Over bouwen en verbouwen. De textielnijverheid in het arrondissement Aalst (1914-1944): een industriële archeologie. (Karsten Mainz)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

2. INDUSTRIEELARCHEOLOGISCHE INVENTARIS

 

2.1. AALST

 

L) Auguste Ringoir

 

Aard:               spinnerij, twijnderij en bandweverij

Ligging:            Ringoirkaai 2 en 4, op de plaats van de huidige groothandel ‘Schelfhout’ (ingang aan de Varkensmarkt 12)

Kadaster:         sectie A, perceelnummer 569

Datering:          1873

Actueel:           verdwenen

 

De persoonlijke onderneming ‘Auguste Ringoir’ ging in oorsprong terug tot het jaar 1873. In dat jaar richtte Auguste Ringoir, vader van de gelijknamige ondernemer uit het interbellum, een persoonlijke onderneming op, eveneens onder de naam ‘Auguste Ringoir’. Het bedrijf vestigde zich in zijn pas opgerichte katoenspinnerij aan de toenmalige Vaart (de huidige Ringoirkaai) nummer 4. Na de dood van Auguste Ringoir in 1898 doopten zijn erfgenamen de onderneming om tot de maatschappij in gezamenlijke naam ‘Veuve de Ringoir et Fils’. In 1907 kreeg de firma alweer een nieuwe naam, de maatschappij in gemeenschappelijke naam ‘Ringoir Frères’, die echter maar zes jaar behouden bleef.

In 1913 kocht Auguste Ringoir zijn broer uit en stichtte zo de persoonlijke onderneming ‘Auguste Ringoir’. Het bedrijf aan de Vaart ontwikkelde zich onder zijn leiding tot een voor de Belgische textielindustrie typisch amalgaam van spinnerij, twijnderij en (band)weverij. Geproduceerd werden tal van producten, waaronder veters, elastieken, touwen, linten, geglaceerde garens en katoenen tafellinnen. Vanaf 10 mei 1940 was de onderneming actief onder de familienaam ‘Ringoir’. Nauwelijks enkele dagen later werd de fabriek aan de Vaart ten gevolge van oorlogsactiviteiten in de as gelegd, waardoor men genoodzaakt was te verhuizen naar de gebouwen van de voormalige bandweverij ‘Fabrique de Tresses et Lacets Torley’ aan de Sint-Jobstraat 25 (cfr. Q) Fabrique de Tresses et Lacets Torley). De onderneming zou op dit adres haar activiteiten voortzetten tot ze in de jaren ’60 werd ontbonden.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog kreeg de onderneming nog meer tegenslagen te verwerken. Judocus Ringoir, zoon van Auguste, die sinds 1940 samen met zijn vader het bedrijf leidde, werd omwille van zijn verzetsactiviteiten op 2 juni 1943 aangehouden. Hij werd op transport gezet en kwam nooit meer terug. Naar aanleiding van deze gebeurtenis besliste het stadsbestuur in 1946 om de Vaart om te dopen tot de Josse Ringoirkaai.

 

 

In 1873 richtte Auguste Ringoir een met stoomkracht aangedreven katoenspinnerijtje op aan de Vaart. Aanvankelijk had het perceel, kadastraal geregistreerd onder sectie C, perceelnummer 569a, een oppervlakte van 2 are. Doorheen de jaren werd de fabriek echter stelselmatig vergroot. In 1898, na de dood van Auguste Ringoir, ging het bedrijf over naar de maatschappij in gezamenlijke naam ‘Veuve de Ringoir et Fils’. In 1907 werd het bedrijf opnieuw omgedoopt, ditmaal in de maatschappij in gezamenlijke naam ‘Ringoir Frères’. Zes jaar later kocht Auguste Ringoir – Schotte het aandeel van zijn broer en stichtte daarop de persoonlijke onderneming ‘Auguste Ringoir’. Het fabrieksareaal aan de Vaart was intussen aangegroeid tot 10a80ca.

Na de Eerste Wereldoorlog werd de fabriek verder uitgebreid. Op 7 november 1919 kreeg Auguste Ringoir de toelating om een nieuw magazijn met bijbehorende burelen op te trekken op de grondvesten van zijn vernielde woning en magazijnen. Het gebouw had een gevellengte van 44 meter, een diepte van 11 meter en een maximale hoogte van ruim       10 meter. Het telde twee bouwlagen en acht traveeën.

De gevels werden opgetrokken uit baksteen en versterkt door middel van uitspringende gemetste zuilen. De voorgevel werd versierd met baksteenmotieven en het afwisselend gebruik van verschillend gekleurde bouwmaterialen. Bovenaan de derde travee prijkte op de verhoogde en met smeedwerk versierde kroonlijst de naam van de firma. Elke travee was per bouwlaag voorzien van een ruim boogvenster. In de derde travee bevond zich zowel in de voor- als in de achtergevel een grote poort. Het geheel werd afgedekt met een plat dak.

Op het gelijkvloers bevonden zich twee grote magazijnen aan weerszijden van de corridor tussen de toegangspoorten. De vloer van de eerste verdieping, die vermoedelijk bestond uit bakstenen gewelven tussen ijzeren liggers, werd bijkomend ondersteund door tien gietijzeren zuilen. De burelen bevonden zich op de eerste verdieping en waren enkel toegankelijk vanuit de aanpalende fabriek.

In 1921 werd het magazijn aan de Vaart aan de linkerkant uitgebreid met twee traveeën. De aanbouw was qua uitzicht en constructiewijze identiek met het bestaande gebouw. Hetzelfde geldt voor een verdere uitbreiding in 1926, waarbij aan de rechterzijde twee traveeën werden toegevoegd. Het pand telde na de vergrotingen zodoende 12 traveeën.

 

Detail van het gevelplan uit 1919 (schaal: 1/100)

 

 

(Bouwaanvraag Auguste Ringoir. Bouwaanvragen, 1919, doos 43, nr. 462)

 

In 1934 deed Auguste Ringoir bij het kadaster aangifte van een vergroting van de fabrieksgebouwen. Een bouwaanvraag van deze vergroting werd echter niet terug gevonden. Het is echter mogelijk dat de ondernemer pas in 1934 aangifte deed van de vergrotingen in 1919, 1921 en/of 1926. De geregistreerde perceelsvergroting van 10a80ca naar 23a60ca had waarschijnlijk wel in het jaar van de aangifte plaats.

Het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog luidde het einde van de fabriek in. Tijdens de oorlogsdagen van mei 1940 werd het gebouw betrokken in de oorlogsactiviteiten en brandde volledig uit. De onderneming verhuisde daarop naar de Sint-Jobstraat 25, waar ze zich vestigde in een deel van de vroegere bandweverij van de ‘Fabrique de Tresses et Lacets Torley’ (cfr. Q) Fabrique de Tresses et Lacets Torley). Op de plaats van de vroegere textielfabriek verrees na de oorlog een handelspand waarin nu de handel in bouwmaterialen en sanitair ‘Schelfhout’ is gevestigd. Een deel van de voormalige fabrieksterreinen dient als stapelplaats voor diezelfde handelszaak. Hier en daar zijn wel nog restanten te zien van de vroegere fabriek.

 

 

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende