Over bouwen en verbouwen. De textielnijverheid in het arrondissement Aalst (1914-1944): een industriële archeologie. (Karsten Mainz)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

2. INDUSTRIEELARCHEOLOGISCHE INVENTARIS

 

2.4. ZOTTEGEM

 

A) Etablissements Paul Cantaert et Fils

 

Aard:               breigoedfabriek

Ligging:            Grensstraat 34

Kadaster:         enige sectie, perceelnummer 600

Datering:          1913

Actueel:           nog steeds in gebruik als breigoedfabriek door de ‘Ets. Cantaert & Fils’

 

Dit is de enige Zottegemse breigoedonderneming die nog steeds actief is. Het bedrijf werd in 1908 opgericht door Paul Cantaert in de vorm van een persoonlijke onderneming met diens eigen naam. Volgens een nijverheidstelling uitgevoerd door het gemeentebestuur van Zottegem op 10 december 1926 stelden de ‘Etablissements Paul Cantaert & Fils’ op dat ogenblik 92 personen tewerk, goed voor een derde plaats binnen de Zottegemse bonnetterienijverheid. De onderneming was en is nog steeds gespecialiseerd in ondergoed voor dames, heren en kinderen. Het gehele productieproces van ontwerp over breien, bleken, knippen, stikken en verpakken verliep en verloopt, samen met de commercialisatie, binnen het bedrijf. De merknaam ‘Dulcia’, waaronder tijdens het interbellum een deel van de producten werd verkocht, bestaat nog steeds. Andere merknamen waaronder de producten werden aangeboden waren ‘Rayonna’ en ‘Gemma’. De onderneming bezat naast de fabriek in Zottegem ook een vertegenwoordiging in Brussel, Rue d’Assaut 7a. Met de stichting van de P.V.B.A. ‘Etablissements Paul Cantaert & Fils’ op 17 augustus 1938 nam het bedrijf ook de aanpalende ververij en blekerij over die voordien actief was onder de naam ‘Cantaert & De Puysseleer’ (cfr. 3) Cantaert & De Puysseleer).

 

Advertentie van de ‘Etablissements Paul Cantaert et Fils’ (1940)

 

(Moniteur Textile, VI, 1940, 1, p. 13.)

 

Begin de jaren ’50 werd het productiegamma uitgebreid met de fabricatie van bovenkleding. Als gevolg daarvan bereikte het bedrijf rond 1960 een personeelsbezetting van 365 arbeiders en bedienden. Daar de onderneming in toenemende mate moeilijkheden ondervond om in het Zottegemse nog nieuw personeel aan te trekken werden ateliers geopend in Steenhuize-Herzele en Idegem-Geraardsbergen. De P.V.B.A. ging zich nu ook richten op de export, eerst naar Nederland, later naar Engeland, Frankrijk, Oostenrijk, de V.S., het Midden-Oosten en Zuid-Afrika. Tegenwoordig wordt een deel van de productie ook afgezet in Scandinavië en Japan.

Door de toenemende mechanisering en rationalisering van de productie daalde het personeelsbestand en werden de ateliers in Herzele en Geraardsbergen gesloten. Sinds de jaren ’70 werd een belangrijk deel van de (arbeidsintensieve) productie gedelokaliseerd naar Portugal en Polen waar de lonen een stuk lager liggen. De vestiging van Cantaert te Zottegem telt tegenwoordig nog 115 personeelsleden, 85 arbeiders en 30 bedienden[17]. Het bedrijf lijdt echter onder de algemene malaise in de breigoedsector. In 1996 diende Cantaert 42 mensen op straat te zetten en recent kregen nogmaals 29 werknemers de bons.

 

Fabrieksmerk van ‘Cantaert & Fils’ (s.d.)

 

(Etablissements Cantaert & Fils)

 

In 1913 werd op een perceel landbouwgrond, kadastraal geregistreerd onder het perceelnummer 600a en gelegen op het Kapelleveld, een breigoedfabriek opgericht. Het betrof een traditionele bakstenen constructie uit één bouwlaag die gedeeltelijk onderkelderd was en bekroond werd door een zaagdak. In het gebouw werd een stoommachine geïnstalleerd. De fabriek en het perceel met een oppervlakte van 67a90ca waren eigendom van nijveraar Paul Cantaert – Demeyer en notaris Juul Van De Mergel. Op 27 augustus 1919 verkocht laatstgenoemde zijn aandeel echter aan Paul Cantaert, die zo volledige eigenaar werd.

Na de oprichting bleef het fabrieksgebouw tien jaar lang ongewijzigd, tot het in 1923 een eerste maal werd vergroot. Van deze vergroting werd jammer genoeg noch een bouwaanvraag, noch een bouwplan teruggevonden, waardoor gedetailleerde gegevens  ontbreken. Tegelijk met de vergroting van het bedrijfsgebouw werd de perceelsgrootte teruggebracht tot 58a40ca, ditmaal onder perceelnummer 600b.

In 1938 werd de breigoedfabriek, samen met de aanpalende ververij en blekerij ‘Cantaert & De Puysseleer’ (cfr. 3) Cantaert & De Puysseleer), ingebracht in de nieuwe personen-vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ‘Etablissements Paul Cantaert & Fils’. Het fabrieksareaal van de breigoedfabriek (zonder ververij) werd terzelfder tijd vergroot tot 68a50ca.

In 1941 had een verdere perceelsuitbreiding plaats, ditmaal met 8a20ca. Belangrijker voor deze studie is echter dat ook het fabrieksgebouw zelf werd uitgebreid. Een bouwaanvraag daartoe werd goedgekeurd op 11 februari 1941. Het betrof de bouw van een aantal bureauruimtes op een terrein dat aan twee zijden grensde aan de bestaande fabrieks-gebouwen (cfr. schets op de volgende bladzijde). Om een vlotte doorgang naar de nieuwe burelen te verzekeren dienden eveneens verbouwingen te worden uitgevoerd aan het bestaande gedeelte.

Bij de nieuwbouw werd duidelijk aandacht besteed aan het esthetische aspect. Opmerkelijk zijn vooral de talrijke plantenkassen binnenin en de glazen dakconstructies die de bureauruimtes een uitzonderlijk uitzicht verleenden. Het representatieve karakter van het interieur had vermoedelijk de bedoeling een goede indruk te maken bij klanten en bezoekers. Dit zou kunnen wijzen op het groeiende belang van de marketing binnen de ondernemingen in deze periode.

 

 

Schets van de bestaande situatie begin 1941 (schaal: 1/200)

 

(Bouwaanvraag Etablissements Cantaert & Fils, 1941)

 

Het nieuwe gebouw werd volledig onderkelderd. De functie van de kelderruimtes wordt niet exact vermeld. Wel bevonden zich in een deel van de kelderverdieping een kolenhok en de verwarmingsinstallatie van het gebouw. Aan de buitenzijde sloot de nieuwbouw goed aan bij de bestaande constructies. Ook hier werd aandacht besteed aan het esthetische aspect. De blinde buitenmuren werden onderbroken door uitspringende gemetste pilaren en werden voorzien van horizontale ornamenten uit verschillende materialen (gewone en gele steen, arduin, decoratiecement). Voor de constructie van het gebouw werd gebruik gemaakt van gewapend beton, naast traditionele bouwmaterialen als baksteen en hout. Opmerkelijk zijn de ‘lichtwerpers’ op het platte dak, bestaande uit glas gevat in ijzeren T-profielen.

 

Plattegrondschets van de nieuwbouw uit 1941 (schaal: 1/100)

 

(Bouwaanvraag Etablissements Cantaert & Fils, 1941)

 

Doorsnede van de nieuwbouw uit 1941 (schaal: 1/50)

(Bouwaanvraag Etablissements Cantaert & Fils, 1941)

 

Na de Tweede Wereldoorlog werden de gebouwen nog een laatste maal uitgebreid in 1961.  De burelen uit 1941 werden tijdens deze werken terug afgebroken om plaats te maken voor een ruimer burelencomplex, op de plattegrond op de volgende bladzijde aangeduid met de letter A. De tweede nieuwe vleugel, aangeduid met de letter B, omvatte een magazijn en een loskaai voor vrachtwagens.

Anders dan bij de vorige uitbreidingen het geval was werd nu geen aandacht meer geschonken aan de stilistische eenheid met de rest van de gebouwen. De nieuwe vleugels, die de oudere gebouwen gedeeltelijk aan het oog onttrekken, werden grotendeels opgetrokken uit geprefabriceerde elementen uit metaal, kunststof en beton en voorzien van een plat dak. Ook binnenin zullen als gevolg van de technologische evolutie van het machinepark aanpassingen nodig geweest zijn. Rond de tijd dat de laatste uitbreiding van de fabrieksgebouwen plaatsvond, werd vermoedelijk ook de stoommachine met de bijbehorende fabrieksschoorsteen verwijderd.

Niettegenstaande de weinig esthetische verbouwingen van na de Tweede Wereldoorlog oogt het geheel nog steeds mooi, en heeft het zeker aan de buitenzijde veel van zijn originele karakter bewaard. Hoewel het bij de breigoedfabriek niet echt om een uitzonderlijk gebouw gaat, mag toch worden gehoopt dat het gebouw, wanneer vroeg of laat een einde komt aan de industriële activiteiten, behouden blijft.

 

Detail van de voorgevel (2001)

 

(eigen foto)

 

Actueel zicht op de breigoedfabriek (2001)

(eigen foto)

 

Actuele plattegrond van de ‘Etablissements Cantaert & Fils’ (2000)

 

(Etablissements Cantaert & Fils)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

[17] DE BEIAARD. De Beiaard. Weekblad van Zuid-Oost-Vlaanderen (editie Zottegem). C, 2001, 15 (vrijdag 13 april 2001), p. 1.