Hoe een tanende wereldmacht moeizaam EU-lidstaat werd/wordt. Een analyse van de commentaren in drie voorname Britse kranten op de Europese integratie tussen 1950 en 1997. (Philip Maelfait)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

4 TOEPASSING: BRITSE KRANTEN

4.5  GROOT-BRITTANNIË STELT ZICH OPNIEUW KANDIDAAT VOOR EUROPEES LIDMAATSCHAP (11 mei 1967)

De officiële kandidatuur werd voorgesteld op 11 mei, de drie kranten werden bekeken tijdens de maanden april en mei.

 

4.5.1 De aanloop naar de officiële voorstelling van de Britse kandidatuur (april-mei 1967)

 

In The Guardian wordt al op de eerste april voorspeld dat de beslissing van de Britse regering in verband met de toetreding te verwachten is voor de maand mei[253]. Aangaande de snelheid van reactie van de EEG is men wel iets pessimistischer in de voorspellingen. De vroegst mogelijke datum voor de opening van onderhandelingen wordt voorspeld rond ‘begin 1968’[254].

Het eerste artikel van The Times dat vermeldenswaardig wordt geacht, verschijnt op 6 april naar aanleiding van een vergadering van de ministers van de West-Europese Unie, de organisatie waartoe alle leden van de EEG én Groot-Brittannië behoren en waarbinnen de onderhandelingen met het oog op een eventuele Britse toetreding tot Europa steeds gebeuren. Er wordt gemeld dat George Brown, de Britse Minister van Buitenlandse Zaken, op die vergadering gezegd heeft dat de Britse houding ten overstaan van Europa er een was van politieke erkenning van de noodzaak om te komen tot een Europa dat voldoende sterk en geïntegreerd is zodat het een rol zou kunnen spelen op het mondiale toneel. Om die rol te kunnen spelen, zou Brown vervolgd hebben, moet er meer politieke cohesie komen binnen Europa. Groot-Brittannië zou bereid zijn om mee te helpen om tot die grotere cohesie te komen[255]. Het merendeel van zijn toehoorders zou tevreden geweest zijn over zijn opmerkingen[256].

volgende dag (7 april) wordt in The Times het verhaal gedaan van een speech die Brown hield voor de parlementsleden van zijn partij (Labour). Hij herbevestigde er zijn vertrouwen in het feit dat Groot-Brittannië wel degelijk moet toetreden en dat het land het Verdrag van Rome onmiddellijk zou kunnen aanvaarden. Daarna wordt gezegd dat Brown de toehoorders verraste door te stellen dat hij een tweede Frans veto of Franse tegenwerking tegen een Britse kandidatuur onwaarschijnlijk achtte[257]. De krant steekt haar bewondering voor de speech niet weg, wanneer ze zegt dat het één van zijn betere was en dat zijn beste speeches echt wel goed zijn[258].

Op dezelfde dag (7 april) is er op pagina 13 een opinie-artikel, waarin eerst de vraag wordt gesteld of het besluit om wel degelijk een nieuwe Britse kandidatuur in te dienen, al niet, ondanks de vele discussies en officiële verklaringen, genomen is. Volgens The Times is dit wel degelijk het geval[259]. Daarna gaat men na wat de belangrijkste redenen zouden kunnen zijn om het indienen van deze nieuwe aanvraag nog wat uit te stellen. Eerst wordt de mogelijkheid genoemd dat de Gaulle weer voor een botte afwijzing zal zorgen, wat zou kunnen leiden tot een uitstel van toetreding, misschien zelfs tot afstel[260]. Ook wordt gesuggereerd dat een tweede keer falen bij de onderhandelingen kan leiden tot woede en frustratie bij het Britse volk[261]. Ondanks het feit dat dit geldige argumenten zijn, de argumenten die er zijn om toch door te gaan met een nieuwe toetredingsaanvraag, zijn veel sterker. De Britse premier wil steeds laten blijken dat hij dynamisch en doortastend optreedt. Als er nu niets zou gebeuren, zou dit hem in verlegenheid brengen tegenover de zes leden van de Eenheidsmarkt[262]. Desalniettemin houdt de krant er ook rekening mee dat de hele discussie louter academisch kan blijken. Over het hele debat ziet The Times namelijk de schaduw van de Gaulle hangen. Aan de andere kant is de krant ervan overtuigd dat, als de Gaulle opnieuw een Britse toetreding afwijst, hij met goede en nieuwe motieven zal moeten komen[263]. Een ander belangrijk argument om toch maar snel de Britse kandidatuur officieel voor te stellen, ziet de krant in de voordelen voor de Labour-partij. Die kan zich op die manier profileren als een toegewijde ‘Europese’ partij[264]. Men besluit het artikel dan ook met de frase dat de tijd om te spreken er is en dat het woord dat gesproken wordt, ‘toetreding’ moet zijn[265].

Nog op 7 april vinden we op de frontpagina van The Guardian een artikel met de opmerkelijke titel, “Mr. Brown not afraid of veto – de Gaulle too weak to keep Britain out”, waaruit we afleiden dat de Britse minister van buitenlandse zaken, Brown, geen angst heeft voor en nieuw Frans veto, omdat President de Gaulle op binnenlands vlak veel minder sterk staat dan het geval was op het moment dat Groot-Brittannië voor de eerste keer om toetreding verzocht. In het artikel zelf wordt deze stelling bevestigd. George Brown heeft, volgens The Guardian, gezegd dat de mogelijkheid van een Frans veto Groot-Brittannië niet mag afschrikken om om toetreding te vragen[266].

Op 11 april wordt in The Times gemeld dat de West-Duitse Minister van Buitenlandse Zaken, Willy Brandt, gezegd heeft dat lidmaatschap van Groot-Brittannië (en van andere Europese landen) de organisatie van de Eenheidsmarkt kan versterken en kan meehelpen om te komen tot de volledige realisatie van de uiteindelijke doelen van de organisatie[267]. Wat die doelen dan zijn, wordt niet gezegd.

Op 19 april verschijnt er in The Guardian een interessant opinie-artikel. Er wordt in gezegd dat een officiële toetredingsaanvraag een juiste en logische volgende stap zou zijn in de toenaderingsbeweging tot Europa die de Britse regering bezig is[268]. Er wordt aan toegevoegd dat er geen redenen tot verder uitstel zijn en er geen technische belemmeringen zijn voor Groot-Brittannië om toe te treden onder het Verdrag van Rome[269]. Maar dan wordt wel gezegd dat niemand kan voorspellen of de Gaulle een toetreding zal verhinderen, of dat er voldoende garanties kunnen komen voor de belangen van Groot-Brittannië en van de Commonwealth[270]. Het artikel wordt besloten met na te gaan of de voor- dan wel de nadelen van toetreding nu het zwaarst doorwegen. The Guardian stelt dat, in hoeverre men die kan nagaan door het Verdrag van Rome te bestuderen en te kijken hoe de Gemeenschap sinds haar ontstaan is geëvolueerd, de voor- en nadelen elkaar ongeveer in evenwicht houden, zowel op economisch als op politiek vlak[271]. Tot slot zegt men dat toetreding daarom dan ook geen politieke noodzaak is. Indien er goede voorwaarden kunnen afgedwongen worden voor ‘onszelf’ (de Britten) en voor het Gemenebest, zou Groot-Brittannië beter af zijn binnen de Gemeenschap. Toch moet premier Wilson niet de toetreding nastreven ten koste van alles[272].

In een artikel in The Times van 21 april met als titel “Decision on Europe in May or early June” of ‘Beslissing over Europa in mei of begin juni (te verwachten)’, wordt gezegd dat alle tekenen in Whitehall en Westminster (in regeringskringen dus) er zijn dat een snelle beslissing (inzake toetreding) er zit aan te komen[273]. Hier wordt echter geen waardebeoordeling gegeven.

Die is er wel impliciet in een artikel in de Daily Mail van 26 april. Het gaat om het grootste artikel op de eerste pagina, met als titel: “Wilson hurries to join the Six – Deadline is May 9 in ‘no strings’ offer”. De krant stelt dus dat (premier) Wilson haast maakt om toe te treden en daarbij geen eisen stelt. Dit wordt herhaald en verder uitgediept in de eerste zinnen van het artikel zelf. De krant zegt onomwonden dat Groot-Brittannië zich kandidaat zal stellen, zonder enige voorwaarden[274]. Dit is een zeer ongenuanceerde weergave van de feiten als men het vergelijkt met wat The Times en The Guardian erover zeggen. Er wordt dan wel een woordje uitleg gegeven over wat hiermee in feite bedoeld wordt: het betekent dat Groot-Brittannië het Verdrag van Rome in volledigheid zal aanvaarden en zich ook zal onderwerpen aan de controversiële Gemeenschappelijke Landbouwpolitiek van de Gemeenschap[275]. Iets verder blijkt dat deze eerste zinnen en de titel vooral een aandachttrekkende functie vervullen en daarom zo ongenuanceerd en eenvoudig mogelijk pogen over te komen. Er wordt namelijk gezegd dat premier Wilson wel degelijk een aantal punten zal vermelden (bij zijn bezoek aan de staatshoofden en regeringsleider van de Zes) waarover nog verdere discussie wordt nodig geacht. Het gaat om de landbouw, het probleem rond het pond sterling, de onenigheid rond kapitaalbewegingen en het vrijwaren van de belangen van de landen van het Britse Gemenebest[276].

Twee dagen later (28 april) wordt in de Daily Mail gemeld dat de Britse Eerste Minister, Wilson op een eerlijke wijze heeft meegedeeld aan het Parlement dat de periode vlak na de toetreding een moeilijke zal zijn en dat economische offers en hervormingen onvermijdelijk zullen zijn[277].

Er worden door The Times blijkbaar problemen verwacht met de EFTA-landen, want op 27 april wordt gezegd dat men vreest dat sommige van die landen zullen aandringen bij George Brown, de Britse Minister van Buitenlandse Zaken, op een garantie die hij ze niet kan geven. Volgens The Times, zal er van de Britse regering namelijk gevraagd worden dat ze belooft om de bestaande handelsbanden met de EFTA te bewaren. Dit is, nog steeds volgens de krant, een voorwaarde die Groot-Brittannië onmogelijk kan eisen van de Zes[278].

De volgende dag (28 april) is er ook in The Guardian een artikel dat over de EFTA gaat. De krant gaat na wat een eventuele Britse toetreding zou betekenen voor die andere landen. Volgens de krant beseffen de landen van de EFTA heel goed dat hun organisatie weinig kans op overleven heeft als Groot-Brittannië tot de EEG zou toetreden[279]. In verband met de huidige vorm van de EEG, zegt The Guardian dat er een verbreding moet komen van de inhoud van het begrip ‘Europese integratie’, indien Europa werkelijk een tegengewicht wil vormen voor de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie[280]. De mening dat alleen de Franse president de Gaulle hiervan nog moet overtuigd worden, wordt een oversimplificatie genoemd; alle zes leden delen de angst dat de toelating van nieuwe leden, en in het bijzonder van Groot-Brittannië, verstorend kan werken op de Gemeenschap[281].

In The Times lijken de problemen met de landen van de EFTA alweer opgelost op 29 april, wanneer gezegd wordt dat er, na een lange onenigheid, een oplossing is gevonden: de EFTA-landen hebben beloofd hun volle steun te zullen geven aan een Britse kandidatuur[282].

In de Daily Mail verschijnt op dezelfde dag (29 april) echter iets heel anders: “EFTA makes Britain’s Six entry tougher”, de EFTA zorgt voor problemen die de Britse toetreding tot de Zes kan bemoeilijken. In het artikel luidt het dat de partner-landen van Groot-Brittannië in de EFTA zware voorwaarden hebben geëist in ruil voor hun steun aan de Britse kandidatuur. Er zou namelijk overeen gekomen zijn dat elk land dat zich kandidaat stelt voor EEG-lidmaatschap, er moet voor zorgen dat er een overgangsperiode wordt ingesteld vooraleer het tolmuren opzet tegen de vroegere partners. Volgens de Daily Mail zal deze regeling een hypotheek plaatsen op de onderhandelingen tussen Groot-Brittannië en de Zes (met het oog op Britse toetreding)[283].

 In The Times van 1 mei vonden we een opiniestuk op pagina 9. het is geschreven  naar aanleiding van een officiële verklaring van de Britse premier Wilson. Hij voorspelt dat een beslissing, om al dan niet een aanvraag tot toetreding in te dienen,  nog dezelfde week zal genomen worden door de Britse regering[284]. Daarna gaat men iets dieper in op de inhoud van de verklaring van premier Wilson, die duidelijk pleit voor toetreding. De nadrukken die hij legt, worden aanzien als de juiste: er zijn inderdaad op economisch vlak op lange termijn zeker voordelen aan een Britse toetreding tot Europa maar, ging Wilson verder, er zullen op korte termijn een aantal problemen zijn. Ook hier gaat The Times mee akkoord. Maar er wordt snel aan toegevoegd dat het politieke aspect nóg belangrijker dan het economische is[285]. Iets verder worden dan de mogelijke economische en politieke gevolgen opgesomd. Als economische problemen op korte termijn worden onder andere hogere voedselprijzen, het verlies van de voorkeursrelaties met Gemenebest- en EFTA-landen en de kosten voor de hervorming van de Britse landbouw naar Europees model, genoemd[286]. Maar die moeilijkheden op korte termijn wegen uiteraard niet op tegen de voordelen van een grotere markt. Daarna wordt het politieke aspect bekeken. Op korte termijn worden daar een verduidelijking van ‘onze’ (de Britse) relatie met Europa en van onze rol op het wereldtoneel genoemd[287]. Op het vlak van langere termijn, wordt het idee geopperd van een Europese eenheid, die een onafhankelijke en betekenisvolle rol kan spelen in de wereld[288].

Ook in The Guardian wordt op 1 mei in een opiniestuk voorspeld dat het goed zou kunnen dat de regering nog ‘deze week’ beslist om de kandidatuur tot toetreding officieel in te dienen[289]. De krant is dus vrijwel zeker dat de aanvraag wel degelijk zal plaatsvinden. Anderzijds spreekt ze wel de angst uit dat protesten van een minderheid van ministers kunnen leiden tot een verzwakking van de inhoud van het aanvraagdossier, zodat het onaanvaardbaar wordt voor de Zes. Iets verderop wordt hieraan toegevoegd dat een kandidatuur tegen onaanvaardbare voorwaarden even goed is als geen kandidatuur[290]. De krant vindt dus duidelijk dat Groot-Brittannië geen al te strenge voorwaarden mag eisen; ze mag niet vragen om een hervorming van de Gemeenschap, in ruil voor haar toetreding. Een overgangsperiode voor bepaalde aspecten wordt echter wel als aanvaardbaar en nodig bestempeld[291].

 

4.5.2 De beslissing om een aanvraag in te dienen wordt genomen door de Britse regering (2 mei 1967)

 

Op 2 mei zegt The Times dat ze vermoedt dat een beslissing rond de toetreding die dag genomen zal worden[292].

Ook The Guardian spreekt dit vermoeden uit op dezelfde dag (2 mei). Er wordt gemeld dat het goed mogelijk is dat de regeringsvergadering van die dag beslissend is aangaande een toetredingsaanvraag aan realistische voorwaarden. Al wordt er aan toegevoegd dat er nog steeds een groot deel van de ministers vijandig staat tegenover een kandidatuur die onvoldoende garanties zou bieden voor de belangen van Groot-Brittannië en het Gemenebest[293].

De vermoedens van beide kranten blijken ook te kloppen, want de volgende dag (3 mei) vinden we op de frontpagina van The Times een bericht met de titel, “UK aiming at speedy talks with Six – Application next week: Mr. Wilson defines major issues”. Deze kop vertelt natuurlijk al heel veel: de kandidatuur tot toetreding zal ‘volgende week’ ingediend worden bij de Zes, de Britse regering wil de daaropvolgende onderhandelingen  snel afronden en premier Wilson bracht ook, tijdens zijn speech in de Commons, de voornaamste knelpunten die hij verwacht naar voren. In het artikel wordt dit laatste punt  nog verduidelijkt. De Britse Eerste Minister zou alles willen doen om zeer lange onderhandelingen te voorkomen en daarom heeft de regering enkele ‘grote en belangrijke problemen’ expliciet genoemd, (die dan eerst moeten zien opgelost te raken)[294]. Die knelpunten worden in het artikel opgesomd. Het gaat, onder andere, om het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de mogelijke gevolgen voor de koopkracht en voor de structuur en welzijn van de Britse landbouw, de problemen rond de Commonwealth en de eventuele beperking van de Britse vrijheid voor het voeren van een beleid voor regionale ontwikkeling en herstel op binnenlands vlak[295].

Ook nog op de derde mei, is er een opinie-artikel in The Times, dat we terugvinden op pagina 11. Het belangrijkste dat daarin gezegd wordt, is dat de Premier een ‘teerling heeft geworpen’ en dit ‘met kunde’ gedaan heeft. Het delicate van de aankondiging zat hem, volgens de krant in de tegenstelling dat hij zich tegelijk haastig en enthousiast, maar toch bereid om geduldig te zijn, moest tonen. Wilson zou dit, globaal gezien, goed gedaan hebben[296]. De onzekerheid van de afloop van de onderhandelingen wordt wel ingezien, wanneer de krant deze officiële verklaring, net zoals elke ‘historische gebeurtenis’, tot op zekere hoogte, een gok noemt[297].

Hetzelfde nieuws in The Guardian van de derde mei: de Britse regering heeft besloten om wel degelijk Groot-Brittannië voor te dragen als kandidaat-lid bij de Zes. De titel van een artikel hierover op de frontpagina: “This is a historic decision which could determine the future of Britain, of Europe, and indeed of the world for decades to come – MP’s will give big majority to EEC application”. Het eerste deel van deze titel is een citaat van premier Wilson, opgetekend tijdens zijn speech waarin hij de beslissing van de regering meedeelt aan het parlement; hij noemt de beslissing historisch en mogelijk bepalend voor de toekomst van Groot-Brittannië, Europa en zelfs van de wereld, voor de volgende decennia. Uit het tweede deel leiden we af dat er een stemming zal komen in het parlement over de beslissing van de regering maar dat er geen problemen verwacht worden. Er zou zelfs een grote meerderheid vóór stemmen. In het artikel zelf wordt dit verhaal verder uitgewerkt; er zal ‘volgende week’ een debat van drie dagen zijn in het Lagerhuis,waarna de stemming zal plaatsvinden. Pas na deze stemming zal de Britse kandidatuur officieel voorgelegd worden aan de EEG, maar dat zal geen probleem zijn want er wordt dus een overweldigende meerderheid verwacht die de regeringsbeslissing zal steunen[298].

Op dezelfde dag verschijnt ook nog een opinie-artikel, naar aanleiding van de beslissing van de Britse regering (titel: “Britain, Europe and the world”). De kandidatuur wordt ernstig genoemd; premier Wilson stelt niet voor dat Groot-Brittannië zonder enige voorwaarde lid wordt, volgens The Guardian kan inderdaad geen enkele verantwoordelijke regering dit maken. De voorwaarden die Wilson vraagt, vindt de krant echter wel redelijk; de Gemeenschap zal zich trouwens hoe dan ook moeten aanpassen, als er een nieuw lid bijkomt met eigen historische banden en gewoonten[299]. The Guardian heeft het ook over een ‘historische beslissing’, omdat de wereld nu zou weten hoe Groot-Brittannië haar rol ziet. De krant zegt ook dat ‘we’ (de Britten) nu niet langer doen alsof we alleen evenwaardig zijn met de grootmachten in deze wereld. En als Groot-Brittannië nog steeds een rol wil spelen op het werldtoneel, moet ze dit doen in samenwerking met de Europese buren, wordt er onmiddellijk aan toegevoegd[300]. Maar aan de andere kant is een verdeeld Europa, dit is zonder Groot-Brittannië, te zwak, zowel op politiek, industrieel als technologisch vlak, om als een evenwaardige partner met de Verenigde Staten en Rusland aanvaard te worden; Europa heeft Groot-Brittannië nodig[301]. Daarna wordt ingegaan op de cruciale rol die de Gaulle kan spelen bij de onderhandelingen rond een eventuele Britse toetreding tot de EEG. De keuze (om Groot-Brittannië al dan niet toe te laten tot Europa) ligt uiteindelijk bij hem; hij is nog steeds bij machte om een veto tegen een Britse toetreding te stellen[302]. Er wordt dan ook nagegaan waarom hij dat zou willen doen en The Guardian ziet de belangrijkste reden in het feit dat een Britse toetreding de dominante positie die Frankrijk bekleedt binnen de Europese besluitvorming, aan het wankelen kan brengen[303]. Maar, zegt de krant iets verder, de Gaulle heeft eigenlijk toch geen enkele reden om dit te doen. Indien Groot-Brittannië nog steeds een aarzelende en onzekere houding zou aannemen bij haar benadering van Europa, zou er zeker een bijkomend onderzoek naar de Britse beweegredenen moeten komen. Maar, vervolgt de krant, van dergelijke onzekere houding is zeker geen sprake meer[304]. Tot slot wordt aangekondigd dat president de Gaulle een persconferentie zal geven op 16 mei en dat hij daar misschien zijn antwoord al zal geven, al wordt dat verre van zeker beschouwd. Volgens The Guardian wordt de Gaulle hier de historische kans geboden, door het initiatief van de Britse regering, om de verdere toekomst van Europa mede te bepalen. Hij zou namelijk al gezegd hebben dat Groot-Brittannië ooit deel moet uitmaken van Europa[305].

Tot slot brengt ook de Daily Mail op 3 mei dit nieuws. We zien op de eerste pagina, een artikel met de wervende titel, “Into Europe with vigour and determination – Hold tight, we’re on our way”. Het eerste deel van deze kop is een citaat van premier Wilson, die zegt dat de Britten Europa zullen binnengaan met een krachtige overtuiging.

Op dezelfde dag en pagina, verschijnt er ook nog een opinie-artikel, met als titel, “A Matter of Fate, Hope and de Gaulle”, het is allemaal een kwestie van vertrouwen, lotsbestemming en de Gaulle. Hiermee wijst de krant erop dat Groot-Brittannië geen invloed meer kan uitoefenen op de beslissing rond het al dan niet toelaten van het land tot de Europese Gemeenschap. De belangrijkste elementen die in het stuk voorkomen zijn de volgende: eerst feliciteert de krant premier Wilson met zijn bekering (hiermee wordt het feit dat Labour, en ook Wilson, bij de vorige Britse kandidatuur tegen waren) en merkt ze fijntjes op dat het niet de eerste keer is dat Labour beleidsbeslissingen van de Conservatieven overneemt[306]. Een tweede element dat naar voor komt is de erkenning van de mogelijkheid van een Frans veto tegen de Britse toetreding. De krant zegt dat het mogelijk is dat ‘Frankrijk de deur weer in ons gezicht gooit’ en dat dit heel jammer zou zijn, zowel voor Groot-Brittannië als voor Europa[307]. Het artikel wordt afgesloten met een heel pathetische zin: de krant zegt de (Britse) toetreding tot Europa van harte te steunen en beweert dat ze steeds vastbesloten het standpunt heeft verdedigd dat Groot-Brittannië zeker deel uitmaakt van Europa en dat het dit in feite altijd gedaan heeft[308].

 

4.5.3 Dagen tussen de beslissing van de Britse regering en het officiële indienen van de toetredingsaanvraag (3-11 mei 1967)

 

Het optimisme wordt door The Times al de volgende dag (4 mei) wat getemperd door het bericht dat de Gaulle van plan is zijn tijd te nemen om tot een officiële reactie te komen. The Times meent dat het Franse scepticisme ten aanzien van Groot-Brittannië in Europa, nog steeds overeind blijft[309]. In het artikel wordt de Franse minister van Informatie, Georges Gorse geciteerd. Die zegt dat er nog steeds een probleem is met de ‘aarzelende houding’ van de Britse regering en met de aanpassingen van de regels van de Gemeenschappelijke Markt die ze vraagt[310]. Van de Gaulle zelf wordt een reactie verwacht op zijn volgende persconferentie, op 16 mei, maar volgens de krant schijnt hij nog steeds even sceptisch te staan tegenover de Britse houding tot Europa[311].

Op dezelfde dag is er ook een kort opiniestukje. Het zegt dat de nieuwe Britse kandidatuur ingediend werd zonder voorbehoud en dat er moet gehoopt worden dat de details later uitgewerkt zullen worden, nadat het Verdrag van Rome is ondertekend[312]. Toch, voegt The Times hieraan toe, zal er toch over een aantal cruciale punten overeenstemming moeten bereikt worden, nog tijdens de onderhandelingen. Een van die punten is het probleem rond Nieuw-Zeeland[313]. Wat het probleem precies inhoudt, wordt uitgebreid uitgelegd in het artikel maar het gaat in essentie om het feit dat de economie van dat land vrijwel volledig afhankelijk is van de Britse markt, wat uiteraard problematisch wordt, als Groot-Brittannië lid zou worden van de EEG en gelimiteerd zal worden in haar handelsconnecties. Belangrijk wel is dat The Times duidelijk zegt dat er een oplossing moet gevonden worden, want Nieuw-Zeeland mag niet opgeofferd worden als ‘prijs voor de Britse toetreding’[314].

Deze onzekere houding van The Times staat in scherp contrast met een artikel in de Daily Mail van 5 mei. Uit de titel van een artikel op de frontpagina blijkt dat deze laatste krant echt gelooft in een goede afloop: “de Gaulle ‘won’t say no again’ – Quote yesterday in London by M. Giscard d’Estaing”, Giscard d’Estaing (de leider van de Franse Gaullistische Partij) zou gezegd hebben te Londen dat De Gaulle niet opnieuw ‘nee’ zal zeggen (tegen een Brits lidmaatschap van de EEG). In het artikel klinkt het dat Giscard d’Estaing zou gezegd hebben dat ‘eens de onderhandelingen zouden zijn afgesloten en alle vijf partners akkoord gaan met de voorwaarden, Frankrijk niet in de weg zal staan’[315].

 Een volgend bericht in The Times dat het vermelden waard is, vinden we op 10 mei. De titel is “Five of the Six welcome Britain – French absent from debate”. Het gaat over een debat in het Europees Parlement naar aanleiding van de Britse kandidatuur tot toetreding. Uit de kop kunnen we afleiden dat vijf van de zes leden (van de EEG) een Britse toetreding verwelkomen, maar tegelijk dat het zesde lid, Frankrijk, niet vertegenwoordigd was tijdens het debat. Na lectuur van het artikel wordt nog meer duidelijk. Men heeft het over de ‘verdachte afwezigheid’ van de Gaullistische parlementariërs. Die afwezigheid, en die van alle Franse parlementariërs in het algemeen, zorgde er voor dat het Franse standpunt volledig onbekend bleef, terwijl de sprekers van de andere landen het initiatief van Groot-Brittannië unaniem verwelkomden[316].

Op 11 mei is er in The Times een interessant opiniestuk, dat vooral handelt over het afgelopen debat over de toetreding, dat gevoerd werd in het Britse parlement. Ook worden de verschillen nagegaan die er zouden bestaan in vergelijking met de eerste Britse toetredingsaanvraag. De krant ziet twee voordelen die Wilson heeft, en die Macmillan niet had. Het gaat om het feit dat Wilson gesteund wordt door zowel de oppositie als door zijn eigen partij en om het feit dat Wilson zelf een vaste greep en een duidelijk zicht heeft op de onderwerpen die zullen behandeld worden tijdens de onderhandelingen[317]. Er wordt verder ook gezegd dat de discussies in het Parlement vooral gingen over de betalingsbalans en over de voedselprijzen. Dit is, volgens de krant, vooral te wijten aan het feit dat de economische voor- en nadelen op korte termijn, moeilijk precies te bepalen zijn. Het enige dat in dit verband zeker is, is dat, als Groot-Brittannië aanvaard wordt, het geplaatst zal zijn voor moeilijke en misschien wel dure aanpassingen[318]. Premier Wilson wordt geprezen omdat hij een volledig beeld geeft en de nadelige gevolgen niet probeert te verbergen[319]. Daarna wordt gezegd dat er in feite geen enkele twijfel kan bestaan over de overwinning die Wilson boekte tijdens het debat in het Parlement. Er zou namelijk geen enkele twijfel gerezen zijn over het inzicht dat een Britse toetreding, tegen redelijke voorwaarden, veel nuttiger zal zijn voor Groot-Brittannië, voor Europa, voor de EFTA, voor het Britse Gemenebest en ook voor de wereld, dan elk ander te bedenken alternatief[320].

Een artikel uit The Guardian dat we hier nog willen vermelden is er een van 11 mei. In de dagen daarvoor worden trouwens heel wat reacties uit binnen- en buitenland opgetekend. En ook het feit dat Frankrijk niet reageert, wordt verschillende keren aangehaald[321].

Ook op 11 mei wordt dan het resultaat van de eerder aangehaalde stemming in het Britse Lagerhuis weergegeven. In de titel al: 426 parlementairen stemden vóór de regeringsbeslissing, hoewel toch 36 Labour-parlementsleden tegen hebben gestemd[322]. The Guardian heeft het over een ‘mooie, duidelijke en overzichtelijke’ aanvraag tot toetreding[323]. De Britse minister van buitenlandse zaken, Brown, zei, volgens de krant, dat hij verwacht om binnen te raken en dat de onderhandelingen misschien nog voor de zomervakantie kunnen beginnen[324].

 

4.5.4 Het officiële indienen van de toetredingsaanvraag (12 mei 1967)

 

Op 12 mei zelf werd alleen in The Times bericht over de ceremoniële indiening van de Britse kandidatuur. De titel van het artikel hierrond luidt: “Success by year’s end with EEC – Brussels ceremony hope”; er wordt succes verwacht tegen het einde van het jaar. In het artikel zelf zegt men dat tijdens de ceremonie de Britse ambassadeur voor de Europese Gemeenschappen, Sir James Marjoribanks, die de Britse kandidatuur plechtig overhandigde, de hoop uitsprak dat de onderhandelingen al over een maand zouden kunnen beginnen en dat er al succes geboekt kon worden tegen het jaareinde[325].

 

4.5.5 De eerste dagen en weken nadien (mei 1967)

 

 Op 13 mei verschijnt er in The Guardian een niet zo optimistisch bericht. De correspondent in Parijs meldt dat de Gaulle erover denkt om Groot-Brittannië een overgangsperiode als geassocieerd lid voor te stellen[326]. De krant stelt dat dit een minderwaardige rol is[327]. Volgens Le Monde zouden Franse vertegenwoordigers bovendien van plan zijn om de Britse aanvraag te blokkeren, als ze voor de Raad van Ministers wordt gebracht[328].

Gedurende de volgende dagen verschijnt in de drie kranten heel wat over het driedaagse debat dat in het Britse Lagerhuis plaatsvindt. Maar deze artikels zijn vrijwel steeds beschrijvingen van wie wat heeft gezegd tijdens het debat en houden op die manier slechts zijdelings verband met Europa. Ze werden dan ook niet weerhouden voor dit onderzoek.

 

4.5.6 De persconferentie van de Franse president de Gaulle (16 mei 1967)

 

Op 17 mei (de dag na de persconferentie) is er in The Times een artikel met als titel, “General de Gaulle again says ‘NO’ – British association conceivable, fusion of policies impossible”, de Gaulle zegt weer ‘nee’ – een Britse associatie lijkt mogelijk maar een volledig akkoord niet. In het artikel zelf wordt gezegd dat het antwoord van de Gaulle op de Britse kandidatuur er sneller en scherper kwam, dan verwacht werd. En, zegt The Times, het antwoord was ‘Nee’ en dit omwille van een aantal economische en politieke redenen. Deze werden ook al vroeger aangehaald, maar nooit zo plechtig, in de vorm van een algemene veroordeling van zowel de Britse bedoelingen als van de plaats van Groot-Brittannië in de wereld[329].

Op dezelfde dag is er ook nog, zoals te verwachten, een opiniestuk. Het draagt de strijdvaardige titel, “Not taking Non for an answer”. Het stuk begint nogal sarcastisch met de stelling dat er nooit een veto is geweest tegen Brits lidmaatschap, dat ‘we’ daar het woord van de Gaulle voor hebben. In plaats daarvan is er de overtuiging van de Gaulle dat de Britse aanvraag niet geldig is, omdat Groot-Brittannië niet klaar is voor lidmaatschap en omdat de Gemeenschap zelf niet in haar huidige vorm zou kunnen voortbestaan, indien Groot-Brittannië lid zou worden[330]. De krant concludeert hieruit dat, tenzij de Gaulle kan overtuigd worden om zijn mening te herzien, hij Groot-Brittannië niet zal toelaten tot de Gemeenschap. The Times ziet echter tegelijk ook in dat dit vrijwel onmogelijk is om te doen[331]. Daarom wordt geopperd dat, omdat er vrijwel geen enkele hoop is dat de Gaulle op andere gedachten kan gebracht worden, het misschien aangewezen is dat alles voorbereid wordt voor de dag dat hij niet langer aan het hoofd zal staan van Frankrijk[332].

De volgende dag (18 mei) wordt de reactie van de Britse regering weergegeven. Die zegt dat de Gaulle de feiten verdraait om zijn gelijk te halen en zich een ‘kleine Europeaan’ toont, bang om de Gemeenschap uit te breiden[333].

Er volgen nog artikels de volgende dagen, maar die vertellen niets meer over het standpunt van The Times; ze zijn vrijwel allemaal louter beschrijvend van aard.

The Guardian brengt op 17 mei ook verslag uit van de persconferentie van de Gaulle van de dag voordien. De titel van het artikel op de frontpagina is: “General’s price for joining is Britain ‘transformed’ ”; de Gaulle zal alleen een toetreding aanvaarden als Groot-Brittannië zich met het oog hierop hervormt. In de eerste zinnen van het artikel luidt het dat de Gaulle de moeilijkheden voor een Britse toetreding aanzienlijk noemde, maar dat er nooit sprake van het stellen van een veto was geweest. Hij zou ook nog gezegd hebben dat Groot-Brittannië eerst ‘diepgaande economische en politieke hervormingen’ moest ondergaan (vooraleer het aanspraak op lidmaatschap zou kunnen maken)[334]. Een opvallend element dat verder uit dit artikel naar voor komt, is het feit dat in Groot-Brittannië zowel de voor- als tegenstanders van een Britse toetreding, tevreden zijn over de uitspraken van de Franse president de Gaulle. De regering was uitermate tevreden omdat hij het starten van onderhandelingen over de Britse aanvraag tot toetreding, niet op voorhand had uitgesloten[335]. Anderzijds was, volgens de krant, ook de kleine groep van tegenstanders van Britse toetreding binnen de Labourfractie in het Lagerhuis, heel tevreden. Hun reactie zou zelfs bijna als euforisch kunnen worden omschreven. Dit omdat ze ervan overtuigd zouden zijn dat de persconferentie van de Gaulle een einde gemaakt had aan de pogingen van premier Wilson om toe te treden, nog voor ze goed en wel van start waren gegaan[336].

In het opiniestuk van die dag, dat betrekking heeft op de persconferentie, is de toon iets minder optimistisch. Dit blijkt al uit de titel, “Anglo-Saxons still unwelcome” (‘Angelsaksen nog steeds niet welkom’). De auteur opent het artikel met te zeggen dat wel blijkt uit de ‘zure en sceptische eerste reactie’ van president de Gaulle op de Britse vraag om toetreding van de EEG, dat hij Groot-Brittannië er niet bij wil op dit moment[337]. Volgens de krant is dit echter geen verrassing; de Gaulle’s analyse van de relaties van Groot-Brittannië met het Europese continent is niet of nauwelijks veranderd sinds de toen fatale persconferentie in januari 1963 (die ervoor zorgde dat de onderhandelingen voortijdig werden afgebroken). Hij heeft het nog steeds over een ‘eiland verbonden met de Verenigde Staten door allerlei speciale akkoorden’ en over de noodzaak van een ‘verregaande economische en politieke hervorming’ die het land in staat moet stellen om aan te sluiten bij het Continent[338]. Toch wordt het artikel afgesloten met een positieve noot. Volgens The Guardian is het feit dat de Gaulle nooit echt expliciet ‘nee’ heeft gezegd positief te beoordelen, ondanks het feit dat hij steeds heel negatief was en is gebleven. De krant meent er een teken in te herkennen dat hij minder zeker is van zichzelf in het voorspellen van het verloop van de gebeurtenissen en dat er dus nog geen reden is voor Groot-Brittannië om te wanhopen[339].

De titel van het hoofdartikel op de frontpagina van de Daily Mail van 17 mei laat weinig aan de verbeelding over: “De Gaulle gives Market answer – It’s still NON, NON and NON”, de Gaulle geeft zijn antwoord aan de (landen van de Gemeenschappelijke) Markt en het is nog steeds een duidelijk ‘nee’. We merken op dat het in deze titel voorgesteld wordt alsof de vraag voor Britse toetreding van de andere leden van de Gemeenschap zelf kwam, terwijl die alleen hun steun hadden toegezegd. In het artikel zelf heet het dat ‘de Gaulle de deur van Europa heeft gesloten voor Groot-Brittannië en dit op een even effectieve wijze als bij zijn veto 4 jaar geleden’. Hij zou het ingekleed hebben als een ultimatum aan zijn partners van de Gemeenschap: ofwel moet Groot-Brittannië geweigerd worden, ofwel moet de Gemeenschap in haar huidige vorm verdwijnen en moet er een nieuwe organisatie in de plaats worden opgericht[340]. Opnieuw wordt er dus gewezen op het feit dat de Gaulle de huidige structuur van de Gemeenschap wil bewaren en dat er daaarom geen nieuwe leden mogen worden toegelaten.

In de artikels die hierna nog volgen, worden geen nieuwe elementen gevonden die kunnen bijdragen tot het schetsen van een beeld van de opinie van de Daily Mail rond deze kwestie.

Een laatste artikel van The Guardian dat interessant genoeg bevonden werd, is alweer een opiniestuk. Het verschijnt op 29 mei naar aanleiding van de tiende verjaardag van het Verdrag van Rome en de viering in Rome in dat verband. Die viering bestaat onder andere uit een vergadering van de staatshoofden en regeringsleiders van de Zes. Volgens The Guardian is het moment gekomen om te beslissen of ze van de Europese Gemeenschap het middel tot een wijdere Europese eenheid willen maken, of dat ze het willen behouden als een ‘exclusieve club’ voor de inwoners van een deel van Europa. De landen worden namelijk gedwongen tot deze keuze ten gevolge van de beslissing van de Britse regering om haar kandidatuur tot lidmaatschap te stellen[341]. Iets verder wordt dan verwezen naar de Gaulle, die zou vrezen dat de aard van de Gemeenschap zou veranderen, als er een of meerdere leden zouden bijkomen. The Guardian ontkent deze stelling ook niet; volgens haar is het evident dat een grotere Eenheidsmarkt van acht, negen of tien leden zich anders zal ontwikkelen dan een smalle Gemeenschap met zes leden[342]. Anderzijds is het een botte leugen om te zeggen dat de toetreding van nieuwe leden de bedoeling van de Gemeenschap zou veranderen, voegt de krant er aan toe. Het oorspronkelijke doel van de Gemeenschap was juist om ze geleidelijk aan uit te breiden; het was nooit de bedoeling om steeds een beperkte club met zes leden te blijven. Hierbij verwijst ze naar Artikel 237 (van het Verdrag van Rome), waarmee Groot-Brittannië haar toetreding legitimeert, dat expliciet zegt dat ‘elke Europese staat zich kandidaat mag stellen om lid te worden’[343]. Het artikel kan dus gerust gezien worden als een frontale aanval tegen de ideeën van de Gaulle; ze worden zelfs afgedaan als leugens.

 

4.5.7 Samengevat

 

In alle kranten wordt de toetredingsaanvraag al weken op voorhand voorspeld. Ze brengen de dag na de officiële mededeling van de Britse regering hier ook alledrie verslag van uit.

The Guardian laat blijken dat ze zich kan vinden in de voorwaarden die de Britse regering stelt bij haar kandidatuur. Ook The Times steunt de regeringsbeslissing. De Daily Mail is ook wel voor de toetreding maar heeft het over de bekering van Wilson, die vroeger helemaal niet ‘Europees’ gezind was.

The Times blijft na de aanvraag onzeker over de houding van de Gaulle en dit terwijl de Daily Mail stelt dat de Gaulle niet zou durven dwarsliggen.

Als de Gaulle niet echt positief reageert ten overstaan van de Britse kandidatuur, reageert The Times berustend door te zeggen dat men zal moeten wachten tot de Gaulle niet langer aan de macht zal zijn. The Guardian reageert heel wat positiever en zegt dat er nog niets beslist is. De Daily Mail op haar beurt, interpreteert de woorden van de Gaulle dan weer wel als een duidelijke afwijzing van Brits lidmaatschap van Europa.

home

lijst scripties

inhoud

vorige

volgende

 

 


[253] TG, 1.4.1967, p.1, titel: “British decision on Six likely in May”.

[254] TG, 1.4.1967, p.1: “The EEC will no doubt take its time to deliver its formal decision whether to accept negotiations with Britain… The earliest date for the opening of actual negotiations…will be the beginning of 1968.”

[255] TT, 6.4.1967, p.5: “Mr. George Brown told the Ministerial Council of the Western European Union here today that the British approach to Europe was political recognition of the need for a Europe both strong enough and united enough to play an effective role in the world… To play the role in the world which he envisaged for it, Europe would require more political cohesion, and Britain would want a part in any discussions on this subject…”

[256] TT, 6.4.1967, p.5: “Most of his listeners were pleased with what he said.”

[257] TT, 7.4.1967, p.1: “…he was still convinced that Britain should go into Europe. He believed she could go in on the framework of the Treaty of Rome as it stands… He surprised some of his audience by taking a much more sanguine view about the improbability of a second French veto, or French resistance to British entry.”

[258] TT, 7.4.1967, p.1: “It is clear that Mr. Brown’s speech must have been of his best, and his best can be very good indeed.”

[259] TT, 7.4.1967, p.13: “It is hard not to believe that, in fact, a decision in principle has already been taken and that it will turn out to be in favour of a quick application.”

[260] TT, 7.4.1967, p.13: “Admittedly there are a lot of strong arguments in favour of delay…the risk of a second rebuff from President de Gaulle. This could put off Britain’s chances of getting in for years – possibly for ever.”

[261] TT, 7.4.1967, p.13: “And what about the mood in Britain should we apply and fail… the public will feel frustrated and angry.”

[262] TT, 7.4.1967, p.13: “Strong though these arguments are, those in favour of making a positive move soon are stronger…Their Governments (of the Six) have been persuaded that Mr. Wilson, as he says, means business. They would be nonplussed if nothing happened now.”

[263] TT, 7.4.1967, p.13: “Yet looming over all pros and cons is the shadow of de Gaulle. If he is always going to say no does not the questions of how and when to apply become academic?… He would have to give good new reasons for a bad old negative.”

[264] TT, 7.4.1967, p.13: “An application for immediate joining would make it clear that Labour was a committed European party.”

[265] TT, 7.4.1967, p.13: “The time to speak is now, and the word should be to join at once.”

[266] TG, 7.4.1967, p.1: “Foreign Secretary Mr. George Brown said the possibility of a French veto should not deter this country from making an application.”

[267] TT, 11.4.1967, p.7: “Herr Willy Brandt, the West German Foreign Minister, said today that Britain’s and other European countries’ membership of the Common Market would strengthen the organisation and help achieve its final goals.”

[268] TG, 19.4.1967, p.8: “The formal application for membership of the Common Market is the right and logical next step in the Government’s approach to Europe.”

[269] TG, 19.4.1967, p.8: “… But there is no point in delaying further… there are no insuperable technical obstacles to British entry under the Rome Treaty.”

[270] TG, 19.4.1967, p.8: “What no one can know…is whether President de Gaulle is determined to block British membership or whether satisfactory terms can be agreed to safeguard essential British and Commonwealth interests.”

[271] TG, 19.4.1967, p.8: “In so far as the pros and the cons of British membership can be deduced from studying the Rome Treaty and the way the Community has operated in the past ten years, they are fairly evenly balanced. This is certainly true of the economic effects… The same broadly is true of the political arguments…”

[272] TG, 19.4.1967, p.8: “…but entry to the Common Market is not a political necessity. Provided we can get the right terms for ourselves and for the Commonwealth, Britain would be better in the Community than out of it… But he does not have to seek entry at any price.”

[273] TT, 21.4.1967, p.1: “…all the circumstancial signs in Whitehall and Westminster suggest that the leap is imminent.”

[274] DM, 26.4.1967, p.1: “Britain is to apply to join the Common Market on an urgent basis and without reservations.”

[275] DM, 26.4.1967, p.1: “This means complete acceptance of the Treaty of Rome and the principles of the Community’s controversial Common Agricultural Policy.”

[276] DM, 26.4.1967, p.1: “…It will be accompanied by a request for negotiations on these 4 major points: agriculture, Sterling, capital movement and Commonwealth safeguards.” – Voor de precieze inhoud van deze begrippen verwijzen we naar het hoofdstuk 2, Geschiedenis van de Europese integratie, deel 2.3.3.7.

[277] DM, 28.4.1967, p.1: “Mr. Wilson gave it to the London MP’s straight last night. If Britain joins the Common Market the going at first will be rough and economic sacrifices and changes may be inevitable.”

[278] TT, 27.4.1967, p.1: “…Mr. George Brown, Foreign Secretary, will be strongly pressed by some member countries for an assurance in advance of a Common Market application that the British Government cannot give… They will demand from Britain… that Britain shall not discriminate against trade with her former partners in EFTA. This obviously an impossible condition for Britain to try to exact from the Six.”

[279] TG, 28.4.1967, p.8: “Britain’s partners in EFTA know that the organisation… has little chance of survival if Britain joins the EEC.”

[280] TG, 28.4.1967, p.8: “The concept of Europe as a counterweight to the United States and the Soviet Union cannot be realised without a much wider definition of European unity.”

[281] TG, 28.4.1967, p.8: “It is sometimes assumed that only General de Gaulle needs to be convinced of these arguments, but that is an oversimplification… and to question whether new members, especially Britain, will not be disruptive. All of the Six share this fear.”

[282] TT, 29.4.1967, p.1: “Efta countries gave Britain all clear last night to apply for membership of the Common Market. They did so after a lengthy disagreement…”

[283] DM, 29.4.1967, p.2: “Britain’s EFTA partners yesterday laid down stern conditions in return for backing Britain’s Common Market application. It was agreed that a country applying to the Common Market must negotiate a period of delay with the Six before it puts up a tariff wall against its former EFTA partners. This obligation will make it harder for Britain to negotiate with the Six.”

[284] TT, 1.5.1967, p.9: “This is likely to be the week in which the final decision to apply for entering the EEC will be made by the Cabinet…”

[285] TT, 1.5.1967, p.9: “The emphasis he put is right: economically there are real long-term advantages, but the immediate impact will present tough problems. The economic case is important, but the political case is much more important.”

[286] TT, 1.5.1967, p.9: “The most important economic problems on the short term will be the higher food prices, the loss of the preferences in Commonwealth and Efta markets… the cost of adopting the European agricultural system…”

[287] TT, 1.5.1967, p.9: “…there are large short-term gains…a clarification of our relationship with Europa and our role in the world.”

[288] TT, 1.5.1967, p.9: “the long-term gain is to Europe and to Britain as a partner in Europe… If we can create a European unity…then Europe can play an independent and effective role in the world.”

[289] TG, 1.5.1967, p.6: “One day this week, the Cabinet might decide to go ahead with the application to join the European Economic Community.”

[290] TG, 1.5.1967, p.6: “The danger now is that the objections of a minority in the Cabinet may so weaken the form of the application that it cannot hope to win acceptance with the Six… To apply for entry on unacceptable conditions would be equivalent to a decision not to apply at all.”

[291] TG, 1.5.1967, p.6: “…that the community must change its strucure and practice to accommodate Britain… Such an approach would be unacceptable… transitional arrangements will be necessary…”

[292] TT, 2.5.1967, p.1, titel: “Decision on EEC likely today”.

[293] TG, 2.5.1967, p.1: “It seems likely that today’s Cabinet meeting will be decisive, that a decision will be reached to apply for EEC-membership on realistic terms. But a substantial number of Cabinet Ministers are still believed to be hostile to an application which does not provide comprehensive safeguards for British and Commonwealth interests.”

[294] TT, 3.5.1967, p.1: “The Prime Minister means to do all he can to prevent protracted negotiations. For this reason the Government have isolated a limited number of ‘major and important issues’ for negotiations.”

[295] TT, 3.5.1967, p.1: “The crucial issues isolated for negotiations were defined to the Commons as follows…operation of a common agricultural policy and its potential effects on the cost of living and on the structure and well-being of British agriculture… Commonwealth-problems… and Britain’s freedom, inside, to continue policies for regional development and regeneration.”

[296] TT, 3.5.1967, p.11: “The Prime Minister has cast the die with considerable skill… He had to show himself in a hurry, yet prepared to be patient. On the whole he passed the test well.”

[297] TT, 3.5.1967, p.11: “Like all historic occasions...yesterday’s statement was to some extent a gamble.”

[298] TG, 3.5.1967, p.1: “The Government officially announced that it will apply as soon as the Commons has approved this policy following a 3 days debate next week. The decision will certainly be approved by an overwhelming majority.”

[299] TG, 3.5.1967, p.8: “It will be an application in earnest… Mr. Wilson is not proposing that Britain should enter the Common Market unconditionally: no responsible Government could do that. But Mr. Wilson has relegated the conditions to their proper position among the necessary adjustments and adaptations the Community is bound to make if it is ever to absorb any new member-country with its own historical commitments and its own established ways of doing things.”

[300] TG, 3.5.1967, p.8: “For this is…an historic decision. The world now knows how Britain sees it role. We no longer pretend that we can stand alone among the Great Powers… if Britain is to play the larger part in world affairs which it thinks it ought to, it can do so only by acting in concert with its European neighbours.”

[301] TG, 3.5.1967, p.8: “Europe divided is too weak – politically, industrially and technologically – to take a place as an equal partner alongside the Great Powers, Russia and the United States. The six alone is not enough. It needs Britain.”

[302] TG, 3.5.1967, p.8: “The choice, above all, rests with General de Gaulle. It is still in his power…to veto British entry.”

[303] TG, 3.5.1967, p.8: “…British entry might threaten the dominance that France has established for herself over the policies and the affairs of the Six.”

[304] TG, 3.5.1967, p.8: “If Britain were still showing itself hesitant in approach and unsure of its commitment to Europe there would be every reason to submit us to a searching examination. That, however, is no longer the case.”

[305] TG, 3.5.1967, p.8: “General de Gaulle has called a press conference for May 16: we may or we may not, know his answer then… General de Gaulle has conceded that Britain must one day form part of Europe. The British Government’s initiative now gives him an opportunity…to play a part in determining the shape of that future Europe.”

[306] DM, 3.5.1967, p.1: “We congratulate the Prime Minister on his conversion while reminding him that this is not the first time that Labour has accepted major Conservative policies, previously decided.”

[307] DM, 3.5.1967, p.1: “…France could bang the door on us again. If she did it would be a tragedy for Britain and Europe alike.”

[308] DM, 3.5.1967, p.1: “… we support entry into Europe as firmly as ever. We have always taken our stand on the great, basic truth that Britain is, and always has been, irrevocably a part of Europe.”

[309] TT, 4.5.1967, p.1, titel: “De Gaulle determined to take his time – British decision on EEC fails to break French scepticism”.

[310] TT, 4.5.1967, p.1: “M. Georges Gorse, Minister of Information said: ‘…it is certain that if there is a problem, it arises from the reservations expressed by the British Government and the modifications they request to the rules of the Common Market’.”

[311] TT, 4.5.1967, p.1: “General de Gaulle is expected to say something about the British decision at his next press conference on May 16. But he still appears to be sceptical about Britain’s attitude to Europe.”

[312] TT, 4.5.1967, p.11: “Britain’s application…is being made without qualifications. It is hoped that points of detail can be left to be settled until after the Treaty of Rome is signed.”

[313] TT, 4.5.1967, p.11: “However, a small number of crucial issues will have to be settled in the course of the negotiations. These include the ‘special problems of New Zealand’.”

[314] TT, 4.5.1967, p.11: “New Zealand cannot be sacrified as the price of British entry.”

[315] DM, 5.5.1967, p.1: “He said: ‘If once the negotiations are complete and the terms are acceptable to France’s 5 partners, France will not stand in the way’.”

[316] TT, 10.5.1967, p.5: “Gaullist Parlementarians were conspicuously absent from the European Parliament here today when the question of the British application to join the European Economic Community came by for discussion. Their absence, and that of even any member of the French Opposition, meant that the French view went completely unheard, while speakers of the five other member countries of the EEC were unanimous in welcoming the British move.”

[317] TT, 11.5.1967, p.1: “… Mr. Wilson will have two big advantages that Mr. Macmillan did not have. He will be backed by the main body of the Opposition as well as his own party, and he himself will have a firm and detailed grasp of the issues to be negotiated.”

[318] TT, 11.5.1967, p.11: “Two issues came to dominate the discussions – the balance of payments and food prices… The precise balance of short-term economic advantages and disadvantages defies exact prediction. All that is quite clear is that if Britain is accepted, she will have to face some difficult and possibly expensive adjustments.”

[319] TT, 11.5.1967, p.11: “… It is to Mr. Wilson’s credit that he has not tried to conceal this.”

[320] TT, 11.5.1967, p.11: “…There can be no doubt about Mr. Wilson’s victory in the Common’s debate… There was no effective challenge to the view that British entry on reasonable terms will make much more sense for Britain, for Europa, for EFTA, for the Commonwealth, and indeed for the world than any conceivable alternative.”

[321] Dit gebeurt onder andere op 4 mei (p.1, titel: “France in no hurry to start talks”) en 5 mei (p.5, titel: “Paris stays officially silent”)

[322] TG, 11.5.1967, p.1, titel: “Whips defied by 36 Labour MP’s but 426 EEC majority”.

[323] TG, 11.5.1967, p.1: “…A clear, clean and uncluttered Europe application.”

[324] TG, 11.5.1967, p.1: “…Foreign Secretary Mr. Brown: ‘We expect to get in’… said he expected negotiations to begin before summer holiday.”

[325] TT, 12.5.1967, p.5: “Opening of negotiations next month, success by the end of the year, this was the hope expressed by Sir James Marjoribanks, British Ambassador to the European Communities, in delivering the British request for membership of the Common Market and Euratom today.”

[326] TG, 13.5.1967, p.1: “President de Gaulle is weighing up the possibility of offering Britain associate membership of the Common Market during a transitional period…”

[327] TG, 13.5.1967, p.1, titel: “De Gaulle to offer UK junior role?”

[328] TG, 13.5.1967, p.1: “According to ‘Le Monde’ the French officials might have already planned to block the British application when it comes before the EEC Council of Ministers.”

[329] TT, 17.5.1967, p.1: “Far sooner and more sharply than generally expected, General de Gaulle today gave his answer to Britain’s application to join the Common Market. And the answer was ‘No’. It was ‘No’ for a number of both economic and political reasons, all of which had been heard officially or unofficially before but had never been stated so solemnly in the form of an overall indictment both of Britain’s intentions and of her position in the world.”

[330] TT, 17.5.1967, p.9: “There has never been any veto of Britain’s membership of the Common Market. We have General de Gaulle’s word for it. Instead there is the General’s contention that the application is invalid, because Britain is not ready for membership, and because if Britain were admitted, the Common Market would cease to exist as it is at present constituted.”

[331] TT, 17.5.1967, p.9: “The inexcapable conclusion to be drawn…is that unless the General can be persuaded to change his mind, he will not permit Britain to join… The General demonstrated yesterday how difficult this task will be.”

[332] TT, 17.5.1967, p.9: “Indeed it may well be argued that there is no hope of moving the General and that the best plan, therefore, is to prepare the ground for the day when he is no longer at the lead of affairs in France.”

[333] TT, 18.5.1967, p.1: “…the British Government’s reaction was that the President had revealed himself to be significantly on the defensive – even twisting the facts to suit his case – and had given the impression of being a ‘little European’, afraid of extending the Common Market to a wider community.”

[334] TG, 17.5.1967, p.1: “President de Gaulle yesterday described the obstacles to Britain’s entry… as ‘formidable’, but said that there had ‘never been a question of a veto’; he declared that Britain must first undergo a ‘deep economic and political transformation’.”

[335] TG, 17.5.1967, p.1: “The Government…expressed unqualified satisfaction that he had not ruled out the possibility of negotiations on the application.”

[336] TG, 17.5.1967, p.1: “…anti-Market minority of Labour MP’s. Their reaction to the General could only be described as jubilation bordering euphoria. They were firmly convinced that the press conference had put an end on to Mr. Wilson’s attempt to enter the EEC even before it had begun.”

[337] TG, 17.5.1967, p.8: “President de Gaulle’s sour and sceptical first reaction to Britain’s application to join the European Economic Community makes it plain that he does not want Britain in the cosy nest at the present time.”

[338] TG, 17.5.1967, p.8: “His analysis of Britain’s relations with the continent of Europe remains virtually unchanged since the fatal press conference in January, 1963… we are still ‘an insular Power bound to the United States by all kinds of special accords’, we have yet to make the ‘deep economic and political transformation’ which would enable us to join the six Continental Powers.”

[339] TG, 17.5.1967, p.8: “However, the fact that General de Gaulle brought forward so many negatives yesterday without actually saying ‘No’ might mean that he is less confident than usually of correctly predicting the course of history, and there is no need yet for Britain to despair.”

[340] DM, 17.5.1967, p.1: “President de Gaulle closed the Common Market door on Britain today with a ‘Non’ as effective as his veto 4 years ago. It comes in the form of an ultimatum to France’s partners in the 6. Either Britain must be refused entry to Europe, or the Common Market must be destroyed and a new organisation built in its place.”

[341] TG, 29.5.1967, p.6: “… They (Heads of Government) have it in their power to decide whether…the Community will seek to become the vehicle for a wider European unity; or whether it is content to remain an exclusive club for inhabitants of one corner of the Continent. This choice is posed by the British Government’s application for membership.”

[342] TG, 29.5.1967, p.6: “… That an enlarged Commom Market of eight, nine or ten members is likely to develop differently from a narrowly based Community of the Six is undeniable.”

[343] TG, 29.5.1967, p.6: “But to say that the entry of others would destroy the purpose of the Community is simply not true. The Common Market was not founded to remain a club of only six… Moreover, Article 237, under which Britain is seeking admission, states explicitly that ‘any European state may apply to become a member of the Community’.”