Twintig jaar Raamtheater. Een zoektocht naar de geschiedenis van een theater (1978-1998). (Gertie Brouwers)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

INLEIDING

 

Het Raamtheater werd officieel opgericht in 1978 en heeft een hele evolutie achter de rug. Zijn bestaan verliep niet altijd zonder problemen, maar het heeft stand gehouden: het heeft ondertussen immers zijn twintigste verjaardag gevierd.

Precies door dit twintigjarig bestaan van het Raamtheater en tevens de oppensioenstelling van Walter Tillemans, die toch bijna onlosmakelijk met dit theater verbonden was, kon deze verhandeling in een afgelijnde periode geplaatst worden.

 

Vooraf een kleine verduidelijking over de schrijfwijze van het Raamtheater / RaamTeater. In 1977 werd de vereniging zonder winstoogmerk (vzw) Raamtheater gesticht, die na een mislukte fusie-operatie met BENT (onder de gemeenschappelijke naam Ensemble) in 1983 werd ontbonden. In 1984 werd de vzw Nieuw Ensemble Raamteater opgericht, in de praktijk als RaamTeater geschreven, die tot op heden bestaat.

Wanneer we over het ‘eerste’ Raamtheater schrijven gebruiken we de aanvankelijke spelling: Raamtheater. Wanneer we het hebben over het ‘tweede’ (Nieuw Ensemble) RaamTeater, gebruiken we de toenmalige progressieve spelling: RaamTeater. Wanneer we spreken over het Raamtheater in zijn totaliteit (met name Raamtheater en Nieuw Ensemble RaamTeater samen) gebruiken we de huidige officiële spelling: Raamtheater.

 

Een groot deel van de geschiedschrijving van een theater hangt af van de beschikbare bronnen. Vooreerst werd er vooral gewerkt aan de hand van archiefstukken en persmappen. Er werd eveneens gekeken naar de subsidies van het Raamtheater en naar de eventuele evolutie op dit vlak.

De geschiedenis van een theater wordt tevens gemaakt door de mensen die ermee verbonden zijn: de medewerkers. Dit zijn zowel de acteurs, de regisseurs, de scenografen, de technici, de beleidsmensen en het administratief personeel. Er werd gepoogd met deze bevoorrechte getuigen ook rekening te houden.

Een voordeel, of misschien wel een nadeel, van een ‘recente’ geschiedenis te schrijven is dat je niet enkel aan de hand van droge archiefstukken een geschiedenis moet reconstrueren, maar dat er onder meer nog bevoorrechte getuigen zijn, die alles hebben meegemaakt, en het nog kunnen navertellen. Een voordeel, omdat dit alleen maar verrijkend kan zijn voor het verhaal, en het zo ook vollediger wordt. Een nadeel, omdat de beschikbare tijd van actieve mensen er beperkt is. Om deze reden werd er gekozen om te werken met vragenlijsten in plaats van persoonlijke interviews. Op deze manier kon er een groter aantal getuigen bereikt worden in een kortere tijdspanne. Aan iedereen werden dezelfde vragen gesteld, om de antwoorden makkelijker te kunnen vergelijken.

Wat nog een ander nadeel zou kunnen zijn, is dat een getuigenissenrelaas zeer subjectief is, en dit vooral wanneer het om theater gaat en persoonlijke voorkeuren. Een nadeel ook, omdat een herinnering in dit geval vaak kan samenhangen met het persoonlijke succes van de acteur, actrice, regisseur, scenograaf, enz., met betrekking tot een bepaalde voorstelling. Het menselijk geheugen is immers onderhevig aan zowel erosie, als aan verkleuring door de tijd.

 

Om een duidelijker beeld te krijgen van de verschillende opvoeringen van het Raamtheater werden er recensies in de kranten nagegaan. Er werd getracht om steeds minimum drie kranten te raadplegen om zo een sfeerbeeld te creëren. Het onderzoekswerk is opgenomen in een bijlage.

Tevens werd er in die bijlage een repertoire-overzicht opgenomen met vermelding per seizoen van elke opvoering: de titel, de auteur van het stuk, de vertaler en de regisseur, evenals de voornaamste acteurs en de premièredatum.

 

Een theater kan natuurlijk ook niet zonder publiek. Om hier een beeld van te krijgen kan onder meer het aantal bezoekers nagegaan worden. Wat hierbij evenwel voor ogen gehouden moet worden, is dat de zaalcapaciteit van het Raamtheater niet altijd dezelfde is geweest. Het Raamtheater is in zijn twintigjarige carrière reeds een paar keer van locatie veranderd. Vanaf 1986 werd er op twee verschillende plateaus gespeeld, en in de periode 1991-1994 zelfs op vier verschillende locaties, alle met een zeer verschillend aantal zitplaatsen.

 

Het Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven (AMVC) te Antwerpen bezit een ruime documentatie over het Vlaamse theater in het algemeen, en over het Raamtheater in het bijzonder. De algemene informatie over het Raamtheater is verdeeld over drie fondsen, die overeenstemmen met drie periodes van het Raamtheater. Dit zijn R 11, documenten van 1978-1984 voor het eerste Raamtheater, NN 21, documenten van het Nieuw Ensemble RaamTeater, voor de periodes 1984-1991, en 1994-99. De documenten van de periode 1991-1994 van het Ensemble KNS-RaamTeater zitten nog in de fondsen van de KNS, S 4685.

Voor deze periode is het echter moeilijk om de documenten te raadplegen in het AMVC, omdat deze afzonderlijke periode nog niet werd bijgewerkt. De mappen zijn niet systematisch aangelegd, zodat het onbegonnen werk is om de hele geschiedenis van de KNS na te pluizen, om daarin iets terug te vinden van de korte periode van het Ensemble KNS-RaamTeater. In één enkele map kan er namelijk net zo goed een document teruggevonden worden van het seizoen 1954-55 als van het seizoen 1997-98.[1]

 

Het archief van het RaamTeater zelf bevat tevens heel wat bruikbaar informatiemateriaal, maar jammer genoeg is het niet of nauwelijks geordend. Er is een poging gedaan om het materiaal dat gebruikt werd voor de verschillende producties bij te houden, zoals de tekstbrochures, de programmaboekjes en de repetitiefoto’s. Dit is slechts gedeeltelijk gelukt, vermits er toch een aantal stukken ontbreken die essentieel zijn voor de volledigheid van een archief.

De persmappen, met daarin krantenartikels en recensies over de gespeelde voorstellingen zijn tevens terug te vinden in het archief, maar ook deze zijn niet systematisch aangelegd. Hiervoor ontbreekt het nodige personeel. Er is niemand in het RaamTeater die expliciet de opdracht heeft gekregen om zich hiermee bezig te houden. Het bijhouden van het materiaal gebeurt spontaan.

 

Wanneer we bezig waren met het doorploeteren van de vele dozen materiaal, is het ganse archief verhuisd van de administratie en directie van het RaamTeater op de eerste verdieping, naar een eigen ruimte op de derde verdieping van de Lange Gasthuisstraat 26. Bij deze verhuis zijn nieuwe dozen aangekocht, en werden er enkele nieuwe aanwinsten bijgevoegd. Deze bestonden voornamelijk uit ontbrekende stukken die door de fusie met de KNS in de periode 1991-94 slechts in het archief van de KNS bewaard werden.

Het ontbreekt het RaamTeater in ieder geval niet aan goede wil om hun rijk verleden zo goed mogelijk voor het nageslacht te bewaren.

 

De bibliotheek van het Vlaams Theater Instituut (VTI) heeft een uitgebreide collectie boeken, tijdschriftartikels, krantenknipsels, video’s, foto’s en affiches over de podiumkunsten in Vlaanderen. Geknipt is een bundel krantenartikels die tweewekelijks door het VTI en het FEVECC wordt uitgegeven. Hierin worden een aantal krantenknipsels verzameld met opmerkelijke gebeurtenissen in verband met het theater in het algemeen. Deze krantenknipsels worden geselecteerd uit de knipselcollectie van het VTI.

 

Lopende tijdschriften over en voor theater en theaterwetenschappen zijn er in overvloed. Vermits het vooral de bedoeling was om een geschiedkundig overzicht te maken, werden de volgende tijdschriften grondig nagekeken:

De vraagstelling in deze verhandeling is divers: er wordt getracht om op verschillende vragen een mogelijk antwoord te formuleren.

Vooreerst zijn er de voor de hand liggende vragen waar in het eerste hoofdstuk op wordt ingegaan: wanneer het Raamtheater is opgericht, door wie, en ook wat de eventuele bedoeling was van de oprichters. Hoe evolueerde het daarna, hoe hield het stand, waar lagen de successen en tegenslagen. Met andere woorden: vragen omtrent de geschiedenis van het Raamtheater.

Het tweede hoofdstuk handelt over de subsidies van de Vlaamse Gemeenschap. Hoe werd het Raamtheater gesubsidiëerd, en met welke bedragen? Was het Raamtheater tevreden met deze subsidies, en hoe was het eventueel gesteld met andere erkende theaters?

In het derde hoofdstuk worden er enkele producties uit het repertoire van het Raamtheater van naderbij bekeken. Hierbij wordt tevens rekening gehouden met de pers. Hoe werden de voorstellingen beoordeeld in de Vlaamse geschreven pers, en hoe is dit te verzoenen met de opkomst van het publiek en het succes van een bepaald stuk?

In een nabeschouwing wordt er even ingegaan op de artistieke betekenis van het Raamtheater. Wat heeft het Raamtheater betekend? En heeft het Raamtheater na twintig jaar nog zin in een geëvolueerd theaterlandschap?

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

[1] AMVC: S 4685