De Belgische Bedrijfspers 1950-1980. Een analyse van de opvattingen omtrent de Belgische bedrijfspers in de periode 1950 -1980. (Dries Van Avermaet)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

Deel 3. Analyse van de opvattingen over de Belgische bedrijfspers in de periode 1950-1980.
 

3.2. De geschiedenis van de Belgische Vereniging van de Bedrijfspers

 

3.2.1. Een Belgisch-Luxemburgs initiatief.

 

Reeds onmiddellijk na de bevrijding van België in 1945 werd er door enkele bedrijfsjournalisten overlegd om tot één of andere vorm van samenwerking te komen. Ook elders in Europa stak men de koppen bij elkaar. Dit leidde in 1948 uiteindelijk tot een bijeenkomst in Parijs van bedrijfsjournalisten uit verschillende Europese landen. Dit internationale congres werd voorgezeten door François Mitterrand, Frans staatssecretaris voor Informatie. België werd vertegenwoordigd door twee afgevaardigden: Mvr. Augusta Maes, verantwoordelijke uitgever van het "Tijdschrift van het personeel" van de Nationale Bank van België en dhr. Aimé Vanden Eede van de Nationale Maatschappij van de Buurtspoorwegen. Geïnspireerd door de debatten keerden zij naar huis terug, waar zij de oprichting van een organisatie voor medewerkers van de bedrijfspers overwogen.[89]

 

Na twee jaar van wikken en wegen vond in augustus 1950 in een bescheiden kantoortje van Sabena te Brussel, de beslissende vergadering plaats met Augusta Maes, Aimé Vanden Eede, Leo Michiels, hoofd van de dienst Algemene Personeelsbelangen en Bedrijfspublicaties van de N.V. Bell Telephone Mfg C° en Alfred Creteur, personeelsdirecteur van Sabena. De officiële oprichting van de feitelijke vereniging, Verbond van Belgische en Luxemburgse Personeelsbladen/ Union des Journaux d'Entreprise de Belgique, du Congo et du Grand-Duché de Luxembourg (VBPB/UJEB) vond plaats op 30 november 1950. Alfred Creteur werd de eerste voorzitter van de vereniging. Hélène François van de Innovation was vice-voorzitter en J. Servotte de schatbewaarder. De overige bestuursleden waren Augusta Maes, Aimé Vanden Eede, Leo Michiels en Bernard Rogiest.[90]

 

De reden voor de samenwerking met Luxemburgse bedrijfsjournalisten heb ik in mijn bronnen niet teruggevonden. Ik kan echter wel een aantal mogelijke verklaringen geven die ik echter niet kan toetsen aan mijn bronnen.

 

Onmiddellijk na de Eerste Wereldoorlog trachtte de Belgische regering het Groothertogdom Luxemburg, dat tijdens de oorlog een pro-Duitse houding had aangenomen, binnen haar invloedsfeer te brengen. België slaagde er niet in om een politieke en militaire unie met Luxemburg af te sluiten. Wel kon in 1921 een economische unie tot stand gebracht worden met het Groothertogdom (BLEU). Eind 1944 werd vervolgens de basis gelegd voor de Benelux, een economisch samenwerkingsverband tussen België, Nederland en het Groothertogdom Luxemburg.[91]

 

Op economisch gebied, waartoe de bedrijfspers behoort, was de samenwerking met Luxemburg sinds 1921 dus geen vreemd concept meer. Bovendien kunnen er tijdens de internationale conferentie voor bedrijfsjournalisten in 1948 te Parijs contacten gelegd zijn tussen Belgische en Luxemburgse bedrijfsjournalisten. En een laatste mogelijke verklaring voor de samenwerking kan het aantal Luxemburgse bedrijfsbladen zijn. Uit een enquête van 1957 blijkt immers dat er twee Luxemburgse bedrijfsbladen lid van de vereniging waren. Niettegenstaande het aantal leden niet noodzakelijk overeenkomt met het werkelijke aantal Luxemburgse bedrijfsbladen, lijkt het mij absurd om voor enkele bedrijfsbladen een eigen vereniging op te richten. De samenwerking met de Belgische collega's was dan ook een logische beslissing.

 

Onder impuls van haar stichters werden er diverse activiteiten door de vereniging opgezet. Zo werden in 1951 de eerste algemene vergadering gehouden en verscheen in januari het eerste nummer van het Informatiebulletin. Dit blad werd opgevat als een tweemaandelijks en aanvankelijk tweetalig ledenblad.

 

In 1960 vierde de vereniging haar tiende verjaardag met een academische zitting in het Congresgebouw in Brussel. Naast een tentoonstelling met de publicaties van leden werd er door verschillende sprekers teruggeblikt op de ontwikkeling van de bedrijfspers in het algemeen, en de ontwikkeling van de vereniging in het bijzonder.

 

Vice-voorzitter Leo Michiels zei hierover het volgende: "Na tien jaar werking van de VBPB/UJEB begint een redacteur van een ondernemingsblad niet meer aan zijn taak met de mentaliteit van een amateur. De bedrijfspers heeft een eigen karakter dat duidelijk verschilt van de dagbladen en de tijdschriften."[92].

 

Een volgend belangrijk feit vond plaats in 1964. In dit jaar werd er een belangrijke statutenwijziging doorgevoerd, waardoor de VBPB/UJEB een volwaardige v.z.w met eigen rechtspersoonlijkheid werd. De vereniging was immers opgericht als een feitelijke vereniging zonder rechtspersoonlijkheid. Dit betekende ondermeer dat de hele verantwoordelijkheid beruste op de schouders van de voorzitter. Daarnaast had men tevens behoefte aan een wettelijk statuut om betere contacten te kunnen onderhouden met de overheid, ondermeer in verband met eventuele subsidiering. Dit laatste is echter tot op heden nooit het geval geweest.

 

Deze aanpassing drong zich eveneens op omwille van een mentaliteitsverandering bij de leden. Daar waar voorheen enkel de bedrijfsbladen zelf lid konden zijn van de vereniging, was men in de vroege jaren zestig van oordeel dat ook de de bedrijfsjournalisten, hun medewerkers en eventueel zelfs hun uitgevers lid moesten kunnen worden van de vereniging. Dit was trouwens een wettelijke noodzakelijkheid, aangezien de leden van een v.z.w een eigen rechtspersoonlijkheid moesten hebben, wat niet het geval was voor een bedrijfsblad zelf.

 

Onder leiding van de toenmalige voorzitter Frans Van Den Haute werden de statuten aangepast. Ook de naam van de vereniging werd bij deze gelegenheid vernieuwd. Met de publicatie van de nieuwe statuten op 27 mei 1965 in het Belgische Staatsblad zag de Belgische-Luxemburgse Vereniging voor de Ondernemingpers/ Association Belge de la Presse d'Entreprise BVOP/ABPE het licht.[93]

 

Tegelijkertijd werd de redactie van het Informatiebulletin aangepast. Sinds de start van het Bulletin in 1951 was de redactie in handen van Aimé Vanden Eede. Aanvankelijk opgevat als een tweetalig ledenblad, werd in 1965 beslist om voortaan ieder artikel in de taal van de inzender te publiceren. Daarnaast werd eveneens beslist om de redactie van het blad in handen te geven van twee redacteuren, namelijk de Franstalige Aimé Vanden Eede en de Nederlandstalige Leo Michiels. Als blijk van continuïteit tussen de oude en de nieuwe vereniging liet men de nummering van het blad doorlopen.[94]

 

Op 15 oktober 1970 werd de twintigste verjaardag van de vereniging plechtig gevierd met een academische zitting en een tentoonstelling van bedrijfsbladen in Brussel. Net als in het verleden werd ook nu weer teruggeblikt op twintig jaar Belgische bedrijfspers. Tevens werd aandacht geschonken aan de groeiende maatschappelijke vraag naar informatie. De voornaamste spreker was de Minister van Tewerkstelling en Arbeid Louis Major. Maar ook vertegenwoordigers van werkgevers -en werknemersorganisaties namen deel aan deze bijeenkomst.[95]

 

In de speciale uitgave van het Informatiebulletin schreef de toenmalige voorzitter Frans De Clerck: "Twintig jaar geleden lokte de bedrijfsjournalistiek alleen maar sarcastische opmerkingen uit. Maar al te graag stelde men het voor alsof één of andere toegewijde werknemer een 'personeelsblad' publiceerde ter meerdere eer en glorie van de patroon…

Na twee decenia van inspanningen is het personeelsblad, in de meeste gevallen toch, een communicatiemiddel geworden dat verder reikt dan de kroniek van de werkgever, de jubilea van de directeuren en de resultaten van de interprofessionele sportactiviteiten."[96]

 

3.2.2. De regionalisering van de vereniging.

 

Reeds in 1953 onstonden de eerste kiemen van een regionale werking van de vereniging met de activiteiten te Antwerpen. Met deze bijeenkomsten wilde men de vorming van de bedrijfsjournalist intensifiëren, door een forum aan te bieden waar men beroepservaringen kon uitwisselen. In een later stadium ontstonden uit dit initiatief de Rondetafel-conferenties, dewelken sinds 1961 georganiseerd werden door Leon Van Speybroeck, J. Schaerlaeckens en Leo Michiels. Tot het midden van 1973 werden deze conferenties met een opvallende regelmaat georganiseerd, bij voorkeur in het Archief en Museum van het Vlaamse Cultuurleven en op de Antwerpse zetel van De Vaderlandsche. Deze Antwerpse activiteiten kregen vervolgens navolging in andere delen van het land. Vanaf 1967 werden er trimestriële bijeenkomsten in West- en Oost-Vlaanderen georganiseerd.

 

Het orgelpunt van deze activiteiten vormde de "Interregionale Ronde Tafel" te Kortrijk op 2 december 1970. In 1968 nam Maria Pacqué, bijgestaan door J. Heugens, de coördinatie van de Antwerpse conferenties over.[97]

 

Onder impuls van de Antwerpse vleugel van de vereniging komt het echter in 1971 tot een afscheuring en werd een afzonderlijk Belgische Vereniging voor Nederlandstalige Bedrijfsredactueren (BVNB) opgericht. Het ongenoegen in verband met de taalkwestie sluimerde reeds van in het prille begin van de vereniging bij de Nederlandstalige leden.

Vanuit de Antwerpse Rondetafel-conferenties kwam voor de eerste maal de taalkwestie naar voren. Zo stelden Leo Michiels en Leon Van Speybroeck reeds in 1953 voor om twee voorzitters of een tweetalige voorzitter, bijgestaan door twee onder-voorzitters voor elke taalrol, aan te stellen. In de context van de toenemende ontvoogding van het Nederlands werd het taalprobleem steeds nadrukkelijker op de voorgrond geplaatst door de deelnemers van de Antwerpse Rondetafel-conferenties. Dit resulteerde ondermeer in de aanpassingen van de redactie van het Informatiebulletin. Een Nederlandstalige en een Franstalige redacteur werden aangesteld en de ingezonden artikels publiceerde men in de taal van de schrijver.

 

Tijdens de conferentie van 22 oktober 1968 werd er door de deelnemers een vragenlijst opgesteld om na te gaan wat de houding was van de Nederlandstalig leden tegenover de taalkwestie. In mei 1969 werden de resultaten van deze enquête voorgesteld. Er bleken 34 Nederlandstalige leden deelgenomen te hebben aan het onderzoek. Daarvan waren er 17 leden voorstander om de vereniging op te splitsen in een Franstalige en een Nederlandstalige vereniging. Dit vonden 14 leden echter geen goed idee. Een lid was voor de oprichting van gewestelijke secretariaten onder de koepel van de unitaire vereniging. Tenslotte verklaarden 2 leden dat zij hierover geen mening hadden. Vervolgens vroeg men op het einde van de jaren zestig toch de oprichting van een eigen Nederlandstalig secretariaat. Op deze vraag werd echter niet ingegaan door het nationale bestuur. Integendeel. De voorzitster van de Antwerpse Rondetafelconferenties, Maria Pacqué, werd immers ontboden in Brussel door een "erejury". De reactie liet niet lang op zich wachten. Op 17 februari 1971 werd de nieuwe vereniging opgericht.[98]

 

Een verklaring waarom men slechts de oprichting van een Nederlandstalig secretariaat vroeg heb ik niet gevonden. Uit de enquête van 1968 bleek immers dat een meerderheid zich voorstander verklaarde van de splitsing van de vereniging. Misschien speculeerde men op het feit dat men ervan uit kon gaan dat de vraag naar een eigen secretariaat voor de leiding van de vereniging een onhaalbare zaak was. Op deze manier kon men misschien de Nederlandstalige leden die geen voorstander waren van een splitsing overhalen om de oprichting van een eigen Nederlandstalige vereniging te steunen. Tenslotte hadden in de enquête uit 1968 toch 14 leden zich uitgesproken tegen de splitsing. Met de weigering van het nationale bestuur kon men immers aanvoeren dat zelfs een gematigde eis van een eigen secretariaat afgewezen werd en dat men dus beter een eigen vereniging oprichtte. Ik kan deze hypothese echter niet bewijzen.

 

Ook het Informatiebulletin kende in deze periode een grondige verandering. Sinds 1965 was de redactie van het blad voor de Nederlandstalige leden in handen van Leo Michiels. Omwille van zijn drukke beroepsactiviteit staakte hij deze activiteit, waardoor het blad een moeilijke periode tegemoetging en stilaan in het slop geraakte.

 

 

Dit was ondermeer de aanleiding voor de Antwerpse Rondetafelconferenties om een eigen Informatieblad op te starten, onder de redactie van Maria Pacqué. Het blad, getiteld BVOP-Informatie, was bestemd voor de leden uit Antwerpen, het Vlaamse deel van het toenmalige Brabant en Limburg.

 

Met de oprichting van de Belgische Vereniging voor Nederlandstalige Bedrijfsredactueren besloot men om het blad BVOP-Informatie, waarvan exact drie nummers waren verschenen, om te dopen tot Informatie voor Bedrijfsjournalisten. Dit werd de officiële publicatie van de nieuwe vereniging.[99]

 

Datzelfde jaar verscheen het bijna ter ziele gegane Informatiebulletin opnieuw onder leiding van de heer Van Den Reydt.[100] In totaal werden er van het nationale Informatiebulletin 130 nummers uitgegeven tot en met april 1972.

 

De dissidente periode van de afgescheurde Belgische Vereniging voor Nederlandstalige Bedrijfsredactueren duurde tot 1974. De eerste gesprekken vonden plaats tijdens het FEIEA-congres van juni 1973 tussen Guy Vos, de voorzitter van de unitaire Belgische-Luxemburgse Vereniging voor de Ondernemingpers, en Rik Schepers, voorzitter van de Belgische Vereniging voor Nederlandstalige Bedrijfsredacteuren. Tijdens de buitengewone algemene vergadering op 21 januari 1974, waarop 129 leden van de beide verenigingen aanwezig waren, besloot men om opnieuw samen te werken.

 

Met de statutenwijziging van 15 augustus 1974 zag een vernieuwde Belgische Vereniging van de Bedrijfspers/ Association Belge de la Presse d'Entreprise (BVB/ABPE) het licht.

De vereniging was een nationale organisatie, maar met twee regionale vleugels, de BVB en de ABPE, die beide autonomie verkregen met een eigen raad van bestuur en een voorzitter. Zij publiceerden tevens een eigen informatieblad, waarmee er een einde kwam aan het oude unitaire Informatiebulletin. Het blad "Informatie voor de Bedrijfsjournalist" werd vanaf 1974 de officiële publicatie van de Nederlandstalige afdeling van de BVB/ABPE.

De Franstalige tegenhanger was het blad "Informations pour journalistes d'entreprise".[101]

 

Guy Vos werd de eerste voorzitter van de nieuwe nationale vereniging. Onder zijn voorzitterschap werd het vijfentwintigjarig bestaan van de nationale vereniging gevierd in het Sheraton hotel in Brussel. Naast vertegenwoordigers van de FEIEA en de Belgische overheid waren er ook nu weer afgevaardigden van de werkgevers en de werknemers aanwezig.[102]

 

De economische crisis van de jaren zeventig had een weerslag op de vereniging. Ondermeer de vraag hoe men crisisproblemen, ontslagen, enz. moest behandelen in de bedrijfspers leidde tot discussie. De nationale vereniging BVB-ABPE kende in de jaren tachtig onder het voorzitterschap van Hugo Morrens een lange periode van opvallende stabiliteit. De nieuwe voorzitter stelde zich tot doel om het vertrouwen te herstellen tussen twee afdelingen die een grote mate van autonomie hadden verworven. De viering van het vijfendertigjarig bestaan betekende opnieuw een hoogtepunt in de geschiedenis van de BVB-ABPE. Dit jubileum werd gedurende twee dagen gevierd in Brugge. Tal van deelnemers uit binnen -en buitenland waren aanwezig. Naast een plechtige academische zitting en een retrospectieve tentoonstelling van bedrijfsbladen werd er tevens een debat georganiseerd met als onderwerp "Bedrijfspers en Sociale Vrede". De vereniging gaf dan ook bij deze gelegenheid een herdenkingsbrochure uit, met een terugblik op de voorbije 35 jaar bedrijfspers in België.[103]

 

Een nieuwe statuutaanpassing, welke voorbereid was door vertegenwoordigers van de beide afdelingen, werd goedgekeurd tijdens de nationale statutaire jaarvergadering van 5 maart 1987. Hierdoor kregen de beide afdelingen van de vereniging een nog ruimere autonomie.

De vijfenveertigste verjaardag werd in 1995 in Bergen gevierd. Deze viering vormde een aanleiding om het verouderde logo te veranderen.

 

Onder impuls van een nieuwe generatie bedrijfsjournalisten onder leiding van de nieuwe nationale voorzitster Catherine Alexandre werd de vereniging voorbereid op het nieuwe millenium. Bij deze gelegenheid werd dan ook de werking en de organisatie van de vereniging onder de loep genomen. Geconfronteerd met een terugloop van actieve leden die zich willen engageren besloot men om de efficiëntie van de vereniging te verhogen door een maximale autonomie toe te kennen aan de regionale afdelingen. De hervorming van 25 maart 1998 zorgde ervoor dat de BVB/ABPE juridisch haar unitaire karakter bewaarde en dat er statutair geen enkel verschil was tussen de leden van de beide afdelingen. Daarbij werd ook het aantal bestuursfuncties op het nationale vlak teruggebracht tot een voorzitter, een ondervoorziter en de secretarissen en penningmeesters van de twee afdelingen.[104]

 

3.2.3. Internationale samenwerking.

 

Naast de binnenlandse activiteiten was de vereniging ook aanwezig op het Europese forum. In 1955 werd immers tijdens een internationaal congres voor bedrijfsredacteuren in Kopenhagen de Federation of European Industrial Editors Association (FEIEA) opgericht. Naast twaalf andere Europese naties was België één van de stichtende leden. Met het organiseren van driejaarlijkse congressen voor bedrijfsredacteuren streefde de FEIEA naar een uitwisseling van kennis en ervaringen tussen de verschillende leden. Dit proces van grensoverschrijdende communicatie werd bovendien gestimuleerd door de uitgave van eigen nieuwsbrieven en repertoria. De prominente rol van de Belgische vereniging in de werking van de FEIEA bleek en blijkt uit de verscheidene malen dat men de bestuursleden van de FEIEA gastvrijheid aanbood voor hun bijeenkomsten. Daarnaast oefenden leden van de vereniging een bestuursmandaat uit in deze Europese organisatie.[105]

 

De relatie met de FEIEA verslechterde echter in de jaren tachtig. Reeds geruime tijd stelde men zich kritischer op tegenover de weinig efficiënte werking en de beperkte concrete verwezelijkingen van de Europese organisatie. Tijdens de jaarlijkse Council Meeting van 1988 tekenden de Belgische vertegenwoordigers verzet aan tegen het lidmaatschap van het Spaanse ASECOM. De statuten van deze vereniging stemden volgens hen immers niet overeen met de voorwaarden om lid te worden van de FEIEA.

 

Wanneer het lidmaatschap echter toch aanvaard werd, trok de BVB zich op 1 januari 1989 uit de Europese Federatie terug. Toch werden alle bruggen niet opgeblazen. In een brief aan de voorzitter schreef Hugo Morrens dat de BVB/ABPE haar houding onmiddellijk zou herzien, indien de FEIEA opnieuw voeling zou krijgen met haar fundamentele doestellingen en opnieuw een actieve organisatie zou worden. De breuk duurde tot in 1993, toen de nationale jaarvergadering met eenparigheid van stemmen besliste om opnieuw toe te treden tot de FEIEA. Op de vraag of de FEIEA de opmerkingen van de BVB-ABPE ter harte heeft genomen, heb ik geen antwoord gevonden.

 

Naast dit Europese engagement heeft de BVB-ABPE, en haar regionale afdelingen, steeds samengewerkt met de bedrijfsjournalistenverenigingen in de buurlanden. Zo ontwikkelde de Nederlandstalige afdeling BVB in de jaren zeventig een sterke band met haar Nederlandse tegenpool , deVereniging voor Bedrijfsredactueren Nederland (VBN), onder de vorm van de "BeNedagen". Reeds op 12 oktober 1971 vond er in het Evoluon te Rotterdam een ontmoeting plaats tussen leden van de toenmalige BVOP en de VBN. Dit initiatief kaderde in de 25ste verjaardag van het Belgische-Nederlands Cultureel Akkoord. De aanzet tot de structurele ontmoetingen tussen beide verenigingen vormde echter de overlegvergadering op 5 juli 1974 met onder meer Huub Bosland voor de VBN en Guy Vos en Maria Pacqué voor de BVB-ABPE.

 

De eerste officiële Belgisch-Nederlandse Bedrijfsredacteurendag volgde op 6 november 1974 in Roosendaal. Sindsdien werd de traditie van de BeNedagen vrijwel onafgebroken jaarlijks, met uitzondering in 1990, verdergezet. Hoogtepunten vormden ongetwijfeld de viering van 20 jaar Vereniging voor Bedrijfsredactueren Nederland op 10 november 1988 in Hengelhoef en de viering van de vijfentwintigste BeNedag op 24 juni 1999 in Alken.[106]

 

Ook met haar Duitse collega's onderhield de Nederlandstalige afdeling BVB nauwe contacten. In 1981 werd er een drielandenontmoetingsdag België-Nederland-Duitsland georganiseerd in Bergheim-Erft. Daarnaast werden verschillende contacten onderhouden via deelnames aan congressen en beurzen. Hoogtepunt van deze samenwerking was de BeNeDu-dag die in het kader van Antwerpen '93, culturele hoofdstad van Europa, werd georganiseerd en meer dan 110 bedrijfsredacteuren uit de drie landen lokte[107].

 

De samenwerking met de Franstalige zusterorganisatie, Union des Journalistes et des Journaux d'Entreprise de France (UJJEF) ging terug tot op het einde van de jaren zestig.In 1967 organiseerde de unitaire BVOP/ABPE samen met de UJJEF een internationaal colloqium in Rijsel, met als thema "De bedrijfspers ten dienste van wie?".De draad van deze samenwerking werd weer opgenomen in 1982 door de Franstalige afdeling, ABPE met een nieuwe ontmoeting tussen leden van het UJJEF en de ABPE in het Maison de la Presse in Bergen.

 

Tot 1986 werden deze ontmoetingen jaarlijks gehouden, maar door een samenloop van omstandigheden kregen deze initiatieven in de daaropvolgende jaren geen navolging meer. Pas in juni 1998 kwam het opnieuw tot een ontmoeting in het Brusselse Centrum voor het Beeldverhaal.[108]

 

3.2.4. Professionalisering van de vereniging.

 

Doorheen haar geschiedenis streefde de BVB-ABPE steeds naar de professionalisering van het beroep bedrijfsjournalist en de bedrijfspers zelf. Door het organiseren van seminaries en conferenties bood de vereniging haar leden de mogelijkheid om in contact te komen met elkaar en met diverse specialisten. Daarnaast ijverde de vereniging steeds voor de officiële erkenning van het beroep van bedrijfsjournalist. Vooral tijdens het voorzitterschap van Hugo Morrens in de jaren tachtig werden er meerdere pogingen ondernomen om deze erkenning te bekomen. Ondermeer door de tegenkantingen van de leden van de Periodieke pers echter mislukten deze pogingen.[109]

 

Bij de start van de jaren negentig ontwikkelde zich het idee om een deontologisch charter voor de bedrijfsjournalist op te stellen. De aanzet tot deze code was het ontslag enkele jaren terug van een bedrijfsjournalist omwille van het gevoerde communicatiebeleid. Hierdoor realiseerde men dat de vereniging een deontologisch charter nodig heeft om haar leden beter te kunnen verdedigen. Een gezamelijke werkgroep kreeg de opdracht om een ontwerp op te stellen. Tijdens de algemene vergadering van 10 oktober 1997 keurde men de Etische Code van de Bedrijfsjournalist goed. Deze code omvatte de algemene beroepsprinciepes van de bedrijfsjournalist waaraan ieder lid kon refereren. Met deze beslissing veranderde het wezen van de vereniging. Voortaan was ze een professionele vereniging waarin deontologische regels golden.[110]

 

Vormingsinitiatieven.

 

Om de kwaliteit van de bij de vereniging aangesloten bedrijfsbladen te bevorderen werden er diverse prijzen in het leven geroepen.

 

De eerste prijs - aanvankelijk de prijs A.F.S. Creteur genoemd - werd op voorstel van Leo Michiels georganiseerd in 1954. De prijs, die bedoeld was om het beste artikel over een voorafbepaald thema te bekronen, werd voor de eerste keer uitgereikt tijdens de nationale zomervergadering van 11 juli 1955 te Brugge. De lauraten waren Jean-Jacques Adam (van de firma MBLE), auteur van het beste Franstalige artikel, en René Peeters (van de firma Bell Telephone), auteur van het beste Nederlandstalige artikel.[111]

 

In 1966 volgde de prijs Leo Michiels, aanvankelijk gesponserd door Agfa-Gevaert uit Mortsel

En nadien door Picanol uit Ieper. Deze prijs werd uitgereikt aan het bedrijfsblad met de beste illustratie en na verloop van tijd aan het blad met de beste opmaak. De eerste laureaat was Roger Quaghebeur van Picanol.

 

Het regelement op de toekenning van deze prijzen werd voor de eerste maal aangepast in 1975. Met de aanpassing in 1992 kregen de prijzen een nieuwe benaming: de prijs van de Inhoud en de prijs van de Vormgeving. De laatste aanpassing en actualisering van de prijzen gebeurde in 1998. De officiële benaming is sindsdien de prijzen van de Bedrijfspers BVB-ABPE.[112].

 

Ook inzake opleiding ontwikkelde de Nederlandstalige afdeling van de vereniging een brede waaier van activiteiten. De eerste aanzetten vonden plaats met de seminaries in de jaren zestig en zeventig.[113]

 

Het hoogtepunt was echter de periode tussen 1980 en 1990. Zo ontstond in 1983 de Stichting Interne Communicatie en Bedrijfsjournalistiek (SICB) naar het voorbeeld van de Nederlandse Stichting Vakopleiding. Onder impuls van de voorzitter van de Nederlandstalige afdeling, Rik Thomas, voorzag de SICB in een samenhangend pakket opleidingen voor bedrijfsjournalisten.

Men besteedde vooral aandacht aan de praktische realisatie van een bedrijfsblad, maar de nieuwste ontwikkelingen in verband met het gebruik van audiovisuele middelen werden evenmin uit het oog verloren. Zo'n 700 deelnemers uit circa 250 ondernemingen en instellingen hebben deze cursussen gevolgd.

 

Dankzij deze succesvolle werking kon in mei 1985 in Hengelhoef een permanent secretariaat en een studie- en documentatiecentrum voor de Nederlandstalige afdeling worden ingericht. In samenwerking met de overheid werden dan ook enkele onderzoeksprojecten opgestart. Rond 1988 stelden verschillende bestuursleden van de BVB zich echter vragen bij de verdere financiële haalbaarheid van de SICB werking. Ontmoedigd besloot Rik Thomas in 1990 dan ook het secretariaat en het studie- en documentatiecentrum te sluiten[114].

 

De Franstalige afdeling ABPE voorzag, net als haar collega's aan de andere kant van de taalgrens, in vormingsinitiatieven voor haar leden. Hiervoor richtte men zich tot de Ecole Supérieure de Journalisme in Rijsel. Na het succesvolle congres in 1967, in samenwerkling met de Franse zusterorganisatie UJJEF, werden er verschillende theoretische en praktische cursussen aangeboden, begeleid door professoren van deze hogeschool.Daarnaast werd er ook nauw samengewerkt met het Centre d'Etudes de la Communication van de UCL bij het organiseren van vormingscycli. Tenslotte richtte de ABPE ook zelf een aantal reflectienamiddegen in over verschillende onderwerpen. Tot op de dag van vandaag zijn deze Ateliers een gewaardeerd initiatief van de vereniging[115].

 

Het toenemende gebruik van audiovisuele middelen als instrument voor interne bedrijfscommunicatie leidde in 1991 tot de organisatie van de audiovisuele initiatiedagen. Steeds meer ondernemingen gebruikten namelijk bedrijfstelevisie of bedrijfsvideo's in hun communicatie. Ook nu weer was het doel van deze dagen om mogelijkheden tot vorming en het uitwisselen van ervaringen aan te bieden.

 

De evolutie van het aantal leden.

 

In het kader van mijn bespreking van de evolutie van de Belgische bedrijfspers heb ik reeds uitgebreid gebruik maken van de gegevens met betrekking tot de evolutie van het ledenaantal van de vereniging.[116]

 

Daarom zal ik hier slechts een kort overzicht geven van de evolutie van het ledenaantal van de BVB-ABPE.

 

Bij de oprichting in november 1950 telde de vereniging 35 aangesloten bedrijfsbladen, waaronder de bladen "Onder Ons" van de Innovation, "ESSO Magazine", "Onze Sabena" en nog vele andere. Ook enkel zeldzame bedrijfsbladen uit Belgische Congo, met name "Haute-Katanga" en "Otraco" sloten zich bij de jonge vereniging aan.[117]

 

Tijdens het tweedaags internationaal congres voor bedrijfsredacteurs in oktober 1951 in Duitsland meldde de Belgische verslaggever dat de vereniging amper één jaar na haar oprichting reeds 48 leden telde die bladen in het Frans, het Nederlands of in beide talen publiceerden.[118]

 

In 1955 was het aantal leden volgens Augusta Maes reeds opgelopen tot 71.[119]

 

Uit een enquête uitgevoerd in opdracht van de vereniging in 1957 bleek dat reeds 80 bedrijfsbladen aangesloten waren. Hiervan verschenen er 33 bladen in de Brusselse regio, 25 in Vlaanderen, 18 in Wallonië, 2 in het Groothertogdom Luxemburg en 2 in Belgisch Congo.[120]

 

Bij de viering van haar tiende verjaardag telde de vereniging 102 bedrijfsbladen, met een totale oplage van 370 000 exemplaren.

 

Door de omvorming van de vereniging tot een volwaardige v.z.w in 1965 komt het aantal leden niet meer overeen met het aantal bedrijfsbladen. Vanaf dan konden immers enkel rechtpersonen, zoals bedrijfsredacteurs, uitgevers, enz. , lid worden van de vereniging.

 

Een enquête uit 1978 liet een aanzienlijk toename van het aantal bedrijfsbladen zien. Er waren nu reeds 170 personeelsbladen vertegenwoordigd, waaronder 100 Nederlandstalige en 70 Franstalige bladen.[121]

 

Voor de situatie van het ledenaantal na 1980 heb ik slechts enkele sporadische aanduidingen gevonden. Dit komt omdat deze periode buiten het tijdsbestek van mijn onderzoek en mijn bronmateriaal valt.

 

Op 20 maart 1979 waren er 83 Nederlandstalige leden en 42 Franstalige leden bij de BVB-ABPE aangesloten. Dit aantal liep op tot 104 Nederlandstalige en 66 Franstalige leden. [122]

 

Het 215de lid sloot zich in 1985 bij de vereniging aan. In 1993 groepeerde de vereniging 359 leden. Op het einde van de twintigste eeuw had de vereniging 425 leden, die 300 bedrijfsbladen vertegenwoordigden.[123]

 

3.2.5. Besluit.

 

Opgericht in 1950 was de BVB-ABPE niet alleen getuige van, maar maakte zij mede de professionalisering van de Belgische bedrijfspers doorheen de tweede helft van de twintigste eeuw mogelijk. Uit dit beknopte overzicht van de geschiedenis van de vereniging blijkt dat zij van bij haar start streefde naar de ondersteuning van de Belgische bedrijfspers door haar leden een groeiende waaier van verschillende diensten en activiteiten aan te bieden. De succesvolle evolutie van het ledenaantal toont aan dat BVB-ABPE met haar initiatieven beantwoorde aan een reëel verlangen van de bedrijfsjournalistieke wereld. Deze vraag naar informatie en vorming leidde ondermeer tot het ontstaan van bloeiende regionale activiteiten. Hierdoor beschikten de bedrijfsjournalisten over een forum voor vorming en het uitwisselen van ervaringen. Daarnaast organiseerde de vereniging eveneens verschillende seminariedagen en informatiesessies, met de medewerking van diverse specialisten. Met de uitgave van een ledenblad stimuleerde men bovendien de verspreiding van vakkennis en verenigingsnieuws.

 

Ook de kwaliteit van de bedrijfspers was een aandachtspunt voor de vereniging. Met het uitreiken van prijzen wou men de kwaliteit van de bedrijfspers stimuleren en de inspanningen van de leden belonen. De Creteur-prijs en de Picanol-prijs werden en worden, nu echter onder de naam "prijzen van de Bedrijfspers BVB-ABPE", uitgereikt aan het blad met respectievelijk de beste inhoud en de beste vormgeving.

 

Tevens vertegenwoordigde de vereniging haar leden op het Europses vlak via haar aanwezigheid in de Federation of European Industrial Editors Associations (FEIEA). Met de aanvaarding van de Ethische Code van de Bedrijfsjournalist in 1997 zette de vereniging een stap verder in de professionalisering van het beroep van bedrijfsjournalist. Met deze code werd de BVB-ABPE immers de hoedster van het beroep en staat zij de bedrijfsjournalisten bij om hun rol in de onderneming te vervullen op basis van ethische en deontologische principes.

 

In een poging om na te gaan welke impact de BVB-ABPE op de Belgische samenleving doorheen de na-oorlogse periode had, ben ik nagegaan of enkele markante gebeurtenissen in de geschiedenis van de vereniging in de toenmalige pers vermeld werden. Ik heb vier belangrijke gebeurtenissen geselecteerd. In de eerste plaats ben ik op zoek gegaan naar eventuele vermeldingen van de oprichting van de VBPB/UJEB op 30 november 1950. De tweede gebeurtinis was de omvorming van de feitelijke vereninging VBPBUJEB naar de volwaardige vzw BVOP/ABPE op 27 mei 1965. Ten derde koos ik voor de oprichting van de herenigde BVB-ABPE op 15 augustus 1974. De laatste gebeurtenis was de viering van het vijfendertigjarig bestaan van de vereniging in mei 1986 te Brugge.

 

Om een zo volledig mogelijk beeld te krijgen van de toenmalige nieuwsverstrekking heb ik in de eerst plaats de kranten onderzocht van de drie grote ideologische strekkingen in de Belgische maatschappij tijdens de na-oorlogse periode, die bewaard worden in de Koninklijke Bibliotheek. Ik heb mij wel beperkt tot Nederlandstalig kranten, modat ik mij in mijn onderzoek vooral richt op de Nederlandstalige afdeling van de vereniging. Voor de socialistiche zuil heb ik de krant Vooruit en De Morgen opgevraagd. Sinds 1884 publiceerden de Gentse socialisten een eigen krant, Vooruit. Deze werd tot op het einde van de jaren zeventig uitgegeven. In 1978 fusioneerde deze krant omwille van finaciële redenen samen met de Antwerpse krant, Volksgazet, tot een nieuwe socialistische krant: De Morgen. De katholieke zuil gaf eveneens eigen kranten uit. Sinds 1914 publiceerde men De Standaard die tot op de dag van vandaag wordt uitgegeven. Voor de liberale familie heb ik Het Laatste Nieuws opgevraagd. Deze krant wordt sinds 1888 gepubliceerd.

 

Naast deze algemene kranten heb ik tevens een meer sociaal-economisch geörienteerde krant onderzocht. De kans dat men aandacht besteed aan een vereniging uit de economische sfeer is immers groter in dit type krant. Hiervoor koos ik de Financieel Economische Tijd. Het nadeel van deze publicatie was wel dat zij pas voor het eerst werd uitgegeven in 1968. Ik kon deze krant dus niet gebruiken voor de twee vroegste data.

 

Om vergissingen uit te sluiten heb ik de kranten steeds een maand voor en een maand na de bewuste gebeurtenis nagekeken. Het resultaat van mijn personderzoek was ontnuchterend. In geen enkel krant heb ik voor de vier data enige vermelding gevonden. Ik had dit resultaat enigzins verwacht in verband met de gebeurtenissen uit de jaren vijftig en zestig. Maar over de hereniging uit 1974 had ik wel enige berichtgeving verwacht. Met de toenmalig taalperikelen dacht ik dat men wel enige aandacht zou schenken aan deze gebeurtenis. Daarom heb ik tevens jaargang 1971 van de drie algemene kranten opgevraagd. In januari van dit jaar scheurde een aantal Nederlandstalige leden zich af van de vereniging en zij richtten een eigen Belgische Vereniging voor Nederlandstalige Bedrijfsjournalisten op. Vooral omdat ik Nederlandstalige kranten onderzocht dacht ik deze gebeurtenis terug te vinden, maar ook nu leverde mijn speurtocht geen resultaat op. Ook de viering in 1986 heb ik niet teruggevonden in de berichtgeving, zelfs niet in de Financieel Ecconomische Tijd.

 

Blijkbaar was de impact en de zichtbaarheid van de BVB-ABPE doorheen de na-oorlogse periode in de Belgische samenleving erg beperkt. Het gebrek aan persbelangstelling bestaat echter nog steeds. Op 5 oktober 2000 werd het vijftigjarig bestaan van de vereniging in de Koninklijke Bibliotheek gevierd. Ik kan mij niet herinneren dat dit vermeld werd in de media.

Een mogelijke veklaring voor de resultaten van dit beperkte personderzoek is misschien het feit dat ik mij, omwille van mijn onderzoek, gericht heb op de Nederlandstalige pers. Waarschijnlijk werd er in de Franstalige pers wel bericht over de vereniging, die immers zeker in haar beginjaren en tot in de jaren zeventig gedomineerd werd door Franstaligen.

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

[89] MAES, A. L'union des journaux d'entreprise de Belgique., in: Personeelsbladen. Waarom? Hoe? 1955,

p. 26-27.

[90] HEUNGENS, J. BVOP. Spiegelbeeld van onze tijd., in: IVB, november 1970, p. 97.

THOMAS, R. 35 jaar Belgische bedrijfspers., 1986, p. 5-6.

LAPEERE, A. Wat is de BVOP?, in: IVB, november 1970, p. 94.

Toespraak door CRETEUR, A., in: Toespraken gehouden ter gelegenheid van het tweede lustrum, 24/11/1960. CRETEUR, A. La presse d'entreprise en Belgique et en Europe., in: OS, januari 1969, p 50.

DE BELDER, H. De geschiedenis van de Belgische vereniging van de Bedrijfspers., 2000, p. 9.

PAYOT, M. Belgische vereniging voor Nederlandstalige bedrijfsjournalistiek., 1972, p. 6.

 

[91] BLOM, J.H.C. en LAMBERTS, E. Geschiedenis der Nederlanden., 1993, p. 281-293.

[92] Toespraak door Michiels, L., in: Toespraken gehouden ter gelegenheid van het tweede lustrum, 24/11/1960.

CRETEUR, A. La presse d'entreprise en Belgique et en Europe., in: OS, januari 1969, p 50.

[93] Zie bijlage 1 voor de statuten van 27 mei 1965.

HEUNGENS, J. BVOP. Spiegelbeeld van onze tijd., in: IVB, november 1970, p. 98.

CRETEUR, A. La presse d'entreprise en Belgique et en Europe., in: OS, januari 1969, p 50.

LAPEERE, A. Wat is de BVOP?, in IVB, november 1970, p. 95.

THOMAS, R. 35 jaar Belgische bedrijfspers., 1986, p. 2.

[94] HEUNGENS, J. BVOP. Spiegelbeeld van onze tijd., in: IVB, november 1970, p. 99.

Toespraak door MICHIELS, L., in: Toespraken gehouden ter gelegenheid van het tweede lustrum, 24/11/1960.

[95] LAPEERE, A. Wat is de BVOP?, In: IVB, november 1970, p. 95.

CRETEUR, A. Communicatie en informatiepolitiek., in: Informatiebulletin, januari 1971, P. 56.

[96] DE CLERCK, F. De voorzitter aan het woord., in: Informatiebulletin, november 1970. p. 1.

[97] BVB-ABPA. Histoire et organisation., in: FEIEA, A century of Company Magazines, 1985, p. 15.

THOMAS, R. 35 jaar Belgische bedrijfspers., 1986, p. 11.

DE BELDER, H. De geschiedenis van de Belgische vereniging van de Bedrijfspers., 2000, p. 10 en 14-15.

Interregionale rondetafel te Kortrijk., in IVB, januari 1971, p. 3-5.

[98] PAYOT, M. Belgische vereniging voor Nederlandstalige bedrijfsjournalistiek., 1972, p. 8-9.

THOMAS, R. 35 jaar Belgische bedrijfspers., 1986, p. 12-13.

BVB-ABPE. Histoire et organisation., in: FEIEA, A century of Company Magazines, 1985, p. 15.

LAPEERE, A. Wat is de BVOP?, in: IVB, november 1970, p. 94.

CRETEUR, A. La presse d'entreprise en Belgique et en Europe., in OS, januari 1969, p 50-51.

DE BELDER, H. De geschiedenis van de Belgische vereniging van de Bedrijfspers., 2000, p. 10.

[99] PAYOT, M. Belgische vereniging voor Nederlandstalige bedrijfsjournalistiek., 1972, p. 11.

[100] LAPEERE, A. Wat is de BVOP?, in: IVB, november 1970, p. 95.

HEUNGENS, J. BVOP spiegelbeeld van onze tijd., in: IVB, november 1970, p. 99-100.

[101] Zie bijlage 2 voor de statuten van 15 augustus 1974.

DE BELDER, H. De geschiedenis van de Belgische vereniging van de Bedrijfspers., 2000, p. 34.

[102] THOMAS, R. 35 jaar Belgische bedrijfspers., 1986, p. 15.

[103] THOMAS, R. 35 jaar Belgische bedrijfspers., 1986, p.23.

[104] DE BELDER, H. De geschiedenis van de Belgische vereniging van de Bedrijfspers., 2000, p. 24-25.

[105] THOMAS, R. 35 jaar Belgische bedrijfspers., 1986, p. 52.

VAN HEES, J. Wat is de FEIEA in feite?, in: IVB, september 1978, p. 1-2.

BOSLAND, H. FEIEA- After 30 years., in: FEIEA, A Century of Company Magazines, 1985, p. 1-5.

[106] THOMAS, R. 35 jaar Belgische bedrijfspers., 1986, p. 12.

[107] DE BELDER, H. De geschiedenis van de Belgische vereniging van de Bedrijfspers., 2000, p. 29 en 33.

[108] DE BELDER, H. De geschiedenis van de Belgische vereniging van de Bedrijfspers., 2000, p. 33.

[109] DE BELDER, H. De geschiedenis van de Belgische vereniging van de Bedrijfspers., 2000, p. 10-11.

[110] DE BELDER, H. De geschiedenis van de Belgische vereniging van de Bedrijfspers., 2000, p. 11.

[111] BVB-ABPE. Histoire et organisation., in FEIEA, A century of Company Magazines, 1985, p. 16.

HEUNGENS, J. BVOP. Spiegelbeeld van onze tijd., in: IVB, november 1970, p. 99.

[112] Zie bijlage 3 voor de wedstrijdreglementen uit 1975.

[113] LAPEERE, A. Wat is de BVOP?, in: IVB, november 1970, p. 95.

[114] DE BELDER, H. De geschiedenis van de Belgische vereniging van de Bedrijfspers.; 2000, p. 20-21.

[115] DE BELDER, H. De geschiedenis van de Belgische vereniging van de Bedrijfspers.; 2000, p. 33.

[116] Voor de gegevens i.v.m het ledenantal, zie hoofdstuk 1.2.6

[117] Nieuwe leden., in: Informatiebulletin, maart 1952, p 32.

[118] HEUNGENS, J. BVOP. Spiegelbeeld van onze tijd., in: IVB, november 1970, p. 98.

[119] MAES, A. L'union des journaux d'entreprise de Belgique., in: Personeelsbladen. Waarom? Hoe? 1955, p. 32.

[120] Toespraak door L. MICHIELS., in: Toespraken gehouden ter gelegenheid van het tweede lustrum, 24/11/1960.

BASCH, M. en THOVERON, G. Situation de la presse d'entreprise 1957-1962., in: Informatiebulletin,

juni 1968, p. 16.

 

[121] Enquête van de BVB, De Belgische ondernemingspers., in: IVB, juni 1979, p. 1-7.

[122] THOMAS, R. 35 jaar Belgische bedrijfspers., 1986, p. 51.

[123] DE BELDER, H. De geschiedenis van de Belgische vereniging van de Bedrijfspers., 2000, p. 11.