Nationalisme en globalisering. Een theoretische verkenning geïllustreerd aan de hand van het nationalisme in Schotland. (Maarten Van Onckelen)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

Bijlagen

 

Bijlage A: Schotse geschiedenis in vogelvlucht[38]

 

Ca. 400

Romeinen verlaten het noorden van Brittannië

Ca. 500

Scoti uit Ierland vestigen het Keltische koninkrijk Dalriada

563-597

St. Columba sticht klooster op Iona en begint kerstening van Schotland

794

Melding van de eerste aanvallen van de Noormannen

843-844

Vereniging van Picten en Scoti onder Kenneth mac Alpin

Na 900

Het land waarover de koning der Schotten heerst, wordt Alba genoemd. Tot dan was Alba synoniem van Brittannië

Ca. 960

Edinburgh onder het bewind van de koning van Alba

1034

Dood van Malcolm II. Hij wordt geëerd als koning van ‘Scotia’ of Schotland

1072

Na voortdurende schermutselingen aan de grens tussen Schotland en Engeland onderwerpt Malcolm III zich aan de Engelse koning Willem I

1097

Na voortdurende dynastieke twisten helpt de Engelse koning Willem II Rufus Edgar op de Schotse troon

1124-1153

Koningsschap van David I. Bestuurlijke hervormingen naar Engels, feodaal voorbeeld en vestiging van nieuwe kloosterorden in Schotland. Door zijn huwelijk met Maud, een Engelse troonpretendente, geraakt hij betrokken in de Engelse strijd om de kroon. In 1138 wordt het Schots leger in het noorden van Engeland verslagen in battle of the Standard.

1174

Door het verdrag van Falaise wordt de koning van Schotland een vazal van de Engelse koning

1189

Richard Leeuwenhart beëindigt de leenheerschappij over Schotland. De volgende vier eeuwen zal deze claim echter dikwijls hernieuwd worden

1192

Schotland wordt een aparte provincie binnen de katholieke kerk

1237

In het verdrag van York wordt de grens tussen Schotland en Engeland vastgelegd

1290

De 9 jaar oude Margaret van Noorwegen sterft. Schotland wordt voorlopig geregeerd door zes ‘guardians’ totdat de Engelse koning Edward I een nieuwe koning kiest uit de dertien pretendenten

1292

John Balliol wordt koning, maar wordt aanzien als een vazal van de Engelse koning

1295

Schotland sluit een verdrag met Frankrijk dat in oorlog is met Engeland.

1296

John Balliol wordt officieel ‘ontkroond’ door Schotse edelen. Begin van de Engelse bezetting van Schotland

1297-1298

Opstand van Wallace en Moray tegen de Engelsen

1306

Robert Bruce vermoordt Comyn, zijn rivaal voor de troon, en wordt enkele weken later tot koning gekroond in Scone

1314

Het Engelse leger in Schotland wordt verslagen in Bannockburn. Begin van een periode van feitelijke Schotse onafhankelijkheid

1320

In de Declaration of Arbroath bevestigen Schotse edelen en geestelijken hun trouw aan Robert I Bruce en de onafhankelijkheid van Schotland

1328

Engeland erkent officieel de onafhankelijkheid van Schotland.

1332-1341

Edward Balliol betwist met Engelse steun de kroon van David II Bruce

1346

David II wordt gevangen genomen bij Neville’s Cross en naar Engeland gevoerd waar hij 11 jaar zal blijven

1357

Het verdrag van Berwick bepaalt de voorwaarden voor Davids terugkeer naar Schotland, maar biedt geen duurzame oplossing voor de troebele relatie tussen Engeland en Schotland

1371

Eerste koning van het huis Stewart

15de eeuw

Relatieve rust tussen Schotland en Engeland. Oprichting van universiteiten (St.-Andrews, Glasgow, Aberdeen) en de ontwikkeling van burgerlijke rechtspraak. Interne strijd tussen ‘lowlands’ en ‘highlands’

1503

James IV huwt Margaret Tudor, dochter van de Engelse koning Hendrik VII

1513

Het leger van James IV wordt door de Engelsen verslagen in de slag bij Flodden

1542

Hendrik VIII verslaat de Schotten bij Solway Moss. Enkele weken later sterft James V. De één week oude Mary wordt koningin van Schotland

1548

Mary vertrekt naar Frankrijk. Zij zal trouwen met de Franse kroonprins en in ruil zal Frankrijk de integriteit van het Schotse koninkrijk garanderen.

1549-1559

Reformatie in Schotland waarin John Knox een prominente rol speelt. Rebellie tegen Frankrijk en Rome

1561

Na het overlijden van haar man François II van Frankrijk keert de katholieke Mary terug naar het steeds meer gereformeerde Schotland

1567

Koningin Mary Stewart wordt afgezet en vervangen door haar amper een jaar oude zoon James. Een burgeroorlog breekt uit tussen de aanhangers van de afgezette koningin (die ook op het Europese vasteland veel steun genoten) en de protestantse aanhangers van de jonge koning

1568

Mary vlucht naar Engeland en wordt daar gevangen genomen. In 1587 zal ze onthoofd worden.

1592

Presbyteriaanse regering in Schotland

1603

De Engelse koningin Elizabeth sterft. James VI, die erin geslaagd is om de welvaart in Schotland en de status van de Schotse kroon te herstellen, volgt haar op als James I Stuart. De unie van de kronen van Schotland en Engeland is een feit.

1609

De ‘statutes of Iona’ worden afgekondigd om de ‘highlands’ en de Schotse eilanden te verengelsen

1610

Herinvoering van het episcopaat in de Schotse kerk

1638

In het ‘National Covenant’ vragen edelen en andere vooraanstaanden dat het episcopaat terug wordt afgeschaft en de herinrichting van een vrij parlement

1639-1640

‘Bishops’ Wars’ (tegen koning Charles I)

1640-1649

Burgeroorlog in Engeland naar aanleiding van het conflict tussen de autoritaire Charles I Stuart en het Engelse parlement onder leiding van Cromwell. Eindigt met de onthoofding van de koning

1651-1660

De Schotten kronen Charles II tot hun koning in Scone, maar Cromwell bezet Schotland en voert een schrikbewind. ‘Commonwealth of England, Scotland and Ireland’

1660

Charles II Stuart wordt hersteld als koning van Engeland en Schotland

1670

Onderhandelingen voor een definitieve unie tussen Engeland en Schotland mislukken

1688-9

Willem van Oranje neemt de plaats in van de katholieke James VII en II

1695

Oprichting van de ‘Bank of Scotland’ en de’Darien Company’

1707

In de ‘Act of Union’ worden het Engelse en Schotse parlement samengevoegd. Standplaats wordt Westminster Abbey in Londen. Het Verenigd Koninkrijk is officieel een feit.

1715

Jacobitische opstand

1745-1746

Jacobitische opstand onder leiding van ‘Bonnie Prince Charlie’. Deze eindigt met een nederlaag tegen de Engelsen in de slag bij Culloden

1832

First Reform Act

1853

National Association for the Vindication of Scottish Rights wordt opgericht

1867

Second Reform Act

1884

Third Reform Act

1885

Secretary for Scotland wordt benoemd

Scottish Home Rule Association wordt opgericht

1926

Secretary for Scotland wordt volwaardige kabinetspost

1939

Schotse administratie verhuist grotendeels naar St Andrews House in Edinburgh

1945

Eerste parlementslid voor de SNP: Robert McIntyre wint een tussentijdse verkiezing

1974

SNP behaalt 30.4% van de stemmen in de Britse parlementsverkiezingen in Schotland

1975

Britse regering publiceert White Paper ‘Our Changing Democracy’ waarin devolutie wordt voorgesteld

1976-1978

Indiening en behandeling van de ‘Scotland and Wales Bill’ in het Britse parlement.

1979

Devolutie-referendum behaalt niet het vereiste percentage ja-stemmers

Na de parlementsverkiezingen komt Thatcher aan de macht

1989

Scottish Constitutional Convention wordt opgericht

1992

Tijdens de Europese top in Edinburgh betogen 25000 mensen voor het herinstellen van het Schotse parlement

1997

Tony Blairs New Labour komt aan de macht. In september stemmen Schotten en Welshmen massaal voor devolutie

1999

Eerste verkiezingen voor het Schotse parlement. Coalitieregering van Labour en de Liberal-Democrats in Schotland, terwijl de SNP de officiële oppositie wordt.

 

 

Bijlage B: The Declaration of Arbroath [39]

 

To the most Holy Father and Lord in Christ, the Lord John, by divine providence Supreme Pontiff of the Holy Roman and Universal Church, his humble and devout sons Duncan, Earl of Fife, Thomas Randolph, Earl of Moray, Lord of Man and of Annandale, Patrick Dunbar, Earl of March, Malise, Earl of Strathearn, Malcolm, Earl of Lennox, William, Earl of Ross, Magnus, Earl of Caithness and Orkney, and William, Earl of Sutherland; Walter, Steward of Scotland, William Soules, Butler of Scotland, James, Lord of Douglas, Roger Mowbray, David, Lord of Brechin, David Graham, Ingram Umfraville, John Menteith, guardian of the earldom of Menteith, Alexander Fraser, Gilbert Hay, Constable of Scotland, Robert Keith, Marischal of Scotland, Henry St Clair, John Graham, David Lindsay, William Oliphant, Patrick Graham, John Fenton, William Abernethy, David Wemyss, William Mushet, Fergus of Ardrossan, Eustace Maxwell, William Ramsay, William Mowat, Alan Murray, Donald Campbell, John Cameron, Reginald Cheyne, Alexander Seton, Andrew Leslie, and Alexander Straiton, and the other barons and freeholders and the whole community of the realm of Scotland send all manner of filial reverence, with devout kisses of his blessed feet.

 

Most Holy Father and Lord, we know and from the chronicles and books of the ancients we find that among other famous nations our own, the Scots, has been graced with widespread renown. They journeyed from Greater Scythia by way of the Tyrrhenian Sea and the Pillars of Hercules, and dwelt for a long course of time in Spain among the most savage tribes, but nowhere could they be subdued by any race, however barbarous. Thence they came, twelve hundred years after the people of Israel crossed the Red Sea, to their home in the west where they still live today. The Britons they first drove out, the Picts they utterly destroyed, and, even though very often assailed by the Norwegians, the Danes and the English, they took possession of that home with many victories and untold efforts; and, as the historians of old time bear witness, they have held it free of all bondage ever since. In their kingdom there have reigned one hundred and thirteen kings of their own royal stock, the line unbroken a single foreigner.

 

The high qualities and deserts of these people, were they not otherwise manifest, gain glory enough from this: that the King of kings and Lord of lords, our Lord Jesus Christ, after His Passion and Resurrection, called them, even though settled in the uttermost parts of the earth, almost the first to His most holy faith. Nor would He have them confirmed in that faith by merely anyone but by the first of His Apostles - by calling, though second or third in rank - the most gentle Saint Andrew, the Blessed Peter's brother, and desired him to keep them under his protection as their patron forever.

 

The Most Holy Fathers your predecessors gave careful heed to these things and bestowed many favours and numerous privileges on this same kingdom and people, as being the special charge of the Blessed Peter's brother. Thus our nation under their protection did indeed live in freedom and peace up to the time when that mighty prince the King of the English, Edward, the father of the one who reigns today, when our kingdom had no head and our people harboured no malice or treachery and were then unused to wars or invasions, came in the guise of a friend and ally to harass them as an enemy. The deeds of cruelty, massacre, violence, pillage, arson, imprisoning prelates, burning down monasteries, robbing and killing monks and nuns, and yet other outrages without number which he committed against our people, sparing neither age nor sex, religion nor rank, no one could describe nor fully imagine unless he had seen them with his own eyes.

 

But from these countless evils we have been set free, by the help of Him Who though He afflicts yet heals and restores, by our most tireless Prince, King and Lord, the Lord Robert. He, that his people and his heritage might be delivered out of the hands of our enemies, met toil and fatigue, hunger and peril, like another Macabaeus or Joshua and bore them cheerfully. Him, too, divine providence, his right of succession according to or laws and customs which we shall maintain to the death, and the due consent and assent of us all have made our Prince and King. To him, as to the man by whom salvation has been wrought unto our people, we are bound both by law and by his merits that our freedom may be still maintained, and by him, come what may, we mean to stand.

 

Yet if he should give up what he has begun, and agree to make us or our kingdom subject to the King of England or the English, we should exert ourselves at once to drive him out as our enemy and a subverter of his own rights and ours, and make some other man who was well able to defend us our King; for, as long as but a hundred of us remain alive, never will we on any conditions be brought under English rule. It is in truth not for glory, nor riches, nor honours that we are fighting, but for freedom - for that alone, which no honest man gives up but with life itself.

 

Therefore it is, Reverend Father and Lord, that we beseech your Holiness with our most earnest prayers and suppliant hearts, inasmuch as you will in your sincerity and goodness consider all this, that, since with Him Whose Vice-Regent on earth you are there is neither weighing nor distinction of Jew and Greek, Scotsman or Englishman, you will look with the eyes of a father on the troubles and privation brought by the English upon us and upon the Church of God. May it please you to admonish and exhort the King of the English, who ought to be satisfied with what belongs to him since England used once to be enough for seven kings or more, to leave us Scots in peace, who live in this poor little Scotland, beyond which there is no dwelling-place at all, and covet nothing but our own. We are sincerely willing to do anything for him, having regard to our condition, that we can, to win peace for ourselves.

 

This truly concerns you, Holy Father, since you see the savagery of the heathen raging against the Christians, as the sins of Christians have indeed deserved, and the frontiers of Christendom being pressed inward every day; and how much it will tarnish your Holiness's memory if (which God forbid) the Church suffers eclipse or scandal in any branch of it during your time, you must perceive. Then rouse the Christian princes who for false reasons pretend that they cannot go to help of the Holy Land because of wars they have on hand with their neighbours. The real reason that prevents them is that in making war on their smaller neighbours they find quicker profit and weaker resistance. But how cheerfully our Lord the King and we too would go there if the King of the English would leave us in peace, He from Whom nothing is hidden well knows; and we profess and declare it to you as the Vicar of Christ and to all Christendom.

 

But if your Holiness puts too much faith in the tales the English tell and will not give sincere belief to all this, nor refrain from favouring them to our prejudice, then the slaughter of bodies, the perdition of souls, and all the other misfortunes that will follow, inflicted by them on us and by us on them, will, we believe, be surely laid by the Most High to your charge.

 

To conclude, we are and shall ever be, as far as duty calls us, ready to do your will in all things, as obedient sons to you as His Vicar; and to Him as the Supreme King and Judge we commit the maintenance of our cause, csating our cares upon Him and firmly trusting that He will inspire us with courage and bring our enemies to nought.

 

May the Most High preserve you to his Holy Church in holiness and health and grant you length of days.

 

Given at the monastery of Arbroath in Scotland on the sixth day of the month of April in the year of grace thirteen hundred and twenty and the fifteenth year of the reign of our King aforesaid.

 

 

Bijlage C: Schotse bevoegdheden na devolutie

 

Scotland Act 1978

 

Als ten tijde van het eerste referendum in 1979 de vereiste meerderheid behaald zou zijn in Schotland, zou er een assemblee gekomen zijn met 142 leden. Deze vergadering zou administratieve en wetgevende bevoegdheden gehad hebben in de volgende beleidsdomeinen:

- gezondheidszorg

- welzijnszorg

- onderwijs

- huisvesting

- lokaal bestuur

- vervoer

- ruimtelijke ordening

- landbouw en visserij

- juridisch systeem

 

Deze bevoegdheden waren wel beperkt in hun reikwijdte omdat er in elk beleidsdomein belangrijke uitzonderingen waren zoals de wet- en regelgeving betreffende universiteiten, zeevisserij, kiessysteem voor lokale besturen en sociale zekerheidsuitkeringen. Die assemblee had ook geen fiscale bevoegdheden en alle besluiten konden geamendeerd of herroepen worden door het Britse parlement.

 

Scotland Act 1998

 

In september 1997 kiest een ruime meerderheid van de Schotten gekozen voor een Schots parlement en voor de mogelijkheid om de belastingen te variëren in vergelijking met de rest van het Verenigd Koninkrijk. Dat Schotse parlement telt 129 leden: 73 worden verkozen volgens het first-past-the-post-principe in de Schotse districten, 56 leden worden verkozen op regionale lijsten volgens een proportioneel systeem. Op deze manier sluiten de politieke machtsverhoudingen in het Schotse parlement beter aan bij de steun die de verschillende partijen genieten in Schotland.

 

Het principe van de ‘Scotland Act’ uit 1998 is dat alle bevoegdheden die niet voorbehouden zijn aan het Britse parlement toebehoren aan het Schotse parlement. De voorbehouden bevoegdheden van Westminster zijn:

- De Constitutie van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland

- Het buitenlands beleid van het Verenigd Koninkrijk inclusief de betrekkingen met de Europese Unie

- De defensie- en nationale veiligheidspolitiek van het Verenigd Koninkrijk

- De bewaking van de grenzen

- Het fiscale, economische en monetaire systeem van het Verenigd Koninkrijk

- De gemeenschappelijke markt voor goederen en diensten in het Verenigd Koninkrijk

- De arbeidswetgeving

- De sociale zekerheid

- De regelgeving inzake bepaalde beroepen

- De verkeersveiligheid en de regelgeving hieromtrent

- Bepaalde aspecten van de gezondheidszorg en van het beleid inzake media en cultuur

 

Het Schotse parlement is volledig verantwoordelijk voor alle andere zaken:

- Gezondheidszorg (behalve gereserveerde bevoegdheden)

- Onderwijs

- Opleiding

- Lokaal bestuur

- Sociale zaken

- Huisvesting

- Economische ontwikkeling

- Vervoer

- Justitie en binnenlandse aangelegenheden

- Milieu

- Landbouw en visserij

- Sport en cultuur (behalve gereserveerde bevoegdheden)

- Onderzoek en statistiek

 

Bijlage D: Opiniepeilingen voor Holyrood [40]

 

 

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

[38] Gebaseerd op Donaldson (1993), Guibernau & Goldblatt (2000), Harvie (1994a), Kidd (1993), Lynch (1991)

[39] Engelse vertaling van de originele tekst in het Latijn, gelezen op www.geo.ed.ac.uk/home/scotland/arbroath_english.html

[40] Bron: ICM-peilingen voor The Herald (Glasgow) gelezen op www.scotsindependent.org