De visie van reizigers op Brabant en Mechelen (1701-1800). (Thomas De Wolf)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

D. ORIGINALITEIT

 

D.1 Inleiding

 

Dit hoofdstuk tracht te onderzoeken in welke mate reisverhalen origineel waren. De reizigers lazen vaak reisgidsen zoals “Délices de Brabant”, “Délices des Pays-Bas”, “Guide de Flandre et de Hollande”, boekjes die hen inlichten over de voornaamste kunstwerken zoals “Descriptions des principaux ouvrages de peinture et sculpture...”, “Descriptions de tableaux, sculptures... de la ville de Bruxelles” of volledige werken over een stad zoals “Description de la ville de Bruxelles...”. Maar wat wordt er vooral overgenomen? Nemen schrijvers ook persoonlijke meningen over of blijft het bij overname van beschrijvende elementen? Zijn er veel gelijkenissen merkbaar tussen reisverhalen uit eenzelfde taal?

Om dit te onderzoeken en voor de lezer duidelijk te maken, volgen hierna enkele van de opvallendste en meest in het oog springende gelijkenissen in de onderzochte reisverhalen. De fragmenten werden gerangschikt volgens onderwerp. Om niet steeds dezelfde voetnoten te moeten herhalen, werden in de tekst namen in het vet gezet, samen met de paginavermelding van het geciteerde, die verwijzen naar de bibliografie. Verder is er een vermelding van de verhaalelementen die vaak terugkeren in reisverhalen en een weergave van enkele citeringen en verwijzingen. Tenslotte is er achteraan een besluit te vinden.

 

 

D.2. Fragmenten en gelijkenissen

 

Over het uitzicht van Antwerpen

 

De Cantillon, III, p. 15 + 16

 

...buiten deze haven zyn er nog agt voorname graften dewelke ook ingang verschaffen aan de scheepen in de stad. De voortreffelykste van deze is die welke grensd aan het huis der oosterlingen.

Honderd scheepen konden aldaar gemaklyk in de lengte ankeren. De stad heeft de gestalte van een gespannen boog, waar van de strand den boog is; zy is omtrent zeventien mylen van de zee verwydert, negen mylen van ghend en even zo veel van Brussel met dewelke zy zamengevoegt is doot een canaal die te zaamen vloeit in den rupel en zich in de schelde digt by Willebroek...

 

...na by de schelde is de stad omçingeld met dyken langs agt poorten met voordagt gemaakt om de vervoering der koopmanschappen niet te beletten. Het land is van ter zyde bedekt met zeer verheven schansen voorzien met diepe graften dewelke vol water en 40 a 50 voeten breed zyn. In de omtrek ziet men over al pragtige gebouwen zo geestelyke als waereldlsche zeer schoone huizen, twee hondert en twaalf straaten, twee en twintig openbaare plaatzen, meer als vier en ’t zeventig bruggen, zeven voorname poorten, naar de dorische bouwkunde en van schoone steenen opgemetzeld...

 

Derival, deel II, p. 428-432

 

…Huits canaux principaux établissent la communication du port avec la ville oú les vaisseaux qui abordent dans le Port peuvent entrer par le moyen de ces canaux. Le canal qui about it à la maison des Osterlings peut contenir cent vaisseaux. On y compte 212 rues, 22 places publiques, plus de 74 ponts…

 

Coyer, deel II, p. 228

 

…Cette ville a la figure d’ un arc, l’ escaut en fait la corde; son port est tres beau et fort commode. Les plus gros vasseaux peuvent y remonter tant le fleuve est large et profond. Et huit canaux principaux leur livrent l’ entrée dans la ville…

 

Christyn, deel I, p. 262

 

…Elle (Antwerpen) a deux cents douze rues, vingt-deux places publiques, des maisons propres et magnifiques et desédifices sacrés et profanes d’ une beaute merveilleuse…

 

Anot, p. 44

…Cette ville a deux cent douze rues et vingt deux places…

 

Bevolkingsaantal van Antwerpen

 

Christyn, Deel I , p. 219

 

…On y comptait avant l’an 1550 deux cent mille habitants…

 

Derival, deel II, p. 430

 

… Sa population est actuellement un peu moins que le tiers de ce qu’il étoit en 1550, qu’on l’évaluoit à plus de 200.000 ames…

 

Burney, Deel I, p. 29

 

Bevolking Antwerpen vroeger: 200.000 inw. nu: 20.000

 

Het Leuvense studentenaantal

 

De Cantillon, Deel I, p. 74

 

...tegenwoordig word het getal der inwoonders slegs op 12 duizend menschen of daaromtrent begroot, waar onder begrepen worden twee duizend studenten, zynde de helft minder dan ten tyde van Justus Lipsius...

 

Christyn, deel I, p. 235

 

…On y compte à present qu’ environ 12000 habitans, parmi lesquels il y a pres de 2000 étudiants, autrefois il y en avoit beaucoup advantage, car le celebre Juste Lipsius, qui y vivoit au commencement du siècle précedent, rapporte qui l’ y en avoit plus de 4000…

 

Burney, Deel I, p. 61

 

…at present the number of students is said to amount to upwards of two thousand…

 

Reize, Deel II, p. 68

Studentenaantal: 2000

 

Het verhaal over de Leuvense bloei in de 14de eeuw

 

De Cantillon, Deel I, p. 73

 

...zo ook al deze stad, een eeuw te vooren, in haar bloeijenden staat en in rykdom, niet alle andere steeden van Brabant overtroffen heeft... onder Joannes den III waren de laken fabrieken zo menigvuldig, dat men daar by de 4000 fabriekeurs rekende te zyn, en meer dan 150 duizend handwerklieden. Op het uur wanneer deze handwerklieden uitscheidden met werken, werd tot een kenteken daar van de groote klok geluid, op dat elk daar door gewaarschouwd mogt worden, om zyne kinderen van de straaten te neemen uit vreese dat zy niet onder het geloop van dit handwerksvolk mogten weg geraaken, of een ongeluk krygen...

 

Christyn, Deel I, p.236

 

…Louvain étoit autrefois la plus grande la plus riche et la plus marchande de tout le pays. Son principale commerce consistant en draps et en laines, étoit si florissant qu’ on y a vu au commencement du quatorzième siècle, sous Jean III, plus de quatre mille maisons de drapiers et plus de cent cinquante mille ouvriers…

 

Derival, Deel II, p. 204

 

...Au milieu du 14-ième siècle, Louvain comtoit parmi ses habitans 150.000 ouvriers qui occupoient 4000 fabriques de draps. Mon hôte m’a dit avoir lu dans les anciennes annals de cette ville, que lorsque cette multitude d’ouvriers revenoit l’ on sonnoit la grosse cloche pour que les mères retirassent des rues leurs enfants de crainte qu’ils fussent étouffés dans la foule…

 

Ook te vinden in:

 

Forster, Deel I, p. 455-456

Reize, Deel II, p. 68

Brieven, p.143

 

De aandacht voor het getal 7 als het gaat om Brussel

 

De Cantillon, Deel I, p. 15

 

...Men bespeurt aldaar, (ik weet niet uyt welke een yver) een geneegentheid voor het zeven getal. Dezelve had in de eerste tyden, zeven onderscheide heeren welk haar alle te gelyk regeerde. Zeven kasteelen, die zy elk afzonderlyk in bezit naamen. Zeven roomsch burgermeesterlyke familien, zeven parochien, ... zeven openbaare plaatzen... zeven poorten...

 

Christyn, Deel I, p. 193

 

…Il semble que des le commencement on ait arreté sur un meme nombre tout ce qui depend de cette ville. Car au rapport du fameux historien Erice Puteanus, tout est septenaire a Bruxelles. Elle eut anciennement sept différents seigneurs à la fois, qui avoient chacun leur château et produisirent les sept familles patriciennes…il y sept grandes places, … les portes sont pareillement au nombre de sept…

 

Coyer, Deel II, p. 224

 

…Ceux qui attachent du mystère au nombre de sept, doivent l’ admirer dans Bruxelles. On y remarques 7 grandes portes, 7 grandes places, 7 familles distinguées par leur haute noblesse et leurs privilèges, 7 assesseurs ouechevins de la magistrature et 7 églises principales…

 

Cayley, p. 59 – 60, 66

…They seem at Brussels, to be as fond of the number seven as myself. There are seven public fountains, seven large houses…

 

Le guide de Flandre, p. 147- 148

 

… On y remarques 7 grandes portes, 7 grandes places, 7 familles distinguées par leur haute noblesse et leurs privilèges, 7 assesseurs ouechevins de la magistrature et 7 églises principales…

 

Het begijnhof te Brussel

 

Christyn, Deel I, p. 212

 

…Le grand Béguinage ressemble à une petite ville; il est entouré de murailles, avec un fossé. On y voit plusieurs belles rues; oú chaque beguine a sa demeure; leur nombre est de 7 à 800 et quelquefois plus; chacune y gouverne son bien; elles font voeu de chasteté pour le temps de leur demeure et en quittant la maison elles peuvent se marier. Elles sont gouvernées par quatre supérieures qu’ elles choisisent de leur corps…

 

Coyer, Deel II, p. 227 – 228

 

…Le plus grand Béguinage ressemble à une petite ville, entouré de murailles, avec un fosse et plusieurs belles rues, où chaque béguins a sa demeure. Là sept à huit cent filles et quelquesfois plus s’ occupent à différens ouvrage qu’elles vendent pour leur compte…

 

De landprijs in de omgeving te Brussel:

 

Peckham, p. 108

 

…The country round Brussel is most delightful to the eye, and extremely profitable to the possessor; for the land within ten miles of the city, fells at forty years purchase, and lets in general for three pounds sterling per acre…

 

Samuel Ireland, p.90

 

…Brussel stands on the brow of an easy ascent with every advantage of scenery, that a variegated country, well fertilized and watered, can produce. The beauties of its situation cannot be better ascertained than from the price of the land within ten miles, which, I am told, sells for forty years purchase…

 

Er is een vergelijkenis te maken tussen Th. Abbé Mann, Derival en Reize:

 

Mann, p. 137

…Il a peu de villes en Europe mieux situées que Bruxelles pour le commerce de la librairie. Ses imprimeurs pourroient facilement s’ emparer d’ une bonne partie du commerce des livres que font la Hollande, la France et l’ Angleterre, s’ ils étoient plus entreprenans ou plus unis entre eux. Il y a peu de branches de commerce qui soient plus lucratives, quand les ouvrages réusissent et en tout cas il leur reste les moyens de l’ échange et du rabais. Un imprimeur de Bruxelles peut facilement placer dans le seuls Pays-Bas Autrichiens une édition de 12 à 15 cens exemplaires; et quand aux ouvrages récherches, il est souvent dans le cas de les imprimer. Toutes les brochures et tous ces écrits éphémères, qui survivent peu a leur naissance, sont enlevé avec une rapidite étonnante, surtout s’ ils ont rapport à l’ évenement du moment. Si un livre fait quelque sensation à Paris, chacun cherche ici a se le procurer. Les bons livres sur des sujets solides, se vendent, mais bien plus lentement…

 

Reize, p. 110-111

 

...Er zijn weinig steden in Europa die beter voor den boekhandel geleegen zijn dan Brussel. Deszelfs boekverkoopers zouden zig voor ’t grootste gedeelte meester kunnen maken van den uitgestrekten boekhandel, door den toevoer uit Holland, Vrankrijk en Engeland, indien zij slegts meer den geest van onderneming bezaten of eensgezinder onder elkander waren.

Onder alle takken van koophandel is er geen die meer voordeel brengt dan deeze, wanneer de uitgegeven werken wel slagen; in allen gevallen blijft den handelaar de verwisseling en de winst over van elk boek ’t welk hij debiteert.

Een boekverkooper te Brussel kan, in de Oostenrijkse Nederlanden alleen, gemaklijk eene oplage doen van twaalf of vijftienhonderd exemplaaren, en wanneer het gezogte werken zijn, heeft dikwijls het geval van herdrukken plaats...

 

Derival, Deel I, letter XXIII p.232

 

...Il n’ y pas de ville en Europe mieux située que Bruxelles pour le commerce de librairie. Elle pourroit, si les imprimeurs étoient plus unis entre eux qu’ ils ne le sont, s’ emparer de presque tout le commerce de livres que font la Hollande, la France et l’ Angleterre...

 

Er is een vergelijking te maken tussen Coyer en Guide de Flandre

 

Coyer, Deel II, p. 224-227

 

…La flandre qui a des Chapitres de chanonesses, où des Filles de condition, sans se lier par des voeux peuvent attendre un établissement dans le monde, a aussi des béguinages, dans le meme esprit, pour la bourgeoisie. Bruxelles en a deux; le plus grand… où sept à huit cents filles et quelques fois plus, s’occupent à difféents ouvrages qu’elles vendent pour leur compte…

 

Guide de Flandre, p. 149 - 151

 

…La flandre qui a des Chapitres de chanonesses, pour les Filles de condition a aussi des béguinages, dans le meme esprit, pour la bourgeoisie. Bruxelles en a deux; le plus grand… où plus de huit cents filles et quelques fois plus, qui s’occupent à difféents ouvrages qu’elles vendent pour leur compte…

 

Verhalen die vaak terugkeren:

 

Het verhaal van de joden en de roof van heilige hosties vinden we terug bij:

 

De Cantillon, Deel II, p. 20 – 21

 

...de geheiligde hostien dewelke een nieuw bekeerde jood genaamt Jean de Louvain heimelyk had wechgenoomen uit den tabernakel der parochiale kerk van St. Catherine door de verleiding van een andere fielt van zyn natie genaamt Jonathas, inwoonder van enghien, een ryk man deszelfs woekeren nog te booven ging...

 

Christyn, Deel I, p. 205

 

...le sacrilege énorme fut commis de temps de Wenceslas, l’ an 1369. Un juif fort riche, nomme Jonathas, habitant d’ Enghien, gagna, par argent un autre juif nomme Jean de Louvain, qui s’ étoit fait chrétien. Pour lui livrer quelques hosties consacrées. Après s’ être arrêté en plusieurs églises il jugea celle de St. Catherine la plus commode pour favoriser son enterprise. Ce juif y étant entre la nuit, brisa le tabernacle…

 

Anot p. 15

 

Het verhaal van de schilder Floris en de dochter van Quinten Matsys:

 

Floris wilde een schildersdochter huwen, maar moest daarvoor eerst zijn schilderskunsten bewijzen. Op het schilderij “De val der engelen” schilderde hij een kleine vlieg die zo levensecht leek, dat de vader van de bruid dacht dat het een echte vlieg was.

 

Peckham, p.98

 

Coyer, Deel I, p. 230

 

Samuel Ireland, p. 21-22

 

James Edward Smith, p. 42

 

Anot, p. 44-45

 

Het verhaal van John Daens:

 

Het verhaal wordt verteld om de vroegere rijkdom van Antwerpen te bewijzen. Ene John Daens zou een miljoen goudstukken aan Karel V geleend hebben voor diens oorlog in Hongarije. Daarna gaf de heer Daens een ongezien feest voor de vorst waarbij hij de schuldbrief verbrandde.

 

Peckham, p. 96

 

Samuel I, p. 2

 

Het zich beroepen op een uitspraak of werk van eerdere auteurs met verwijzingen, citaten, of vermelding van een bepaald werk:

 

J. E. Smith verwijst naar Samuel Ireland (p. 46-47)

De Feller citeert uit Délices des Pays-Bas (p. 165)

De Feller verwijst naar de Délices des Pays-Bas (p. 357)

De Feller gebruikt werken van Descamps, zijnde “Voyage pittoresque de la Flandre et du Brabant...” (p. 166 + 533)

Miranda leest Bentivoglio’s “Della guerra di Flandria” (p. 170)

Burney verwijst naar Guicciardini (p. 28)

Breval verwijst naar Guicciardini

Derival vermeldt kritiek op toeristische gidsen zoals “Descriptions des principaux ouvrages de peinture et sculpture actuellement existans dans les églises, couvents et lieux publics de la ville d’Anvers” (p. 396 Deel III)

Derival citeert Robertson W., “Oeuvres complètes. Histoire de Charles-Quint” (Deel IV, p. 246)

Derival gebruikt voetnoten voor Guicciardini “Description de tout le Pays-Bas” (Deel III, p; 3 – 7) ; voor de Nény “Mémoires historiques et politiques” (Deel IV, p. 255)

 

Derival haalt zijn politieke, administratieve en territoriale informatie bij de Nény.

 

De Nény, p. 238-246

 

…l’ Université a quarante deux colleges, dont un est destiné particulièrement pour les humanités, et quatre pour la philosophie, la théologie, le droit , la médecine et les mathématiques s’enseignent aux halles, édifice spacieux qui appartenoit anciennement au corps des drapiers...

Les professeurs de l’ université sont au nombre de 58, savoir huit pour la théologie, six pour le droit canon, sept pour le droit civil, un pour le droit public, dont le chaire vaque depuis trois ans, huit pour la médecine, seize pour la philosophie, un pour les mathématiques, un pour la philosophie morale, un pour l’éloquence…

 

Derival, Deel II, Letter XVI, p.331-348

 

Idem

 

Ook haalde Derival informatie bij De Nény over de administratie van het recht:

De Nény: Chapitre XXII, p. 114-152 , de grote raad, de raad van Brabant (119-123)

Chapitre XXIV, over de staten van de provicies: staten van Brabant p. 154-165 over de provincie Mechelen (p. 214-216), de terres franches (p. 218-220)

 

James Shaw beroept zich opeen uitspraak van Bentivoglio om het karakter van de Zuid-Nederlander te schetsen:

 

Bentivoglio, p. 12

 

…les habitans y sont d’ une haute taille, remarquables par la blancheur de leur teint, et plus encore par la candeur de leur caractère. Ils aiment le commerce; naturellement bons et faciles, ils ne souffrent cependant pas qu on leur manque: il n’ est peut être pas de peuple qui porte si loin le ressentiment des injurés et l’ ardeur de la vengeance…

 

James Shaw, p. 133

 

…La bonne foi et la sincerité sont remarquées depuis longtems faire partie du caractère de la nation et l’ amour pour la liberté. Quoique le luxe ait fait de grande progress dans ces provinces, l’ ancienne frugalité s’ y retrouve encore. Les fortunes acquisés par le commerce n’ y ont pas été dissipées et ont été transmises aux descendans de ceux qui les ont faites. On y voit regner le bon ordre, la tranquillité, la sobrieté, des loix sages et une bonne police. Le repos général est rarement troublé par des actes de violence, les grands crimes sont rares; il y regne une heureuse égalité; aucune classe d’ hommes n’ est méprisée. Le paysan est estimé dans son état et les nobles sont respectés sans avoir le pouvoir d’ opprimer leurs inférieurs…

 

Titelpagina van een reisgids in: Christyn (J.B.), “Les délices des Pays-Bas”, Liége, 1786

 

D.3. Besluit

 

Het valt op dat vele schrijvers hun informatie halen uit populaire reisgidsen als “Délices de Pays-Bas” van J.B. Christyn en “Délices de Brabant” van F. De Cantillon. Reisverhalen bevatten soms ook een sterk inhoudelijke verwantschap. Verhalen over mirakels, levens van schilders, stadslegendes etc. vinden we vaak terug in verschillende reisverhalen en hierbij putte men vooral uit de bekende reisgidsen. Het is ook niet uit te sluiten dat populaire verhalen verteld werden door herbergiers, geestelijken of koetsiers, wiens verhalen via de reizigers als element van sensatie in hun reisverhaal doordrongen.

Reizigers gingen vooral voor beschrijvingen van kunstwerken ten rade bij populaire werken zoals Descriptions des principaux ouvrages de peinture et sculpture...”, “Descriptions de tableaux, sculptures... de la ville de Bruxelles” en bij andere reizigers die voornamelijk naar de Oostenrijkse Nederlanden waren gekomen om de kunstproductie te bespreken. Een veelgebruikt kunstcriticus was Descamps. Ook om politieke, administratieve of bestuurlijke informatie te bekomen gingen reizigers te rade bij anderen. Het beste voorbeeld hierbij was Derival die de Nény op tijd en stond raadpleegde. Tenslotte zijn ook stadsbeschrijvingen een dankbaar onderwerp voor overname. Dit alles is natuurlijk niet zo erg, want het droeg bij tot een correcter reisverhaal. Het ging slechts om beschrijvingen, populaire weetjes en institutionele informatie. De eigen perceptie en ideeën kwamen hierbij niet in het gedrang.

Maar sommige reizigers ontbrak het ook aan een eigen persoonlijk oordeel. Voornamelijk beschouwingen over het karakter en de mentaliteit van de inwoners worden overgenomen. Zo ging Shaw James bijvoorbeeld te rade bij Bentivoglio om het karakter te schetsen van de Zuid-Nederlander. Blijkbaar hadden schrijvers die een korte tijd in het buitenland verbleven, toch wel moeite om zelf een karakterschets te formuleren. En het gevaar bestaat er in dat hier de reizigers door de bril van vijftiende- en zestiende- eeuwse grootheid gaan kijken. Toch vinden we zulke voorbeelden minder snel terug. De bestudeerde reizigers geven de indruk dat ze zeker hun eigen mening hadden en hun eigen mening opschreven. Er is een verschil tussen de reisbeschrijvingen, die veelal overgenomen zijn, en reisopmerkingen, die veelal origineel zijn.

De overnames gebeuren tussen reisverhalen uit eenzelfde taal. Vooral Engelse en Franse reizigers lijken zich eraan te bezondigen. Peckham, Samuel Ireland, J.E. Smith, Burney, Derival, Coyer, Anot... nemen vaak zaken over uit andere werken. Van Samuel Ireland werd zelfs in zijn eigen tijd afgevraagd of hij wel buiten Engeland geweest was. Duitse reisverhalen tonen veel minder gelijkenissen qua opbouw en thema’s dan de Engelse en Franse. De Duitse reisverhalen zijn meer filosofisch en bevatten daardoor een meer persoonlijke kijk op de wereld. De Hollandse reisverhalen zijn meer persoonlijke indrukken van een gemeenschappelijke groep: de patriotten, en vertonen daarom soms inhoudelijk dezelfde gedachtegangen. Thomas abbé Mann bleek een populair werk te zijn voor de schrijvers van Hollandse reisverhalen. Er werd ook heel weinig geciteerd in de reisverhalen. Het is duidelijk dat er meer werd overgenomen dan geciteerd. Voor de eigen tijd werden ook meningen geciteerd van schrijvers die vaak eeuwen vroeger leefden. Bentivoglio en Guicciardini zijn hierbij de populairste.

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende