Nieuw Rechts in Vlaanderen. Het gedachtegoed van het Nieuw Rechtse tijdschrift ‘Teksten, Kommentaren en Studies’ (Sofie Delporte)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

Deel II: Het Nieuw Rechtse Gedachtegoed

 

2. De kritiek van Nieuw Rechts

 

2.1 Het anti-egalitarisme

 

            Egalitarisme verwijst naar de wereldvisie die alle mensen als wezenlijk gelijk beschouwt. Dit basisidee kan zeer verschillende en zelfs contradictoire ideologische en doctrinaire vormen aannemen, maar altijd staat de gedachte centraal dat alle individuen in essentie identiek zijn en dat uit deze gelijkheid gelijke rechten voortkomen. Nieuw Rechts verwerpt deze wereldvisie met klem en verdedigt een anti-egalitaire wereldbeschouwing. Het egalitarisme is volgens Nieuw Rechts in wezen totalitair omdat het streeft naar de homogenisatie van gewoontes en opinies. Het is een monopolistische ideologie die alle facetten van het maatschappelijk leven doordringt en geen tegenspraak duldt.

 

Een centraal argument tegen het egalitarisme is het feit dat het meest kenmerkende aspect van de egalitaire gedachte haar neiging tot reductionisme zou zijn. Het egalitarisme streeft naar homogenisatie en leidt bijgevolg tot de eliminatie van de diversiteit in de wereld. Hierbij aansluitend wil het egalitarisme ook elke vorm van differentiatie en hiërarchie binnen de maatschappij liquideren en negeert het derhalve de feitelijke diversiteit van de mensen, waaruit de aanvaardbare, want feitelijke ongelijkheid tussen mensen resulteert. Het egalitarisme streeft dus naar de vernietiging van elke organische samenleving om er een mechanische voor in de plaats te stellen.[71] Egalitarisme staat met andere woorden voor dit gruwelijke toekomstbeeld: de progressieve verdwijning van de diversiteit uit de wereld, de reductie van de culturele verscheidenheid tot één mondiale cultuur en de fatale nivellering van alle individuen. De organische gediversifieerde wereld zal plaats moeten maken voor een mechanisch gehomogeniseerde wereld.[72] Het egalitaire gedachtegoed leidt tot een gehomogeniseerde wereld waarin de mens ontworteld is en waar vervreemding overheerst. Het idee dat alle mensen gelijk zijn, druist immers in tegen de fundamentele behoefte van elke mens om zich te situeren binnen een beperkt kader -en niet binnen een abstract gegeven als ‘de mensheid’-, waarin hij zijn behoren tot een gemeenschap (zijn collectieve identiteit) kan onderkennen en tegelijk zijn eigenheid kan affirmeren.[73]

 

     Een ander fundamenteel argument van Nieuw Rechts tegen het egalitarisme is het feit dat het vreemd zou zijn aan de Europese geest. Het egalitarisme zou de Europese gedachtewereld binnengedrongen zijn via het christendom die de gelijkheid van de mensen voor God predikte. Het christelijk dualisme, de absolute scheiding tussen de wereld en God, leidde tot de egalitaire gedachte dat iedereen voor God gelijk was in het leven na de dood.[74] Dit idee was de Europese heidenen totaal onbekend. In het heidense denken was het goddelijke immanent en wezensgelijk met de wereld.[75] Het egalitarisme is dus een niet-Europees gedachtegoed dat in Europa werd ingevoerd door het joods-christendom, een religie die een manier van denken oplegde aan de Europeanen die vreemd was aan de eigen, Europese denkschema’s (zie volgend hoofdstuk). Het christendom affirmeerde voor de eerste keer dat de verschillen tussen mensen van secundaire aard zijn en dat achter de specifieke eigenheid van elke mens een essentiële gelijkenis schuilgaat. De geschiedenis van het Westen kan volgens Nieuw Rechts beschouwd worden als de geschiedenis van een toenemend egalitarisme. Het egalitarisme bleef immers niet beperkt tot het religieuze domein. Onder impuls van de scheiding tussen kerk en staat en de toenemende secularisatie drong het egalitarisme door in alle maatschappelijke domeinen. Het egalitaire gedachtegoed werd in de achttiende eeuw gelaïciseerd door het Verlichtingsdenken en op die manier geïntroduceerd in het politieke en economische leven: iedereen werd gelijk geboren en iedereen was gelijk voor de wet. In de loop van de nieuwste tijden is de greep van het egalitarisme op de samenleving steeds groter geworden en werd het de dominante ideologie. Alle grote politieke ideologieën zoals het liberalisme, het socialisme, het communisme en tegenwoordig ook het multiculturalisme en de ideologie van de rechten van de mens, gaan uit van dezelfde egalitaire wereldvisie.[76] Volgens Nieuw Rechts streven deze mechanische doctrines naar de geleidelijke egalisering van de samenleving en de wereld en leidden ze tot de vernietiging van de organische maatschappij waarin de mens een eigen identiteit en plaats heeft.[77]

 

Nieuw Rechts ziet in de strijd voor de mensenrechten die vandaag de dag wordt gevoerd een grootscheepse poging om het egalitariteitsdogma te mondialiseren. Het ultieme voorbeeld van deze mondialiseringsdrang is de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.[78] De ideologie van de mensenrechten stelt volgens Nieuw Rechts dat het individu op zoek naar welzijn zwaarder weegt dan zijn gemeenschap of afstamming. Bijgevolg zijn volgens deze ideologie tradities en culturele erfenissen illegitiem ten opzichte van de proclamatie van de absolute universele abstracte waarden.[79] Het ligt voor de hand dat Nieuw Rechts deze ideeën radicaal van de hand wijst. Met de kritiek op de beweging van de mensenrechten wil Nieuw Rechts evenwel niet het idee promoten dat de mens geen rechten zou hebben. Het is wel zo dat elke politieke, historische en culturele gemeenschap het recht moet hebben om zelf de aard van de individuele bescherming te bepalen die het zijn leden biedt.[80]

 

Het egalitarisme is volgens Nieuw Rechts verantwoordelijk voor de uitroeiing van de diversiteit van culturen. Het dogma van de eenheid van de mensheid en het utopisch geloof in het bestaan van de universele, abstracte mens liggen aan de basis van wat Nieuw Rechts de ‘volkenmoord’ op wereldschaal noemt. Hiermee wordt het proces bedoeld waarbij men volkeren dwingt identiek te worden aan het model dat men hen oplegt. De onderlinge verschillen tussen culturen worden geminimaliseerd, geneutraliseerd en uiteindelijk afgevoerd. Het egalitarisme levert de argumenten voor deze operatie ‘identiteitsverlies’ op wereldschaal. Het is natuurlijk de ‘Westerse mens’ die wordt beschouwd als het afgewerkte prototype van de éne mensheid en als het universele model wordt uitgedragen. Het is het Westen dat verantwoordelijk is voor de volkenmoord. De oorzaak hiervan is het feit dat enkel het Westen aan ‘culturele export’ en ‘ledenwerving’ doet. Het Westen, overtuigd van de uitmuntendheid van het eigen systeem, wil ‘de blijde boodschap’ verspreiden en de volkeren onderrichten. Europa was het schouwtoneel van de eerste, door het christendom opgelegde, volkenmoord. Later was het de broeihaard van de koloniale volkenmoorden die de nivellering op wereldschaal nastreefden. Nu worden Europa en de rest van de wereld geconfronteerd met de triomf van de ‘American way of life’.[81] Nieuw Rechts reageert tegen de bedreiging van de culturele identiteit van elk volk door het egalitarisme en werpt zich op als de grote verdediger van de culturele diversiteit in de wereld. In de eerste plaats wil Nieuw Rechts de Europese identiteit verdedigen. Met dit doel voor ogen worden de wortels van de Europese identiteit opgespoord die ‘vertroebeld’ zijn door in een eerste fase het joods-christendom en later door de gelaïciseerde vormen van het egalitarisme. Nieuw Rechts streeft er naar om terug aan te sluiten bij de werkelijke Europese cultuur (zie hoofdstuk Indo-europese erfenis). De egalitaire gedachte wordt beschouwd als de oorzaak van de kwetsbaarheid van het Westen. Europa is de gevangene van een dwangmatig onvermogen, van een egalitaire mythe waaruit allerlei vormen van machteloosheid en allerlei schuldgevoelens voortspruiten die aan de basis liggen van de huidige decadentie en verlamming van Europa.[82]

 

De centrale stelling van Nieuw Rechts is duidelijk: mensen zijn niet gelijk. In alles wat hen kenmerkt vertonen zij variaties. Individuen hebben niet alleen verschillende lichamelijke eigenschappen, maar ook geestelijke en psychische. Mensen beschikken onmiskenbaar over verschillende bekwaamheden.[83] Nieuw Rechts wijst overigens de stelling af dat de menselijke ongelijkheid een gevolg is van het milieu en legt de nadruk op genetisch bepaalde ongelijkheid.[84] Anti-egalitarisme houdt volgens Nieuw Rechts echter niet het verdedigen van alle maatschappelijke ongelijkheden in, het gaat er wel om de diversiteit in de wereld als “le fait du monde par excellence” te beschouwen en te erkennen dat dit ook feitelijke ongelijkheden met zich meebrengt. De gemeenschap moet met die ongelijkheden rekening houden en erkennen dat de ‘waarde’ van personen verschilt.[85] De mens leeft bovendien binnen een welbepaalde gemeenschap met eigen tradities. Het opleggen van één mondiale wereldcultuur ontwortelt de mens en leidt tot een verlies van identiteit. Een gehomogeniseerde maatschappij waarbinnen alle individuen gelijk zijn, in een gehomogeniseerd wereld waarin één mondiale cultuur overheerst is het absolute schrikbeeld van Nieuw Rechts. Het alternatief dat Nieuw Rechts formuleert is ‘le droit à la différence’.

 

Het verwerpen van het egalitarisme impliceert volgens Nieuw Rechts geen racisme. Volgens Alain de Benoist bestaan er twee vormen van racisme. De ene verwerpt de ‘andere’ vanuit een etnocentrische visie waarbij de groep waartoe men behoort het centrum van alles is. Hier ontstaat een superioriteitsgevoel dat de eigen waarden als absoluut beschouwt en deze van anderen met misprijzen bejegent. Deze vorm van racisme was het handelskenmerk van de Europese koloniserende mogendheden, maar vindt men ook terug in hedendaagse vormen van xenofobie. Het ‘modern’ racisme bestaat uit de weigering de andere te beschouwen als wezenlijk verschillend van zichzelf en dit verschil te aanvaarden als een uitdaging. Deze vorm van racisme streeft assimilatie en acculturatie na en wordt uitgedragen door het egalitarisme. Nieuw Rechts onderscheidt in feite nog een derde vorm, namelijk ‘alteromanie’, die zou erin bestaan van alle culturen te houden behalve van de eigen.[86] Racisme wordt dus geïnterpreteerd als de ontkenning van het recht op eigenheid en diversiteit. Differentiatie en ongelijkheid tussen mensen moeten volgens Nieuw Rechts in stand worden gehouden omdat het natuurlijke gegevens zijn en de ontkenning ervan leidt tot ontworteling en decadentie. (zie hoofdstuk ‘Le droit à la différence’)

 

Het anti-egalitarisme bepaalt ook de houding van Nieuw Rechts tegenover het feminisme. Het hele probleem met het feminisme is volgens Nieuw Rechts dat niet duidelijk gesteld wordt of de feministische bevrijding bestaat uit een streven de gelijke van de man te willen worden of juist uit het poneren van het ‘het specifiek karakter’ van de vrouw. Er bestaan volgens Nieuw Rechts dan ook twee soorten feminisme. De ene wil de vrouwelijkheid ontdoen van de clichés van de joods-christelijke traditie, de ander wil elk onderscheid tussen de geslachten doen verdwijnen. Deze laatste laat zich leiden door het waanidee van het egalitarisme en miskent de fundamentele verschillen tussen man en vrouw. Nieuw Rechts verwerpt de misprijzende christelijke houding ten opzichte van de vrouw die de vrouw beschouwt als oorzaak van de erfzonde. Tegelijk wordt erop gehamerd dat elke emancipatiestrijd rekening moet houden met het feit dat man en vrouw een specifieke eigen-heid bezitten en van daaruit ook een eigen functie vervullen in het gezin en de samenleving.[87]

 

Volgens Nieuw Rechts zijn fenomenen als decadentie, communisme en massaconsumptie slechts de symptomen van de opmars van het egalitarisme in al zijn vormen en moet bijgevolg het egalitaire ideaal als vijand nummer één worden geïdentificeerd. Dit is een opvatting die ‘oud rechts’ (nog) niet onderkent.[88] De reductie van alle vijanden tot één, het egalitarisme, is volgens Taguieff een relatieve ideologische nieuwigheid. Met name de aanduiding van het ‘virus van het egalitarisme’ als voornaamste vijand in al zijn metamorfoses -de openbaringsgodsdiensten, het liberalisme, het communisme en het multiculturalisme- is een betrekkelijk nieuw aspect binnen het rechtse kamp.[89]

 

2.2 De afwijzing van de monotheïstische godsdiensten

 

2.2.1 Het totalitaire karakter van de monotheïstische religies

 

            Nieuw Rechts wijst alle monotheïstische godsdiensten - het jodendom, het christendom en de islam - radicaal van de hand. Het centrale argument tegen deze godsdiensten is dat ze in wezen totalitair zijn. Volgens Nieuw Rechts heeft iedere religie een totalitair karakter voor zover ze beweert de enige bezitter van de absolute waarheid te zijn. Niet alle religies beweren echter dat zij alléén de absolute waarheid in pacht hebben. Het heidendom bijvoorbeeld kende dit absolutisme niet. Dit is een typisch kenmerk van de monotheïstische godsdiensten. Nieuw Rechts stelt dat het totalitarisme ontstond met het monotheïstische idee dat de onderwerping van het menselijk wezen inhoudt aan de wil van een enige, alwetende, eeuwige en almachtige godheid.[90] Elk monotheïsme is onvermijdelijk totalitair. Eén unieke God impliceert immers één unieke en absolute waarheid. De mensen moeten zich aan deze waarheid onderwerpen omdat het dé waarheid zelf is. Degenen die er zich niet aan onderwerpen verkeren in dwaling, en degenen die de waarheid bezitten hebben het recht om de anderen aan die dwaling te onttrekken, indien nodig met alle mogelijke middelen en met een goed geweten op de koop toe! Door zijn intrinsiek totalitair karakter ligt het monotheïsme aan de oorsprong van een tendens tot reductionisme (elke kennis wordt uiteindelijk herleid tot het éne) tot het egalitarisme (de mensen zijn gelijk voor God) en tot zijn evenknie, het universalisme. Het is volgens Nieuw Rechts overigens volledig bijkomstig of de aanhangers van monotheïstische overtuigingen al of niet hun eigen principes in praktijk brengen en of ze er al of niet conclusies uit afleiden met betrekking tot de aardse zaken.[91]

 

            De virulente afwijzing van de monotheïstische openbaringsgodsdiensten impliceert niet dat Nieuw Rechts een zuiver materialistische leer zou aanhangen, noch dat alle metafysische principes worden afgewezen. Integendeel, Nieuw Rechts erkent de behoefte aan spiritualiteit als een levensnoodzakelijke behoefte van de mens. Het atheïsme wordt door Nieuw Rechts beschouwd als een van de vele hedendaagse decadentieverschijnselen. Nieuw Rechts pleit voor het terug aansluiten bij het Indo-europese heidendom (zie hoofdstuk “Het Nieuw Rechtse heidendom”)[92]

 

2.2.2 De afwijzing van het joods-christendom

 

            Nieuw rechts gebruikt de term joods-christendom binnen een ideologisch kader: het jodendom en het christendom hebben vanuit een filosofisch en theologisch gezichtspunt veel met elkaar gemeen en bevatten fundamenteel dezelfde ideologie. Zo heeft, volgens de Benoist, het christendom alle normatieve vereisten met een universele draagwijdte die men in de thora kan vinden, overgenomen. Het begrip joods-christendom wijst tevens op de gemeenschappelijke monotheïstische oorsprong van beide religies.[93]

 

            De radicale afwijzing van het joods-christendom is een centraal aspect binnen de Nieuw Rechtse ideologie en steunt op het argument dat het joods-christendom in wezen egalitair is en niet-Europees. Nieuw Rechts benadrukt dat het joods-christelijke denken vreemd is aan de Europese geest. Er bestaat een onmiskenbare en fundamentele tegenstelling tussen de joods-christelijke wereldvisie en waardepatronen en de wereldvisie en waarden eigen aan Europa. Het totalitair, egalitair, dualistisch en onverdraagzaam karakter van het joods-christendom wordt door Nieuw Rechts in tegenstelling geplaatst met de organische aard, de hiërarchische sociale structuren, het heidendom en de tolerantie die de oorspronkelijke Indo-europese beschavingen zou kenmerken. Het niet-Europese joods-christendom is volgens Nieuw Rechts verantwoordelijk voor de introductie van het desastreuze egalitarisme en een verlammend en negatief mensbeeld in Europa en dus ook voor de vervreemding van de Europese cultuur en de huidige alomtegenwoordige decadentie.[94] Nieuw Rechts beschouwt de integratie van het christendom in het mentale systeem van Europa dan ook als de meest desastreuze gebeurtenis van de ganse geschiedenis.[95] De Benoist noemt het joods-christendom in navolging van Nietzsche zelfs “de grootste vloek van de mensheid”.[96] Nieuw Rechts gaat er dus van uit dat het christendom na 2000 jaar aanwezigheid in Europa geen fundamenteel onderdeel uitmaakt van de Europese cultuur. Sterker zelfs, het joods-christendom is volledig wezensvreemd aan de Europese volkeren. Men moet die joods-christelijke erfenis volledig uitbannen om tot een culturele heropstanding te komen…

 

De bekeringsdrang, waarvan de heidense Indo-europeanen het slachtoffer zijn geworden, is volgens Nieuw Rechts inherent aan het bijbelse denken: het totalitaire joods-christendom wil altijd zijn visie opleggen. In een eerste fase gebeurde dit door overreding, later, zodra men er de mogelijkheden toe had, vanaf de vierde eeuw als het in het na-Constantijnse tijdperk aan de macht komt, door geweld. Er werden steeds draconischer maatregelen getroffen tegen het heidendom. Gedurende veertien eeuwen zal het christelijk totalitarisme “als een loden gewelf” over Europa hangen. Het is de éne officiële en verplichte godsdienst. Wie van zijn wetten afwijkt wordt gekraakt. Elke afwijking heet ketterij en wordt onmiddellijk vervolgd en uitgeroeid.[97] Het joods-christelijk monotheïsme zou en moest elke vorm van afwijking uitroeien. Bijna alle profeten fulmineerden met heftigheid en zelfs met woede tegen de heidens gebruiken. De strijd tegen de ‘afgoderij’ is een van de centrale thema’s in het joods-christendom. Ketterij wordt beschouwd als de bron van alle kwaad en van elk moreel verwerpelijk gedrag. Nieuw Rechts wijst er ook op dat het in feite merkwaardig is dat in de eerste plaats afgoderij wordt verworpen en niet het atheïsme. Dat komt er dus op neer dat het volgens de bijbel beter is te zeggen dat God niet bestaat dan eer te bewijzen aan een valse god.[98] De wil van gelovigen om de hele wereld te overtuigen en te bekeren tot het ‘ware’ levensmodel, gefundeerd op het enige, echte geloof is een kenmerkend aspect van het joods-christendom. De kruistochten, de talloze kersteningsgolven en de ontdekkingsreizen hadden volgens Nieuw Rechts allemaal de bedoeling het christelijk waardenpatroon en cultuurmodel te verspreiden en op te leggen, met alle nefaste gevolgen van dien voor de betrokken volkeren. [99]

 

Het vertrekpunt van het joods-christelijk geloof is, zoals in elk monotheïsme, de overtuiging dat er maar één God bestaat, dat hij de aarde en de mens geschapen heeft en dat hij de enige en waarachtige leer verkondigt. Het bijbelse scheppingsverhaal laat de mens voortkomen uit één enkele bron waardoor alle mensen voor God volmaakt aan elkaar gelijk.[100] Volgens het joods-christendom bestaat er een absolute scheiding tussen het geschapene (de wereld) en het niet-geschapene (God). God is totaal vreemd aan de wereld en de wereld is totaal verschillend van God, haar schepper.[101] De scheiding tussen God en zijn schepping uit zich in een dualistisch wereldbeeld waarbij het aardse bestaan geplaatst wordt tegenover het leven na de dood. Het verblijf op aarde is voor de christenen slechts een tussenfase, na de dood wordt over de mens een definitief oordeel geveld op basis van universele goddelijke regels. Deze gedachtegang leidde tot het egalitaire idee dat iedereen voor God gelijk is in het leven na de dood. Het joods-christendom beweert dus dat de verschillen tussen mensen van ondergeschikte aard zijn en dat alle mensen in essentie identiek zijn.[102] De volgens Nieuw Rechts rampzalige gevolgen van dit denken zijn in het vorige hoofdstuk reeds aan bod gekomen.

 

Nauw verbonden met het monotheïstische godsbeeld is de lineaire geschiedenisopvatting. Deze opvatting, die de Indo-europeanen onbekend was, werd in Europa ingevoerd door het joods-christendom. Het verloop van de geschiedenis wordt in deze visie voorgesteld als een lijn die een voor-historische toestand (het aards paradijs), via de geschiedenis (het tranendal waar de mensheid zwoegend zijn leven doorbrengt), verbindt met een na-historische toestand (Gods rijk op aarde). De na-historische toestand zal de voor-historische toestand herstellen en dit zal het einde van de geschiedenis zijn. [103] De lineaire geschiedenisopvatting wordt dus gekenmerkt door eendimensionaliteit, noodzakelijkheid en finaliteit. Het is de uitvoering van een goddelijk plan. Hierdoor is de vrijheid van de mens slechts gering, aangezien hij het verloop van de geschiedenis niet in eigen handen heeft en afhankelijk is van God als hoogste autoriteit.[104] Nieuw Rechts vindt deze geschiedenisopvatting absurd en verwerpelijk en bovendien mede verantwoordelijk voor de culturele verwording van Europa.[105] De lineariteitsvisie, die eerst in het joods-christendom en later in gelaïciseerde ideologieën zoals het communisme en het liberale vooruitgangsdenken vorm heeft gekregen, wil alle menselijke activiteit disciplineren in functie van het ‘Ene Idee’. Het sociaal homogeniseringsproces van het Westen kan volgens Nieuw Rechts worden gerelateerd aan het afwijzen van het polytheïsme van waarden en ideeën, waardoor het sociale gereduceerd is tot eenvormigheid en het sociaal dynamisme is uitgedoofd.[106]

 

Volgens Nieuw Rechts is het joods-christendom onverdraagzaam en is het totalitair racisme in wezen afkomstig uit de bijbel aangezien men in de monotheïstische visie de fundamentele weigering terugvindt de ‘ander’ in zijn eigenheid te respecteren.[107] Indien er een enige, universele waarheid bestaat, indien die waarheid volledig onafhankelijk is van de omstandigheden en de verschijningsvormen op aarde, indien het kwade zijn oorsprong vindt in het slecht gebruik dat de ‘geschapene’ van zijn ‘vrijheid’ heeft gemaakt, dan kan men niet tezelfdertijd de waarheid bezitten en fout zijn. Men is of fout, of men bezit de waarheid. Er kunnen geen relatieve waarheden bestaan, noch verschillende tegenstrijdige waarheden. De mensheid wordt op die manier opgedeeld in een ‘goed’ deel die zich tot de waarachtige boodschap heeft bekeerd en een ‘slecht’ deel, die dat niet gedaan heeft. De strijd tegen de ‘onwaarheid’ wordt dan niet alleen een recht, maar ook een plicht, onafhankelijk of deze plicht in werkelijkheid wordt uitgevoerd. Dit absolutisme opent de weg naar de onverdraagzaamheid. De onverdraagzaamheid vindt echter niet alleen zijn oorsprong in het feit dat het joods-christelijk monotheïsme slechts één god en één waarheid erkent, maar vooral in het feit dat deze enige god opgevat wordt als tegengesteld aan de wereld. God is de ‘totaal andere’, geplaatst tegenover de ‘totaal andere’ zijn de verschillen tussen de mensen slechts oppervlakkig en van voorbijgaande aard. De ‘andere’ wordt door de bijbel geminacht en alles wat niet tot de joods-christelijke leerstellingen behoort wordt afgestoten. De enige en niet-vergelijkbare god van het joods-christendom kan niet anders dan de valsheid bevestigen van andere goden. Daardoor wordt tevens de levenswijze en de wereldbeschouwing die voortspruiten uit de verering van deze ‘valse’ goden verworpen. Een andere god bestaat niet, hij is slechts een ‘afgod’, een god zonder de waardigheid van een god. Overgebracht op het wereldlijke vlak rechtvaardigt een dergelijke redenering elke vorm van alterofobie, racisme en uitsluiting. Vanuit het begrip god zonder de waarde van een god, komt men al spoedig tot het begrip van de mens zonder de waarde van een mens, of van het leven zonder de waarde van het leven. Het verwerpen van de ‘andere’ moet logischerwijs leiden tot de drang het ‘andere’ uit te roeien of te assimileren. Er bestaat volgens Nieuw Rechts dus een oorzakelijk verband tussen de bevestiging van de enige God en een enige waarheid, het verwerpen van wat anders is en de totalitaire onverdraagzaamheid afgeleid uit het joods-christendom.[108]

 

Een bijkomend gevolg van deze manier van de ‘andere’ te zien is het verlies van de eigen identiteit. Voor het monotheïsme zijn de verschillen tussen de volkeren en de mensen van voorbijgaande aard. Hierdoor verliest de mens zijn eigenheid en identiteit, aangezien de mens de ‘ander’ nodig heeft om zich bewust te worden van zijn eigen identiteit door te zien waarin de ‘ander’ verschilt van hem zelf.[109]

 

Een ander fundamenteel argument tegen het joods-christendom is het idee dat het in naam van een abstracte universele waarheid een solidariteitsbreuk bewerkstelligt tussen het individu en de gemeenschap. De verhouding tot het goddelijke is immers zuiver individueel: men zoekt op zijn eentje naar de zaligheid. Dit kenmerk zou vooral eigen zijn aan het christendom, aangezien het in het jodendom in hoge mate wordt gecompenseerd door het idee van het ‘uitverkoren’ zijn van het ganse volk.[110] Het christendom weigert vanuit haar egalitaire visie de mens te zien als een personaliteit en als element behorend tot een volk. Het wil de eigen tradities en identiteit van elk volk en elk individu uitgommen.[111] Met het invoeren van het christendom in Europa begon er een langzaam proces van ontbinding en van vernietiging van de bestaande sociale orde. De ontworteling waar we vandaag de dag mee geconfronteerd worden is slechts het einde van een proces dat werd ingezet met de introductie van het joods-christelijk denken in Europa.

 

Nieuw Rechts verwerpt het verlammend en negatief mensbeeld dat door het joods-christelijk gedachtegoed zou worden uitgedragen. Het joods-christendom is er volgens Nieuw Rechts op uit om alles te moraliseren. De bijbelse moraal komt uitsluitend voort uit de wil van de éne almachtige God. Hij alleen stelt vast wat goed en wat kwaad is en deze vaststelling is absoluut. Hij alleen heeft het recht om te belonen en te straffen. Dit betekent dat datgene wat de mens overkomt noodzakelijk moest gebeuren vanuit een oorzakelijk verband met de morele waarde van zijn daden. Indien men lijdt is dat omdat men dit verdient, omdat men gezondigd heeft. Hierin ligt de oorzaak van het Westerse schuldgevoel. De mens wordt dus beoordeeld, niet volgens zijn eigen wetten en mogelijkheden, maar volgens die van een God die totaal los staat van de wereld en van de mens. Daarom staat volgens Nieuw Rechts de opgang van de christelijke moraal in de geschiedenis gelijk aan de ondergang van het menselijke scheppingsvermogen. Elke tak van de menselijke bedrijvigheid werd ondergeschikt gemaakt aan de moraal. Een moraal die in naam van de ‘gelijkheid’ het recht op het anders zijn uitsluit, een moraal die alle levenslust doodt en Europa van zijn kracht heeft berooft. Voor het bijbelse denken is de soevereine macht van de mens immers innerlijk slecht. Elke vorm van menselijke autonomie wordt afgewezen. De mens is ondergeschikt aan God en is aan hem gehoorzaamheid verschuldigd. [112] Het joods-christendom bepleit dus een mensbeeld waarin de mens gedetermineerd wordt door externe krachten en waarin de menselijke vrijheid beperkt is. Christenen kunnen enkel hopen op verlossing, autonoom streven naar zelfverwezenlijking is onmogelijk. Nieuw Rechts verwerpt dit mensbeeld volledig en verdedigt de (veronderstelde) Indo-europese mensvisie waarin de mens gezien wordt als schepper van zichzelf en van zijn wereld. Het is volgens Nieuw Rechts noodzakelijk terug aansluiting te vinden bij dit heroïsch mensbeeld, dat eigen is aan ons Europeanen, om een Europese culturele renaissance te bewerkstelligen en een einde te stellen aan de cultuurcrisis (zie hoofdstuk “Onze Indo-europese erfenis”).

 

Volgens Nieuw Rechts staat het joods-christendom negatief tegenover de politiek. In de joods-christelijke opvatting wordt de politiek voortdurend teruggebracht tot de moraal en wordt de soevereiniteit ondergeschikt gemaakt aan de Wet. De koning moet het morele ideaal van de bijbel (en de thora) verwezenlijken. Hij is geen bouwer, noch een veroveraar. Het joods-christendom bevestigt het primaatschap van de rechter op de koning, van de moraal en de jurisdictie op de politiek en de militaire macht. De reden van de joods-christelijke vijandigheid tegenover de koninklijke (of politieke) macht is het feit dat het gaat om een menselijke macht, dat het met andere woorden een van de dingen is waarin de mens zich affirmeert in zijn autonomie en in zijn soevereiniteit.[113]

 

            Nieuw Rechts reageert ook tegen de joods-christelijke minachting van de vrouw. Het christendom gaat ervan uit dat één vrouw, Eva, het gehele mensdom in zonde heeft gestort en dat de vrouw daarom een minderwaardig wezen is. Door het christendom wordt de vrouw haar waardigheid en de man zijn achting voor de vrouw ontnomen. De vrouw wordt volgens Nieuw Rechts monddood gemaakt en vernederd tot dienares. Haar edele taak als moeder wordt als resultaat van de zonde voorgesteld en binnen de kloostermuren hebben vele vrouwen getracht de onnatuurlijke ‘reinheid’ te behouden uit vrees voor de duivel.[114] In de christelijke leer is seksualiteit immers het gevolg van de erfzonde en taboe en wordt het huwelijk, waarvan het resultaat toch het ‘christelijk huisgezin’ zou moeten zijn, beschouwd als een lapmiddel, waartegenover het celibaat steeds de voorkeur moet hebben.[115]

                       

Volgens Nieuw Rechts is in de huidige tijd de ‘joods-christelijke mentaliteit’ meer dan ooit aanwezig. Kerken en synagogen mogen dan al leeglopen, de joods-christelijke waarden zijn in geseculariseerde vorm dominanter aanwezig dan ooit tevoren.[116] De meest destructieve politieke ideologieën van de twintigste eeuw, namelijk het nationaal-socialisme en het communisme, vertoonden volgens Nieuw Rechts in hun heilsleer dezelfde geseculariseerde orthodoxie van de monotheïstische openbaringsgodsdiensten.[117] Maar ook het liberalisme, het socialisme en zeker het multiculturalisme beroepen zich op de joods-christelijke egalitaire waarden.

 

Nieuw Rechts verdedigt en illustreert het ganse ‘antichristendom’ discours met bijbelteksten die het totalitaire en verwerpelijke karakter van het joods-christendom moeten aantonen. De boutade ‘met de bijbel kan je alles bewijzen’ lijkt hier wel op te gaan…

 

2.2.3 De afwijzing van de islam

           

De islam wordt om verschillende redenen afgewezen, maar de nadruk ligt vooral op het veronderstelde totalitair, onverdraagzaam en egalitair karakter van deze godsdienst.[118] De islam wordt beschouwd als een totalitaire godsdienst aangezien op basis van een religieuze ideologie een totale reglementering van het intellectuele, sociale en politieke leven wordt nagestreefd. Dit vindt zijn oorsprong in de door de islam verkondigde absolute waarheid waar niet van mag worden afgeweken. Daarenboven verwerpt de islam de scheiding tussen kerk en staat en fungeert de koran als staatsdragende grondwet. Het samenvallen van godsdienst en staat benadrukt de eenheid van de islamitische samenleving, de Umma. Deze omvat alle gelovige moslims die volledig gelijke rechten hebben, ongeacht hun afkomst of ras.[119]

 

Aangezien de eerste bekommernis van Nieuw Rechts het bewerkstelligen van een Europese culturele renaissance is, gaat de aandacht vooral naar de (veronderstelde) desastreuze gevolgen van de invoering van het ‘vreemde’ christendom in Europa en heeft het veel minder belangstelling voor de islam. De islam wordt ook enkel bekeken vanuit het standpunt als potentiële bedreiging van de Europese cultuur. Volgens Nieuw Rechts zou de islam voor het Westen wel eens kunnen betekenen wat het christendom was voor het Romeinse rijk: “het verzamelbekken van underdogs en gefrustreerden van allerlei slag, waarbij de politiek doelstellingen worden verdoezeld door de godsdienststatus zodat tot op de bodem van onze tolerantie kan worden geprofiteerd”.[120] Voor Nieuw Rechts is de islam een gevaarlijke godsdienst. Het zou een illusie zijn te denken dat er zoiets bestaat als een gematigde islam. Voor alle moslims geldt immers dit ‘brandstichtend’ vers uit de koran: “O Heer, maak dat er op aarde geen enkele der ongelovigen overblijve!”.[121] Nieuw Rechts waarschuwt nadrukkelijk dat Europa niet veilig is voor de islam.

 

2.3 De afwijzing van het liberalisme en het communisme

 

2.3.1 Het liberalisme en het communisme: twee gelijkaardige ideologieën

 

            Nieuw Rechts verwerpt het liberalisme en het communisme omwille van hun egalitaire karakter en het primaatschap van de economie. Zoals in een eerder hoofdstuk is betoogd, zijn volgens Nieuw Rechts het liberalisme en het communisme beiden gelaïciseerde vormen van het joods-christelijke egalitarisme. Nieuw Rechts beschouwt het liberalisme niet als tegenhanger van het communisme, beiden worden veeleer gezien als twee tegenpolen binnen eenzelfde egalitair en economisch waardensysteem.[122] Het liberalisme en het communisme verdedigen volgens Nieuw Rechts beiden het imperialisme van de rede, de vooruitgangstheorie en de almacht van de economische waarden en alle twee hebben ze hetzelfde ideaal van de utilitaire prestatiegeest.[123] De sociale finaliteit wordt zowel door de communist als door de liberaal gedegradeerd tot een economische aangelegenheid. De beschaving, gebaseerd op een cultureel verleden en wezensmatig menselijk, moet de plaats ruimen voor ‘het systeem’, krachtens zijn structuur anorganisch. De ‘homo faber’ wordt door het liberalisme en het communisme getransformeerd in een ‘homo fabricatus’.[124] De economie is in liberale en communistische samenlevingen dermate determinerend dat de mens wordt gedegradeerd tot een loutere ‘homo economicus’.Het individu wordt uit de organische samenlevingen losgerukt. De bedoeling is de ‘intermediaire lichamen’ (naties, volkeren, culturen e.d.) tussen het individu en de mensheid te laten verdwijnen en te vervangen door in het liberalisme het primaatschap van het individualisme en in het communisme het klassenbewustzijn. Het gevolg is dat het sociaal contact verdwijnt. Tussen de mensen blijven er enkel maar ‘mechanische’ en ‘geëconomiseerde’ betrekkingen over. Intermenselijke relaties worden in economische termen uitgedrukt. Zowel het liberalisme als het communisme worden gekenmerkt door deze verschraalde sociale banden.[125]

 

2.3.2 De afwijzing van het communisme

           

            Het communisme en bij uitbreiding ook het socialisme worden in de eerste plaats afgewezen omwille van hun egalitaire karakter. Het anticommunistische discours komt dan ook in hoge mate overeen met het anti-egalitaire discours. Het communisme wordt verworpen omdat het de differentiatie en de hiërarchie in de maatschappij wil elimineren en de organische samenleving wil vervangen door een gehomogeniseerde en mechanische samenleving waarin de mens ontworteld en vervreemd is. Het communisme leidt volgens Nieuw Rechts ook onvermijdelijk tot de vernietiging van de diversiteit van culturen omdat het eindpunt van het communistische streven homogenisering en uniformisering is met als ultieme resultaat een mondiale maatschappij van identieke mensen.[126] Een bijkomend aspect waarom het communisme wordt verworpen is het primaatschap van de economie. Voor het communisme, net als voor het liberalisme, is de economie de determinerende factor in een samenleving. Alle aspecten van het maatschappelijk leven worden gereduceerd tot hun economische dimensie, wat volgens Nieuw Rechts onvermijdelijk leidt tot vervreemding en decadentie.[127]

 

            Nieuw Rechts beschouwt het marxisme als de meest extreme en de meest terroristische van alle egalitaire doctrines.[128] In het Nieuw Rechtse tijdschrift TeKoS zijn verschillende artikels gepubliceerd die het totalitarisme en het destructieve karakter van het communisme aan het licht willen brengen. Titels als ‘Politiek totalitarisme: het ‘geciviliseerd’ geweld in Praag’ en ‘De kostprijs van het kommunisme: 150 miljoen doden’ liegen er niet om. In dit laatste artikel bijvoorbeeld worden de gruwel en de massamoorden uit de doeken gedaan die in de Sovjetunie en China onder het communistisch bewind zijn gepleegd en de miljoenen doden die dit als gevolg had.[129] De onderliggende toon bij de meeste van dergelijke artikels is er één van ‘angst voor het rode gevaar’.

 

            De val van de Berlijnse muur in 1989 en de ineenstorting van de communistische regimes in Oost-Europa en de Sovjetunie werden door Nieuw Rechts toegejuicht. In de eerste plaats omdat het het einde betekende van de jarenlange kunstmatige opdeling van Europa. Er werd luidop gedacht dat de hereniging van Duitsland het mogelijke begin was van een Europese heropstanding waarin het herenigde Duitsland een centrale rol zou spelen.[130] Voor Nieuw Rechts leverde het uiteenvallen van de Sovjetunie tevens het bewijs dat de volkse identiteit, eigenheid en samenhorigheid de vele jaren van externe egaliserende dwang hadden doorstaan. Voor Nieuw Rechts is door de ontbinding van de USSR duidelijk aangetoond dat het de volkeren zijn die de “werkelijke infrastructuur van de menselijke samenleving uitmaken”.[131] Toch werd ook na de ineenstorting van de Sovjetunie nog steeds een waarschuwende vinger opgestoken. Luc Pauwels, de hoofdredacteur van TeKoS, verwoordde het als volgt: “..alleen om te beseffen dat wij ons nooit in de kokon van het socialisme mogen laten vangen. Waakzaamheid geboden!”.[132] In 1998 werd nog een gans nummer van TeKoS gewijd aan de verschrikkingen van het communisme (‘Lenins holocaust’, Tekos, XX, 1998, 89). Dit wil niet zeggen dat TeKoS extra veel aandacht aan het communisme besteed (er werd in 1997 bijvoorbeeld ook een nummer gewijd aan de nefaste gevolgen van het kapitalisme en de mondialisering). Ik wil hier enkel aantonen dat zelfs na de val van de muur en de instorting van de USSR de angst voor het ‘gevaarlijke’ communisme bij Nieuw Rechts niet verdwenen was.

 

De afwijzing van het communisme heeft Nieuw Rechts met ‘oud rechts’ gemeen. Het originele of nieuwe bij Nieuw Rechts is het feit dat het volgens hen nutteloos is tegen het marxisme te vechten als men tegelijkertijd niet de moed en het inzicht heeft om te vechten tegen de oorzaak van het marxisme, namelijk de egalitaire gedachte, waarvan het marxisme slechts het gevolg is. Bovendien wordt benadrukt dat men het marxisme slechts doeltreffend kan bestrijden als er tevens een volwaardig alternatief, een volledigheid betrachtend ideologisch stelsel, wordt geformuleerd.[133] Dit alternatief ligt volgens Nieuw Rechts in een organische maatschappij waarin onze Indo-europese erfenis wordt gerespecteerd (zie “Het tegenproject van Nieuw Rechts”)

 

2.3.3 De afwijzing van het liberalisme

 

            Ook de afwijzing van het liberalisme wordt gefundeerd door te verwijzen naar het egalitaire en totalitaire karakter en de dominantie van de economische waarden in het liberale gedachtegoed. De geest van de Westerse liberale, geëconomiseerde en individualistische samenleving wordt door Nieuw Rechts geringschattend getypeerd als een ‘société marchande’ of ‘kruideniersmentaliteit’ die alle geledingen van de maatschappij heeft doordrongen.[134] De ongebreidelde expansie van deze handelsmaatschappij is volgens Nieuw Rechts mede verantwoordelijk voor de uniformisering van de samenlevingen en de wereld en dus ook voor de huidige cultuurcrisis van de Westers beschaving.[135]

 

Nieuw Rechts verwerpt met klem het egalitaire individualisme van het liberalisme. Het liberalisme beweert dat alle mensen gelijk zijn, maar in naam van de universele gelijkheid en vrijheid werd een economische jungle geïnstalleerd waarin het recht van de economisch sterkste (of sluwste) heerst. Ongelijkheid werd voortaan geweten aan de luiheid of kortzichtigheid van het individu. Het liberalisme beschouwt de maatschappij als een loutere optelsom van individuen en de natie als een verzameling inwoners van een bepaald grondgebied. De natuurlijke en organische gemeenschappen worden verbroken en vervangen door mechanische maatschappijen die geregeerd worden door economische wetten. Ontworteling wordt de regel.[136]

 

In onze Westerse maatschappijen is de economie het hoogste goed en wordt elk individu geacht te handelen volgens zijn beste (economische) belang. De mens is in een dergelijke maatschappijvisie niet meer de meester van zijn eigen lot, maar onderworpen aan de economische wetten Ook de politieke beslissingen worden in een liberaal systeem onderworpen aan de geboden van de economie. De enige taak van de politiek is de orde en veiligheid handhaven die de economische vrijheid moeten verzekeren. De staat moet zo weinig mogelijk aan politiek doen en zo weinig mogelijk vragen.[137]

 

 

            De globalisering waar we vandaag de dag mee worden geconfronteerd, betekent in feite de mondiale verspreiding van het liberalisme. Een ontwikkeling waar Nieuw Rechts logischerwijs sterk tegen is. Het Nieuw Rechtse tijdschrift TeKoS wijdde in 1997 een volledig nummer aan dit onderwerp (‘Kapitalisme en mondialisering tegen de volkeren’, TeKoS, XIX, 1997, 84) en ook het zevende colloquium van TeKoS (11 november 2001) “Globalisering of lot in eigen handen” was volledig aan deze problematiek gewijd. Het Nieuw Rechtse discours in verband met globalisering is voorspelbaar. Er wordt gereageerd tegen de ‘heilsboodschap’ van de globalisering die persoonlijk geluk gelijkstelt aan economische groei en er wordt met nadruk gewezen op de nefaste gevolgen van het globaliseringsproces, met name de vereenzaming, het verloren gaan van de traditionele gemeenschappen, de ontworteling, het toenemend gemis aan gemeenschapszin, de reductie van de culturele diversiteit etc. Ook de oplossingen die Nieuw Rechts voorstelt liggen in de lijn van de verwachtingen. In het artikel ‘Globalisering is er een alternatief?’in TeKoS wordt het alternatief van de Duitsers Ritter en Zeitler belicht. Zeitler was ook aanwezig op het voornoemde colloquium en is politiek mandataris van het SPD. Zijn oplossing in enkele woorden samengevat: grootruimtelijke regionalisering en beschermende tolgrenzen aan de buitenkant van Europa. Regionalisering en protectionisme zijn volgens Nieuw Rechts reële mogelijke verdedigingsmechanismen tegen de globalisering. (zie hoofdstuk “De Europese rijksgedachte”).[138]

 

            Globalisering wordt door Nieuw Rechts vaak gelijk gesteld aan een veramerikanisering van de wereld. Amerika wordt volgens Nieuw Rechts gedreven door utilitarisme en consumptiedrang en het is dan ook in de Verenigde Staten waar de liberale handelsgeest het best tot haar recht gekomen en de decadentie haar hoogtepunt kent.[139] Amerika wordt beschouwd als de vaandeldrager van de ‘société marchande’. Nieuw Rechts waarschuwt voor de kracht van de Amerikaanse culturele kolonisatie en pleit voor een ‘de-amerikanisering’ van Europa en de rest van de wereld. Er is dus duidelijk sprake van een hevige afkeer en minachting voor de Amerikaanse cultuur bij Nieuw Rechts.[140]

 

            Niet alleen het economisch liberalisme moet het ontgelden, ook het huidige liberale democratische bestel wordt scherp bekritiseerd. Meer bepaald het gedachtegoed van de Franse Revolutie kan bij Nieuw Rechts op weinig sympathie rekenen. Volgens Nieuw Rechts ligt in dit gedachtegoed allesbehalve de democratie besloten, maar wel de volkenmoord. Er wordt daarvoor verwezen naar de vele slachtoffers van de revolutie en de brutale annexatiepolitiek die volgde op de revolutie. Tijdens de Franse bezetting werden de Zuidelijke Nederlanden het slachtoffer van een doorgedreven verfransing en tal van, volgens Nieuw Rechts, uiterst nefaste maatregelen zoals de opheffing van de ambachten, de vernietiging van de eeuwenoude provinciale inspraakstructuren en de denationalisatie van de elite. Er was bovendien allesbehalve sprake van enige vorm van volkssoevereiniteit. De echte democratische voorgeschiedenis van ons land, de Nederlandse traditie van volksmedezeggenschap en volkssoevereiniteit, die niets verschuldigd is aan het funeste, liberale Franse model, wordt volgens Nieuw Rechts miskent. Het idee dat de volkssoevereiniteit het best tot uiting komt in een burgerlijke democratie naar Frans model is volgens Nieuw Rechts een misvatting aangezien er de facto volgens het liberalisme geen volk bestaat, maar slechts een verzameling van (beïnvloedbare) individuen.[141] Het alternatief dat door Nieuw Rechts wordt geformuleerd is een organische samenleving waarin de ‘elite’ opnieuw een centrale en richtinggevende rol moet spelen (zie hoofdstuk “Een organische samenleving”).

 

Een groot probleem van het liberale democratische bestel is het feit dat, als gevolg van het egalitarisme en het individualisme, elke transcendentie van het principe van autoriteit is verdwenen. Politieke soevereiniteit en macht zijn tot op het niveau van het individu teruggebracht.[142] Dit heeft volgens Nieuw Rechts zeer kwalijke gevolgen. Onze democratie wordt uitgehold door het samenspel van machtsgeile geldbezitters en geldgeile machtsbezitters. Bedrijven en personen met veel geld kunnen politici met een ongebreidelde geldzucht beïnvloeden en omkopen. In een traditioneel democratisch bestel moest een keuze gemaakt worden tussen ofwel macht ofwel geld, maar tegenwoordig willen politici en geld en macht en liefst zo veel en zo vlug mogelijk. De democratie is uiteindelijk de verliezer.[143] Nieuw Rechts verwerpt de parlementaire democratie als dusdanig niet. Ze is voorstander van een zogenaamde participatiedemocratie, met directe participatie van de burger via onder meer referenda. Tegelijk wordt de noodzaak aan ‘bekwame staatsmannen’ benadrukt. Er is nood aan een politieke elite die de verantwoordelijkheid draagt voor de gemeenschap in zijn totaliteit (zie hoofdstuk “Een organische samenleving”).

 

Nieuw Rechts is dus niet gekant tegen de democratie die ze “de meest humane procedure vindt om in een gegeven cultureel klimaat een uitweg te vinden in de tegenstelling tussen de noodzaak om als groep te handelen en de onmogelijkheid om een doorlopende, absolute consensus te bereiken over het te voeren beleid”.[144] Een essentiële voorwaarde is evenwel dat er in een democratie geen vooropgezette norm bestaat om de waarde van de verschillende opinies te beoordelen. En daar wringt volgens Nieuw Rechts het schoentje: vandaag de dag is er sprake van een uitbreidende staatsideologie. Het is deze staatsideologie die bepaalt wat er gedacht moet worden. En wat er gedacht moet worden komt overeen met het egalitaire en liberale gedachtegoed.[145] Nieuw Rechts reageert tegen het ‘politiek correcte’ denken waarin het egalitaire discours domineert. De fundamentele gelijkheid van mensen mag volgens Nieuw Rechts niet in vraag worden gesteld.

 

            Hoewel Nieuw Rechts het liberalisme radicaal van de hand wijst, is het toch voorstander van de vrije markt economie omwille van de bewezen economische doeltreffendheid, het effectief dienen van niet-economische doeleinden (creativiteit, nationale vitaliteit,…) en de maatschappelijke waarde als overlevingsstrategie (zie hoofdstuk “Een organische maatschappij”).[146] Nieuw Rechts pleit wel voor een economie die geïntegreerd is in een organische samenleving. De economie moet met andere woorden terug een deel worden van de gehele samenleving, mag niet langer alles bepalend zijn en moet positief zijn ingesteld tegenover het gemeenschapsbelang.[147]

 

2.4 De afwijzing van het multiculturalisme

 

            Het multiculturele maatschappijmodel wordt van de hand gewezen. Het idee dat individuen, die gelijke rechten hebben, hun eenheid zouden vinden in een louter geopolitieke ruimte, buiten iedere verwantschap die door de origine gedicteerd wordt en buiten elke organische gemeenschap, is volgens Nieuw Rechts een waanidee.[148] De verwerping van het multiculturalisme steunt opnieuw ten dele op het discours van het anti-egalitarisme en de (veronderstelde) Westerse cultuurcrisis: multiculturalisme leidt tot homogenisering en decadentie (zie vorige hoofdstukken). Er wordt tevens gewezen op de nefaste gevolgen voor de Europese cultuur en op de nefaste gevolgen voor de migranten zelf.

 

Het pleidooi tegen de multiculturele maatschappij is gericht tegen de immigratie van islamitische migranten. Voor Europese migranten, die van het ene Europese land naar het andere emigreren, ligt de situatie anders omdat zij niet in een totaal vreemde beschaving terecht komen. Zij blijven in wat Nieuw Rechts het Europees cultuurgebied noemt. In vele gevallen is de enige echte diepgaande verandering die van hen wordt gevraagd een verandering van taal.[149]

           

Nieuw Rechts beschouwt de multiraciale maatschappij als een groot gevaar voor de Europese beschaving omdat het de relatieve etnische en culturele homogeniteit van de inwoners van Europa zou vernietigen waarop volgens Nieuw Rechts de identiteit, het samenhorigheidsgevoel en de waarde van het begrip staatsburgerschap berust.[150] Het grote dilemma voor de toekomst van Europa zou dan ook de vraag zijn blijft Europa zichzelf, met zijn veelzijdige volkse eigenheden en culturen, overkoepeld door het Europees cultuurgebied, of blijft men geloven in de multiculturele utopie en wordt Europa een gehomogeniseerd multiraciaal en cultuuregalitair conglomeraat van gelijkgeschakelden. Het begrip Europa zal dan alleen nog een geografische betekenis hebben en de vervreemding en de decadentie zal hand over hand toenemen.[151]

 

            Het ideaal van de multiculturele samenleving is volgens Nieuw Rechts een bedrieglijke illusie. De ‘gastarbeiders’ integreren in onze Westerse maatschappij houdt concreet in hun etnische en culturele eigenheden verdrinken in de meltingpot van de consumptiemaatschappij. Een maatschappij waarin alle culturele verschillen zijn weggevlakt en waar de volkeren gedoemd zijn te verdwijnen.[152] Maar zelfs indien een dergelijk toekomstbeeld wenselijk zou zijn, is het ten zeerste de vraag of het mogelijk zou zijn. Het geloof in het multiculturalisme is gebaseerd op het blinde geloof in de maakbaarheid van de mens en de totaal onrealistische verwachting dat migranten tabula rasa kunnen en zullen maken met hun eigen Arabische identiteit en hun eigen afstamming. Het heeft volgens Nieuw Rechts geen zin om een debat te openen over de vraag of dit wenselijk zou zijn, het is gewoon onmogelijk. Ten eerste omdat migranten als groep geen afstand zouden willen doen van hun huidige identiteit en ten tweede omdat zelfs de weinige migranten die het zouden willen, niet zouden kunnen. Het is voor een individu vrijwel een onmogelijke opgave om afstand te doen van een eeuwenoude en historisch gegroeide identiteit en die in te ruilen voor een andere. Islamitische immigranten zouden in één mensenleven duizend jaar geschiedenis moeten overbruggen om aansluiting te kunnen vinden bij de hedendaagse Europese manier van denken en mentaliteit. Ze zouden daarbij moeten leren denken in categorieën en begrippen die voor hen volledig onbegrijpelijk zijn en die op geen enkele manier aansluiten bij hun eigen achtergrond. Dit is volgens Nieuw Rechts een bovenmenselijke taak, zelfs als men het echt zou willen en de meeste islamitische immigranten willen het niet eens echt! [153]

           

Het idee dat islamitische migranten door ‘onderdompeling’ in de Westerse wereld zouden verwesteren is volgens Nieuw Rechts een gevaarlijke denkfout. Vandaag de dag wordt Europa geconfronteerd met het ‘binnendringen’ van te veel mensen van een ander ras of cultuur. Het gevolg hiervan is dat een moslim in een migrantenwijk helemaal niet het gevoel heeft dat hij tot een minderheid behoort. In zijn onmiddellijke omgeving zijn de meeste mensen die hij ontmoet ook moslim en zijn kinderen zitten meestal op een concentratieschool waar zij de meerderheid uitmaken. De migrant maakt deel uit van een hechte samenhangende groep die hem onvoorwaardelijk zal steunen in een eventueel conflict met een individuele Vlaming of Europeaan. De geïmmigreerde moslims bevinden zich, volgens Nieuw Rechts, in geografisch opzicht in de Westerse wereld, maar in psychisch, religieus en cultureel opzicht leven zij in een totaal andere, eigen wereld.[154] Geconfronteerd met deze situatie is het volgens Nieuw Rechts de beste keuze om te opteren voor een vorm van coëxistentie, de mogelijkheid van een natie als ‘meltingpot’ wordt radiaal verworpen. Volgens Nieuw Rechts heeft dit laatste model immers uiterst nefaste gevolgen voor de betrokken samenleving. Het leidt tot de ontworteling van volkeren en het vernietigt talen en culturen. Het is een moderne vorm van het eeuwenoude destructieve egalitarisme.[155] Nieuw Rechts bepleit daarom een zogenaamd ‘pluriculturalisme’ (lees apartheid) waarbij men ‘elke groep zichzelf laat zijn’. In een dergelijk model blijft volgens Nieuw Rechts tenminste de verscheidenheid bewaard. Nieuw Rechts erkent wel dat het een explosieve toestand blijft omdat de verticale scheiding tussen de verschillende groepen onvermijdelijk ook een horizontale scheiding als gevolg zou hebben. De opsplitsing van de maatschappij in niet-geïntegreerde delen zou bovendien een gedroomde gelegenheid zijn voor het kweken van “potentiële revolutionaire groepen”.[156] Ten slotte zouden er ook de onvermijdelijke klachten zijn van de oorspronkelijke bewoners van het gebied. Emigreren en je moeten aanpassen wordt als normaal beschouwt, maar wat als je ergens blijft wonen en het gevoel krijgt dat jouw omgeving emigreert![157] Het ‘pluriculturalisme’ model heeft dus zeker zijn nadelen en blijft een ad hoc oplossing. Indien er geen sprake is van een gescheiden coëxistentie is het volgens Nieuw Rechts nodig een ‘ondemocratische politiestaat’ te creëren om onlusten te vermijden. Wanneer ook deze mogelijkheid wordt genegeerd, vormt de multiculturele samenleving een broeihaard voor onlusten en geweld zoals blijkt uit de situatie in bijvoorbeeld Los Angeles of het voormalige Joegoslavië.[158]

 

            De realiteit van de multiraciale maatschappij komt volgens Nieuw Rechts onvermijdelijk neer op gettovorming. Het integratieproces van de islamitische migranten in de Westerse maatschappij kán volgens Nieuw Rechts niet horizontaal verlopen. Alhoewel het humanistisch discours de factor ‘ras’ formeel ontkent, toont de concrete werkelijkheid aan dat bijvoorbeeld interraciale huwelijken eerder schaars blijven. Etnische afkomst is een onmiskenbare en concrete belemmering om volledig te kunnen integreren in onze samenleving.[159] Het onmiskenbaar feit dat uiterlijk een belangrijke rol speelt bij het vastleggen van maatschappelijke posities, sympathieën, huwelijken en jobs is misschien irrationeel, maar het belet niet dat het waar is! Iemand van een ander ras wordt onmiddellijk herkend als een buitenstaander, als iemand die niet tot de eigen groep behoort en zal ook als dusdanig worden bekeken en behandeld.[160] De verschillen zijn bovendien niet alleen van fysieke, maar ook van psychische aard. De islamitische migranten hebben een eigen, niet-Europese cultuur en afstamming die ze niet kunnen en willen verloochenen. De multiraciale maatschappij komt dan ook onvermijdelijk neer op gettovorming: een mozaïek van getto’s en van minoriteiten die onderling verbonden zijn door een mechanisch netwerk van firma’s en technocratieën, terwijl de regeringen van hun kant altijd balanceren tussen humanitaire demagogie en economisch winstbejag.[161]

 

De ontworteling en culturele segmentatie resulteren volgens Nieuw Rechts in criminaliteit en het is vooral de criminaliteit bij migranten die de relatie tussen hen en de Vlamingen verzuurt. De ‘gewone man’ zal zich misschien een beetje ergeren aan rituele slachtingen, moskeeën of gesluierde vrouwen, maar dat is meestal slechts een oppervlakkige wrevel die de maatschappelijke verhoudingen niet echt vertroebelt. Het probleem van de criminaliteit is volgens Nieuw Rechts veel fundamenteler. Marc Joris stelt het in een artikel in TeKoS zo: “Tienduizenden mensen zijn het slachtoffer geworden van roof, verkrachting, inbraak of afpersing die werden gepleegd door Marokkaanse –en in iets mindere mate Turkse – delinquenten. Honderdduizenden zijn daarvan niet rechtstreeks het slachtoffer geworden, maar hun leven wordt wel vergald door de angst voor allochtone criminelen. Het gaat hier niet alleen om een subjectief gevoel van onveiligheid, maar ook om een reële bedreiging”.[162]

 

De beschuldiging van racisme wordt evenwel door Nieuw Rechts verworpen omdat racisme de inferiorisatie van de ‘ander’ zou inhouden en niet de bevestiging van zichzelf. Het willen behouden door een individu, een gezin, een gemeenschap, een volk van de eigen gewoonten en gebruiken en het beschermen daarvan kan volgens Nieuw Rechts moeilijk aanzien worden als een vorm van racisme zolang men andere culturen niet als minderwaardig beschouwt (zie hoofdstuk “Le droit à la différence”). Zich afsluiten van vreemde invloeden is volgens Nieuw Rechts nooit wenselijk en het overnemen van elementen uit andere culturen kan dikwijls vernieuwend en verfrissend werken. Op één voorwaarde echter: de overname moet gebeuren binnen het kader en op de wijze die past in de eigen gebruiks- en denkgewoonten. Elke overname die strijdig zou zijn met de eigen innerlijke gevoelens leidt tot verarming en vervreemding. Hetzelfde geldt voor de niet-Europese migranten die in Europa aanwezig zijn. Hen een Europese of ‘gemengde’ levenswijze opdringen kan niet anders dan hen innerlijk schaden en vervreemden. Dit zowel op het niveau van de migranten als volk als op individueel niveau. Islamitische immigranten willen ‘integreren’ en hun onze Westerse gedragingen opleggen, wordt door Nieuw Rechts dus verworpen. Voor Nieuw Rechts zijn migranten immers in de eerste plaats ‘gastarbeiders’, die als gasten moeten worden behandeld en zich ook als gasten moeten gedragen, maar die hier niet thuis horen en die in principe eens naar hun thuisland zullen terugkeren.[163]

 

Nieuw Rechts pleit dan ook voor een of andere vorm van ‘terugkeerbeleid’. Een terugkeerbeleid dat volgens Nieuw Rechts niet zou neerkomen op deportatie, omdat men een mens eenvoudigweg niet kan deporteren naar zijn eigen vaderland. De enige uitzondering hierop is het geval van een politieke opposant die als vluchteling in een ander land bescherming heeft gezocht tegen vervolging. Nieuw Rechts wijst er ook op dat elk jaar ‘miljoenen’ migranten tijdens de zomermaanden ‘volledig vrijwillig’ op vakantie gaan naar hun vaderland, hun zogenaamd deportatieoord. Volgens Nieuw Rechts bezit ook een aanzienlijk deel van de migranten onroerende goederen in hun thuisland en zouden die mensen dus gedeporteerd worden naar hun eigen lapje grond. De andere migranten zullen wellicht in eerste instantie tijdelijk onderdak moeten zoeken bij familie. Nieuw Rechts erkent wel dat een ‘terugkeerbeleid’ misschien een onaangenaam proces zou zijn voor een deel van de migranten, maar wijst er tegelijk op dat het nauwelijks tragischer is dan het lot van de duizenden Vlamingen die elk jaar tegen hun zin moeten verhuizen, omwille van welke reden dan ook.[164] Het is duidelijk dat Nieuw Rechts uitgaat van de onvervreemdbare culturele erfenis van elk individu en elk volk. Migranten zouden nog steeds (in grote lijnen) dezelfde culturele achtergrond hebben als hun volksgenoten in hun oorspronkelijk vaderland. Het idee dat ze door in Europa te leven en het dagelijks contact met de Westerse beschaving een fundamenteel verschillend wereldvisie en andere gewoontes zouden hebben ontwikkeld dan de inwoners van hun ‘thuisland’, wordt door Nieuw Rechts blijkbaar niet geaccepteerd.

 

Het multiculturalisme is volgens Nieuw Rechts het nieuwe geloofspunt van de staatsideologie. Dit punt zou zelfs zo belangrijk zijn dat het een eigen opsporingsorgaan heeft gekregen, het centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding, dat “allerlei wettelijk vastgelegde uitzonderingsrechten heeft en een vele-miljoenen-budget om, naast laakbaar racistisch geweld, ook foute, dit wil zeggen niet multiculturele opinies te detecteren.”[165] Men mag volgens Nieuw Rechts zelfs vermoeden dat dit de voornaamste bestaansreden van het centrum is, want als het louter om de opsporing van wetsovertredingen ging, zou het volledig overbodig zijn omdat we de politie en de gerechtelijke instanties hebben voor die taak. Luc Pauwels haalt in zijn artikel ‘Onze bedreigde democratie’ het voorbeeld aan dat hij van Paula D’Hondt zelf heeft gehoord hoe ze met succes de uitgever van Het Laatste Nieuws en De Nieuwe Gazet onder druk had gezet om geen lezersbrieven meer te publiceren over migranten. Wat volgens hem zijn stelling over de dominantie van de ‘politiek correcte’ staatsideologie bewijst.[166] Er is volgens Nieuw Rechts sprake van een obsessie en een kunstmatig opgeklopte mediahetze rond de fenomenen racisme en fascisme. Het antiracistische discours krijgt via de kanalen van de media de vrije loop en zou als fundamentele strategie hebben de geesten af te weren van alles wat ook maar enigszins zou kunnen herinneren aan de autochtone Europese cultuur en tegelijk de visie van de multiraciale maatschappij algemeen ingang doen vinden.[167] Ideologische vooringenomenheid zou ook de reden zijn waarom de mogelijkheden van een terugkeerbeleid nooit ernstig onderzocht zijn.[168]

 

Het multiculturalisme leidt volgens Nieuw Rechts tot nivellering, tot ontworteling en vervreemding. Immigratie en de multiraciale maatschappij worden daarom verworpen. De natie moet berusten op het organisch karakter van de samenleving en de collectieve identiteit van een volk en mag niet worden herleid tot een louter administratief concept.[169] Behoren tot een land is volgens Nieuw Rechts in de eerste plaats behoren tot een geschiedenis, een erfenis, een taal, een origine. Bij Nieuw Rechts is het volk de onherleidbare eenheid waartoe elk individu behoort.[170] De multiculturele maatschappij is dan ook een waanidee. Niet-Europese migranten horen niet thuis in Europa en het is beter voor zowel de autochtone Europese bevolking als voor de migranten zelf dat ze terugkeren naar hun thuisland.

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

[71] P.A. Taguieff, Sur la nouvelle droite…, p.75

[72] R. Commers, ‘Uit de recente ideologische ontwikkelingen…’, pp.116-117

[73] A. de Benoist, Les idées à l’endroit, pp.98-100

[74] A. de Benoist, Les idées à l’endroit, pp.74-75

[75] A. de Benoist, Heiden zijn vandaag de dag, Wijnegem, Deltapers, 1986, pp.54-57

[76] P.A. Taguieff, Sur la nouvelle droite…, p.74

[77] L. Pauwels, ‘G.R.E.C.E., een werk- en ideeëngemeenschap…’

[78] P. Tommissen, ‘Wat is en wat wil de Nouvelle Droite?’, p.123

[79] E. Arckens, De Nouvelle Droite…, p.110

[80] P. Tommissen, ‘Wat is en wat wil de Nouvelle Droite?’, p.124

[81] P. Berard, ‘Hoe men kulturen vermoordt’, Tekos, III, 1982, 30

[82] L. Pauwels, ‘G.R.E.C.E., een werk- en ideeëngemeenschap…’

[83] H. Mohr, ‘Gelijkheid en ongelijkheid, biologisch gezien’, Tekos, IV, 1983, 34

[84] A. de Benoist, ‘Laat ons geen “gelukkige robotjes’worden’, Tekos, I, 1980, 12

[85] F. Vanhecke, Metapolitieke strategie…, p.35

[86] E. Arckens, De Nouvelle Droite…,  pp.235-237

[87] E. Arckens, De Nouvelle Droite…, pp.256-257

[88] F. Vanhecke, Metapolitieke strategie…, p.35

[89] P.A. Taguieff, Sur la nouvelle droite…, pp.192-193

[90] P. Vial, ‘Het religieuze totalitarisme’, Tekos, I, 1980, 13

[91] A. de Benoist, Les idées à l’endroit, p.39

[92] A. de Benoist, Heiden zijn…, pp. 36-37

[93] A. de Benoist, Heiden zijn …, pp.41-42

[94] P.A. Taguieff, Sur la nouvelle droite…, p.194

[95] P. Tommissent, ‘Wat is en wat wil de Nouvelle Droite?’, p.124

[96] E. Arckens, De Nouvelle Droite…, p.92

[97] P. Vial, ‘Het religieuze totalitarisme’

[98] A. de Benoist, Heiden zijn…, pp.186-191

[99] P. Commers, De Conservatieve Revolutie…, p.83

[100] A. de Benoist, Heiden zijn…, p.224

[101] A. de Benoist, Heiden zijn…, pp.54-60

[102] A. de Benoist, Les idées à l’endroit, pp.74-75

[103] A. de Benoist, ‘De wereld, het leven…’

[104] A. de Benoist, Les idées à l’endroit, pp.35-37

[105] R. Commers, ‘Uit de recente ideologische ontwikkelingen…’, p.118

[106] E. Arckens, De Nouvelle Droite…, p.326

[107] E. Arckens, De Nouvelle Droite…, p.235

[108] A. de Benoist, Heiden zijn…, pp.197-199

[109] P. Commers, De Conservatieve Revolutie…, p.83

[110] A. de Benoist, Heiden zijn…, p.266

[111] E. Arckens, De Nouvelle Droite…, p.76

[112] A. de Benoist, Heiden zijn…, pp.112-115 en pp.228-229

[113] A. de Benoist, Heiden zijn…, pp.225-227

[114] J. Meerbosch, ‘Erfdeel Europa (IV): een volksvreemde religie’, Tekos, IV, 1983, 34

[115] A. de Benoist, Heiden zijn…, p.279

[116] E. Arckens, De Nouvelle Droite…, p.91

[117] F. De Hoon, ‘De rode kreeft en de zwarte scharen: een studie in fascistologie en totalitarisme’, Tekos, III, 1982, 27-28

[118] P. Commers, De Conservatieve Revolutie…, p.93

[119] G. Manousakis, ‘De islam een totalitaire godsdienst’, Tekos, XII, 1991, 62, pp.5-6

[120] G. Manousakis, ‘De islam…’, p.4

[121] H. de Bois, ‘En de gematigde Islam?’, Tekos, XII, 1991, 62, pp.7-8

[122] A. de Benoist, Les idées à l’endroit, p.87-88

[123] E. Arckens, De Nouvelle Droite…, p.281

[124] P. Tommissen, ‘Wat is en wat wil de Nouvelle Droite?’, p.123

[125] P. Commers, De Conservatieve Revolutie…, p.103

[126] R. Commers, ‘Uit de recente ideologische ontwikkelingen…’ , p.117

[127] A. de Benoist, Les idées à l’endroit, pp.84-85

[128] L. Pauwels, ‘G.R.E.C.E., een werk- en ideeëngemeenschap…’

[129]J.P. Dujardin, ‘De kostprijs van het kommunisme: 150 miljoen doden’, Tekos, I, 1980, 7-8

[130] F. De Hoon, ‘De Duitse hereniging’, Tekos, XI, 1990, 59, pp.25-34

[131] P. Commers, De Conservatieve Revolutie…, p.111

[132] L. Pauwels, ‘Van het kommunisme verlost?’, Tekos, XII, 1991, 64, p.88

   geciteerd in: P. Commers, De Conservatieve Revolutie…, p.108

[133] L. Pauwels, ‘G.R.E.C.E., een werk- en ideeëngemeenschap…’

[134] P. Commers, De Conservatieve Revolutie…, p.104

[135] P.A. Taguieff, Sur la nouvelle droite…, p.221

[136] A. de Benoist, Les idées à l’endroit, pp. 86-89

[137] A. de Benoist, Les idées à l’endroit, pp.84-86

[138] P. Logghe, ‘Globalisering: is er een alternatief?’, Tekos, XXI, 2000, 98, pp.42-43

[139] E. Arckens, De Nouvelle Droite…, p104

[140] P.A. Taguieff, Sur la nouvelle droite..., pp.298-304

[141] P. Commers, ‘De Conservatieve Revolutie…’ p.106

[142] A. de Benoist, Les idées à l’endroit, p.88

[143] L. Pauwels, ‘Onze bedreigde demokratie’, pp.8-10

[144] L. Pauwels, ‘Onze bedreigde demokratie’, Tekos, XVII, 1996, 80, p.5

[145] L. Pauwels, ‘Onze bedreigde demokratie’, pp.4-7

[146] L. Pauwels, ‘Wat Vlaamse beweging en economische krisis te maken hebben met “nieuw rechts”’, Tekos, II, 1981, 23

[147] P. Commers, De Conservatieve Revolutie… p.104

[148] E. Arckens, De Nouvelle Droite…, p.247

[149] M. Joris, ‘Beste Jaak, landgenoten zijn daarom nog geen volksgenoten’, Tekos, XIX, 1998, 88, p.38

[150] G. Faye, medewerker van GRECE, in zijn boek Les Nouveaux Enjeux idéologiques, p.17

   geciteerd in: P.A. Taguieff, Sur la nouvelle droite…, p.95

[151] F. De Hoon, ‘Over Europa “Groen’en “Rechts”’, Tekos, XI, 1990, 59, p.45

[152] E. Arckens, De Nouvelle Droite…, p.244

[153] M. Joris, ‘Beste Jaak, landgenoten…’, pp. 37-39

[154] M. Joris, ‘Beste Jaak, landgenoten…’, pp.40-41

[155] L. Pauwels, ‘Hoezo multicultureel? Vlaamse opinies onder de loep genomen.’, Tekos, XV, 1994, 73-74

[156] G. de Martelaere, ‘Het verstoorde evenwicht…’, p.34

[157] G. de Martelaere, ‘Het verstoorde evenwicht…’, p.35

[158] L. Pauwels, ‘Hoezo multicultureel?…’

[159] E. Arckens, De Nouvelle Droite…, p.245

[160] M. Joris, ‘Beste Jaak, landgenoten…’, p.40

[161] E. Arckens, De Nouvelle Droite…, p.245

[162] M. Joris, ‘Beste Jaak, landgenoten…’, p.45

[163] F. De Hoon, ‘Over Europa…’, pp.47-48

[164] M. Joris, ‘Beste Jaak, landgenoten…’, p.47

[165] L. Pauwels, ‘Onze bedreigde demokratie’, p.5

[166] L. Pauwels, ‘Onze bedreigde demokratie’, p.6

[167] E. Arckens, De Nouvelle Droite…, p.243

[168] L. Pauwels, ‘Ons behoud als volk in de 21ste eeuw’, in: L. Pauwels (ed.), Verworteling, verankering. Grondslagen voor de 21ste eeuw, Wijnegem, Delta-stichting, 1999

[169] P. Commers, De Conservatieve Revolutie…, p.124

[170] E. Arckens, De Nouvelle Droite…, p.290