Schouwburgleven en culturele collaboratie in Gent tijdens de Tweede Wereldoorlog. (Karel Vanhaesebrouck)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

WOORD VOORAF

 

Deze verhandeling behandelt op beknopte wijze het Gentse schouwburgleven tijdens de periode 1940-'45.  Bij het archiefwerk en het schrijven van dit werk hebben veel mensen mij hun hulp verleend.  Mijn oprechte dank gaat in de eerste plaats uit naar Prof. Dr. J. Van Schoor.  Niet alleen stelde hij mij in staat zes maanden door te brengen in Parijs als student theaterwetenschappen, maar hij stimuleerde mij ook met zijn advies en begeleiding en hij wees mij waar nodig op nieuwe denkpistes.  Ook aan Dhr. H. Van De Vijver ben ik een woord van dank verschuldigd.  Hij stelde mij de interviews die hij voor de toenmalige BRT maakte, ter beschikking en gaf mij meerdere malen zeer gewaardeerde raad.  Daarnaast gaat mijn dank uit naar Dhr. C. Van Louwe en Dhr. E. Verhoeyen die mij op enkele interessante bronnen wezen.  Daarenboven stelde Dhr. Verhoeyen enkele Duitse documenten uit zijn persoonlijk archief ter beschikking.  Ook Maarten Demetter en mijn vader verdienen een pluim voor het nauwgezette verbeterwerk.  Het personeel van het Gentse stadsarchief, dat mij de programmaboekjes van de KNS, de Opera en de Gezellen van 's Gravensteen ter beschikking stelde, ben ik eveneens dank verschuldigd.  Ten slotte gaat mijn dank uit naar Lynn zonder wiens hulp er van dit alles geen sprake was geweest.

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende