Daar komt de bruid…De nuptialiteit van Heist en Knokke 1700-1900. (Miet Desender)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

Hoofdstuk 5: Ritme van de huwelijkssluiting

 

In dit hoofdstuk willen we nagaan welke dagen en welke maanden de voorkeur genieten om in het huwelijksbootje te stappen. Zoals in het Ancien Régime kende de evolutie van de maandschommelingen in de 19de eeuw een eigen geritmeerd verloop. Het tijdstip van de huwelijkssluiting werd in grote mate gedetermineerd door de te volgen kerkelijke voorschriften en door sociaal-economische factoren.[52]

Omtrent het weekritme der huwelijken bestaan er verschillende opvattingen. Het trouwen op bepaalde dagen werd door het volksgeloof vaak geassocieerd met geluk en voorspoed. Toch zal blijken dat de keuze van de dag door wettelijke of administratieve regelingen wordt bepaald en minder door opvattingen over geluks- of ongeluksdagen.

Verder is het interessant om te bestuderen in hoeverre de beroepssituatie van de partners invloed heeft op de huwelijksdatum.

 

1. Methodologie

 

Bij het doornemen van een huwelijksakte is het eerste waardevol gegeven dat men tegenkomt het moment van de huwelijkssluiting. Zowel de dag als de maand worden in de marge duidelijk genoteerd. Het jaar is af te leiden uit het voorblad of volgt uit de tekst.

Op zich was het overnemen van deze gegevens op steekkaart geen moeilijkheid. De vervelendste hinderpaal der tijdrekenkunde, de Republikeinse kalender, omzeilden we immers door de keuze van de onderzochte periodes. Wel diende de bepaling van de dagbenaming te gebeuren, aangezien die niet werd vermeld in de huwelijksakten. De tabellen van D. Vandecandelaere stelden ons in staat dit op te lossen.[53]

 

De omzetting in percentages of indices van de absolute cijfers van dag- en maandfluctuaties was de volgende stap. De percentages geven een nauwkeuriger beeld van het belang van een bepaalde weekdag, door rekening te houden met het aantal gesloten huwelijken in een bepaald jaar.

Voor de maanden is de verrekening naar indices meer aangewezen. Indices hebben oog voor de duur van elke maand, zelfs zo precies dat februari niet 28 maar 28,25 dagen telt. Dit cijfer houdt namelijk rekening met het schrikkeljaar dat om de vier jaar plaatsvindt.

 

2. Dagfluctuaties[54]

 

a) Dagfluctuaties per periode in Heist

 

In de periode 1701-1710 huwden mensen in Heist bij voorkeur op zondag. Van de zevenendertig huwelijken in deze periode, werden er elf gesloten op zondag. Dit komt overeen met bijna 29,7%. Acht huwelijken gingen door op dinsdag, wat 21,6% vertegenwoordigt. Vijf koppels trouwden op een woensdag, die hiermee de derde plaats inneemt.

 

Het belang van de dinsdag als huwelijksdag stijgt enorm in de periode 1731-1740. Van de eenendertig plechtigheden gaan er vijftien door op die dag. Dat betekent dat 48,4% van alle huwelijksparen verkiezen om op die dag te trouwen. De tweede plaats wordt gedeeld door maandag, donderdag en zondag, met elk vier huwelijken of 12,9%.

 

De top drie van huwelijksdagen voor de periode 1761-1770 is achtereenvolgens dinsdag, zondag en maandag. Het aandeel van de dinsdag stijgt naar 50%. De voorkeur om op zondag te huwen stijgt met meer dan 10%. 25% van de koppels huwt op deze dag. Tenslotte trouwt 13,9% op maandag, wat toch een lichte stijging betekent.

 

In de periode 1781-1790 is voor 54,5% van de huwelijksparen de dinsdag nog steeds dé trouwdag. We zien dat in deze periode een hoogtepunt wordt bereikt in de huwelijkssluitingen op dinsdag. Het belang van de andere weekdagen raakt wat op de achtergrond. Nog 18% kiest voor de maandag en slechts 9% trouwt op zondag.

 

Met de overgang van de 19de naar de 20ste eeuw, zien we een verschuiving in de dagfluctuaties. De dinsdag heeft aan belang moeten inboeten. De woensdag wordt koploper met 54,8%. Dinsdag staat nu op de tweede plaats met 21,4%. Daarenboven constateren we dat in de periode 1811-1820 het aandeel van de maandag naar 11,9% daalt terwijl nog maar heel weinig mensen op zondag trouwen, slechts 2,4%.

Deze verschuiving zet zich verder door in de periode 1841-1850. Mensen huwen voortaan liever op woensdag (58%) en donderdag (17,3%) in plaats van op maandag (9,9%) en dinsdag (6,2%). Het aandeel van de vrijdag stijgt naar 8,6%.

 

In de periode 1861-1870 is de zondag de populairste dag om in het huwelijksbootje te stappen. Zijn succes kent alleszins een spectaculaire stijging, van 0 naar 31,9%. Ook de maandag kent een comeback. Het percentage huwelijken klimt op tot 26,5%. De derde plaats is voor de woensdag met 15%.

 

Woensdag klimt op van de derde naar de eerste plaats (36,2%) in de periode 1881-1890. De maandag blijft stabiel, maar de zondag wordt minder gekozen als huwelijksdag. Slechts 3,8% huwt nog op die dag. De dinsdag kent opnieuw succes als trouwdag: 16,75% trouwt op een dinsdag.

 

b) Dagfluctuaties per periode in Knokke

 

In de periode 1701-1710 zien we dat vooral dinsdag wordt uitgekozen als dé trouwdag bij uitstek. Dit komt overeen met 37,5% van de koppels. Op de tweede plaats staat de zondag met 18,7%. Ook in Heist blijken deze twee dagen in dezelfde periode het populairst te zijn.

 

Het belang van de dinsdag als trouwdag blijft aanhouden in de periode 1731-1740. Van de twintig plechtigheden gaan er nog steeds zes door op deze dag (30%). De tweede plaats wordt ingenomen door de woensdag met 25%. Ook maandag wordt nogal eens als huwelijksdag uitgekozen (20%).

 

Het is nog steeds de dinsdag die bovenaan staat in de periode 1761-1770. Maar liefst 47,1% van de koppels trouwt op deze dag. 15,6% huwt op een donderdag, wat een stijging betekent van meer dan 10%. Donderdag neemt meteen ook de tweede plaats in.

 

In de periode 1781-1790 stijgt het aandeel van de dinsdag naar een absoluut record van 69,9%. Alleen de woensdag kan nog wat concurrentie bieden met 14,2%. Alle andere dagen raken op de achtergrond.

In de volgende eeuw lijkt er toch een lichte verschuiving gebeurd te zijn. In de periode 1811-1820 wordt vooral de woensdag als trouwdag gekozen (48,4%). Het aandeel van dinsdag daalt een beetje, maar is toch nog altijd goed voor 40,6%. Andere dagen komen eigenlijk niet aan bod.

 

In de periode 1841-1850 zet deze verschuiving zich verder door. Het aandeel van dinsdag daalt nog wat verder (28,3%). Ook de woensdag moet procenten inleveren, maar is toch nog altijd het populairst (41,3%). Maandag neemt nu een derde plaats in (16,3%). In het weekend wordt niet meer getrouwd.

 

De top drie van de huwelijksdagen voor de periode 1861-1870 is achtereenvolgens woensdag, maandag en dinsdag. Vooral de maandag stijgt aanzienlijk met zo’n 10%. Het aandeel van de woensdag en de dinsdag daalt lichtjes. Er zijn toch een paar koppels die op een zondag trouwen.

 

In de periode 1881-1890 huwen de meeste koppels op woensdag (52,7%). Achtenvijftig van de honderd en tien huwelijksparen kiezen deze dag om in het huwelijksbootje te stappen. Dinsdag en maandag volgen op de tweede en derde plaats met respectievelijk 15,5% en 12,7%.

 

c) Besluit dagfluctuaties in Heist en Knokke

 

Evolutie 1701-1890 dagfluctuaties per periode in Heist en Knokke (procentueel)

 

1701-1710

1731-1740

1761-1770

1781-1790

Weekdag

Heist

Knokke

Heist

Knokke

Heist

Knokke

Heist

Knokke

Maandag

10,8

10,4

12,9

20

13,9

9,8

18,2

4,8

Dinsdag

21,6

37,5

48,5

30

50

47,1

54,6

69,8

Woensdag

13,6

10,4

3,2

25

2,8

11,8

3

14,2

Donderdag

8,1

10,4

12,9

5

0

15,6

9,1

1,6

Vrijdag

8,1

4,2

6,4

5

0

2

3

4,8

Zaterdag

8,1

8,4

3,2

10

8,3

5,9

3

1,6

Zondag

29,7

18,7

12,9

5

25

7,8

9,1

3,2

 

 

1811-1820

1841-1850

1861-1870

1881-1890

Weekdag

Heist

Knokke

Heist

Knokke

Heist

Knokke

Heist

Knokke

Maandag

11,9

6,2

9,9

16,3

26,6

26,3

25,4

12,7

Dinsdag

21,4

40,6

6,2

28,3

8,8

23,3

16,7

15,5

Woensdag

54,7

48,4

58

41,3

15

31,3

36,2

52,7

Donderdag

4,8

1,6

17,3

9,8

10,6

11,1

7,6

10

Vrijdag

2,4

1,6

8,6

4,3

7,1

4

6,5

4,6

Zaterdag

2,4

1,6

0

0

0

0

3,8

3,6

Zondag

2,4

0

0

0

31,9

4

3,8

0,9

 

Wanneer we de acht bestudeerde periodes overlopen, blijken de paren in Heist en Knokke vooral op dinsdag en woensdag te trouwen. Vooral de vrijdag vinden ze blijkbaar minder geschikt. Deze bevindingen krijgen echter geen bevestiging in de zegswijzen uit het volksgeloof.

 

Zowel in Heist als in Knokke is maandag nooit een topdag, maar toch zijn er in iedere periode een aantal koppels die deze dag uitkiezen als hun huwelijksdag. Bepaalde zegswijzen stemmen hier echter niet mee in. Aangezien maandag als ‘zot van de week’ wordt bestempeld, is deze best te ontwijken. Vlamingen beweren overigens “wie op maandag trouwt blijft niet bij zijn vrouw”.

 

De vrijdag kent weinig succes omdat het enerzijds de dag was waarop Jezus Christus stierf en er onthouding was van vlees, wat de vreugde van het tafelen in het gedrang bracht. Verder zou alles wat men op deze weekdag ondernam, gedoemd zijn te mislukken en bereikte men op deze werkdag het meest intensieve moment wat betreft arbeidsactiviteit.

De tendens dat er een aangroei van huwelijken was op vrijdag in de 19de eeuw, laat zich echter niet voelen, vooral in Knokke niet. Volgens C. Vandenbroeke zou een aangroei te verklaren zijn uit het feit dat men op vrijdag een burgerlijk huwelijk sloot om de zaterdag na het kerkelijk huwelijk tot de festiviteiten over te gaan.[55] Maar dit wordt dus niet bevestigd.

 

Op zondag komen normaal gezien weinig of geen huwelijken meer voor na het instellen van de Burgerlijke Stand.[56] Toch valt er in de periode 1861-1870 in Heist een piek op te merken in de huwelijken die op zondag worden gesloten.

 

De volkskundige J. Schrijnen meent dat men het liefst trouwt op dinsdag en donderdag, niet op woensdag en vrijdag. Huwen in het midden van de week was een keuze die vaak door gegoede families werd gemaakt. Op die manier konden de verwanten die veraf woonden, enkele dagen nablijven. In hoeverre dit waar is, kunnen we later toetsen wanneer we de beroepssituatie in relatie brengen met de huwelijksdag.[57] Dat ‘gewone’ mensen liever niet trouwden op woensdag is voor beide gemeenten echter uit de lucht gegrepen, vooral in de 19de eeuw. En donderdag was in geen enkele periode één van de topdagen om te huwen, integendeel.

 

Over het onderscheid dat in het volksgeloof gemaakt wordt tussen geluks- en ongeluksdagen om te huwen doet de Nederlandse historicus P.J. Meertens volgende uitspraak: “Dat onderscheid is echter erg willekeurig en er is geen enkele dag die niet zowel geluks- als ook als ongeluksdag geldt, met uitzondering van de woensdag die alleen als geluksdag bekend schijnt te staan.” [58] Vooral in de 19de eeuw blijkt woensdag dé dag om in het huwelijksbootje te stappen.

 

In tegenstelling tot de gegoede families die trouwen in het midden van de week, zou de zaterdag vooral gereserveerd zijn voor dagloners en fabrieksarbeiders. Dit is te verklaren door het feit dat men op zondag nog even kan nagenieten van de festiviteiten om op maandag de werkactiviteiten te hervatten.[59] Dit is echter in geen van beide gemeenten te merken.

 

 

 

3. Maandfluctuaties[60]

Naast het weekritme van de huwelijken is het nuttig te onderzoeken welke maandelijkse aanpassingen er zich voordoen in de huwelijkssluiting. Het vastleggen van een huwelijksdatum is heden ten dage voornamelijk een keuze van het trouwend paar. Vroeger werd deze beslissing vaak bepaald door externe factoren. Doorheen de 19de eeuw en het begin van de 20ste eeuw volgen koppels in sterke mate de kerkelijke bepalingen en hangt het huwelijkstijdstip ook af van beroepsactiviteiten.

 

Bij het bepalen van de maandschommelingen kan men werken met percentages, maar het is aangewezen indices te gebruiken (12x). Men vertrekt daarbij van het ‘daggemiddelde’: januari delen door eenendertig, februari door achtentwintig en een kwart, maart door eenendertig, april door dertig enz… De som van de twaalf daggemiddelden stelt men gelijk aan index twaalfhonderd. Nadien bepaalt men, met een eenvoudige regel van drie, de indices per maand. De resultaten fluctueren rond een (theoretische) honderd-lijn.[61]

 

Aantal huwelijkssluitingen per maand en per periode (indices)

 

1701-1710

1731-1740

1761-1770

1781-1790

Maand

Heist

Knokke

Heist

Knokke

Heist

Knokke

Heist

Knokke

Januari

0

147

75,5

177

97,5

46

72

111,5

Februari

173,5

134

166

0

143

51

39

122,5

Maart

0

24,5

0

0

0

23

0

0

April

163,5

76

117

244

33,5

120

111

115

Mei

348

220,5

264,5

118

293

278

395,5

186

Juni

98

126,5

156

122

202

144

111

192

Juli

95

171,5

75,5

59

65

139

108

74,5

Augustus

95

98

227

0

97,5

116

180

111,5

September

98

101

117

122

168

24

37

57,5

Oktober

31,5

49

0

177

32,5

139

108

56

November

65

50,5

0

61

33,5

96

37

154

December

31,5

0

0

118

32,5

23

0

18,5

 

 

1811-1820

1841-1850

1861-1870

1881-1890

Maand

Heist

Knokke

Heist

Knokke

Heist

Knokke

Heist

Knokke

Januari

56,5

92

102

38

72,5

70,5

95,5

96

Februari

0

81

16

84

114

206,5

77

70,5

Maart

0

73,5

29

25,5

10

11,5

6

53,5

April

175

228,5

286

171,5

161

255

125

132,5

Mei

282

313

189

294

259,5

117,5

178

139

Juni

58

38

105

145

139,5

109,5

151

99,5

Juli

197,5

92

145,5

89,5

31

94

121

139

Augustus

84,5

37

43,5

51

103,5

82

70

64

September

175

76

90

39,5

96,5

36,5

79

132,5

Oktober

84,5

55

72,5

115

72,5

94

152,5

96

November

58

76

105

145

107

97

125

121,5

December

28

37

14,5

0

31

23,5

19

53,5

 

Zowel de maand januari als februari zijn vrij rustige huwelijksmaanden in Knokke en Heist. Wanneer we de indices bestuderen, variëren die in januari tussen 0 en 102 in Heist en in Knokke tussen 38 en 177. Februari piekte in Heist in de periode met 1701-1710 nog met 173,5; tussen 1811-1820 vond er geen enkel huwelijk plaats in deze maand. Hetzelfde scenario van schommelingen treft men aan in Knokke.

Maart was meestal de maand die samenviel met de vastenperiode. De Katholieke Kerk ontmoedigde koppels om gedurende bepaalde periodes in het jaar te huwen, zoals tijdens de vasten of in de advent. Het waren tijden van boetedoening en devotie, in plaats van het vieren van bruiloften. Nog de hele 19de eeuw werd dit kerkelijk voorschrift opgevolgd. Toekomstige echtgenoten waren zo verplicht hun huwelijksdatum te vervroegen of uit te stellen. Vandaar dat de huwelijksactiviteit stijgt in de maanden die voorafgaan of volgen op deze ‘verboden’ maanden.[62]

 

Zowel in Knokke als in Heist betekende dit voornamelijk een stijging achteraf. Na de vastenperiode beslisten veel koppels om te trouwen. Zowel de maand april als de maand mei kregen de voorkeur. Reeds in april was er een stijging op te merken. De meeste huwelijken werden echter in mei gesloten. In de volksmond werd mei nochtans afgewezen als huwelijksmaand. “Wat in de meimaand trouwt, daar is geen goed haar aan” en “Tusschen Paesschen en Pinxter hylicken de onsaligen” zijn maar enkele Vlaamse volksspreuken die daarop wijzen.[63] De cijfers bewijzen echter iets anders. De meimaand gold ook als de aangenaamste tijd voor het bruiloftvieren. Nogal wat knechten en meiden huwden toen omdat hun pacht- of dienstcontract verviel eind april - begin mei. Als symbool van vernieuwende vitaliteit werd de maand mei eer aangedaan.[64]

In tegenstelling tot mei zien we een daling naar juni toe. In de 19de eeuw kenden de zomermaanden (juni, juli, augustus) en de oogstmaand september betrekkelijk weinig succes. Het maatschappelijk leven was, in Knokke meer dan in Heist, voor het overgrote deel afgestemd op landbouw. In het hoogseizoen van het veldwerk ging dan ook alle aandacht naar het werk op het land. Zelfs mensen uit de huisnijverheid die zich als dagloner verhuurden, staken een handje toe.

In oktober en november was er een lichte opstoot van huwelijksactiviteiten, vooral in de 19de eeuw. Nadat de mensen hard hadden gewerkt tijdens de zomer, hadden ze nu tijd en geld om te huwen. Daarenboven wilde men liefst vóór de maand december trouwen, aangezien de advent toen begon. Net zoals de vasten was de advent volgens de kerkelijke voorschriften geen periode om te feesten. In Knokke en Heist werd dit redelijk opgevolgd. De daling van het aantal huwelijken tijdens de maand december is daarvan het bewijs.[65]

 

 

 

4. Huwelijkssluiting en beroep

 

Zonet gingen we in op het week- en maandritme van de huwelijkssluiting. Deze fluctuaties hadden betrekking op de volledige populatie van de trouwenden, zonder rekening te houden met de diverse beroepsklassen. Dat bepaalde sociale of socio - professionele groepen zich echter willen distantiëren van andere, is een fenomeen van alle tijden. In die optiek willen we het moment van de huwelijkssluiting betrekken op het klassenonderscheid. “Hangt het moment van trouwen af van het uitoefenend beroep?”

 

a) Relatie dagschommelingen - Beroep partners[66]

 

Om deze relatie te bestuderen, maakten we gebruik van de reeds voorhanden beroepsclassificatie. Deze indeling die o.m. het onderscheid tussen zelfstandigen, loonarbeiders en passieven beoogt, blijft behouden.

 

Voor elke periode (1811-1820, 1841-1850, 1861-1870, 1881-1890) werd achtereenvolgens het absoluut aantal en het daaruit afgeleide percentage landbouwers, handelaars, … uitgezet tegenover de weekdag. Om een overzicht te hebben van alle gegevens uit de periode in kwestie, brachten we deze samen in één tabel.

De grote hoeveelheid gegevens en de ondervertegenwoordiging van bepaalde sectoren maakten het moeilijk om daaruit een conclusie te trekken. Door het gemiddelde te berekenen van de percentages doorheen de vijf periodes, kwamen we tot onderstaand overzichtelijk beeld. Alle verwerkingen gebeurden voor zowel man als vrouw, in beide gemeenten. Bij de vrouwen werden we echter in tal van beroepssectoren geconfronteerd met onderregistratie.

 

 

Overzichtstabellen 1811-1890: Relatie dagschommelingen - Beroep mannen (%)

HEIST

Zelfstandigen

 

Landbouw

Handel

Ambachten

Visserij

Vrije

Maandag

18,75

12,5

16,7

29,6

-

Dinsdag

12,5

12,5

16,7

9,6

60

Woensdag

46,875

50

37,2

29

20

Donderdag

12,5

-

16,7

6,2

-

Vrijdag

-

25

7,7

4,8

20

Zaterdag

-

-

1,3

4,1

-

Zondag

9,375

-

3,8

16,6

-

 

Loonarbeiders

 

Arbeiders

Dienstpersoneel

Bedienden

Maandag

18,8

21

10

Dinsdag

11,8

15,8

10

Woensdag

40

44,7

45

Donderdag

9,4

5,3

15

Vrijdag

9,4

5,3

5

Zaterdag

-

-

5

Zondag

10,6

7,9

10

 

Passieven

 

Renteniers

Particulieren

Onbepaalden

Zonder

Maandag

50

-

-

-

Dinsdag

50

-

20

-

Woensdag

-

-

40

100

Donderdag

-

50

40

-

Vrijdag

-

50

-

-

Zaterdag

-

-

-

-

Zondag

-

-

-

-

 

*Allereerst valt op dat de meeste zelfstandigen in Heist vooral op woensdag trouwen. Daarnaast huwen de vissers nog wel eens op een maandag, maar ook op zondag. Mannen met een vrij beroep blijken dan weer een voorkeur te hebben voor dinsdag.

*Ook de niet-zelfstandigen lijken deze trend te volgen. Woensdag lijkt veruit de populairste dag om in het huwelijksbootje te stappen.

*Uit de minimale vertegenwoordiging van passieve mannen in de populatie van Heist kan moeilijk worden besloten wat hun favoriete huwelijksdag zou zijn.

 

 

Overzichtstabellen 1811-1890: Relatie dagschommelingen - Beroep mannen (%)

KNOKKE

Zelfstandigen

 

Landbouw

Handel

Ambachten

Visserij

Vrije

Maandag

11,1

36,4

15,9

20

-

Dinsdag

24,4

18,2

18,2

30

-

Woensdag

44,4

36,4

38,6

30

66,7

Donderdag

11,1

-

13,6

-

33,3

Vrijdag

4,4

9,1

9,1

-

-

Zaterdag

4,4

-

2,3

-

-

Zondag

-

-

2,3

20

-

 

Loonarbeiders

 

Arbeiders

Dienstpersoneel

Bedienden

Maandag

15,8

18,6

8,3

Dinsdag

25,6

28,9

41,7

Woensdag

42,1

46,4

41,7

Donderdag

9

5,1

8,3

Vrijdag

5,3

-

-

Zaterdag

1,5

-

-

Zondag

0,7

1

-

 

Passieven

 

Renteniers

Particulieren

Onbepaalden

Zonder

Maandag

-

-

14,3

-

Dinsdag

-

-

-

50

Woensdag

-

100

57,1

50

Donderdag

-

-

28,6

-

Vrijdag

-

-

-

-

Zaterdag

-

-

-

-

Zondag

-

-

-

-

 

*De zelfstandige mannen in Knokke volgen zowat hetzelfde voorbeeld als in Heist. Landbouwers, handelaars, ambachtslieden en mannen met een vrij beroep trouwen bij voorkeur op woensdag. Een groot deel van de handelaars huwt ook op maandag. De weinige vissers zetten de grote stap vooral op dinsdag en woensdag.

*De niet-zelfstandigen in Knokke bieden geen verandering. Hun favoriete huwelijksdag is ook woensdag. Veel bedienden trouwen ook op dinsdag.

*Er zijn te weinige passieve mannen in Knokke om enig uitsluitsel te bieden wat de huwelijksdag betreft, maar de voorkeur lijkt toch uit te gaan naar woensdag.

 

Overzichtstabellen 1811-1890: Relatie dagschommelingen - Beroep vrouwen (%)

HEIST

Zelfstandigen

 

Landbouw

Handel

Ambachten

Visserij

Vrije

Maandag

6,7

27,8

20

-

-

Dinsdag

13,3

16,7

6,7

-

-

Woensdag

40

16,7

40

-

50

Donderdag

20

11,1

20

-

-

Vrijdag

-

16,7

-

-

50

Zaterdag

-

5,5

-

-

-

Zondag

20

5,5

13,3

-

-

 

Loonarbeidsters

 

Arbeidsters

Dienstpersoneel

Bedienden

Maandag

22,2

19,4

-

Dinsdag

11,3

15,1

-

Woensdag

36,5

44,1

-

Donderdag

7,8

5,4

-

Vrijdag

6,4

6,4

-

Zaterdag

0,5

3,2

-

Zondag

15,3

6,4

-

 

Passieven

 

Renteniers

Particulieren

Onbepaalden

Zonder

Maandag

-

-

30,3

19,5

Dinsdag

100

-

15,2

14,6

Woensdag

-

-

27,3

34,1

Donderdag

-

-

15,2

19,5

Vrijdag

-

-

9,1

4,9

Zaterdag

-

-

-

7,3

Zondag

-

-

3

-

 

*Zelfstandige landbouwsters en vrouwen die een ambacht uitoefenen trouwen meestal op een woensdag. De handelaarsters hebben een voorkeur voor maandag. Te weinig vrouwen oefenen een vrij beroep uit om een representatieve huwelijksdag aan te duiden.

*De arbeidsters en dienstmeiden zorgen niet voor een verrassing: opnieuw is woensdag de grote dag.

*De vrouwen zonder beroep of waarvan het beroep niet kan bepaald worden huwen ook het liefst op woensdag.

 

 

Overzichtstabellen 1811-1890: Relatie dagschommelingen - Beroep vrouwen (%)

KNOKKE

Zelfstandigen

 

Landbouw

Handel

Ambachten

Visserij

Vrije

Maandag

15,4

27,3

25

-

-

Dinsdag

35,9

18,2

25

-

100

Woensdag

33,3

36,4

37,5

-

-

Donderdag

12,8

-

12,5

-

-

Vrijdag

2,6

-

-

-

-

Zaterdag

-

9,1

-

-

-

Zondag

-

9,1

-

-

-

 

Loonarbeidsters

 

Arbeidsters

Dienstpersoneel

Bedienden

Maandag

19,1

10,3

-

Dinsdag

24,7

27,6

-

Woensdag

41

48,3

-

Donderdag

8,4

6,9

-

Vrijdag

3,9

4,6

-

Zaterdag

1,1

1,1

-

Zondag

1,7

1,1

-

 

Passieven

 

Renteniers

Particulieren

Onbepaalden

Zonder

Maandag

-

-

14,3

11,5

Dinsdag

-

100

-

15,4

Woensdag

-

-

71,4

50

Donderdag

-

-

14,3

11,5

Vrijdag

-

-

-

7,7

Zaterdag

-

-

-

3,8

Zondag

-

-

-

-

 

*Handelaarsters en vrouwen die een ambacht uitoefenen in Knokke trouwen voornamelijk op woensdag. De landbouwsters blijken een lichte voorkeur te hebben voor dinsdag, maar de woensdag scoort ook hier redelijk hoog.

*Bij de niet-zelfstandige vrouwen in Knokke zien we een licht verschil met Heist. Arbeidsters zetten bij voorkeur de grote stap op een dinsdag. De dienstmeiden stappen toch het liefst op een woensdag in het huwelijksbootje.

*De vrouwen zonder beroep en de onbepaalden trouwen doorgaans ook op woensdag.

 

b) Relatie maandschommelingen - Beroep partners[67]

 

Relatie maandschommelingen - Beroep mannen in Heist en Knokke

 

De landbouwers in Heist trouwen voornamelijk in mei en juni. Een groot aantal stapt ook in oktober nog in het huwelijksbootje. Een zelfde patroon ziet men in Knokke. De meeste landbouwers trouwen in mei en oktober. Een kleiner percentage huwt in april en juni.

Handelaars in Heist hebben een voorkeur voor januari, in Knokke huwen de meesten in de maanden mei en juni.

In Heist trouwen ambachtslieden doorgaans het liefst in mei en november. Knokke volgt het voorbeeld van Heist wat de periode betreft: zomer en late herfst-begin winter. Maar de meesten trouwen in januari, mei en juli.

Vissers in Heist trouwen doorgaans in de periode april-mei-juni. De vissers in Knokke huwen eerder in maart, maar hun aantal is niet echt representatief.

Ook het aantal mannen met een vrij beroep is te klein om een conclusie wat betreft huwelijksmaand te kunnen trekken.

 

Arbeiders in zowel Heist als Knokke trouwen bij voorkeur in de maanden april en mei. Een groot deel van de arbeiders in Heist stapt ook nog in november in het huwelijksbootje.

Het mannelijk dienstpersoneel huwt voornamelijk in mei. Ook de maand april is bij de dienstboden in Knokke populair.

De bedienden van Heist trouwen meestal in mei, die van Knokke huwen het liefst in juli.

 

De passieven in Heist en Knokke zijn te weinig vertegenwoordigd om een representatieve conclusie te kunnen trekken. Alleen lijken veel mannen waarvan het beroep niet bepaald werd in september te huwen.


 

Overzichtstabellen 1811-1890: Relatie maandschommelingen - Beroep mannen (%)

HEIST

Zelfstandigen

 

Landbouw

Handel

Ambacht

Visserij

Vrije

Januari

-

50

9

7,6

20

Februari

3,1

-

2,6

4,8

20

Maart

-

-

1,3

0,7

-

April

6,3

-

9

22,1

-

Mei

21,9

25

19,2

17,9

20

Juni

15,6

-

12,8

15,9

-

Juli

9,4

-

10,2

6,9

20

Augustus

6,3

12,5

2,6

4,8

-

September

12,5

-

5,1

6,2

-

Oktober

15,6

12,5

9

9

-

November

6,3

-

16,7

4,1

-

December

3,1

-

2,6

-

20

 

Loonarbeid

 

Arbeiders

Dienstpersoneel

Bedienden

Januari

5,9

7,9

-

Februari

8,2

7,9

5

Maart

1,2

-

-

April

12,9

7,9

15

Mei

12,9

18,4

30

Juni

5,9

5,3

-

Juli

10,6

13,2

5

Augustus

11,8

10,5

5

September

8,2

10,5

5

Oktober

5,9

7,9

20

November

14,1

7,9

10

December

2,4

2,6

5

 

Passieven

 

Renteniers

Particulieren

Onbepaalden

Zonder beroep

Januari

-

-

-

-

Februari

-

-

-

-

Maart

-

-

-

100

April

-

-

20

-

Mei

50

-

-

-

Juni

-

-

-

-

Juli

-

50

20

-

Augustus

-

-

-

-

September

50

50

40

-

Oktober

-

-

20

-

November

-

-

-

-

December

-

-

-

-

 

 

Overzichtstabellen 1811-1890: Relatie maandschommelingen - Beroep mannen (%) KNOKKE

Zelfstandigen

 

Landbouw

Handel

Ambacht

Visserij

Vrije

Januari

6,7

9,1

11,4

10

33,3

Februari

6,7

9,1

9,1

-

-

Maart

-

-

6,8

30

-

April

13,3

9,1

11,4

10

-

Mei

17,8

18,2

6,8

20

33,3

Juni

11,1

18,2

11,4

-

-

Juli

2,2

9,1

9,1

10

-

Augustus

8,9

9,1

4,5

-

-

September

4,4

9,1

9,1

10

-

Oktober

11,1

9,1

9,1

-

-

November

17,8

-

4,5

10

33,3

December

-

-

6,8

-

-

 

Loonarbeid

 

Arbeiders

Dienstpersoneel

Bedienden

Januari

5,3

5,2

-

Februari

10,5

7,2

16,7

Maart

3,7

1

-

April

17,3

20,6

8,3

Mei

17,3

21,6

8,3

Juni

5,3

9,3

16,7

Juli

12

7,2

25

Augustus

4,5

6,2

-

September

3,7

6,2

8,3

Oktober

8,3

5,2

8,3

November

9

9,3

-

December

3

1

8,3

 

Passieven

 

Renteniers

Particulieren

Onbepaalden

Zonder beroep

Januari

-

-

-

-

Februari

-

-

14,3

-

Maart

-

-

-

-

April

-

-

14,3

-

Mei

-

-

14,3

50

Juni

-

-

-

50

Juli

-

-

-

-

Augustus

-

-

-

-

September

-

-

28,6

-

Oktober

-

100

14,3

-

November

-

-

14,3

-

December

-

-

-

-

 

 

Relatie maandschommelingen - Beroep vrouwen in Heist en Knokke

 

Zelfstandige landbouwsters trouwen zowel in Heist als in Knokke het liefst in de maand mei. De tweede plaats wordt in Heist ingenomen door de maand juli. In Knokke huwen nog veel landbouwsters in de maanden februari en april.

Handelaarsters in Heist stappen voornamelijk in juni en oktober in het huwelijksbootje. Februari, april en juni zijn dan weer de voorkeursmaanden van de handelaarsters in Knokke.

Vrouwen in Heist die een ambacht uitoefenen trouwen vooral in mei en in juni. De vrouwelijke ambachtslieden in Knokke kiezen voor april of mei.

Vrouwen met een vrij beroep komen te weinig voor om representatief te zijn.

 

Arbeidsters in Heist en Knokke wagen de grote stap vooral in de periode april-mei-juni. Er is nog een klein opstootje van huwelijken van arbeidersvrouwen in de maanden oktober-november.

Dienstmeiden in Heist trouwen vooral in april, die in Knokke hebben een voorkeur voor mei. Maar in beide gevallen gaat het zowat om dezelfde periode die het meest populair is.

 

Vrouwen waarvan het beroep niet bepaald is huwen zowel in Heist als in Knokke graag in mei. In Heist trouwen er ook nog veel in oktober.

In Heist huwen de vrouwen zonder beroep bij voorkeur in de maand april of november. In Knokke kiezen ze voor januari, juni of juli.

 

 

Overzichtstabellen 1811-1890: Relatie maandschommelingen - Beroep vrouwen (%)

HEIST

Zelfstandigen

 

Landbouw

Handel

Ambacht

Visserij

Vrije

Januari

-

5,5

-

-

-

Februari

-

-

13,3

-

-

Maart

-

-

-

-

-

April

-

11,1

6,7

-

50

Mei

26,7

11,1

26,7

-

-

Juni

13,3

16,7

20

-

-

Juli

20

5,5

6,7

-

-

Augustus

6,7

11,1

-

-

-

September

20

5,6

6,7

-

-

Oktober

13,3

16,5

6,7

-

-

November

-

11,1

6,7

-

50

December

-

5,5

6,7

-

-

 

Loonarbeid

 

Arbeiders

Dienstpersoneel

Bedienden

Januari

7,9

7,5

-

Februari

6,4

2,2

-

Maart

1,5

-

-

April

12,8

20,4

-

Mei

20,2

16,1

-

Juni

10,3

11,8

-

Juli

9,4

12,9

-

Augustus

7,9

4,3

-

September

6,4

7,5

-

Oktober

6,9

7,5

-

November

8,9

8,6

-

December

1,5

1,1

-

 

Passieven

 

Renteniers

Particulieren

Onbepaalden

Zonder beroep

Januari

-

-

6,1

12,2

Februari

-

-

3

9,7

Maart

-

-

3

-

April

-

-

12,1

14,6

Mei

-

-

21,2

7,3

Juni

-

-

3

9,7

Juli

-

-

3

4,9

Augustus

-

-

6,1

4,9

September

100

-

12,1

7,3

Oktober

-

-

21,2

12,2

November

-

-

6,1

14,6

December

-

-

3

2,4

 

 

Overzichtstabellen 1811-1890: Relatie maandschommelingen - Beroep vrouwen (%) KNOKKE

Zelfstandigen

 

Landbouw

Handel

Ambacht

Visserij

Vrije

Januari

2,6

-

-

-

-

Februari

15,4

18,2

12,5

-

-

Maart

2,6

9,1

-

-

-

April

15,4

18,2

25

-

-

Mei

20,5

-

25

-

-

Juni

10,3

18,2

12,5

-

-

Juli

5,1

9,1

12,5

-

-

Augustus

12,8

-

-

-

-

September

-

9,1

-

-

100

Oktober

10,3

9,1

-

-

-

November

5,1

-

12,5

-

-

December

-

9,1

-

-

-

 

Loonarbeid

 

Arbeidsters

Dienstpersoneel

Bedienden

Januari

6,7

6,9

-

Februari

8,4

3,4

-

Maart

3,9

1,2

-

April

20,2

12,6

-

Mei

13,5

29,9

-

Juni

7,3

6,9

-

Juli

9

9,2

-

Augustus

5,1

3,4

-

September

5,6

5,7

-

Oktober

8,4

6,9

-

November

9,6

11,5

-

December

2,2

2,3

-

 

Passieven

 

Renteniers

Particulieren

Onbepaalden

Zonder beroep

Januari

-

-

-

15,4

Februari

-

-

14,3

11,5

Maart

-

-

7,1

3,8

April

-

-

-

3,8

Mei

-

-

21,5

-

Juni

-

-

7,1

15,4

Juli

-

-

7,1

15,4

Augustus

-

-

-

7,7

September

-

100

14,3

7,7

Oktober

-

-

7,1

7,7

November

-

-

7,1

11,5

December

-

-

14,3

-

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

[52] VANDENBROEKE C., Vrijen en trouwen van de Middeleeuwen tot heden, Brussel-Amsterdam, 1985, p.32.

[53] VANDECANDELAERE D., De tijdrekening, de kalender Juliaans, Gregoriaans, Republikeins, Roeselaere, 1988.

[54] Dagfluctuaties per periode (abs.n.): zie Bijlage (hoofdstuk 5).

[55] VANDENBROEKE C., Vrijen en trouwen van de middeleeuwen tot heden, 1985, p.34.

[56] TOP S., Verliefd, verloofd, getrouwd: huwelijksgebruiken in Vlaanderen en Wallonië vroeger en nu, Sint-Niklaas, 1988, p.36.

 VANDENBROEKE C., Vrijen en trouwen van Middeleeuwen tot heden, Brussel-Amsterdam, 1985, pp. 33-34.

 VANDENBROEKE C., Sociale Geschiedenis van het Vlaamse Volk, Leuven, 1984, p. 93.

[57] VAN POPPEL F. en WALHOUT E., ‘De magie van het getal’, in: Demos, Bulletin over bevolking en samenleving, XV, 1999, 9, p.71

[58] ibidem, p.71.

[59] VANDENBROEKE C., Vrijen en trouwen van Middeleeuwen tot heden, Brussel-Amsterdam, 1985, pp. 33-34.

 TOP S., Verliefd, verloofd, getrouwd: huwelijksgebruiken in Vlaanderen en Wallonië vroeger en nu, Sint-Niklaas, 1988, p.36.

[60] Maandfluctuaties per periode (abs.n.): zie Bijlage (hoofdstuk 5).

[61] VANDENBROEKE C. en VANHAUTE E., ‘Statistiek’, in: ART J., Hoe schrijf ik de geschiedenis van mijn gemeente, deel III b, p. 62.

[62] VANDENBROEKE C, Vrijen en trouwen van Middeleeuwen tot heden, Brussel-Amsterdam, 1985, pp.31-32.

[63] DE COCK A., Spreekwoorden en zegswijzen over de vrouwen, de liefde en het huwelijk, Gent, 1911, p.161.

[64] LAMBRECHT K., De nuptialiteit van Destelbergen (1800-1950), Gent, R.U.G. (onuitgegeven licentiaatsverhandeling), 1999, p.92.

[65] VANDENBROEKE C., Vrijen en trouwen van Middeleeuwen tot heden, Brussel-Amsterdam, 1985, pp.31-32.

 VANDENBROEKE C., Sociale geschiedenis van het Vlaamse volk, Leuven, 1984, pp.91-92.

[66] Relatie dagschommelingen - beroep partners (abs.n.): zie Bijlage (hoofdstuk 5).

[67] Relatie maandschommelingen - beroep partners: zie Bijlage (hoofdstuk 5).