Warlordisme: casus Afghanistan. (Miguel Coulier)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

Voorwoord

 

Toen ik met een paar collega’s enkele maanden geleden in het kader van een cursus over China en het Verre Oosten een tentoonstelling bezocht over Chinese moderne kunst, verbaasde ik me snel over de opvallende gelijkenissen met de zogenaamde Westerse moderne kunst. De werken konden los van de kleine Chinese kenmerken als schrift, gelaat en landschap perfect in een van onze musea voor moderne kunst bijgezet worden. De prof had er ons vooraf op gewezen dat ons beeld van een moderne Chinees en zijn cultuur enorm kon botsen met de werkelijke Chinees, in hoeverre die laatste natuurlijk al bestaat. Een land met een miljard inwoners kent een even grote culturele en sociale diversiteit als een Europa met slechts enkele honderd miljoenen inwoners. Het is jammer dat dit soms bewust of onbewust vergeten wordt ten bate van eenvoudige stereotypen geëxtrapoleerd uit een ver of recent verleden. Een reeks van identiteiten kan perfect naast elkaar bestaan zonder afbreuk te doen aan elkaar. Identiteiten zijn dynamische constructies en kunnen bestaande traditionele patronen sterk onder druk zetten of zelfs verdringen. Net zoals een Chinese beursmakelaar vanuit onze bestaande beeldpatronen een op het eerste gezicht vreemd verschijnsel lijkt en onze bestaande beelden in vraag stelt, kan de Chinese moderne kunstenaar ook een uitdaging voor de geest vormen zowel via zijn werk als via enkele van zijn identiteiten als Chinees en en als moderne kunstenaar. Een verruiming van onze geest en denken kan verwarring, maar ook verrassing en verwondering opleveren, zo ook in het geval van Afghanistan.

“Contemporary artists from Mexico, China, Iran, Israel and Palestine, to name just a few, are not only creating complex spaces and temporalities that seek a newer audience; they are also working as anthropologist, cultural critics, ethical philosophers and photojournalists who are creating a textured world that is rarely found in the popular media. These artists are the wandering souls of the world who move from one place to another making art that witnesses, that challenges and that asks other questions. They are celebrated, ignored, persecuted and sometimes even killed for refusing to take sides in the game of ‘us’ against ‘them’.” Aan het woord is Lida Abdul, een Afghaanse kunstenares. Ze vluchtte destijds als gevolg van de Sovjetbezetting, maar keerde recent naar het land terug en stelt nu tentoon in het museum voor moderne kunst in Kaboel. Haar woorden behoeven weinig uitleg, enkel verwondering en respect. Haar reflecties van het land en zijn culturele diversiteit herscheppen de werkelijkheid via een poëtische en meervoudige reactie op een niet te ontkennen verleden. Net zoals de Chinese kunstenaar daagt ze ons beeld van Afghanistan en z’n culturen en identiteiten uit. Ze is het voorbeeld van een Afghaans bewustzijn die de moderniteit omarmt zonder haar cultuur, traditie en verleden aan de kant te zetten. Haar interactie met het westen gecombineerd met een kritisch zelfbewustzijn en een confrontatie met het verleden in het heden doet ons net zoals de vele Chinese moderne kunstenaars vaste stereotypen over het land en zijn bevolking in twijfel brengen. We worden geconfronteerd met kunst als antropologie, cultuurkritiek, ethische filosofie en journalistiek, kunst als een vorm van wetenschap. Ze nodigen uit, zijn een getuigenis, dagen ons uit en stellen andere en nieuwe vragen. Een nobel ideaal me dunkt en een bagage die ik met plezier en verbazing zal meedragen.

 

Dit werkstuk mag gerust gezien worden als de kroon op vier jaar werk. De laatste maanden waren de meest intensieve, maar de jaren ervoor hebben de basis gelegd voor dit onderzoek. De richting politieke en sociale wetenschappen heeft mijn kritische blik aangescherpt, mijn visie verruimt, mijn hersenen en lichaam op de proef gesteld, vragen en antwoorden geleverd, nuance gebracht, … een uitgebreide bagage meegegeven om een nieuwe fase in mijn prille leven aan te vangen. Het heeft me ook in contact gebracht met een reeks van boeiende mensen met interessante visies die ofwel botsten met de mijne ofwel een bevestiging gaven van hetgeen ik al dacht. Pol&soc is zowel het einde van vier jaar werk als het begin van jaren werk.

 

Ik neem hier met genoegen en oprechte durf de kans om ook enkele mensen te bedanken.

In het bijzonder bedank ik mijn moeder, zonder wie ik nooit de kans zou hebben gekregen om mijn studies überhaupt te starten. Het was haar diepste wens mij te zien studeren, en ik ben dan ook trots dat ik met dit werk de kers op de taart heb kunnen zetten en haar wens heb kunnen vervullen. Ze heeft me veel te vroeg moeten verlaten, maar is eigenlijk nooit mijn gedachten of mijn hart uit geweest. De gedachte aan haar en onze vele ervaringen heeft me in de vier jaar enorm kunnen sterken.

Verder wil ik al mijn vrienden, mijn familie, mijn collega’s, en in het bijzonder mijn vriend, bedanken voor hun steun en luisterend oor. In stressvolle en vermoeiende periodes is een klankbord altijd handig meegenomen, net zoals een goede babbel, een frisse pint of een gezellig uurtje ontspanning er tussen. Vrienden of collega’s zaten vaak in hetzelfde schuitje en konden dan ook perfect aanvoelen wat deze scriptie teweeg bracht. Omgekeerd hoop ik hen natuurlijk ook voldoende te hebben gesteund bij het maken van hun werk.

Ik bedank ook graag mijn promotor en mijn commissarissen voor het nemen van de nodige tijd om dit werk te lezen en voor hun kritische en gefundeerde reflecties. Het was een uitdaging om mensen met grote kennis en ervaring in de politieke wetenschappen een werk aan te bieden dat hen tegelijk kan boeien, maar dat bij hen ook vragen en antwoorden kan oproepen.

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende