Van Panne-strand tot de Zeewacht. Een blik op de evolutie van Oostende in de periode 1940-1980. (Brent Vantournhout)

 

home

lijst scripties

inhoud

vorige

volgende

 

 

HOOFDSTUK 7.

BIOGRAFIEËN VAN DE VOORNAAMSTE FIGUREN

 

1. JOURNALISTEN EN PERSONEN UIT DE PERSWERELD

 

In het laatste hoofdstuk willen we de geïnteresseerde lezer wat meer achtergrondinformatie geven over figuren die in dit werk besproken werden. Aangezien het om een persgeschiedenis gaat, willen we ook de nadruk leggen op figuren uit dit milieu. In eerste instantie selecteerden we journalisten en uitgevers die actief waren bij “De Zeewacht”. Vervolgens reconstrueerden we de biografieën van  de uitgevers van de belangrijkste ideologische tegenstanders van “De Zeewacht”. Tenslotte namen we de burgemeesters uit de afgelopen veertig jaar onder de loep. De namen werden per categorie alfabetisch geklasseerd.

 

DEGRAVE Henri Cornellus.

 

° Chippenham bij Bath 9 maart 1915 - + Oostende 31 december 1992.

Gehuwd in 1945 met Julia Moerman.

Beroep: drukker-uitgever, journalist.

Henri Degrave studeerde aan het Koninklijk Atheneum te Oostende. Hij werd lid van het Liberaal Jeugdverbond en werkte mee aan het tijdschrift “Groei” en aan de liberale “Gazet van Oostende” en “De Vrijheid”. In 1938 stond Degrave voor de eerste maal op de liberale lijst voor de gemeenteraadsverkiezingen. In 1939 trok hij naar Brussel om bij “Het Laatste Nieuws” te werken als ‘correcteur’ of proevenlezer. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd hij controleur bij het Ministerie van Ravitaillering. Na de oorlog werd hij correcteur bij “Het Brugsch Handelsblad” en richtte in Oostende “De Kustbode” op. Daarnaast drukte Degrave “De Wekker”, een plaatselijk blad in de streek van Nieuwpoort en “Het Centrum”, dat in de streek van Ieper werd verkocht[779]. Tussen 1953 en 1976 zetelde Degrave als gemeenteraadslid voor de liberale partij te Oostende. Daarna oefende hij gedurende één legislatuur de functie van O.C.M.W.-voorzitter uit[780].

 

ELLEBOUDT Alphonse Marie Joseph.

 

° Oostende, 6 februari 1864 - +Oostende, 8 juni 1948.

Zoon van Alphonse Emile Elleboudt en Louise De Smet.

Gehuwd te Brugge op 13 september 1892 met Louise Moulaert.

Beroep : drukker-uitgever, journalist.

Alphonse Elleboudt was de stichter van het katholieke weekblad “De Zeewacht”. Tussen 1920 en 1932 was hij schepen van Openbare Werken te Oostende en van 1932 tot 1948 zetelde hij als gemeenteraadslid. Alphonse voltooide zijn middelbare studies aan het Onze-Lieve-Vrouwecollege te Oostende en trok daarna naar het klein seminarie te Roeselare. Na zijn uitwijking naar Roubaix (Fra.) werkte hij mee aan de kranten “Journal de Roubaix” en “Le Figaro”. In 1889, na zijn terugkeer te Oostende, werd een nieuwe drukkerij opgericht, waar op 6 december 1896 het eerste nummer van “De Zeewacht” van de persen rolde. Alphonse Elleboudt en Louise Moulaert kregen zes kinderen: Robert, Charles, Fernande, Marie-Louise, André en Jeanne[781].

 

ELLEBOUDT Charles Theophile Joseph.

 

° Oostende, 1 mei 1897 - +Oostende, 2 december 1968.

Zoon van Alphonse Elleboudt en Louise Moulaert.

Gehuwd te Antwerpen op 29 september 1924 met Germaine Cammaerts.

Charles Elleboudt voltooide zijn middelbare studies aan het Onze-Lieve-Vrouwecollege te Oostende. Toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak werd hij naar Engeland gezonden waar hij zich aanbood bij het wervingsbureau van het Belgisch Leger. Na de oorlog trad hij in zijn vaders voetsporen en bouwde het familiebedrijf, de drukkerij ‘Unitas’, verder uit[782]. Bij zijn overlijden schreef de redactie van “De Zeewacht” over hem: “De h. Charles Elleboudt was nooit de man om zich op het voorplan te duwen. Nederigheid was een van zijn deugden. Zijn kalmte woog op tegen het meer spontane van zijn broeder de h. Robert Elleboudt en samen zorgden zij voor het noodzakelijke evenwicht in het bestuur van hun zaken[783].

 

 ELLEBOUDT Jacques Alphonse .

 

° Oostende, 20 juli 1925.

Zoon van Charles Elleboudt en Germaine Cammaerts.

Gehuwd te Oostende op 14 januari 1949 met Marie-Claire Ellleboudt.

Beroep: drukker-uitgever, journalist.

Jacques Elleboudt was van 1958 tot 1979 directeur-uitgever van “De Zeewacht”. Uit het huwelijk met Marie-Claire Elleboudt, derde dochter van Robert Elleboudt, werden drie kinderen geboren: Fabienne, Carole en Virginie. Jacques Elleboudt was erevoorzitter van de Spaanse Vriendenkring ‘Cervantes’ en gewezen ere-viceconsul van Spanje[784]. Vlak na de Tweede Wereldoorlog was hij ook directeur van het publiciteitsagentschap ‘Publito’[785].

 

ELLEBOUDT Jean Robert.

 

° Oostende, 27 juli 1931.

Zoon van Charles Elleboudt en Germaine Cammaerts.

Gehuwd te Kortrijk op 7 juni 1958 met Colette Buysschaert.

Beroep: drukker, werkzaam bij de N.V. Drukkerij Unitas.

Jean Elleboudt deed zijn middelbare studies aan het Onze-Lieve-Vrouwecollege te Oostende, waarna hij verder studeerde voor bedrijfsleider aan de Grafische School van Amsterdam. Van 1968 tot 1980 was hij mede-beheerder van de nv Drukkerij ‘Unitas’. Hij was voorzitter van de patroons drukkers van Oostende-Kust en bestuurslid van de Vereniging van Westvlaamse drukkers (Westgrafica)[786].

 

ELLEBOUDT Robert Theophile.

 

° Oostende, 29 maart 1894 - + Oostende, 29 december 1958.

Zoon van Alphonse Elleboudt en Louise Moulaert.

Gehuwd te Oostende op 29 oktober 1921 met Suzanne Quatannens.

Beroep: drukker, bestuurder van de drukkerij ‘N.V. Unitas’

Robert Elleboudt voltooide zijn middelbare studies aan het Onze-Lieve-Vrouwecollege te Oostende. Zijn hogere studies deed hij aan de handelshogeschool St.-Ignatius te Antwerpen, waar hij het diploma behaalde van licentiaat in handels- en consulaire wetenschappen. Kort daarop trok hij naar de Verenigde Staten waar hij werkte bij de firma ‘Burroughs’ te Detroit. Na de oorlogsjaren zette hij zich in voor de uitbreiding van de drukkerij ‘Unitas’. Bij de samensmelting met de drukkerij Boucherie in 1928 werd hij gedelegeerd bestuurder van ‘Unitas’[787].

 

HUILMAND Raymond Auguste Pierre. (pseudoniem Jo DEENSEN).

 

° Oostende, 27 mei 1926.

Zoon van August Huilmand en Esther Minnecré.

Gehuwd: ongehuwd.

Beroep: journalist.

Raymond ‘Ray’ Huilmand ging na zijn middelbare studies aan het eind van 1945 aan de slag bij het blad Zeevisscherij”, dat informatie verschafte over zeevaart en visserij. Het krantje moest echter de duimen leggen voor “Het Nieuw Visscherijblad” van Prosper Vandenberghe. In 1946 ging Huilmand aan de slag bij “De Zeewacht”, hoewel hij ook bijdragen leverde voor dagbladen als “De Nieuwe Standaard” en “Het Nieuws van de Dag”.

In 1972 werd Ray Huilmand aangesteld als hoofdredacteur van “De Zeewacht” ter vervanging van Eduard Lauwers, na een periode van 35 jaar als redacteur. Daarnaast was Huilmand actief als maritiem correspondent bij de Westvlaamse en Nationale Omroep. Tot in 1981 was hij kustcorrespondent voor B.R.T-West-Vlaanderen en verzorgde drie jaar lang muziekprogramma’s. Huilmand was bovendien erg actief in de muzieksector: hij had een eigen artiestenbureau en zelfs een platenfirma[788].

 

LANOYE Robert Rogerius.

 

° Oostende, 31 juli 1909 - + Oostende, 5 juli 1997.

Gehuwd te Oostende op 29 april 1935 met Augusta Degrave.

Beroep: publicist, uitgever-journalist.

Robert Lanoye richtte na de Tweede Wereldoorlog, samen met Maurice Verbeke, “Het Kustblad” op. Het blad richtte zich tegen de collaborateurs en streefde naar een zuivering in de administratie. Vooral “De Zeewacht” moest het daarbij ontgelden. Lanoye gaf ook het Franstalige blad “La Flandre Littorale” (later “La Flandre” en “Le Courrier du Littoral”) uit. In 1944 was Lanoye ook begonnen met de drukkerij ‘Erel’. In 1975 richtte hij ook nog het Franstalige blad “Le Courrier de Gand” op. Na het afscheid van Lanoye als uitgever, baatte zijn dochter Monique de drukkerij verder uit. In juni 1994 ging ‘Erel’ failliet[789].

 

LAUWERS Eduard Edgard.

 

° Oostende, 6 januari 1904 - + Oostende, 29 september 1977.

Gehuwd te Oostende op 8 september 1928 met Helena Helsmoortel.

Beroep: journalist.

Lauwers behaalde het diploma van licentiaat in de handels- en consulaire wetenschappen. In 1928 startte hij als journalist bij Alphonse Elleboudt en bleef tot in 1972 werkzaam bij “De Zeewacht”. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd hij verdacht van medewerking aan de gecensureerde krant “Panne-Strand”. Daarom werd hij na de oorlog geïnterneerd in het kamp van St. Kruis. Hij werd door de Krijgsraad van Brugge en later door het Krijgshof te Gent vrijgesproken[790]. Tot juni 1972 was hij hoofdredacteur bij “De Zeewacht”.

 

PIRSCH Edouard Charles Desiré Ghislain.

 

° Villers-la-Ville, 6 juni 1887 - + Elsene, 4 oktober 1964.

Zoon van Charles Pirsch en Leonie Minne.

Gehuwd te St.-Jans Molenbeek op 21 augustus 1911 met Jenny Françoise Clémentine Gailly.

Beroep: hotelhouder-industrieel, uitgever-journalist.

Op 21 maart 1921 startte Edouard Pirsch met de uitgave van een toeristische seizoenskrant nl. La Panne-plage, Journal de la Panne et de la Région[791]. Het redactielokaal van de krant bevond zich op de Zeedijk nr. 47. In oktober 1923 vestigde Pirsch zich in De Panne. Daarnaast was hij actief als industrieel en verkocht samen met Adhemar Lener bouwgronden. Pirsch baatte samen met Louise Marie Cornet, de echtgenote van Adhemar Lener, een hotel uit. In het hotel waren vier werknemers tewerkgesteld[792]. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Pirsch verplicht de uitgave van “La Panne-plage” te stoppen. Dit gebeurde wel, maar een nieuwe krant zag ondertussen het licht, nl. “Panne-Strand”. Dit weekblad verscheen als gecensureerde krant met de goedkeuring van de Duitse bezetter. In maart 1942 verliet Pirsch De Panne en vestigde zich in de Rue de la Ferme d’en Haut in Profondeville. Op 6 december 1945 werd Pirsch ingeschreven te St.-Gilles, wonende in de Rue d’Espagne 96. Op 30 augustus 1946 verliet hij St.-Gilles voor de gemeente Elsene en vestigde zich in de Chausée de Waterloo 618. In 1947 moest Pirsch zich verantwoorden voor de Krijgsraad van Brugge en voor het Krijgshof van Gent wegens de uitgave van een Duitsgezinde krant. De man werd veroordeeld wegens verklikking, maar werd vrijgesproken voor de uitgave van zijn Duitsgezinde krant. Vanaf 1954 tot aan zijn dood woonde hij in de Louis Lepoutrestraat te Elsene[793]. Op 17 april 1957 werd hij door het Hof van Beroep te Brussel in eer hersteld[794].  In Oostduinkerke kreeg hij een straat met zijn naam, nl. de Pirschlaan, voor zijn verdiensten in onroerende goederen.   

 

VANDENBERGHE Prosper Julianus.

 

° Oostende, 21 mei 1907 - + Brugge, 7 december 1984.

Gehuwd te Oostende met Magdalena Willems op 10 juli 1932; gescheiden op 13 juli 1938; hertrouwd met Simonna Bolline te Sint-Andries op 17 september 1946.

Beroep: bankbediende (1927), stadsbediende en onderwijzer (1928-1934), drukker-uitgever.

Pros Vandenberghe was als onderwijzer actief in de visserijmiddens. Aanvankelijk was hij Belgisch correspondent voor “Fishing News” en voor de Nederlandse “Visserijcourant”. In 1933 richtte hij een eigen vakblad op, nl. “Het Visscherijblad[795]. Het weekblad verscheen tot 3 april 1942, toen het door de Duitse bezetter verschijningsverbod kreeg opgelegd. In 1947 nam de echtgenote van Vandenberghe, Simonne Bolline “Het Nieuw Visserijblad” over. Zij effende de weg voor de terugkeer van Vandenberghe. In 1954 richtte hij vervolgens “Het Nieuwsblad van de Kust” op en het jaar daarop was hij de man achter het advertentieblad “Van de Week[796]. Vandenberghe was niet alleen journalist-uitgever, maar was ook actief in de politiek. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1958 stelde Vandenberghe zich kandidaat als lijstduwer op de lijst ‘Verenigde Oostendse Belangen’, een scheurlijst van de liberale partij. Hij werd echter niet verkozen. In 1981 werd “Het Nieuwsblad van de Kust” overgenomen door Roularta. Na zijn dood baatte zijn dochter Martine de drukkerij verder uit tot het in 1996 failliet werd verklaard[797].

 

2. LOKALE POLITICI

 

LOONES Honoré.

 

° Oostduinkerke, 22 april 1910.

Honoré Loones was tijdens de Tweede Wereldoorlog V.N.V.-burgemeester van  Oostduinkerke. In november 1943 werd hij door gouverneur Bulckaert voorgesteld  als nieuwe burgemeester van Oostende, ter vervanging van Albert Van Laere, maar dit gebeurde pas officieel in februari 1944. Na de bevrijding werd hij strafrechterlijk vervolgd[798]. Na zijn eerherstel in 1964 werd hij opnieuw burgemeester van Oostduinkerke[799].

 

PIERS Jan Leo Baptista[800].

 

° Oostende, 13 juni 1920 - + Oostende, 9 oktober 1998.

Zoon van Frans Piers en Eugenie Nierinck.

Gehuwd te Oostende op 26 september 1947 met Marguerite Sap.

Beroep: advocaat.

Jan Piers studeerde aan het Onze-Lieve-Vrouwecollege te Oostende en trok in 1939 naar de universiteit van Leuven. Hij werd er Doctor in de Rechten. Hij speelde een belangrijke rol bij de uitbouw van de nieuwe C.V.P. na de Tweede Wereldoorlog in het arrondissement Veurne-Oostende-Diksmuide. “Zijn aandacht en werking gaat naar de problemen die zich stellen met de middenstand, de visserij en het toerisme[801].  Bij de eerste naoorlogse verkiezingen van 17 februari 1946 werd hij verkozen tot gemeenteraadslid. Hij werd ook aangesteld tot provincieraadslid. In 1952 was hij de eerste katholieke schepen sinds 20 jaar die zijn intrede deed in het schepencollege en kreeg Burgerlijke Stand, Haven en Middenstand onder zijn bevoegdheid. In 1958 werd hij burgemeester aan het hoofd van een C.V.P.-B.S.P. coalitie. Het was 150 jaar geleden dat Oostende nog een katholieke burgemeester had. Bij de parlementsverkiezingen van 20 juni 1949 werd hij verkozen op de C.V.P.-kamerlijst. In 1958 werd Piers opnieuw verkozen voor de Kamer en in 1965 werd hij door zijn partij voorgedragen en verkozen op de Senaatslijst. In maart 1966 werd Piers opgenomen in de regering Vanden Boeynants-De Clercq als minister-staatssecretaris voor Openbaar Ambt en Toerisme. De val van de regering op 7 februari 1968 zette een punt achter Piers’ ministriële loopbaan. Hij bleef in de Senaat zetelen tot november 1971. Hoewel hij opnieuw verkozen was, kon Piers volgens de richtlijnen van zijn partij een nationaal mandaat niet langer combineren met een mandaat van burgemeester. Op 30 augustus 1980 nam hij als burgemeester afscheid van het politieke leven.

 

SERRUYS Henri.

 

° Oostende, 25 april 1888 - + Oostende, 25 januari 1952.

Beroep: ingenieur.

Henri Serruys studeerde in 1911 af aan de universiteit van Luik als burgerlijk ingenieur. In 1912 behaalde hij het diploma van burgerlijk elektrotechnisch ingenieur. Zijn politieke loopbaan begon in 1929 toen hij als liberaal provincieraadslid zetelde. Vanaf 1933 tot 1952 zetelde hij als gemeenteraadslid te Oostende. Na de afzetting van Eduard Moreaux, die gevlucht was voor het oorlogsgeweld, werd Serruys op 18 mei 1940 aangesteld als nieuwe burgemeester. Op 29 oktober 1941 werd hij afgezet door de Duitse bezetter en vervangen door V.N.V.-lid Albert Van Laere. Onmiddellijk na de bevrijding nam Serruys op 8 september 1944 zijn mandaat opnieuw in handen en bleef tot zijn overlijden in 1952 burgemeester van Oostende[802].

 

VANDENDRIESSCHE Louis.

 

° 16 april 1890 – + 9 februari 1972.

Beroep: hotelier.

Vandendriessche werd liberaal gemeenteraadslid in 1945. In 1946 werd hij tot schepen van sport en toerisme aangesteld. Na de dood van burgemeester Serruys in 1952, werd Vandendriessche op 23 juni 1952 benoemd tot de nieuwe burgemeester van Oostende. Na de gemeenteraadsverkiezingen van 1952 verloor Vandendriessche zijn burgemeesterssjerp aan Adolf Van Glabbeke. Een groep rond Vandendriessche scheurde zich echter af van de liberale partij. Vandendriessche werd uiteindelijk aangesteld tot gemeenteraadslid. In 1958 kwam hij op voor de lijst V.O.B., maar werd niet verkozen. Dit betekende het einde van zijn politieke loopbaan. Vandendriessche werkte zich op in de toeristische sector en baatte o.m. de hotels ‘Britannia’ en ‘Belle Vue’ uit[803]. In februari ’72 overleed hij: “Woensdag jl. heeft Oostende een grote burger verloren en wij een trouwe vriend toen de h. Louis Vandendriessche vrij onverwacht overleed. (…) Met de h.  Vandendriessche is een groot Oostendenaar, een groot mens, een gulden hart heen gegaan[804].

 

VAN GLABBEKE Adolf.

 

° Oostende, 9 augustus 1904 - + Zanzibar, 5 juli 1959.

Beroep: advocaat.

Van Glabbeke volgde zijn middelbare studies aan het Koninklijk Atheneum te Oostende. Hij studeerde verder aan de Université Libre de Bruxelles in de rechtsfaculteit en specialiseerde zich in het maritiem recht en financiële economie. In 1927-1928 reisde hij in dienst van de Belgische regering naar de Verenigde Staten, Canada en Centraal-Amerika. In 1927 werd hij privésecretaris van de minister van landsverdediging, in ‘ 32 plaatsvervangend en in ’36 effectief volksvertegenwoordiger en zou dit blijven tot 1959. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd hij door de Duitse bezetter geïnterneerd in de gevangenissen van Hoei, St.-Gillis, Gent en Brugge[805]. Hij werd na de bevrijding onmiddellijk opnieuw politiek actief. Opvallend was zijn radicalisme, niet alleen tegenover de collaboratie, maar ook tegenover diegenen die zich tijdens de bezetting in enige vorm van accommodatie hadden zoeken te schikken. In de regering Achille Van Acker I en II was hij respectievelijk minister van binnenlandse zaken (februari-juni 1945) en minister van justitie (augustus 1945-februari 1946)[806]. Hij werd nog eens minister van Openbare Werken in de regering Van Acker IV (april 1954-januari 1955), maar moest wegens nepotisme vroegtijdig opstappen. Na de gemeenteraadsverkiezingen van 12 oktober 1952 was hij bovendien verkozen tot burgemeester van Oostende. Hij bleef dit tot oktober 1958. Het jaar daarop overleed tijdens een missie in Zanzibar.  

 

VAN LAERE Albert.

 

° Stekene, 17 augustus 1895. 

Beroep: onderwijzer.

Van Laere voltooide zijn studies aan de Normaalschool te St.-Niklaas. Hij begon zijn loopbaan als onderwijzer te Kemzeke en fungeerde tussen 1920 en 1928 als Sectiehoofd aan het Rijksopvoedingsgesticht te Ruiselede. “Zijn groote menschenliefde loopt als een draad door gansch zijn leven; steeds sprong hij voor de arme, zwakke, hulpbehoevende volksgenoten in de bres[807]. In juni 1941 werd Van Laere lid van het V.N.V. en toonde zich zeer actief in deze organisatie. Op 31 oktober 1941 werd hij tot burgemeester van Oostende benoemd. Al snel kwam de burgemeester in conflict met zijn V.N.V.-schepenen. Op 21 juli 1943 trok Van Laere zich terug uit de politiek en vestigde zich in Berlaar. Op 6 september 1944 werd hij daar door de verzetsgroepering van de ‘Witte Brigade’ weggevoerd. De Krijgsraad van Brugge veroordeelde hem op 23 juni 1947 tot twee jaar celstraf wegens zijn V.N.V.-lidmaatschap, oorlogsburgemeesterschap van Oostende, colportage en poging tot oprichting van Groot-Oostende. In augustus 1948 kwam Van Laere vrij[808].

 

 

home

lijst scripties

inhoud

vorige

volgende

 


 


[779] “Gesprek met Henri Degrave: een vol en gevuld leven”. Tijdingen, 1991, 5, pp. 17-25.

[780] “Henri Degrave overleden”. Den Athenee, maart 1993, 3, p. 33.

[781] VAN HAVERBEKE (E.), op. cit., pp. 47-53.

[782] ibid., pp. 72-74.

[783] De Zeewacht, 06.12.1968, p. 1, a-c.

[784] VAN HAVERBEKE (E.), op. cit., pp. 87-88.

[785] DECAN (R.), Wie is wie in Vlaanderen, 1985-1989. Biografische encyclopedie. Brussel, BRD, 1989, p. 495.

[786] VAN HAVERBEKE (E.), op. cit., pp. 89-90.

[787] ibid., pp.68-71.

[788] HUILMAND (R.), “Ray Huilmand werd … Jo Deensen”. De Kinkhoren, 1998, 1, p. 7.

[789] “(Uitgeverij) Erel: verdwijnt de Courrier?” Tijdingen, XXI, februari 1994, 8, p. 26.

[790] Brief Auditeur-Generaal, 09.02.2001 (zie bijlage).

[791] Te kust en te kuur. Badplaatsen en kuuroorden in België, 16e –20e eeuw. Brussel, 1987, p. 279.

[792] Bevolkingsregister De Panne. (zie bijlage).

[793] Bevolkingsregister Elsene, 20.04.2001 (zie bijlage).

[794] Brief Auditeur-Generaal, 09.02.2001 (zie bijlage)

[795] Het Visserijblad, 28.12.1982, pp. 3-5.

[796] “Het dossier van het Oostends bedrukt papier deel 8. Alleen de sterksten (sluwsten) blijven over. De Stoeten Ostendenoare, III, januari 1978, 5, pp. 24-25.

[797] “Drukkerij Vandenberghe (bekend als ‘Drukkerij Nieuwsblad van de Kust’) legt de boeken neer op 30 december 1996. Het Visserijblad, LXIV, 1996, 2, p. 26.

[798] GUNST (P.), op. cit., p. 370.

[799] GUNST (P.), DE WEVER (B.), op. cit., p. 81.

[800] GAUS (H.), Politiek biografisch lexicon. Belgische ministers en staatssecretarissen, 1960-1980. Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 1998, pp. 887-890.

[801] De Zeewacht, 13.02.1959, p. 1, c-d.

[802] SCHEPENS (L.), De provincieraad van West-Vlaanderen, 1921-1978. Socio-politieke studie van een instelling en haar leden. Tielt, Lannoo, 1979, deel 2, pp. 360-361.

[803] RABAU (W.), op. cit., p. 367.

[804] De Zeewacht, 11.02.1972, p. 12, e-f.

[805] “A. Van Glabbeke. Oostends burgemeester, 1953-1958”. De Stoeten Ostendenoare, VI, mei 1981, 9, pp. 10-11.

[806] VANDEWEYER (L.), ”Adolf Van Glabbeke”. Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging, Tielt, Lannoo, 1998, pp. 1325-1326.

[807] Panne-Strand, 06.11.1941, p. 1, e-f.

[808] GUNST (P.), op. cit., pp. 374-375.