Alcoholverslaving bij vrouwen. (Yasmina Seery)

 

home

lijst scripties

inhoud

vorige

volgende

 

 

FASE I

HET INFORMELE VERHAAL VAN DE PROBLEEMSTELLING

 

I.1.HET VERHAAL VAN JO

 

Via een vriendin maakte ik  kennis met Jo. Jo is 33. Het gesprek dat we met haar hebben gaat niet over haar loopbaan of over een opmerkelijk boek dat ze geschreven heeft, maar over haar drankgebruik.

Jo had een administratieve job bij een verzekeringsmaatschappij. Ze woonde samen met haar vijfjarige dochter.Ze komt uit een groot gezin. Haar moeder was een zeer geëmancipeerde vrouw die in het onderwijs stond. Haar vader een introverte man die werkte als bediende. Jo verliet het ouderlijk huis toen ze nauwelijks achttien was. Ze ging samenwonen met haar vriend, waarmee ze twee jaar later huwde. Ze kregen twee jongens. Vier jaar later verliet haar man haar voor een andere vrouw. Jo was bang het niet alleen aan te kunnen en stortte zich (veel te vroeg, zegt ze nu) in een nieuwe relatie. Weer twee jaar later werd haar dochter geboren. Van zodra ze zwanger was geworden, begon de man zich agressief te gedragen. Hij dronk, maakte schulden, sloeg haar vele malen bont en blauw. Door de ellende thuis verloor Jo op de koop toe haar baan en later haar uitkering, omdat ze samenwoonde. Af en toe begon Jo 's avonds te drinken om de angst te verdrijven alvorens de man thuis kwam. De toestand werd onhoudbaar. Jo vroeg haar ex om hun kinderen voorlopig op te vangen, omdat ze er niet in slaagde in een vrouwenhuis opgenomen te worden met de drie kinderen. Daar bleek steeds te weinig plaats. Haar ex nam op haar vraag de kinderen bij zich en Jo kreeg een plaats in het vrouwenhuis voor haarzelf en haar jongste dochter. De ex-man startte meteen een procedure voor het hoederecht van de twee andere kinderen. Die kreeg hij mettertijd ook toegewezen. Het verlies van de kinderen deed Jo nog meer drinken. Ze kreeg een OCMW-woning toegewezen en een bestaansminimum waarmee ze de schulden van de vorige relatie probeerde af te korten. De financiële beslommeringen en het voortdurende verdriet voor het verlies van de andere kinderen vielen haar zwaar en steeds meer zocht ze haar toevlucht in drankmisbruik. Jo's derde kind werd bij haar moeder geplaatst. Met enige moeite kunnen we, samen met een broer en zus van Jo, haar overhalen zich te laten opnemen in een ontwenningskliniek.

Later proberen we met haar te praten over het drankgebruik. Het valt voor Jo niet mee zich te uiten over de gevoelens die de alcohol met zich meebracht, omdat vooral in het begin van de ontwenning die gevoelens voor haar vooral positief geweest zijn.

'Veel erger dan het lichamelijk ontwennen, is de geestelijke ontwenning. Ergens had je gedacht de realiteit te ontvluchten, maar dan word je er pas werkelijk mee geconfronteerd. Alle zorgen van voorheen komen weer op je af.'

In de ontwenningskliniek werd tot onze verbazing ook heel theoretisch gewerkt. Bij elk bezoekje of telefoontje weet Jo wel weer wat nieuws te vertellen. Ze "leert" elke dag bij, vertelt ze zelf. Vanaf de derde week begint ze zelf in te zien hoe slecht het met haar gesteld was. Door middel van confronterende videofilms, gesprekken met andere verslaafden en 'lessen' krijgt ze meer inzicht in het probleem van alcoholisme. Ze vertelt over de epileptische aanvallen die ze een drietal keer kreeg in haar pogingen van steeds slechts tijdelijke "ontwenningen" en over de hallucinaties van monsterachtige gezichten op de muren van haar kamer. Ze heeft geen last van "craving" (de onweerstaanbare drang naar alcohol), beweert ze, waar blijkbaar toch verschillende van haar medepatiënten mee te kampen hebben. De dagen worden er ingevuld volgens een druk schema dat Jo meestal met interesse volgt.

Een maand later lijkt Jo een andere vrouw. Voor het eerst sinds lang betrapt ze er zichzelf op dat ze weer kan lachen met anderen, zonder daarvoor eerst "ietsje" te moeten drinken. Tijdens wandelingen merkt ze op dat ze de vogels lang niet meer gehoord heeft, noch zo van de natuur heeft kunnen genieten. Ze begint weer te schrijven. Alleen in het schrijven kon ze zich echt uiten, beweert ze. Als jong meisje had ze altijd al veel aan papier toevertrouwd. Dikwijls worden het ellenlange brieven, die ze soms verstuurt. Het valt haar op hoe klein haar kennissenkring geworden is. Daarom vindt ze het fijn een tijdje tussen lotgenoten te vertoeven. "Je hoeft er niet te hopen op enig begrip, het is er gewoon."

 

home

lijst scripties

inhoud

vorige

volgende