Municipale curatores in Italie en de westelijke provincies tijdens het principaat. (Véronique Bonkoffsky)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

HOOFDSTUK  I: TYPOLOGIE OP BASIS VAN HET BRONNENMATERIAAL

 

1.9. ADMINISTRATIE.

                            

1.9.1. Soorten curatores op basis van formele kenmerken

 

Wat Italië betreft, werd slechts één vorm geattesteerd:

 

Wat de provincies betreft,werden volgende twee vormen geattesteerd:

 

1.9.2. Soorten curatores op basis van inhoudelijke kenmerken

 

We bespreken de vormen niet in de hierboven gegeven volgorde.  De reden hiervoor is de titel quaestor tabulari publici curator [504]In deze vorm vinden we naast de titel ‘curator’ ook een verwijzing naar een magistraatsfunctie terug, namelijk het ambt van ‘quaestor’.  Dergelijke combinaties zagen we reeds in de categorieën voedsel en wegen.  We hebben de toevoeging van de titel ‘curator’ steeds geïnterpreteerd als een specifieke vermelding van één van de functies die tot het ambtsgebied van de magistraat behoorde.  Ook hier is de verklaring niet anders.  Naast het beheer van de gemeentelijke schatkist en het bijhouden van de rekeningboeken, de tabulae publicae, fungeerde de quaestor vaak als archivaris.  Hij was dus verantwoordelijk voor het klasseren en bewaren van de publieke oorkonden.  In vele gemeenten, ook in de grotere, kon men zich immers vaak geen eigen tabularius (archivaris) permitteren.[505]  De titel quaestor tabulari publici curator verduidelijkt dat de quaestor in zijn gemeente ook is opgetreden als ‘curator tabularii publici’, maar deze cura maakte deel uit van zijn ambt als quaestor.  Het verwijst dus niet naar een cura opgelegd aan een privé-persoon als munus personale

 

De volgende vorm is Tabularum et librorum curator primus constitutus [506].  Wij menen dat de taken waarmee de ‘tabularum et librorum curator’ werd belast, dezelfde waren als die van de ‘quaestor tabulari publici curator’[507].   ‘Tabularum’ verwijst naar het beheer van de kasboeken, terwijl ‘librorum’ verwijst naar de oorkonden en andere municipale documenten die moesten worden bewaard.  Het verschil met de ‘quaestor tabulari publici curator’ is dat de ‘tabularum et librorum curator’ niét bevoegd was voor het beheer van de gemeentelijke schatkist zelf, enkel voor de rekeningboeken.

 

Hoe benaderen de Real-Encyclopädie en de Dizionario epigrafico di Antichità Romane de twee voorgaande vormen?

Wat de vorm quaestor tabulari publici curator [508] betreft, plaatst de Real-Encyclopädie een komma na ‘quaestor’, waardoor het zijn visie op de zaken duidelijk weergeeft, namelijk dat het om twee aparte functies gaat die geen verband houden met elkaar.[509]  De Dizionario epigrafico di Antichità Romane plaatst géén komma en beschouwt de vorm quaestor tabulari publici curator als één geheel.  Het geeft echter geen reden aan waarom het dan die functies als samen horend ziet.  Wij zijn het eens met de Dizionario epigrafico di Antichità Romane dat de vorm één geheel is, maar in tegenstelling tot de Dizionario epigrafico di Antichità Romane die beide curatele functies volledig gelijkstelt[510], beschouwen wij deze toch als van een verschillende aard.  Met betrekking tot de tabularum et librorum curator gaat het om een cura als munus personale, wat volgens ons niet kan worden gezegd van de quaestor tabulari publici curator

 

De laatste vorm is de omschrijving curam tabulari censualis fideliter administratam [511]

Wij sluiten ons aan bij G. Alföldy, die ervan uitgaat dat het tabularium censuale een archief was waar de documenten van de census werden bewaard.[512]  Dit is immers de meest voor de hand liggende interpretatie.

Verder staan we nog even stil bij de vorm zelf.  De term ‘curator’ wordt niet gebruikt.  We krijgen een omschrijving bestaande uit het substantief ‘cura’ in de accusatief, vergezeld van het werkwoord ‘administrare’.  Dit zou kunnen betekenen dat de persoon was belast met een munus personale en niet met een munus mixtum.  Toch zouden we nog een andere verklaring kunnen bieden voor het feit dat men de persoon niet de titel ‘curator’ heeft toegekend.  De persoon is immers afkomstig uit de provincie Hispania.  Zoals we reeds constateerden bij de bespreking van de gebruikte vorm voor de aanduiding van een curator aquae in de provincies Africa en Gallia, is het ook in dit geval mogelijk dat men veeleer een omschrijving gebruikt.  We kunnen echter niet refereren naar een dergelijke uitdruk-kingswijze zoals hier aangezien in Hispania geen enkel voorbeeld van een curator met betrekking tot het waterwezen werd geattesteerd.  Deze hypothese wordt vermeld, maar dient met voldoende reserves te worden benaderd.

Men kan zich afvragen op welke wijze men bij een opdracht als deze de eigen middelen zou kunnen inzetten.  Naar mijn mening is het mogelijk dat de persoon belast met de cura zelf het schrijfgereedschap aankocht.  Bij de vorige vorm tabularum et librorum curator [513] weten we niet of het gaat om een munus personale of een munus mixtum.  Toch zijn we eerder geneigd te veronderstellen dat het bij dergelijke opdrachten in de eerste plaats de bedoeling was de fysieke inspanningen die de verantwoordelijke magistraat belastten,  te verminderen veeleer dan zijn financiële last te reduceren.

 

1.9.3. Aanwijzingen in verband met de curatele functie op basis van de inscripties

 

De eerste aanwijzing is de toevoeging ‘primus constitutus’ bij de vorm tabularum et librorum curator [514].  De curator werd als eerste in zijn gemeente aangesteld om de functie van archivaris te bekleden. 

 

De tweede vorm die totnogtoe werd vermeld als curam tabulari censualis administratam [515] luidt in zijn totaliteit curam tabulari censualis fideliter administratam.  ‘Fideliter’ is het bijwoord van ‘fidelis’ en zegt iets over de manier waarop de persoon zich van zijn taak heeft gekweten.  Het adjectief ‘fidelis’ heeft een aantal betekenissen zoals ‘trouw’ en ‘betrouwbaar’.  Het bijwoord ‘fideliter’ kunnen we dan vertalen als ‘op trouwe wijze’ of ‘op betrouwbare wijze’.  Beide vertalingen zijn mogelijk in deze context. 

Zoals reeds werd vermeld moest het verzamelen en het inschrijven van de gegevens in de publieke registers met de grootste precisie gebeuren.  ‘Op betrouwbare wijze’ kunnen we dan interpreteren als een persoon waarop men zich kon verlaten en die zijn taak heeft vervuld zonder al te veel fouten te maken. 

Indien we voor de vertaling ‘op trouwe wijze’ opteren, zou dit betekenen dat de persoon plichtsgetrouw zijn taak heeft vervuld, zoals van hem werd verwacht. 

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

[501] CIL XIV, 376 (I.4.).

[502] CIL XII, 525 (P.13.).

[503] CIL II, 4248 (P.24.).

[504] CIL XII, 525 (P.13.).

[505] LANGHAMMER, W., Die rechtliche und soziale Stellung der Magistratus Municipales und der Decuriones, p.157.

[506] CIL XIV, 376 (I.4.).

[507] CIL XII, 525 (P.13.).

[508] CIL XII, 525 (P.13.).

[509] KORNEMANN, E., Real-Encyclopädie, IV, coll.1804.

[510] DE RUGGIERO, E., Dizionario epigrafico di Antichità Romane, parte II, p.1339.

[511] CIL II, 4248 (P.24.).

[512] ALFÖLDY, G., Die römischen Inschriften von Tarraco, p.183, nr.333.

[513] CIL XIV, 376 (I.4.).

[514] CIL XIV, 376 (I.4.): ‘tabularum et librorum curator primus constitutus’.

[515] CIL II, 4248 (P.24.).