Het Klooster van Boudelo 1700-1800 (Yves Beaurain)

 

home

lijst scripties

inhoud

vorige

volgende

 

 

2.3.  Moerbeke-Waas

 

2.3.1.  Achttiende eeuw

 

 

  

 

In verband met Moerbeke-Waas beschikken we niet over een landboek met kaarten en ook in het kloosterarchief zijn er geen kaarten bewaard m.b.t. deze parochie. Bij het uitpluizen van de kaartenverzameling van het Rijksarchief van Gent, stoten we echter op een interessant archiefstuk, te weten een parcellaire kaart van Moerbeke uit 1725[1]. Probleem met deze kaart is dat een aanwijzende tafel ontbreekt, de eigenaars van de op de kaart afgebeelde percelen zijn ons dus onbekend. Als we echter de kaart vergelijken met het pachtboek van 1741, dan blijkt dat het pachtboek verwijst naar de kaart. In het pachtboek staan namelijk twee reeksen perceelsnummers. De eerste reeks verwijst naar een kloosterkaart, die verdwenen is, en de tweede reeks verwijst naar een parochiekaart. Welnu, de tweede reeks perceelsnummers en de perceelsnummers op de kaart zijn dezelfde. We kunnen m.a.w. via het pachtboek en de kaart het grondbezit visualiseren. De kaart in kwestie is een zeer grote kaart die het hele grondgebied van de parochie weergeeft. De parochie is opgedeeld in wijken en per wijk worden alle percelen weergegeven. De kaart werd gemaakt door landmeter Philippus Jacobus Benthuys in opdracht van Joannes de Block, de ontvanger van het kapittel van Doornik[2]. Benthuys heeft zich gebaseerd op een kaart uit 1710 die gemaakt werd door een zekere J. Van Landeghem, ongetwijfeld familie van Anthonis, en ondertussen is verdwenen. Interessant om weten is dat deze laatste kaart bewaard werd in het klooster van Boudelo[3]. Het is wellicht deze kaart waarnaar de monniken verwezen in het pachtboek van 1741. Benthuys heeft ook de verklarende uitleg die J. Van Landeghem gaf op zijn kaart overgenomen. Hieruit kunnen we afleiden dat J. Van Landeghem, die niet vermeld in wiens opdracht hij de kaart gemaakt heeft, zich op zijn beurt gebaseerd had op een kaart uit 1679, die eveneens is verdwenen. Deze 17de-eeuwse kaart werd vervaardigd in opdracht van de burgemeester en schepenen van Moerbeke-Waas[4]. Het mag duidelijk zijn dat de kaart uit 1725 een lange voorgeschiedenis heeft. Belangrijk om weten daarbij is dat de kaart toch aangepast is aan de toestand van de achttiende eeuw, zoals Benthuys vermeldt in zijn verklarende tekst bij de kaart van 1725[5].

We vatten de toestand in het pachtboek en op de kaart samen in onderstaande tabel :

 

 

WIJKEN

PACHTBOEK 1741[6]

 

R

ha.

P

IXe Beloop

194

0,29

1

XXXIXe Beloop

225

0,33

1

XLe Beloop

900

1,34

3

XLIe Beloop

1222

1,82

4

XIVe Beloop

1240

1,84

2

XIe Beloop

4427

6,58

4

XIIIe Beloop

6010

8,93

5

XLIIe Beloop

39913

59,29

20

XIIe Beloop

104082

154,61

70

TOTAAL

158213

235,03

110

R = oppervlakte in roeden

ha. = oppervlakte in hectare

P = aantal percelen

 

Het verband tussen het pachtboek en de kaart maakt het ons uiteraard heel wat gemakkelijker om het grondbezit in Moerbeke-Waas te visualiseren. Het pachtboek wijst ons de juiste percelen aan op de kaart van 1725 en de desbetreffende percelen nemen we dan gewoon over op de Popp-kaart. Moerbeke-Waas is een wat aparte gemeente, in die zin dat in deze parochie de wijken niet worden aangeduid met een gewone eigennaam, maar allemaal dezelfde naam krijgen, namelijk Beloop. De verschillende wijken worden dan van elkaar onderscheiden door een Romeins cijfer. Op de Popp-kaarten is er van Belopen overigens helemaal geen sprake. Via de vergelijking van de kaart van 1725 en de Popp-kaart, kunnen we echter, via de vorm, de te zoeken wijken terugvinden op de Popp-kaart. Omdat de namen van de wijken ontbreken op de Popp-kaart zou het quasi onmogelijk geweest zijn om via de legger van Popp het grondbezit van Boudelo te visualiseren, ook omdat Moerbeke-Waas een allesbehalve eenvoudige perceelsstructuur heeft.

Het klooster van Boudelo had in Moerbeke-Waas een molen in bezit. Het perceel waar deze molen gelegen was, is weergegeven op de reconstructiekaart. In 2.3.3. gaan we iets verder in op deze molen.

 

2.3.2.  Zeventiende eeuw

  

 

Om het grondbezit uit de zeventiende eeuw te visualiseren, maken we opnieuw de vergelijking met het pachtboek van 1652 :

 

WIJKEN

PACHTBOEK 1652[7]

PACHTBOEK 1741

VERSCHIL

 

R

ha.

P

R

Ha.

P

R

ha.

P

IXe Beloop

0

0

0

194

0,29

1

194

0,29

1

XXXIXe Beloop

0

0

0

225

0,33

1

225

0,33

1

XLe Beloop

891

1,32

3

900

1,34

3

9

0,02

0

XLIe Beloop

1240

1,84

4

1222

1,82

4

-18

-0,02

0

XIVe Beloop

1257

1,87

2

1240

1,84

2

-17

-0,03

0

XIe Beloop

3225

4,79

3

4427

6,58

4

1202

1,79

1

XIIIe Beloop

6038

8,97

5

6010

8,93

5

-28

-0,04

0

XLIIe Beloop

39837

59,18

17

39913

59,29

20

76

0,11

3

XIIe Beloop

103977

154,46

64

104082

154,61

70

105

0,15

6

TOTAAL

156465

232,43

98

158213

235,03

110

1748

2,60

12

R = oppervlakte in roeden

ha. = oppervlakte in hectare

P = aantal percelen

 

Het grondbezit in Moerbeke-Waas vertoont weinig evolutie. De oppervlakte is met amper 2,60 hectare toegenomen, dit is slechts 1,11 procent van de totale oppervlakte. Het aantal percelen laat een sterkere stijging zien met 10,91 procent of 12 percelen.

In XLe Beloop, XLIe Beloop, XIVe Beloop en XIIIe Beloop is de situatie in de zeventiende eeuw gelijk aan de situatie in de achttiende eeuw. We kunnen bijgevolg de 18de-eeuwse reconstructiekaart overnemen voor de zeventiende eeuw.

In IXe Beloop en XXXIXe Beloop hadden de monniken in de zeventiende eeuw nog geen bezittingen.

In XIe Beloop is de oppervlakte toegenomen tussen 1652 en 1741 als gevolg van één nieuw perceel in 1741. Het perceel is gemakkelijk te achterhalen door de afzonderlijke perceelsoppervlaktes in de beide pachtboeken te vergelijken.

In XLIIe Beloop en XIIe Beloop is de oppervlakte gelijk gebleven, maar toch is het aantal percelen gestegen. Er zijn in beide wijken dus een aantal percelen uit 1652 verdeeld in kleinere percelen. In het geval van XLIIe Beloop is het vrij eenvoudig om de desbetreffende percelen te achterhalen door de beide pachtboeken met elkaar te vergelijken. In XIIe Beloop ligt het wat moeilijker omdat er hier veel percelen zijn die een vergelijkbare oppervlakte hebben. We zijn dan ook niet volledig zeker van de onderverdeelde percelen, maar toch hebben we er een aantal weerhouden.

Het perceel van de molen van Boudelo is natuurlijk opnieuw weergegeven op de Popp-kaart.

 

home

lijst scripties

inhoud

vorige

volgende

 



[1] R.A.G., Fonds Kaarten en Plans, nr. 456. 

[2]Dese presente caerte verbeeldendt de prochie van moerbeke is gecopieert ende gemaeckt ten verzoecke van d’ heer Joannes de Block in qualiteijt van ontfangher van het cappittel des Bisdoms van Doornijck…’, R.A.G., Fonds Kaarten en Plans, nr. 456.

[3]…is gecopieert ende gemaeckt…door mij onderschreven vrij ende ghesworen landtmeter…uyt eene andere caerte gemaeckt door J. van Landeghem, berustende in d’ abdije van Baudeloo…’, R.A.G., Fonds Kaarten en Plans, nr. 456.

[4]Metinghe ende caerte figurative gedaen ende gemaeckt bij den onderschreven als gesworen landtmeter… ieghens de heeren burgemeester ende schepenen der prochie van moerbeke…’, R.A.G., Fonds Kaarten en Plans, nr. 456.

[5]…oock hebbe ick onderschreven dese ieghenwoordighe caerte gecollationeert ende oversien ieghens de voornoemde originele…ende hebbe de selve van verscheyde fauten gecorrigeert ende verbetert…’, R.A.G., Fonds Kaarten en Plans, nr. 456.

[6] R.A.G., Archief Boudelo, nr. 533, ffo 1-52.

[7] R.A.G., Archief Boudelo, nr. 527 ffo 1-43.