Over bouwen en verbouwen. De textielnijverheid in het arrondissement Aalst (1914-1944): een industriële archeologie. (Karsten Mainz)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

2. INDUSTRIEELARCHEOLOGISCHE INVENTARIS

 

2.1. AALST

 

21) Teinturia

 

Aard:               textielververij

Ligging:          Dendermondse Steenweg 179

Kadaster:       sectie C, perceelnummer 963

Datering:        1925

Actueel:          verdwenen op het vermoedelijke portiersgebouw na

 

De N.V. ‘Teinturia’ werd opgericht op 16 september 1924. Het bedrijf vestigde zich aan de Dendermondse Steenweg 167. Tot de belangrijkste aandeelhouders behoorde onder meer Prosper Beeckman die een weverij bezat aan de Kerrebroekstraat (cfr. A) Etablissements Prosper Beeckman & Co.). Doel van de vennootschap was het verven en lijmen van textielwaren voor derden. Verwerkt werden textielartikelen uit kunstzijde, katoen en wol. De onderneming werkte nauw samen met de aanpalende kunstzijdefabriek ‘Société Générale de Soie Artificielle par le procédé Viscose’, die later werd overgenomen door ‘Fabelta’ (cfr. P) Société Générale de Soie Artificielle par le procédé Viscose / Fabelta Aalst). Wanneer het bedrijf zijn deuren sloot is niet bekend.

 

De N.V. ‘Teinturia’ diende in 1925 een aanvraag in tot het bouwen van een fabriek aan de Dendermondse Steenweg, vlak naast de gemeentegrens met Hofstade. Het perceel waarop de fabriek werd gebouwd was kadastraal geregistreerd onder sectie C, perceelnummer 963. Jammer genoeg werden de kadastrale documenten niet teruggevonden.

De fabriek mat ongeveer 42 op 47 meter en besloeg grotendeels één bouwlaag. Enkel het administratieve gedeelte aan de voorzijde telde twee bouwlagen. Het gebouw omvatte naast de eigenlijke ververij een hal waar de afwerking plaatsvond, een  stookruimte, een droogzaal, een garage, burelen, een magazijn, een kleedkamer, een verfdepot, een labo en de nodige sanitaire voorzieningen. Aan de achterzijde van het complex werd een watertoren opgetrokken met een inhoud van tweemaal 60.000 liter.

De muren werden opgetrokken in baksteen maar ter hoogte van de steunpunten werden ze onderbroken door betonnen pijlers die aan de bovenzijde verbonden werden door een betonnen ligger. Binnenin de fabriek zorgden betonnen pijlers voor extra ondersteuning. De liggers die de verschillende ruimten overspanden waren vermoedelijk uit ijzer. Hierop steunde de eigenlijke dakconstructie. Behoudens het bureaugebouw en de watertoren, die werden afgedekt met een plat dak, waren de gebouwen voorzien van een zaagdak.

 

Advertentie van de N.V. Teinturia (1936)

(Moniteur Textile, II, 1936, 4, p. 8)

 

 

Plattegrond van de nieuwbouw uit 1925 (schaal: 1/300)

 

(Bouwaanvraag Teinturia. Bouwaanvragen, 1925, doos 53, nr. 157)

 

Glaspartijen in de van de straat afgewende dakschilden zorgden samen met vensters in de voorgevel en de gevels van de stookruimte voor inval van daglicht.

 

Voor-, zij- en achtergevel van de nieuwbouw (schaal: 1/200)

(Bouwaanvraag Teinturia. Bouwaanvragen, 1925, doos 53, nr. 157)

 

De N.V. ‘Teinturia’ liet in 1940 een droogplaats oprichten tegen de bestaande fabriek. Architect was Robert Van Driessche uit de Dirk Martensstraat 31.

Het gebouw mat ongeveer 8 op 13 meter en had een nokhoogte van iets meer dan 5 meter. Het telde één bouwlaag en drie traveeën en werd opgetrokken in baksteen en versterkt met uitspringende gemetste zuilen. Zowel aan de voor- als aan de achterzijde werden twee vensters en een deur voorzien. De vensters werden beveiligd door middel van traliewerk. Het pand werd afgedekt met een tweedelig zadeldak. De vier schoorsteentjes dienden vermoedelijk voor een betere luchtcirculatie in het gebouw.

Het gebouw bestond binnenin uit één ruimte. Het dakgebinte werd uitgevoerd in hout. Wel werd in het midden van het gebouw een ijzeren ligger met I-profiel aangebracht ter ondersteuning van de dakconstructie. Een deur zorgde voor de verbinding van de nieuwbouw met de bestaande fabriek.

 

Het grondplan van de droogplaats (schaal: 1/100)

 

(Bouwaanvraag N.V. Teinturia. Bouwaanvragen, 1940, doos 105, s.n.)

 

Plannen van de voor-, zij- en achtergevel (schaal: 1/100)

(Bouwaanvraag N.V. Teinturia. Bouwaanvragen, 1940, doos 105, s.n.)

 

 

Tegenwoordig blijft van de fabriek enkel een klein gebouwtje aan de straatkant over. Vermoedelijk gaat het hierbij om het voormalige portiersgebouw. Ook het toegangshek, waarop nog vaag de bedrijfsnaam staat, bleef bewaard. De voormalige fabrieksterreinen maken nu deel uit van het areaal van de N.V. ‘Barry-Callebaut Belgium’.

 

Het vermoedelijke portiersgebouw en het toegangshek van de voormalige textielfabriek (2001)

 

(eigen foto)

 

 

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende