6) p.12).

 

Cruciaal in dit punt is dat RTC, het Religious Technology Center, de beheerder is van de verschillende licenties, handels- en dienstmerken van Scientology. (infra: 'III.5 .x RTC') en dat andere organisaties 'Bridge Publications Inc.' (BPI), 'New Era Publications Int. (New Era) of de 'Church of Spiritual Technology' (CST) de auteursrechten bezit van de werken van L. Ron Hubbard. In de nieuwsgroep alt.religion.scientology zou nu echter materiaal worden gepost waar RTC, BPI, New Era en/of CST de rechten op had.

 

            Elaine Siegel, een lid van OSA, zou een email verstuurd hebben aan scientologen met de opdracht zoveel mogelijk positieve berichten te posten op de nieuwsgroep, om het imago van Scientology op te krikken. Hoewel de authenticiteit van die brief moeilijk na te gaan is, staat het wel vast dat er vanaf Mei tot Juli 1996 zo'n 20.000 berichten gepost werden met kleine citaten uit reclame-materiaal van Scientology. Dit fenomeen werd 'ARSBOMB' genoemd (Wendy Grossman. 1997. (Chapter 6) p.11).

 

            De punten 3 en 4 uit Helena Kobrin's in haar 'rmgroup' bericht - het handelsmerk Scientology en de schending van auteursrechten en handelsgeheimen - vormden het begin van een ganse hoop rechtszaken waar voornamelijk de organisaties RTC en/of BPI van Scientology de aanklagers waren. Dit leidde bijvoorbeeld tot rechtszaken tegen Dennis Erlich etc., Lawrence Wollersheim, Arnaldo Lerma, Bob Penny, Zenon Panoussis, Grady Ward, Keith Henson, Karin Spaink en hun providers.

 

Dennis Erlich, Tom Klemesrud, support.com, Netcom.

 

            Dennis Erlich, een ex-scientoloog, nam deel aan deze discussie in de nieuwsgroep. Hij plaatste onder andere berichten op de nieuwsgroep met korte citaten uit interne Scientology-literatuur die anoniem werden gepost, samen met persoonlijke opmerkingen en kritiek. Op grond daarvan kreeg Scientology een order tot beslaglegging. Niet alleen Erlich werd voor de rechtbank gedaagd, ook zijn BBS (Bulletin Board System) en internet provider werden erbij betrokken. In Januari 1995 had Kobrin reeds gevraagd aan Tom Klemesrud, de beheerder van Erlich's BBS support.com, de account van Erlich af te sluiten, wat deze weigerde (Wendy Grossman. (Chapter 6) p.6).

 

            Op 8 februari 1995, na de mislukte poging om Erlich toegang tot het internet te ontzeggen, werd een klacht ingediend in San Jose, California, tegen Dennis Erlich, Tom Klemesrud (de systeembeheerder van het 'L.A. Valley College Bulletin Board System' support.com) en Netcom (de internet service provider). Op 13 februari werd een inval gedaan in Erlichs verblijf in Glendale, Californië en werden papieren, correspondentie en Erlichs computer onderzocht. Papieren werden gekopieerd, diskettes en tapes in beslag genomen en documenten werden uit de computer gewist. De 'Electronic Frontier Foundation' vond een pro bono advocaat voor Erlich en zette zelfs een 'Dennis Erlich Defense Fund' op. De rechtszaak kreeg aanzienlijke aandacht via onder andere de elektronische nieuwsbrief 'Biased Journalism' (Wendy Grossman. 1997. (Chapter 6) p.7); Jim Lippard & Jeff Jacobson. 1995. p.38). De providers support.com en Netcom werden bij de zaak betrokken omdat deze volgens Scientology zouden moeten hebben verhinderd dat Erlich inbreuk maakte op auteursrechten."A temporary restraining order was issued against Erlich, Klemesrud, and Netcom prohibiting the publication of Scientology materials on the net." (Jim Lippard & Jeff Jacobson. 1995. p.38)

 

            De rechter oordeelde dat Erlich het recht had om commentaar te leveren op materialen van Scientology en deze mocht plaatsen op a.r.s, zolang hij binnen de grenzen van 'fair use' bleef. "In November 1995, Judge Whyte ruled that Klemesrud [system operator van support.com] could not be found liable for direct infringement.". In Augustus 1996 sloot Netcom een 'out of court settlement on undisclosed terms' met Scientology, zodat Netcom uiteindelijk niet werd veroordeeld (Wendy Grossman. 1997. (Chapter 6) p.8).

 

FACTNET (L. Wollersheim, A. Lerma en B. Penny)

 

            12 Augustus 1995 werd een inval gedaan in het huis van Arnaldo Lerma, ook een ex-scientoloog die zich kritisch uitte tegenover de organisatie. Lerma was directeur van FACTnet, een virtueel sekteobservatorium, gesticht door Lawrence Wollersheim, die in een rechtszaak tegen Scientology meer dan $8.000.000 kreeg toegewezen. Oorspronkelijk werd hem $2.500.000 toegewezen, maar doordat Scientology jarenlang weigerde te betalen, steeg dit mits intresten tot over de $8.600.000 (Wendy Grossman. 1997. (Chapter 6) p.8).

            Samen met Lerma werd ook de 'Washington Post' gedaagd, op grond van het simpele feit dat zij het Fishman Affidavit bij de rechtbank hadden opgevraagd en enkele zinnen uit de OT's in een artikel hadden geciteerd. Ook Lerma's service provider, Digital Gateway Systems, werd in de rechtszaak betrokken door RTC.        Deze werd gevolg door nog 2 invallen op 23 Augustus 1995 bij Lawrence Wollersheim en Bob Penny.

 

            FACTnet had zich hier echter op voorbereid, het had zijn bezoekers al een tijdje aangeraden aan zoveel mogelijk materiaal te downloaden. Deze FACTNet-kits zijn nog steeds te downloaden op het internet(Wendy Grossman. 1997. (Chapter 6) p.2).

            In de zaak tegen Lerma draaide het rond de publicatie van het 'Fishman Affidavit', een reeks documenten die publiek bezit waren geworden dmv de rechtszaak "Church of Scientology v. Fishman and Geertz". In deze documenten werden onder andere de Operating Thetan Levels opgenomen (Wendy Grossman. 1997. (Chapter 6) p.9).

 

            Lerma kreeg een pro-bono advocaat van ACLU (American Civil Liberties Union) toegewezen. Hij verloor de rechtszaak in januari 1996. Rechter Leonie M. Brinkema oordeelde dat hij 2.500$ moest betalen. De kerk van Scientology probeerde daar in december 1996 nog 500,000$ van te maken, maar dat werd afgewezen. Wollersheim won echter zijn zaak in september 1995. Uiteindelijk mondde de zaak tegen Digital Gateway Systems - Lerma's provider - vergelijkbaar met die tegen Netcom in de zaak van Erlich, uit in een 'out of court settlement on undisclosed terms' (Wendy Grossman. 1997. (Chapter 6) p.9).

 

Keith Henson, Grady Ward, Zenon Panoussis en Karin Spaink

 

            Gelijkaardige rechtszaken zijn die van Grady Ward en Keith Henson in de Verenigde Staten, Zenon Panoussis in Zweden en Karin Spaink in Nederland. "Ward and Henson pose a new challenge for the CoS. Unlike the shocked former Scientologists raided earlier, these two seem to be enjoying their situation enormously." (Wendy Grossman. 1997. (Chapter 6) p.10). Zo bracht Keith Henson bijvoorbeeld een tegeneis in van $500.000.000. Toen Zenon Panoussis delen van het Fishman Affidavit op zijn homepage (of website) plaatste, kreeg ook hij het verzoek ze te verwijderen. Hij maakte echter gebruik van een omweg in de Zweedse wetgeving om de documenten publiek te houden/te maken. Hij stuurde een kopie van deze documenten naar het Zweedse Parlement, waardoor deze volgens de Zweedse grondwet een publiek document worden. Op die manier werd het Zweedse Parlement verplicht een kopieën te tonen van deze document aan iedereen die erom vroeg, in ruil voor een bescheiden vergoeding. "Although some of the papers were eventually stolen from the Parliament buildings, and Panoussis himself in early January 1997 was awaiting a visit from the bailiffs to seize the documents from his house, Panoussis had given copies to several other institutions to which the same law applies." (Wendy Grossman. 1997. (Chapter 6) p.11). Panoussis verloor de rechtszaak in 2001 (The Inquirer. 2003-09-12).

 

Karin Spaink[43]

           

            De zaak van Spaink is enigszins vergelijkbaar met de zaak van Arnaldo Lerma, die ging namelijk ook over de volledige vrijgave van het 'Fishman Affidavit' en dus de vrijgave van de O.T. documenten. Deze documenten die deel uitmaken van de rechtszaak 'Church of Scientology v. Fishman and Geertz' kon iedereen opvragen aan de prijs van ongeveer $40 bij de desbetreffende rechtbank. De confidentiële O.T. documenten werden dus door deze rechtszaak publiek bezit, in een vergelijkbare manier waarop Zenon Panoussis ze later in Zweden publiek maakte. Dit zijn ook de documenten die onder andere Karin Spaink op haar website plaatste. Hier ging het dus niet om het verspreiden van deze materialen in een nieuwsgroep, maar in de vorm van een website of homepage.

            In dit geval van Spaink bleef het niet bij één enkele rechtszaak. De eerste begon in 1995, de laatste uitspraak is van 18 Maart 2005, telkens ging Scientology opnieuw in beroep. Ik hoop in wat volgt een beknopt overzicht te kunnen geven van de belangrijkste punten die naar voor werden gebracht in deze zaken.

 

            De eerste dagvaarding van 8 november 1995 (kortgeding 14 december 1995) waren CST (Church of Spiritual Technology) en RTC (Religious Technology Center) als aanklagers tegen Karin Spaink; DataWeb B.V.; Stichting XS4ALL; Stichting De Digitale Stad en Cistron Internet Services B.V. I.O.

            De tweede dagvaarding van 1 februari 1996 (kortgeding 26 februari 1996) waren CST, RTC en NEPI (New Era Publications International ApS) als aanklagers tegen Karin Spaink; en 22 Internet Acces Providers[44]

            De eisers (CST, RTC en NEPI) hadden, net als in de eerste zaak, 3 eisen naast de eis 'iedere inbreuk te staken en gestaakt te houden'. Ten eerste moeten de internet providers in het vervolg inbreukmakende materialen onmiddelijk verwijderen wanneer deze daarvan verwittigd worden. Ten tweede eisten ze dat de providers de desbetreffende gebruiker toegang tot internet ontzegden. De derde eis was dat de providers de namen en adressen van de personen die de werken openbaar maken en verveelvuldigen aan hen zouden doorspelen. (Vonnis; 1996-03-12 (2.Vorderingen, pt.1&2))

 

            Spaink beroepte zich in haar verdediging op het artikel 15a uit de Auteurswet van 1912, met name het citaatrecht; en op artikel 10 uit de EVRM die de vrijheid van meningsuiting waarborgt.

 

            De laatste uitspraak is deze van 18 Maart 2005 waarin het cassatieberoep wordt verworpen door de procureur-generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden. Deze was gericht tegen Karin Spaink en 14 providers. (Zitting 2005-03-18)

            Het vonnis van 9 juni 1999 oordeelde dat Spaink inbreuk had gemaakt op de auteursrechten terwijl de OT werken nog volledig op haar website stonden. Daar zij haar homepage had aangepast en in plaats van de integrale teksten online te zetten, deze op 23 februari 1996 had aangepast en enkel citeerde uit deze openbaar gemaakte werken, kon ze beroepen op het citaatrecht. Daarnaast werd gesteld dat de providers zelf niet openbaar maken en verveelvuldigen en deze aldus ook niet aansprakelijk zijn voor de inbreuken op de auteursrechten. Wanneer deze echter op de hoogte worden gebracht van een inbreuk "terwijl aan de juistheid van die kennisgeving in redelijkheid niet valt te twijfelen"  (Zitting 2005-03-18. (pt3.5), handelt deze zelf onrechtmatig wanneer deze niet ingrijpt. Het beroep van Spaink op artikel 15a uit de Auteurswet en op artikel 10 van EVRM slaagde dus.

            In 2003[45] werd het principale beroep van Scientology door het hof verworpen en het vorige vonnis bekrachtigd (Zitting 2005-03-18. (pt.3.7).

            In de zitting van 18 Maart 2005 wordt de discussie geschetst tegen de Auteursrichtlijn uit 2001 en de implementatiewet uit 2004. Hierin werd terecht een onderscheid gemaakt tussen 'mere conduit', 'caching' en 'hosting providers'. Enkel deze laatste kunnen inbreuk maken op auteursrechten, en is slecht niet aansprakelijk wanneer ze niet op de hoogte was van deze auteursrechtinbruken. (Zitting 2005-03-18. (pt.8.7) Daarbij wordt gesteld dat "het gelegendheid geven tot het plegen van auteursrechtinbreuk op zichzelf niet voldoende is om als (deelneming aan) auteursrechteninbreuk te gelden" (Zitting 2005-03-18. (pt.8.13). Daarnaast mag geen verplichting worden opgelegd aan providers om toe te zien op onwettige activiteiten. (Zitting 2005-03-18. (pt8.27).

            Ook het aanbieden van een hyperlink wordt niet gezien als een 'auteursrechterlijke relevante handeling (Zitting 2005-03-18. (pt.8.32, pt.8.40)).

            In het vonnis van 1996 werd geoordeeld dat de eis van controle die de providers zouden moeten uitoefenen enerzijds onmogelijk is en en anderzijds in strijd zou zijn met de artikel 10 van de EVRM (Europese Verklaring van de Rechten van de Mens) (Vonnis; 1996-03-12 (2.Het verweer, pt.13))

            Het laatste bericht omtrent de zaak van Spaink kwam op 8 Juli 2005. Op 12 Augustus 2005 wordt een datum vastgesteld waarop de Procureur-Generaal een advies moet uitbrengen aan de Hoge Raad over het intrekkingsverzoek van Scientology. Na dit advies zou de definitieve uitspraak moeten volgen. (XS4ALL. 2005-07-08)

 

DMCA (Digital Millenium Copyright Act)

 

            In het artikel 'Freedom of the internet, our new challenge' van Karin Spaink en Christiane Hardy gericht aan OSCE wordt een gelijkaardig geval beschreven van een kleine Nederlandse provider 'Xtended Internet', de host van de website <www.xenu.net>. Eind 2001 kreeg Cignal, de upstream provider van Xtended Internet, een klacht over die website. Xtended Internet en Andreas Heldal-Lund, de beheerder van de website, weerlegden die klacht, maar desondanks werd Xtended Internet ontslagen door Cignal's eigen upstream provider: Priority Telecom, een Amerikaans bedrijf, dat wel binnen de jurisdictie van de DCMA valt, waarop die klacht was gebaseerd.

 

            Door het sturen van de brieven naar de verschillende providers, die soms een lange keten kunnen vormen zoals bijvoorbeeld in de zaak van Karin Spaink, is het waarschijnlijk dat de site gewoon van het net verdwijnt zonder dat er echt tot een rechtszaak wordt overgegaan. Het imago van Scientology als een proceszieke organisatie met een leger advocaten maken de  DMCA (Digital Millenium Copyright Act), die gestructureerd is in het voordeel van grote bedrijven en in het nadeel van de kleine man, tot een handig middel voor de kerk van Scientology.

"The DMCA is used by large organizations to shut down individuals or small companies doing anything they don't like. There have, in fact, been few actual lawsuits. The DMCA is used primarily to threaten. Since the law is weighted overwhelmingly in favor of the copyright holder, defending oneself against it is extremely expensive and risky." (Japan Times. 2003-03-13). Met andere woorden is het beter te gehoorzamen aan de eisen in de eerste verwittigingsbrief, dan zich een rechtszaak te riskeren.

            Hoewel de DMCA een Amerikaanse wetgeving is, worden personen en bedrijven in het buitenland getroffen, zoals bijvoorbeeld de beheerder van de site <www.xenu.net> Andreas Heldal-Lund (Noorwegen) en het Nederlandse bedrijf Xtended Internet. Ook in de 'Google-affaire' staat de DMCA centraal.

 

III.6.2.2 Google

 

            Nauw verbonden aan de vorige discussie is de controverse tussen de kerk van Scientology en de zoekmachine Google. Centraal hierin staat de 'Digital Millennium Copyright Act' uit 1998.

            8 maart 2002 ontving Google een brief van de advocaten van Scientology Moxon en Kobrin met de klacht van een schending van de auteursrechten op basis van de DMCA over de site <www.xenu.net>. Men stelde de eis deze homepage uit de zoekmachine te verwijderen.

 

            De aanleiding vormde het 'PageRank' systeem van Google. Door een ganse hoop webdomeinen en websites te maken die naar elkaar verwijzen, een praktijk die gekend staat onder de naam 'farm-linking', is het mogelijk om de een hogere positie te halen in de Google zoekmachine.[46] In het artikel van John Hiler 'Google Time Bomb: Will Weblogs blow up the world's favorite search engine?' wordt uiteengezet hoe de 'net.defenders' reageerden met een andere praktijk, die gekend staat onder de naam 'google-bombing'. Het is namelijk ook mogelijk een hogere positie in de Google zoekmachine te veroveren door in weblogs (een soort van nieuwsgroepen) naar elkaar te linken. <www.xenu.net> nam op die manier de 4e plaats in wanneer in Google op het trefwoord 'Scientology' werd gezocht.

            Het antwoord van de kerk van Scientology hierop, of beter gezegd van het Religious Technology Center, de advocaten Kendrick Moxon en Helena Kobrin, was een klacht aan Google onder de DMCA-wetgeving uit 1998 (Digital Millenium Copyright Act)

 

            De strategie die hier door Google gekozen werd is belangrijk, omdat het de toon zou zetten hoe Google ook andere DMCA-klachten zou behandelen. Indien Google tot een rechtszaak zou zijn overgegaan, zou het zelfs een precedent kunnen hebben geschapen voor hoe alle zoekmachines deze 'copyright infringements' zouden behandelen. De DMCA is namelijk op een dergelijke manier geconstrueerd zodat, wanneer geen 'counternotice' wordt ingediend, de sites sowieso uit de zoekmachine verdwijnen. Wanneer wel een 'counternotice' wordt ingediend, dan eindigt dit in de rechtbank.

            Sectie 512c van de DCMA specifieert dat, in dit geval zoekmachines, "shall not be liable for monetary relief ... for infringement of copyright by reason of the storage ... of material that resides on a system or network controlled ... by ... the service provider". Ten minste, niet zolang wordt voldaan aan het volgende voorschrift dat gekend staat onder de naam 'Safe Harbour Provision': "upon notification of claimed infringement, ... [the Search Engine must respond] expeditiously to remove, or disable access to, the material that is claimed to be infringing". (Digital Millennium Copyright Act. 1998. (512c)).

            Op die manier wordt niet zomaar zelfcensuur gestimuleerd, maar hebben (rechtszaaklustige,) grote en rijke organisaties als Scientology een overgroot voordeel en wordt de DMCA in feite een handig dreigmiddel, want het desbetreffende bedrijf (in dit geval Google) wordt niet gedwongen een rechtszaak op te bouwen tegen Scientology, zolang men meteen het geclaimde auteursrechtinbrekend materiaal verwijdert.

 

            Oorspronkelijk heeft Google de <www.xenu.net>-homepage 1 enkele dag uit haar zoekmachine geschrapt, maar vond hier een uitweg op. Men besliste namelijk dat een hyperlink naar de homepage kan, zolang op deze specifieke pagina geen materiaal staat dat een auteursrechtinbreuk vormt (Technology Review. 2003-02-01). Wanneer je nu (5 mei 2005) in google 'site: xenu.net' intypt (zonder de aanhalingstekens) lees je onderaan de pagina een bericht dat er 1 hyperlink verwijderd is: "In response to a complaint we received under the Digital Millennium Copyright Act, we have removed 1 result from this page. If you wish, you may read the DMCA complaint for these removed results.", samen met een hyperlink naar <www.chillingeffects.org>[47] met de desbetreffende brief van Moxon en Kobrin aan Google.

            Het is nu standaard onderdeel van Google's beleid dat iedere DMCA-klacht van een bepaald webdomein of een bepaalde website vermeld wordt samen met een hyperlink naar de desbetreffende brief, die online wordt gehouden door 'Chilling Effects'.

            Deze oplossing, met name het verwijzen naar 'Chilling Effects' met de desbetreffende brief, is min of meer vergelijkbaar met het antwoord dat de Usenet-gemeenschap vond op de 'Cancelpoodle', namelijk een verwijzing naar het desbetreffende bericht dat verwijderd werd via het programma 'Lazarus'.

 

            Een ander krantenartikel gaat in op eigenaardige beleidsmaatregelen aangaande reclame bij Google. Daarin zou een specifieke vermelding staan met betrekking tot Scientology. Een website die reclame wil maken via google voor Scientology moet officieel verbonden zijn aan de organisatie. Op die manier wordt het bijvoorbeeld onmogelijk reclame te maken voor een website of boek dat een kritisch licht werpt Scientology. Dit heeft enkel betrekking tot het reclame gedeelte van google - het rechterdeel van het scherm -, de zoekresultaten blijven hierdoor onaangetast (San Francisco Chronicle. 2004-08-09)

 

            Op 19 November kreeg Google terug een brief, ditmaal omdat er op Usenet, dat toegankelijk was via Google, een hyperlink werd gepost dat inbreuk zou maken op auteursrechten.

 

Andere voorbeelden

 

            Het gebruik van DCMA-klachten door de kerk van Scientology, of beter gezegd door het Religious Technology Center, om bepaalde sites van het net te drijven, blijft niet beperkt tot de zoekmachine Google. Er zijn andere vergelijkbare gevallen, zoals bijvoorbeeld in Oktober 2002, met het 'Internet Archive' (aka The Wayback Machine <www.archive.org>) wanneer deze een gelijkaardige brief kregen. Het ganse domein <www.xenu.net> werd uit dit online-archief gewist na het ontvangen van deze brief (The (London) Times. 2002-10-01). 20 April 2005 kreeg deze opnieuw een dergelijke brief van Moxon en Kobrin.

 

            Ook Slashdot (<www.slashdot.org>) kreeg een dergelijke brief. Op een van de discussieforums van deze website werden hyperlinks geplaatst naar document waar RTC de auteursrechten beweerde van te bezitten. Ook hier werd de discussie meteen van het net gehaald zonder dat werd overgegaan tot een rechtszaak en dus tot een toetsing van de illegaliteit van de desbetreffende documenten.

 

            Het blijft bovendien niet beperkt tot critici van de kerk. Ook 'FreeZoners', personen die de 'Scientology-Tech' willen beoefenen los van de organisatie, krijgen DMCA-klachten. Zo kregen de beheerders van bijvoorbeeld 'Reform Scientology'[48] een brief met de verwittiging dat inbreuk werd gemaakt op het handelsmerk 'Scientology', omdat deze naam voorkwam in hun webdomein (url-adres) en in metatags van de homepage. Dit argument verschilt dus aanzienlijk van auteursrecht-inbreukende argumenten. Een handelsmerk is te onderscheiden van een auteursrecht. Hier wordt namelijk het gebruik van een woord aan banden gelegd, niet alleen in het url-adres, maar ook in stukjes programmacode die een zoekmachine gebruikt om relevante resultaten te kunnen geven op zoektermen. Wanneer met andere woorden op het woord 'scientology' wordt gezocht, schuimt het programma van google de verschillende 'metatags' af, om zo relevante zoekresultaten weer te kunnen geven. Naast de eis van het stopzetten van het gebruik van de naam Scientology in de url en in de metatag, stelden Kobrin en Moxon eveneens de eis dat deze url zou worden overgedragen aan CSI (Church of Scientology International).

 

            Eveneens <truthaboutscientology.com> op 11 December 2001; <independentscientology.org> op 3 Januari 2002; <www.factnet.org> (Sago Networks) op 16 December 2002 kregen een brief van Moxon en Kobrin.

 

Scienositter

 

            De 'Scientology On-line project' geeft aan elke lid van de kerk van Scientology een cd-rom waarop 'templates' staan om een website te bouwen (Janelle Brown. 1998-07-15). Daarmee wordt via een geautomatiseerd proces een 'persoonlijke' homepage gecreëerd. Hieruit resulteren de duizenden 'I Am a Scientologist' websites[49]. Wanneer deze starterskit echter wordt geïnstalleerd, nestelt zich ongemerkt een censuurprogramma, dat geschreven is op basis van het programma 'Cybersitter'[50]. Dit programma maakt gebruik van een lijst, en telkens wanneer een bepaald woord op een webpagina, nieuwsgroepbericht of IRC wordt herkend, wordt dit gewist. Daarnaast staan er ook websites, nieuwsgroepen en IRC-adressen die, wanneer dit programma staat geïnstalleerd, niet kunnen worden bezocht (Andreas Heldal-Lund. 2003; Janelle Brown. 1998-07-15). Wanneer bijvoorbeeld het woord 'NOTS' werd gefilterd, verscheen in plaats van het zinnetje 'I will not send you this' op het scherm, 'I will       end you this'. Ook email wordt op dergelijke manier geblokkeerd.

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

[17] Omar V. Garrison had reeds in 1974 een (weinig kritisch) boek geschreven over Scientology: 'The Hidden Story of Scientology'.

[18] (Superior Court of the State of California for the County of Los Angeles, May, 1984)

[19] “Het nummer van de volgende maand zal naar mijn mening in het hele land een enorme opschudding veroorzaken. We publiceren dan een artikel van zestienduizend woorden, getiteld ‘Dianetics… An Introduction to a New Science’ door L. Ron Hubbard. Dat zal, meen ik, de eerste keer zijn dat dit materiaal wordt gepubliceerd. Ik verzeker u, in volledige en absolute oprechtheid, dat het een van de belangrijkste artikelen is dat ooit is gepubliceerd. In dit artikel dat een verslag bevat van het onderzoek van Hubbard zelf naar de technische vraag hoe de geest van de mens functioneert, worden uiterst belangrijke fundamentele ontdekkingen meegedeeld. Dit is geen wilde theorie. Het is geen mystiek. Het is een koel-nauwkeurige technische beschrijving van de manier waarop de geest van de mens functioneert, en van de manier waarop men te werk moet gaan om een juist functioneren te herstellen, die op ongeveer tweehonderdvijftig patiënten is beproefd en toegepast. En er wordt slechts op één ding aanspraak gemaakt: de methoden die logisch uit die beschrijving zijn ontwikkelde wérken. De techniek voor het stimuleren van het geheugen is zo krachtig, dat de meeste mensen zich binnen een half uur na het begin van de therapie tot in alle bijzonderheden hun eigen geboorte zullen herinneren. Ik heb het aan het werk gezien en zelf de technieken gebruikt.” (Christopher Evans: ‘Jezus leeft en woont op Venus’. p.38; origineel: ASF 45 (2), april, 1950)

[20] Eric Townsend plaatst de stichting van HDRF echter op 7 Juni 1950, dus na de publicatie van het artikel in ASF en van het boek 'DMSMH'.

[21] Dat A.E. Van Vogt's al interesse had voor dergelijke filosofiën blijkt onder andere uit zijn boek 'Nul-A' die teruggaat op Alfred Korzybski's 'General Semantics'.

[22] Hubbard onderscheidt ook nog een derde type: het somatische verstand.

[23] “(1) dianetic therapy does not exert a systematic influence either favourably or adversely upon intellectual functioning; (2) dianetic therapy does not exert a systematic influence either favourably or adversely upon mathematical ability; and (3) dianetic therapy does not exert a systematic influence either favourably or adversely upon the degree of personality conflicts.” (Harvey Jay Fischer. 1953 (Hoofdstuk IV). p.35)

[24] George D. Chryssides noemt Hubbard 'the institutionalizer' (George D. Chryssides. 2001. p.7).

[25] Handelsmerken zijn te onderscheiden van dienstmerken en auteursrechten.

[26] "a) License Agreements that regulate the use of the service marks and trademarks in a similar way as between RTC and the AOs;

b) Service Agreements regulate the training of the organizations employees by CSI in its headquarters and the monetary compensation by the organizations;

c) "Ecclesiastical Support Agreements," which acknowledge CSI's dominant role and control over all the functions and activities of the subordinate organizations and which guarantee a steady, weekly payment of 12.5% of the organizations' net income towards CSI;

d) "Contracts Respecting Certain Religious Documents." These contracts regulate the use of files that the organizations has on their members and their staff. Ultimately it gives CSI the authority to control the use of them;

e) "Motion Picture Exhibition Agreements" guarantee CSI the weekly payment of 11 % of the revenue by the individual organizations for their use of Scientology training courses. It also forces the organizations to use certain equipment, like tape recorders, which CSI provides for the same use."

(Martin Ottmann. 2002. (pt.III))

[27] "In particular the agreement stated: "[...] d) RTC shall have the right to monitor all operations of CSI and its related organizations, inspect all books, records and facilities, pertaining to use of the Marks and receive sample specimens and summaries of literature, publications and products using the marks, ...  e) RTC may, if it ever deems it necessary or advisable, send a corrective mission to any organization authorized the Marks to correct any deviation from the standards, specifications or guidelines of this Agreement, ... "”

(Martin Ottmann. 2002 (pt.III).)

[28] In het artikel 'Bill would curtail prescriptions for mentally ill children' uit de Boston Globe staat bijvoorbeeld dat de CCHR een bepaald wetsinitiatief had samengesteld. Dit stelde dat zou moeten worden verplicht dat dokters alle mogelijk neveneffecten van Prozac en Ritaline meedelen. Critici beweerden dat dit wetsinitiatief de informed consent doctrine zou herleiden tot het luidop lezen van een formulier (The Boston Globe. (2004-03-05))

[29] Bijvoorbeeld: 'Operation Acting Classes', 'Operation Bulldozer Leak', 'Operation Bunny Bust', 'Operation Cat', 'Operation Chaos Leak', 'Operation China Shop', 'Operation Christo', 'Operation Devil's Wop', 'Operation Freakout', 'Operation Italian Fog', 'Operation Juggernaut', 'Operation Keller', 'Operation Orange Juice', 'Operation Paper Chase', 'Operation Snow White', 'Operation Speedy Gonzales', 'Operation Street-Man', 'Operation Wolly', 'Operation Yellow', 'Project Beetle Clean-up', 'Bingoing Project', 'Project Horn', 'Project Lantern', 'Project Mayor Cazares Handling', 'Project Power', 'Project Power 2: Vatican Passport', 'Power Project 3: Normandy', 'Project Power 4: Tricycle', 'Project Target Dodell', 'Project Wild Bill', 'Program Pablo Garcia', enz

[30] Project Shoes, Project Dig, Project Dig (Audition), Project Sleepy, Project Bashful, Project Happy, Project Glass, Project Broom, Project Apple, Project Grympy, Project Coal, Project Dance, Project Sneezy, Project Lantern, Project Dopey, Project Comb, Project Mirror, Project Lace, Project Doc, Project Reflection, Project Ore, Project Witch, Project Stepmother, Project Tunnel, Project Bucket, Project Hunter.

[31] Bron van Cisar: Watchdog Committee for the Church of Scientology International. 1982. "The Integrity of Source." Scientology Policy Directive 19 (July 7))

[32] Respectievelijk '"Studying : Introduction," lecture of 18 June 1964', '"Barriers to Study," HCO Bulletin of 25 June 1971 revised 25 November 1974', '"Simple Words," HCO Bulletin of 4 September 1971 Issue III', '"Dictionaries", HCO Bulletin of 13 February 1981', '"Clay Table Training," HCO Bulletin of 11 October 1967', '"Clay Table Work in Training", HCO Bulletin of 10 December 1970R Issue I revised 10 February 1981', '"Method 3 Word Clearing", HCO Bulletin of 7 October 1981', '"Scientology Training Twin Checkouts", HCO Policy Letter of 26 August 1965' worden telkens tegenover een hoofdstuk uit 'The Basic Study Manual' vergeleken.

[33] "Consequently, they spent what may have been hundreds of hours with their partners, supposedly 'discovering' misdeeds that date back thousands if not millions of years." (Stephen A. Kent. 2001. (Zablocki & Robbins (eds.)). p.364)

[34] Zo zijn er bijvoorbeeld mensen die de opdracht kregen 12 uur rond een boom te lopen of moet men bepaalde gebouwen renoveren (Stephen A. Kent. 2001. (Zablocki & Robbins (eds.)). p.359)

[35] 'Restoring & Safeguarding Religious Freedom. How to protect your human rights in Europe'. (1997).

'European Journey for Religious Freedom. Inaugurating an Annual Celebration of the Universal Declaration of Human Rights'. (1999).

[36] Er worden 4 types PTS omschreven: I, II, III en A. Type I staat in contact met, communiceert of heeft een relatie met een SP. Type II staat niet direcht in contact met een SP, maar wordt er op een of andere manier aan herinnerd. Type III  heeft contact met een ingebeelde SP en Type A staat in nauw contact met een SP, via familie- of huwelijksbanden. (L. Ron Hubbard. 1989. pp128-132)

[37] "Met statistieken worden aantallen dingen, het meten van volume, alles met betrekking tot te tijd, bedoeld. [...] Het tekenen en aflezen van grafieken is dus een vitale noodzaak bij het besturen van een organisatie, afdeling of persoon en het toepassen van conditieformules erop." (L. Ron. Hubbard. 1989. p.39).

[38] Het bedrag van $500.000 wordt verklaard doordat Armstrong in een andere rechtszaak $800.000 had ontvangen van Scientology, en in nog een andere rechtszaak reeds was veroordeeld $300.000 te betalen aan Scientology. Om die reden bepaalde de rechter in de rechtszaak van 2002 het bedrag op $500.000.

[39] Robert Vaughn Young was 21 jaar lang lid van Scientology en onder andere woordvoerder van de Public Relations afdeling van de kerk van Scientology.

[40] <news://alt.religion.scientology>

[41] <http://www.xenu.net/archive/WIR/>

[42] De naam 'Cancelpoodle' vormt een variant op 'Cancelmoose', iemand die in nieuwsgroepen spam verwijdert en wel algemeen aanvaard wordt, ondermeer omdat deze de desbetreffende berichten in een andere nieuwsgroep plaatst.

[43] <http://www.xs4all.nl/~kspaink>

[44] (DataWeb B.V.; Stichting XS4ALL; Stichting De Digitale Stad; Cistron Internet Services B.V. I.O.; Internet Access Eindhoven B.V.; Euronet Internet Inc.; Planet Internet B,V.; B-Art Noord Nederland        B.V.; Wirehub! Internet B.V.; Stichting Internet Access; Stichting Telebyte; B-Art Midden Nederland B.V. I.O.; Lunatech Research (Michael David Pentowski, Peter Firth Munro, Stefan Mark Arentz, Peter Alexander Kaas); Spirit Interactieve Diensten B.V. I.O.; N.V. Eneco; Rotterdams Dagblad B.V.; Gemeente Rotterdam (Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam); Metropolis Internet B.V

[45] Arrest van 4 September 2003; Cassatiedagvaarding 4 December 2003.

[46] 'Farm-linking' maakt in feite gebruik van het specifieke algoritme dat aan de basis ligt van de software van google zoekmachine: "The PageRank system has long been a target for abuse by devious webmasters desperate for a high listing on Google. In March last year, it was discovered that the Church of Scientology had created a mass of websites known as "link farms", many consisting of nothing but links and duplicated data, in a bid to ensure their website, Scientology.org, scored as the top website." (Herald Sun. 2003-06-29).

[47] Een project van de 'Electronic Frontier Foundation' samen met de universiteiten van Harvard, Stanford, Berkeley en San Francisco. Voor de verschillende brievan die aan deze site werden doorgestuurd zie <http://www.chillingeffects.org/dmca512/notice.cgi>

[48] <reformscientology.org>; <reformscientology.com>; <reformscientology.net>; <reform-scientology.org>; <reform-scientology.com>; <reform-scientology.net>