De weg naar Santiago de Compostela: analyse van verhalende bronnen als graadmeter voor een gemeenschappelijk gedachtegoed. (Annick Plancke)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

5. Analyses en resultaten

 

1. Duiding van de analyses

 

De gecodeerde gegevens werden ingevoerd in een databestand met het statistisch programma SPSS. SPSS is een statistisch software pakket dat in de sociale wetenschappen veel gebruikt wordt en beschikbaar is in diverse PC-knooppunten van de RUG. Het biedt een uitgebreid gamma aan statistische technieken. 

Het basismateriaal voor de statistische analyse is de frequentie van de categorieën van de 1375 paragrafen. Dit betekent dat het voorkomen van een categorie beschouwd wordt als graadmeter voor het belang van de categorie. Indien bepaalde categorieën weinig of niet aan bod komen zal hieruit worden afgeleid dat de deze thema’s voor de auteur onbelangrijk waren. 

 

Volgende statistische analyses werden uitgevoerd :

Het SPSS databestand waarop de statistische analyses werden uitgevoerd, wordt in bijlage gegeven. Het databestand evenals de output van de statistische analyses is beschikbaar op diskette en kan op vraag bekomen worden.

 

 

2. Analyses per bron

 

2.1. The Vézelay Chronicle

 

Wanneer (12 op 270 niet gecodeerd)

 

Deze bron geeft vermeldingen over de periode 1100 tot 1175. Het meeste aantal paragrafen bestrijkt de periode 1150 tot 1175, namelijk 93 %.

 

Activiteiten (1 op 270 niet gecodeerd)

 

76% van de gecodeerde paragrafen verwijzen naar politieke activiteiten, 12% naar juridische. Merk in onderstaande figuur dat de juridische activiteiten worden vermeld in de laatste periode waar de bron mee afsluit, 1150-1175.

In de secundaire categorie politieke activiteit zijn er 64% verwijzingen naar een gecombineerde wereldlijke met religieuze politieke activiteit. Ook de religieuze politieke activiteit is goed voor 34%. Opvallend is het kleine aantal vermeldingen naar een wereldlijke politieke activiteit.

 

In het volgend evolutiepatroon merken we dat de wereldlijke politieke activiteit slechts wordt vermeld in de laatste periode.

Voor de juridische activiteit merken we eveneens een overwicht aan gecombineerde wereldlijke met religieuze juridische activiteiten, namelijk 69%. De religieus juridische activiteit is goed voor de resterende 31%. De wereldlijke juridische activiteit krijgt geen enkele vermelding.

In het volgend evolutiepatroon zien we dat in de periode 1125 tot 1150 slechts de religieuze juridische activiteit vermeld wordt.

 

Actoren (20 op 270 niet gecodeerd)

 

De clerus is de meest voorkomende categorie met 61%. De adel volgt met 28% en de derde stand krijgt 11% vermeldingen.

In het volgend evolutiepatroon zien we dat de clerus steeds de belangrijkste actor is. De derde stand komt enkel in de laatste periode voor.

In de secundaire categorie adel is de regionale adel goed voor 63% van de vermeldingen. Hierna volgt de nationale adel met 31% vermeldingen en vervolgens de internationale adel met 6%. Deze volgorde van belang vinden we terug in de periode 1125 tot 1150 en 1150 tot 1175. Merk in volgende figuur dat zowel de internationale adel als de stedelijke of communale adel slechts wordt vermeld in de periode 1150-1175.

In de secundaire categorie clerus is de reguliere clerus goed voor 55% van de vermeldingen. Hierna volgt de paus met 27% vermeldingen en in derde instantie de hoge clerus. Deze volgorde van belang vinden we terug in de periode 1125 tot 1150 en 1150 tot 1175. Merk in volgende figuur dat de seculiere clerus slechts wordt vermeld in de periode 1150-1175.

Locaties (33 op 270 niet gecodeerd)

 

De religieuze centra krijgen 71% van de vermeldingen tegenover 27% voor de wereldlijke centra. In het volgend evolutiepatroon zien we dat de wereldlijke centra slechts in de periode 1150-1175 vermeld worden.

 

In de secundaire categorie ‘religieus centrum’ zien we een overwicht van kloosters met 57%, gevolgd door het patriarchaat met 25%. In het volgend evolutiepatroon zien we dat de categorie ‘klooster’ in de drie periodes vermeld wordt. De volgorde van belang in beide periodes 1125-1150 en 1150-1175 is dezelfde als we de categorie ‘andere’ buiten beschouwing laten.

In de secundaire categorie ‘wereldlijk’ centrum zien we een overwicht van het regionaal hof met 44%, gevolgd door het stedelijk/communaal centrum met 32% en tenslotte het koninklijke hof met 24%.

Aangezien deze categorie slechts in de laatste periode voorkomt, kunnen we geen evolutie weergeven.

Communicatienetwerk (56 op 270 niet gecodeerd)

 

Het belangrijkste communicatienetwerk is het religieuze met 66%, gevolgd door het politieke netwerk met 32%. Het religieuze netwerk wordt in de drie periodes vermeld. Merk op dat er slechts 2 vermeldingen zijn naar de bedevaartsroute naar Compostela als communicatienetwerk in de periode 1150-1175.

In het volgend evolutiepatroon zien we dat het pauselijk religieus communicatienetwerk overweegt op dat van de Benedictijnen in de periode 1150-1175.

In het volgend evolutiepatroon van het politiek communicatienetwerk zien we dat het regionaal politiek netwerk belangrijker is dan het nationale in de periode 1125-1150. In de daarop volgende periode overweegt het nationaal netwerk.

Communicatoren (258 op 270 niet gecodeerd)

 

Van de twaalf vermeldingen gaan er tien naar de auteur - waar hij reflecties geeft omtrent zijn werk - en twee naar de reizende clerus.

 

Besluit

 

Deze bron beschrijft hoofdzakelijk twee periodes, namelijk 1125-1150 en 1150-1175. De periode 1125-1150 is gekenmerkt door een gecombineerde wereldlijke met religieuze politieke activiteit. De belangrijkste actoren zijn de reguliere clerus en de paus. De periode 1150-1175 vertoont naast een overwegend  gecombineerde wereldlijke met religieuze politieke activiteit eveneens een gecombineerde wereldlijke met religieuze juridische activiteit. De reguliere clerus is hier de belangrijkste actor. Deze laatste periode geeft opvallend veel meldingen van juridische activiteit: de rechten van het klooster worden geconsolideerd en het bestaan wordt gerechtvaardigd. Het doel van het document is bereikt. De belangrijkste locatie in deze periode is bovendien het eigen klooster.

 

2.2. Anonymum S. Martialis Chronicon

 

Wanneer (3 op 101 niet gecodeerd)

 

Het meeste aantal paragrafen bestrijkt de periode 1300-1325. De daaropvolgende periodes die het meest aan bod komen zijn de periodes 1250-1275 en 1275-1300.

Activiteiten (1 op 101 niet gecodeerd) 

 

61% van de gecodeerde paragrafen verwijzen naar politieke activiteiten. De andere categorieën zijn verwaarloosbaar.

We zien in onderstaande figuur een grote politieke activiteit in de periode 1300 tot 1325. Merk tevens het aantal wonderlijke gebeurtenissen in alle periodes.

Slechts de secundaire categorie ‘politieke activiteit’ wordt besproken wegens het kleine aantal vermeldingen van de andere secundaire categorieën.

Religieuze politieke activiteit wordt vermeld in 40% van de gecodeerde paragrafen,  de gecombineerde wereldlijke met religieuze politieke activiteit krijgt 38% vermeldingen en de wereldlijke 22%.

 

In de periodes 1250 tot 1300 overweegt de wereldlijke politieke activiteit. De periode 1300-1325 toont een evenwicht tussen religieuze en gecombineerde wereldlijke met religieuze politieke activiteit.

 

Actoren (18 op 101 niet gecodeerd)

 

De adel en clerus komen even frequent voor namelijk 41%. Bijbelfiguren en heiligen zijn goed voor 13%.

De adel komt het sterkst naar voor in de periode 1250-1275. In de periode 1275-1325 verschuift het zwaartepunt naar de clerus.

In de secundaire categorie ‘actor adel’ krijgt de nationale en regionale adel evenveel vermeldingen, namelijk 47%.

Het volgend evolutiepatroon van de ‘actor adel’ toont het overwicht van de nationale adel in de periode 1300-1325. De regionale adel overheerst de periodes 1250-1300.

 

In de secundaire categorie ‘actor clerus’ gaan 12 van de 34 meldingen naar de paus, gevolgd door 9 meldingen naar de seculiere clerus.

In het volgend evolutiepatroon merken we dat de seculiere clerus het minst belangrijk is in de periode 1300-1325 terwijl hier de paus op de voorgrond treedt.

Locaties (28 op 101 niet gecodeerd)

 

Religieuze centra krijgen 53% van de vermeldingen tegenover 44% voor de wereldlijke.

De religieuze centra overheersen de periode 1300-1325. In de andere periodes overheersen de wereldlijke centra.

 

In de secundaire categorie ‘wereldlijk centrum’ gaan 25 van de 32 vermeldingen naar stedelijke/communale centra.

Deze situeren zich voornamelijk in de periode 1300-1325.

In de secundaire categorie ‘religieus centrum’ gaan 24 van de 39 meldingen naar een klooster. ‘Klooster’ krijgt het meest aantal vermeldingen in de periode 1300-1325.

 

Communicatienetwerk (35 op 101 niet gecodeerd)

 

In 62% van de paragrafen vinden we aanwijzingen voor een religieus communicatienetwerk, tegenover 35% voor een politiek netwerk.

Het religieus communicatienetwerk is het meest frequent in de periode 1300-1325. Het politiek netwerk overheerst in de periode 1250-1275. Merk op dat er in de periode 1300-1325 twee vermeldingen zijn naar handelsroutes.

 

11 van de 23 vermeldingen in de secundaire categorie ‘politiek communicatienetwerk’ gaan naar een nationaal politiek netwerk, 8 naar een regionaal.

Het nationaal politiek netwerk overheerst in alle periodes uitgezonderd de periode 1275-1300, waar er een evenwicht is tussen het nationale en het regionale netwerk.

22 van de 40  vermeldingen in de secundaire categorie ‘religieus communicatienetwerk’ gaan naar ‘andere’: Dominicanen, Franciscanen, Augustijnen ...  17 gaan naar het pauselijk netwerk.

Het pauselijk netwerk is actief in de periode 1275-1325

 

Communicatoren

 

Deze hoofdcategorie is niet bruikbaar, één paragraaf verwijst naar reflecties van de auteur en 100 paragrafen konden niet gecodeerd worden.

 

Besluit

 

Deze bron begint in 1200 en besteedt het meeste aantal paragrafen aan de laatste periode 1300-1325.

Deze laatste periode is gekenmerkt door een politieke activiteit met een evenwicht tussen religieuze en gecombineerde wereldlijke met religieuze activiteiten. De paus en reguliere clerus en onmiddellijk volgend de nationale en regionale adel zijn hier de voornaamste actoren. De activiteiten vinden voornamelijk plaats in kloosters en stedelijk/communale centra. Het communicatienetwerk is voornamelijk religieus en getypeerd door de categorie ‘andere’ en het pauselijk netwerk.

 

2.3. Chronicon Compostellano

 

Wanneer ( 3 op 28 niet gecodeerd)

 

Het meeste aantal paragrafen bestrijkt de periode 775-800 en 850-875. De daaropvolgende periode die het meest aan bod komt is de periode 750-775.

 

Activiteiten (0 op 28 niet gecodeerd) 

 

89% of 25 van de gecodeerde paragrafen verwijzen naar politieke activiteiten; de andere categorieën zijn verwaarloosbaar.

We zien, in onderstaande figuur, de grootste politieke activiteit in de periodes 750 tot 875. Merk tevens dat de enige juridische activiteit plaatst vindt in de laatste periode.

 

Slechts de secundaire categorie ‘politieke activiteit’ wordt verder besproken. Wereldlijke politieke activiteit wordt vermeld in 23 van 25 gecodeerde paragrafen,  de gecombineerde wereldlijke met religieuze politieke activiteit krijgt 2 vermeldingen.

 

Deze wereldlijke politieke activiteiten situeren zich voornamelijk in de periodes 750 tot 875.

 

 

In de categorie ‘politiek wereldlijk’ gaan er 19 van de 23 vermeldingen naar bestuurlijke activiteiten.

 

Deze bestuurlijke activiteiten situeren zich voornamelijk in de periode 750 tot 875.

 

Actoren (0 op 28 niet gecodeerd)

 

De adel is de meest voorkomende categorie met 24 op 28 vermeldingen. De clerus is goed voor de resterende vermeldingen.

 

Het onderstaand evolutiepatroon van de adel als actor is analoog met dit van de politieke activiteiten. De adel is een belangrijke actor in de periode 750 tot 875.

 

 

In de categorie adel gaan alle 24 meldingen naar de nationale adel.

 

Locaties (0 op 28 niet gecodeerd)

 

Wereldlijke centra krijgen 26 op 28 de vermeldingen tegenover 2 voor de religieuze centra. Alle vermeldingen verwijzen naar het koninklijk hof.

Een analoog evolutiepatroon met activiteiten en actoren is merkbaar. Een groot aantal vermeldingen gaat naar ‘wereldlijke centra’ in de periode 750 tot 875. De vermeldingen naar religieuze centra konden niet gedateerd worden.

 

Communicatienetwerk (0 op 28 niet gecodeerd)

 

In 23 van de 28 paragrafen vinden we aanwijzingen voor een politiek communicatienetwerk tegenover 5 voor een religieus netwerk.

 

Het onderstaand evolutiepatroon van ‘politiek communicatienetwerk’ loopt conform met dit van de actoren: het grootste aantal vermeldingen ziet men in de periode 750 tot 875. In de periode 1075 tot 1125 is enkel het religieus netwerk actief.

 

Communicatoren (26 op 28 niet gecodeerd)

 

Deze hoofdcategorie is niet bruikbaar, twee paragrafen verwijzen naar reflecties van de auteur en 26 paragrafen konden niet gecodeerd worden.

 

Besluit

 

Deze bron begint vóór 750 en eindigt in 1125. Het meeste aantal paragrafen behandelt de periode 750 tot 875.

Deze drukste periode is gekenmerkt door bestuurlijke wereldlijke politieke activiteiten van de nationale adel  aan het koninklijk hof.

Het communicatienetwerk is overwegend politiek.

 

2.4. Annales Compostellani

 

Wanneer

 

Het meeste aantal paragrafen bestrijkt de periode ‘vóór 750’. De daaropvolgende periodes die het meest aan bod komen zijn de periodes 1075-1100 en 1100-1125 en tenslotte de periode 1200-1225 en 1225-1250.

 

 

Activiteiten (1 op 101 niet gecodeerd) 

 

84% van de gecodeerde paragrafen verwijzen naar politieke activiteiten. De andere categorieën zijn verwaarloosbaar. Merk op dat de twee als theologisch gecodeerde paragrafen gedateerd werden ‘vóór 750’.

Onderstaande figuur illustreert de evolutie in de tijd. Het totaal aantal politieke activiteiten wordt verdeeld over de beschreven periode. We zien een grote politieke activiteit in de periode 1075 tot 1100, vervolgens een daling in de periode 1125 tot 1175 en opnieuw een stijging vanaf 1175 tot 1225. Merk tevens het grote aantal politieke activiteiten op in de periode ‘vóór 750’.

 

 

Slechts de secundaire categorie ‘politieke activiteit’ wordt besproken wegens het kleine aantal vermeldingen van de andere secundaire categorieën. 17 van 101 paragrafen werden niet gecodeerd als politieke activiteit.

 

Wereldlijke politieke activiteit wordt vermeld in 77% van de 84 als politieke activiteiten gecodeerde paragrafen, de religieuze politieke activiteit 14% en 8% de gecombineerde wereldlijke met religieuze politieke activiteit.

 

Het onderstaand evolutiepatroon van de wereldlijke politieke activiteit loopt conform met dit van de adel: het grootste aantal vermeldingen  in de periode 1075 tot 1125, vervolgens een daling in de periode 1125 tot 1175 en opnieuw een stijging vanaf 1175 tot 1225. Merk tevens het grote belang van de religieuze politieke activiteit in de periode ‘vóór 750’.

Gezien het geringe aantal meldingen voor de religieuze politieke activiteit en gecombineerde wereldlijke met religieuze politieke activiteit worden deze niet besproken op het tertiair niveau.

 

Een analyse van de wereldlijke politieke activiteit geeft 32% vermeldingen met betrekking tot bestuurlijke aangelegenheden en 25% vermeldingen ‘conflicten’. Het grootste aantal paragrafen verwijst naar ‘andere gebeurtenissen’ namelijk 43%. Daaronder verstaan we ‘de graaf van Cordoba wordt vermoord’, ‘de stad Toledo wordt ingenomen’, ‘keizer Aldefonso huwt Uracca van Castillië’. Dit zijn eerder mededelingen dan activiteiten, die onder te brengen zijn in categorieën als ‘bestuur’ of ‘conflict’.

 

In het evolutiepatroon zien we ‘vóór 750’ conflicten gevolgd door een bestuurlijke periode van 775 tot 950, vervolgens een conflictueuze periode van 950 tot 1000. Dan volgt een periode met een redelijk evenwicht tussen bestuurlijke en conflictueuze wereldlijke politieke activiteiten.

 

 

Actoren (18 op 101 niet gecodeerd)

 

De adel is de meest voorkomende categorie met 75% vermeldingen. Clerus en bijbelfiguren/heiligen komen even frequent voor namelijk 12%. Het aantal  vermeldingen naar de derde stand, 1%, is verwaarloosbaar.

Het evolutiepatroon van de adel als actor is analoog met dit van de politieke activiteiten:  de adel is een belangrijke actor in de periode 1075 tot 1125, vervolgens een daling en opnieuw een piek in 1200 tot 1225. Merk tevens het kleine belang van de adel als actor in de periode ‘voor 750’. Bijbelfiguren/heiligen zijn ‘vóór 750’ de belangrijkste actoren. In de periode ‘vóór 750’ noteren we in volgorde van belangrijkste actoren: bijbelfiguren/heiligen, clerus, adel, derde stand.

Het evolutiepatroon van de clerus in de periode 1125 tot 1225 loopt analoog aan dit van de adel: een stijging vanaf 1125 tot 1200 en vervolgens een daling vanaf 1200 tot 1225.

 

 

In de secundaire categorie ‘actor clerus’ gaan 6 van de 10 meldingen naar de hoge clerus en de resterende 4 gaan naar de reguliere clerus. Gezien het geringe aantal meldingen worden deze niet besproken op het tertiair niveau.

In de secundaire categorie ‘actor adel’ krijgt de nationale adel 66% meldingen en de regionale 31%.

 

Het onderstaand evolutiepatroon van de ‘actor adel’ toont het overwicht van de nationale adel uitgezonderd voor de periode 875 tot 1050 waarin de regionale adel overweegt.

De 2 vermeldingen naar de internationale adel gebeuren in de aanvangsperiode van de kroniek namelijk de periode tot 850.

De nationale adel kent een piek in de periode 1075 tot 1125 en opnieuw een in 1200 tot 1225.

 

Locaties (27 op 101 niet gecodeerd)

 

Wereldlijke centra krijgen 81% van de vermeldingen tegenover 19% voor de religieuze centra.

Een analoog evolutiepatroon met de categorieën ‘activiteiten’ en ‘actoren’ is merkbaar. Een groot aantal vermeldingen gaat naar de wereldlijke centra in de periode 1075 tot 1125, vervolgens een daling en opnieuw een piek in 1200-1250.

Merk op dat de meerderheid van vermeldingen naar religieuze centra, gesitueerd wordt in de periode ‘vóór 750’.

 

 

 

In de secundaire categorie ‘religieus centrum’ gaan 3 van de 13 meldingen naar Santiago de Compostela, 1 naar een klooster, 3 naar Rome en 3 naar een aarts- of bisdom.

 

In de secundaire categorie ‘wereldlijk centrum’ zijn 62% van de vermeldingen voor het koninklijk hof en de resterende 38% voor het regionaal hof (totaal van 42 meldingen).

 

Slechts voor de secundaire categorie ‘wereldlijk centrum’ wordt de evolutie gegeven in onderstaande figuur. Het evolutiepatroon van ‘wereldlijk centrum’ toont het overwicht van het koninklijk hof uitgezonderd voor de periode 875 tot 900 en 1000 tot 1025 waar het regionale hof overweegt.

De periode vanaf 1100 tot 1250 toont een evenwicht van beide wereldlijke locaties.

 

 

Communicatienetwerk (31 op 101 niet gecodeerd)

 

In 71% van de paragrafen vinden we aanwijzingen voor een politiek communicatienetwerk tegenover 29% voor een religieus netwerk. Volledigheidshalve merken we op dat 31 van de 101 paragrafen niet konden gecodeerd worden voor deze hoofdcategorie.

 

Het evolutiepatroon van ‘politiek communicatienetwerk loopt conform met dit van de adel: het grootste aantal vermeldingen  in de periode 1075 tot 1125, vervolgens een daling en opnieuw een piek in 1200-1225. Merk tevens het grote belang van het religieus netwerk in de periode ‘vóór 750’.

 

67% van de vermeldingen gaan naar een nationaal politiek netwerk, 25% naar een regionaal.

 

Het nationaal politiek netwerk is voornamelijk actief vanaf 1050. Het bereikt een piek in de periode 1075-1125 en een secundaire of tweede piek in 1200-1225

 

 

De subcategorieën van het religieus communicatienetwerk konden slechts voor 4 van de 20 paragrafen gecodeerd worden zodat deze resultaten niet verder behandeld worden.

 

Communicatoren (99 op 101 niet gecodeerd)

 

Deze hoofdcategorie is niet bruikbaar, twee paragrafen verwijzen naar reflecties van de auteur en 99 paragrafen konden niet gecodeerd worden.

 

Besluit

 

Deze bron besteedt het meeste aantal paragrafen aan de periode ‘vóór 750’, 1075-1125 en de laatste periode 1200-1250.

De periode ‘vóór 750’ is gekenmerkt door een religieuze politieke activiteit in religieuze centra met als actoren bijbelfiguren en heiligen. De beide andere periodes vertonen een wereldlijk politieke activiteit door de nationale adel aan het nationale hof, gebruik makend van een nationaal politiek netwerk. Er zijn drie vermeldingen naar Santiago de Compostela.

 

2.5. Cronicon Albeldense

 

Wanneer (46 op 74 niet gecodeerd)

 

Het grootste deel  van de 28 gecodeerde paragrafen, namelijk 22, komen voor in de periode ‘vóór 750’.

 

 

Activiteiten (43 op 74 niet gecodeerd)

 

Van de 31 gecodeerde paragrafen handelen er 19 over de categorie ‘wonderlijke gebeurtenissen, bijzondere natuurverschijnselen, bijbelse gebeurtenissen’. Politieke activiteiten krijgen 8 vermeldingen.

 

 

Actoren (38 op 74 niet gecodeerd)

 

Bijbelfiguren/heiligen zijn goed voor 17 van de 36 gecodeerde paragrafen, gevolgd door de clerus met 14 en tenslotte de adel met 5.

 

In het onderstaand evolutiepatroon merken we op dat de secundaire categorie ‘clerus’ slechts 4 van de 14 gedateerde vermeldingen heeft.

Locaties (6 op 74 niet gecodeerd)

 

Het wereldlijk centrum is goed voor 53% van de locaties, de overige 47% gaan naar religieuze locaties.

In het evolutiepatroon merken we dat slechts 4 paragrafen, die werden gecodeerd als wereldlijke centra, konden gedateerd worden tegenover 18 voor de religieuze centra.

 

In de categorie ‘wereldlijk centrum’ gaan 21 vermeldingen naar een stedelijk/communaal centrum en 12 naar het koninklijk hof.

In de categorie religieus centrum gaan 17 van de 32 gecodeerde vermeldingen naar ‘andere’ en 11 naar het aartsbisdom, de resterende 4 naar een klooster.

 

Communicatienetwerk (18 op 74 niet gecodeerd)

 

Het religieus netwerk krijgt 57% vermeldingen, het politieke 43%.

Merk opnieuw op in het onderstaand evolutiepatroon dat de paragrafen met een ‘politiek netwerk’ slechts in 3 gevallen gedateerd worden.

 

In het politiek communicatienetwerk gaan 20 op de 24 vermeldingen naar het supranationaal niveau.

We merken nogmaals op dat van deze 24 paragrafen slechts 4 gedateerd werden.

 

 

Communicatoren (70 op 74 niet gecodeerd)

 

Deze hoofdcategorie is niet bruikbaar, de 4 gecodeerde paragrafen verwijzen naar reflecties van de auteur.

 

Besluit

 

Deze bron besteedt het meest aantal paragrafen aan de eerste periode‘vóór 750’.

Deze periode wordt gekenmerkt door wonderlijke gebeurtenissen, bijbelfiguren/heiligen, religieuze centra en een religieus communicatienetwerk.

Opvallend is dat slechts 28 paragrafen gedateerd werden. De 46 niet gedateerde paragrafen hadden als locatie voornamelijk wereldlijke centra en als communicatienetwerk een ‘politiek supranationaal’.

 

2.6. Chronicon Albeldense

 

Wanneer (45 op 89 niet gecodeerd)

 

Het grootste deel  van de 44 gecodeerde paragrafen, namelijk 21, komen voor in de periode 900-925. De periode ‘vóór 750’ heeft 14 vermeldingen.

 

 

Activiteiten (0 op 89 niet gecodeerd)

 

De politieke activiteiten overheersen deze bron, namelijk in 88 van de 89 paragrafen. De overige paragraaf gaat naar een juridische activiteit.

 

In de categorie ‘politieke activiteit’ gaat 77% naar wereldlijke politieke activiteiten, 13% naar religieuze en de resterende 11% naar een gecombineerde wereldlijke met religieuze politieke activiteit.

 

In de periode 900-925 zien we een overwegend wereldlijke politieke activiteit.

 

 

In de categorie ‘wereldlijke politieke activiteit’ gaat 39% naar conflicten en 36% naar bestuurlijke activiteiten.

 

In het onderstaand evolutiepatroon zien we in de eerste periode het belang van bestuurlijke aangelegenheden. De periode 900-925 toont een balans tussen bestuurlijke en conflictueuze politieke activiteiten met een licht overwicht van ‘conflict’.

 

Actoren ( 4 op 89 niet gecodeerd)

 

De adel is de belangrijkste actor met 82%, de clerus is goed voor 17% van de gecodeerde paragrafen.

In het evolutiepatroon zien we een overwicht van de clerus in de periode ‘vóór 750’. De adel overheerst de periode 900-925.

 

In de categorie adel gaat 56% van de vermeldingen naar de internationale adel. De regionale is goed voor 24% en de nationale voor 20%.

In de gedateerde paragrafen zien we in de periode 900-925 dezelfde volgorde van belang. De nationale adel komt slechts voor vanaf 900.

 

In de categorie ‘clerus’ zijn slechts 11 paragrafen verder gespecificeerd. Alle 11 verwijzen naar de hoge clerus.

 

Locaties (3 op 89 niet gecodeerd)

 

Het wereldlijk centrum krijgt 85% van de vermeldingen. Het religieus centrum krijgt de resterende 15%.

 

In het onderstaand evolutiepatroon merken we op dat de religieuze centra in de gedateerde paragrafen allen gesitueerd zijn in de periode ‘vóór 750’.

 

In de categorie ‘wereldlijk centrum’ gaan 32 van de 48 gecodeerde paragrafen naar het regionale hof, 16 gaan naar een koninklijk hof.

 

Het regionaal hof is het belangrijkste centrum in de periode 900-925.

 

Communicatienetwerk (3 op 89 niet gecodeerd)

 

Het belangrijkste communicatienetwerk is het politieke met 81%. Het religieuze is goed voor de resterende 19%.

 

Het religieus communicatienetwerk is het belangrijkste in de periode‘vóór 750’. Het politieke netwerk overheerst de periode 900 tot 925.

 

In de categorie ‘politiek communicatienetwerk’ gaat 67% van de vermeldingen naar het supranationaal netwerk. Het regionale volgt met 21% en tenslotte het nationale met 11%.

 

 

De categorie ‘religieus communicatienetwerk’ kon niet verder gespecificeerd worden.

 

Communicatoren

 

Geen enkele paragraaf kon gecodeerd worden.

 

Besluit

 

Deze bron besteedt het meeste aantal gedateerde paragrafen aan de periode 900-925.

Deze periode wordt gekenmerkt door een wereldlijke politieke activiteit met een redelijk evenwicht tussen bestuurlijke en conflictueuze acties.

De internationale adel is het meest actief, gevolgd door de regionale adel. Het communicatienetwerk is overwegend een supranationaal politiek netwerk.

Het regionaal hof is hier de belangrijkste locatie.

 

2.7. Chronicon monasterii S. Petri Aniciensis

 

Alle 5 de paragrafen zijn gesitueerd in de periode 975-1000.

De 5 gecodeerde paragrafen verwijzen allen naar politieke activiteiten met als actoren de clerus, gelokaliseerd in een religieus centrum, namelijk een klooster gelegen op een route - Le Puy. Er wordt enkel gebruik gemaakt van een religieus communicatienetwerk

 

2.8. Chronicon Iriense

 

Wanneer (0 op 13 niet gecodeerd)

 

Deze bron beschrijft de periode ‘vóór 750’ tot 1025. Van de 13 paragrafen werden er 4 gedateerd in de periode ‘vóór 750’ en 4 in de periode 950-975.

 

Activiteiten (1 op 13 niet gecodeerd)

 

Alle gecodeerde paragrafen gaan naar politieke activiteiten. Deze politieke activiteiten komen het meest voor in de periode 950-975 en vervolgens ‘vóór 750’.

 


Actoren (2 op 13 niet gecodeerd)

 

De clerus krijgt 5 vermeldingen , de adel 4. Het onderlinge belang van adel en clerus is dezelfde in de periode ‘vóór 750’ en 950-975.

Locaties (0 op 13 niet gecodeerd)

 

Het religieus centrum krijgt 12 vermeldingen, het wereldlijk 1.

In het onderstaand evolutiepatroon zien we het wereldlijk centrum slechts in de laatste periode 1000-1025.

In de categorie religieus centrum gaan 9 van de 12 vermeldingen naar het aarts- of bisdom. Het bedevaartsoord Santiago de Compostela wordt slechts tweemaal vermeld, namelijk in de periode 850-875 en 925-950.

In het evolutiepatroon merken we dat het klooster 1 vermelding krijgt in de periode 950-975.

 

Communicatienetwerk (2 op 13 niet gecodeerd)

 

Er gaan 10 vermeldingen naar een religieus communicatienetwerk, waarvan 1 naar het pauselijk netwerk, de overige 9 konden niet verder gecodeerd worden. De enige vermelding naar het politiek netwerk verwijst naar een regionaal netwerk.

In het evolutiepatroon zien we dat het politieke netwerk vermeld wordt in de laatste periode.

Communicatoren (13 op 13 niet gecodeerd)

 

Geen enkele paragraaf werd gecodeerd.

 

Besluit

 

Deze bron besteedt 13 paragrafen aan de periode voor 750 tot 1025. De meest beschreven periodes zijn ‘vóór 750’ en 950-975. In deze beide periodes is de clerus de belangrijkste actor met als belangrijkste locatie het bisdom.

 

2.9. Chronicon Iriense

 

Wanneer (38 op 44 niet gecodeerd)

 

Deze bron beschrijft de periode ‘vóór 750’ tot 1425.

 

In het onderstaand evolutiepatroon van het aantal gecodeerde paragrafen zien we dat elke gedateerde periode slechts één vermelding krijgt. Om deze reden kan bij de volgende categorieën geen evolutiepatroon gegeven worden.

Activiteiten (3 op 44 niet gecodeerd)

 

De 41 gecodeerde activiteiten gaan allen naar politieke activiteiten.

Van deze politieke activiteiten gaan er 37 naar het religieuze, van deze 37 gaan er 34 naar bestuurlijke aangelegenheden.

 

Actoren (4 op 44 niet gecodeerd)

 

De clerus is goed voor 37 vermeldingen. Ze gaan allen naar de hoge clerus.

 

Locaties (2 op 44 niet gecodeerd)

 

Het religieus centrum krijgt 38 vermeldingen, van deze gaan er 30 naar het bisdom en 6 naar het bedevaartsoord Santiago de Compostela.

 

Communicatienetwerk (4 op 44 niet gecodeerd)

 

Het religieus communicatienetwerk krijgt 37 vermeldingen. Dit kon niet verder gespecificeerd worden.

 

Communicatoren

 

Geen enkele paragraaf kon hier gecodeerd worden.

 

Besluit

 

Deze bron beschrijft de periode ‘vóór 750’ tot 1425. Slechts 6 van de 44 paragrafen konden worden gedateerd. De activiteiten zijn overwegend politiek, de actoren overwegend de hoge clerus en de locatie overwegend het bisdom. Er wordt hoofdzakelijk gebruik gemaakt van een religieus communicatienetwerk.

 

2.10. Chronicon S. Martini Turonensis

 

Wanneer (0 op 72 niet gecodeerd)

 

De belangrijkste periode is de periode 1200-1225 met 23 vermeldingen.

 

Activiteiten (0 op 72 niet gecodeerd)

 

Politieke activiteit krijgt 96% van de vermeldingen, bedevaarten 3%.

 

In het onderstaand evolutiepatroon overheerst in de periode 1200-1225 de politieke activiteit.

In de categorie ‘politieke activiteit’ gaat 49% naar het wereldlijke, 30% naar het religieuze en 20% naar het gecombineerde wereldlijke met religieuze.

 

In het onderstaand evolutiepatroon merken we in de periode 1075-1100 een overwicht van religieuze politieke activiteiten. De periode 1200 tot 1225 wordt overheerst door een wereldlijke politieke activiteit.

 

In de categorie ‘wereldlijke politieke activiteit’ gaan 16 van de 34 coderingen naar het bestuurlijke en 13 naar conflicten.

 

In het onderstaand evolutiepatroon zien we in de periode 1200-1225 een meerderheid aan bestuurlijke wereldlijke politieke activiteiten.

In de categorie religieuze politieke activiteiten gaan 11 van de 22 coderingen naar het bestuurlijke. Er zijn geen coderingen die refereren naar conflicten.

 

In het onderstaand evolutiepatroon zien we dat de periode 1075-1100 gekarakteriseerd wordt door bestuurlijke religieuze politieke activiteiten.

 

 

In de categorie gecombineerde wereldlijke met religieuze politieke activiteiten gaan 5 van de 12 coderingen naar conflicten en 4 naar het bestuurlijke.

 

In het onderstaand evolutiepatroon merken we dat in de periode 1250-1275 het conflictueuze domineert.

 

 

Actoren (2 op 72 niet gecodeerd)

 

De adel is goed voor 60% van de vermeldingen, de clerus voor 39 %.

 

In het onderstaand evolutiepatroon zien we het overwicht van de adel in de periode 1200-1275.

In de secundaire categorie ‘adel’ gaan 30 van de 41 coderingen naar de internationale adel.

 

In het onderstaand evolutiepatroon zien we dat de internationale adel overweegt vanaf 1175.

 

In de secundaire categorie ‘actor clerus’ gaan 13 van de 22 coderingen naar de paus.

 

In de periode 1075-1100 is voornamelijk de paus actief. De laatste periode 1250-1275 komt de hoge clerus op de voorgrond.

 

Locaties (7 op 72 niet gecodeerd)

 

Het wereldlijk centrum krijgt 55% van de vermeldingen, de resterende 45% gaan naar het religieuze centrum.

 

In de periode 1075 tot 1100 is het religieuze centrum het meest actief. Vanaf 1175 overheerst het wereldlijk centrum.

In de categorie ‘religieus centrum’ gaan 15 van de 23 vermeldingen naar het klooster. De resterende 8 gaan naar het patriarchaat.

 

In alle periodes, uitgezonderd de laatste, is het klooster de belangrijkste locatie.

 

 

In de categorie ‘wereldlijke centra’ gaan de 9 coderingen allen naar het koninklijk hof.

 

In het onderstaand evolutiepatroon zien we het koninklijk hof het sterkst aanwezig in de periode 1200 tot 1225.

Communicatienetwerk (4 op 72 niet gecodeerd)

 

Het politieke netwerk krijgt 56% van de vermeldingen, de resterende gaan naar het religieuze netwerk.

 

In het evolutiepatroon zien we dat het politiek netwerk overheerst vanaf 1200. Vóór 1200 is het religieuze netwerk het belangrijkste.

In de categorie ‘politiek netwerk’ gaan 33 van de 39 coderingen naar het supranationale niveau. In het evolutiepatroon zien we het supranationaal niveau, overwegend vanaf 1175. 

In de categorie ‘religieus communicatienetwerk’ gaan de 15 coderingen naar het pauselijk netwerk.

 

In het onderstaand evolutiepatroon zien we het pauselijk netwerk vooral actief in de periode 1075 tot 1100.

 

Communicatoren

 

Geen enkele paragraaf kon gecodeerd worden.

 

Besluit

 

Deze bron beschrijft de periode 775 tot 1275.

Het grootste aantal paragrafen gaat naar de periode 1200-1225. Deze periode is gekenmerkt door een bestuurlijke wereldlijke politieke activiteit. De periode 1075-1100 wordt gekenmerkt door bestuurlijke religieuze politieke activiteiten.

 

2.11. Chronicon Cluniacense

 

Wanneer (0 op 31 niet gecodeerd)

 

Deze bron beschrijft de periode 1050-1200. Het grootst aantal paragrafen wordt besteed aan de periode 1150-1175.

 

 

Activiteiten (1 op 31 niet gecodeerd)

 

Politieke activiteit krijgt 22 van de 30 coderingen.

 

In het onderstaand evolutiepatroon zien we een duidelijke dominantie van politieke activiteit in alle periodes, uitgezonderd in de periode 1075-1100.

 

 

In de categorie ‘politieke activiteit’ gaan 15 van de 22 coderingen naar het religieuze. Het wereldlijke krijgt 6 vermeldingen.

 

In het onderstaand evolutiepatroon zien we in alle periodes een overwicht van de religieuze politieke activiteit, uitgezonderd de periode 1125-1150, waar er een evenwicht is van  religieuze en wereldlijke politieke activiteit.

 

 

In de categorie ‘religieuze politieke activiteit’ gaan 11 van de 15 coderingen naar het bestuurlijke.

 

In het onderstaand evolutiepatroon zien we dat het enige gedateerde religieuze conflict zich situeert in de periode 1075-1100.

 

 

Actoren (6 op 31 niet gecodeerd)

 

De clerus krijgt 19 van de 25 coderingen, de adel 6.

 

Het onderstaand evolutiepatroon vertoont in alle periodes een overwicht van de clerus.

In de categorie ‘clerus’ gaan 11 van de 18 coderingen naar de reguliere clerus.

 

In het onderstaand evolutiepatroon merken we het overwicht van de reguliere clerus, uitgezonderd in de periode 1125-1150.

 

Locaties (3 op 31 niet gecodeerd)

 

Er gaan 21 van de 28 coderingen naar een religieus en 7 naar een wereldlijk centrum.

 

In het onderstaand evolutiepatroon zien we een overwicht van het religieus centrum, uitgezonderd in de periode 1175-1200.

In de categorie ‘religieus centrum’ gaan 16 van de 17 coderingen naar het klooster.

De locatie ‘klooster’ wordt het vaakst vermeld in de periode 1075-1100 en 1150-1175.

In de categorie ‘wereldlijk centrum’ gaan 5 van de 6 coderingen naar het koninklijk hof. Deze locatie komt het meest voor in de periode 1125-1150 en 1175-1200.

 

Communicatienetwerk (3 op 31 niet gecodeerd)

 

Het religieus netwerk krijgt 22 van de 28 coderingen.

 

In het onderstaand evolutiepatroon zien we in alle periodes een overwicht van het religieus communicatienetwerk.

 

 

In de categorie ‘religieus netwerk’ gaan 12 van de 16 coderingen naar de Cluniacenzers, de 4 resterende gaan naar het pauselijk netwerk.

 

In het onderstaand evolutiepatroon zien we het overwicht van de Cluniacenzers in alle periodes, uitgezonderd de periode 1125-1150.

 

Communicatoren

 

Geen enkele paragraaf kon gecodeerd worden.

 

Besluit

 

Deze bron besteedt het meeste aantal paragrafen, namelijk 10 van de 31 aan de periode 1150-1175. Deze periode wordt gekenmerkt door een bestuurlijke religieuze politieke activiteit, met als belangrijkste actor de reguliere clerus. De locatie is overwegend het klooster. Het netwerk van de Cluniacenzers beheerst eveneens deze periode.

 

2.12. Chronicon Burgense

 

Wanneer (0 op 53 niet gecodeerd)

 

Deze bron beschrijft de periode voor 750 tot 1225. Het grootste aantal paragrafen, namelijk 15 gaan naar de periode voor 750. De daaropvolgende meest behandelde periode is de periode 1075-1100, met 8 coderingen.

Activiteiten ( 0 op 53 niet gecodeerd)

 

De politieke activiteit krijgt 37 vermeldingen. ‘Wonderlijke gebeurtenissen, natuurverschijnselen, bijbelse gebeurtenissen’ krijgen 9 coderingen.

 

 

In het onderstaand evolutiepatroon zien we in de periode vóór 750 een overwicht van 'wonderlijke gebeurtenissen, natuurverschijnselen, bijbelse gebeurtenissen’.

 

 

In de categorie politieke activiteit gaan 31 van de 36 coderingen naar het wereldlijke.

 

In het onderstaand evolutiepatroon zien we in alle periodes een overwicht van de wereldlijke politieke activiteit.

 

In de categorie ‘wereldlijke politieke activiteit’ gaan 16 van de 31 coderingen naar ‘andere gebeurtenissen’, 8 naar bestuurlijke en 7 naar conflictueuze evenementen.

 

In het onderstaand evolutiepatroon van de wereldlijke politieke activiteit domineert het bestuurlijke in de periode voor 750 tot 925. De categorie andere gebeurtenissen domineert in de periodes 1000-1075 en 1125-1175.

 

Actoren (9 op 53 niet gecodeerd)

 

De adel krijgt 31 van de 44 coderingen, 9 coderingen gaan naar ‘bijbelfiguren en heiligen’.

 

In het evolutiepatroon zijn ‘bijbelfiguren en heiligen’ dominant in de periode vóór 750. In de andere periodes is de adel dominant aanwezig.

 

 

In de categorie ‘adel’ gaan 13 van de 31 coderingen naar de nationale adel, 10 naar de regionale en 8 naar de internationale adel.

 

In het onderstaand evolutiepatroon is de internationale adel dominant in de periode vóór 750. De regionale adel is dominant in de periode 1000-1025. In de periode 1025-1150 is deze rol voor de nationale adel weggelegd.

 

Locaties (14 op 53 niet gecodeerd)

 

Het wereldlijk centrum krijgt 33 van de 39 coderingen. De resterende 6 gaan naar een religieus centrum.

 

In het onderstaand evolutiepatroon zien we in alle periodes een dominantie van het wereldlijk centrum, uitgezonderd in de periode 1100-1125.

 

In de categorie ‘wereldlijk centrum’ gaan 14 van de 24 coderingen naar het regionale hof, 9 naar het koninklijk hof.

 

In het onderstaand evolutiepatroon is het regionale hof dominant tot 1025. Vanaf 1050 tot 1175 is het koninklijk hof dominant.

 

 

 

Communicatienetwerk (15 op 53 niet gecodeerd)

 

Het politiek communicatienetwerk krijgt 32 van de 38 coderingen.

 

In het onderstaand evolutiepatroon zien we in alle periodes de dominantie van het politieke communicatienetwerk, uitgezonderd in de periode 1100-1125.

 

 

In de categorie ‘politiek netwerk’ gaan 13 van de 31 coderingen naar het nationale, 10 naar het regionale en 8 naar het supranationale netwerk.

 

In het onderstaand evolutiepatroon merken we dat het supranationaal politiek netwerk dominant is in de periode vóór 750. Het regionale netwerk is dominant in de periode 850-1025. Het nationale communicatienetwerk is dominant in de periode 1025-1150.

 

Communicatoren

 

Geen enkele paragraaf kon worden gecodeerd.

 

Besluit

 

Deze bron beschrijft de periode vóór 750 tot 1225. Het meeste aantal paragrafen gaan naar de periode vóór 750 en de periode 1075-1100. De periode vóór 750 wordt gekenmerkt door ‘wonderlijke gebeurtenissen, bijzondere natuurverschijnselen en bijbelse gebeurtenissen’ en bestuurlijke wereldlijke politieke activiteiten. Bijbelfiguren en heiligen zijn dominant in deze periode, gevolgd door de internationale adel. Het supranationaal politiek communicatienetwerk is overheersend.

De periode 1075-1100 wordt gekenmerkt door conflictueuze wereldlijke politieke activiteiten. Hier is de nationale adel dominant. Het koninklijke en het regionale hof zijn even belangrijk. Er wordt uitsluitend verwezen naar een politiek communicatienetwerk.

 

2.13. The Chronicle of San Juan de la Peña

 

Wanneer ( 0 op 492 niet gecodeerd)

 

Deze bron beschrijft de periode voor 750 tot 1350. De periode 1275-1300 beslaat het grootste aantal paragrafen, namelijk 110. De periode 1125-1150 is de volgende in belang met 59 coderingen.

 

Activiteiten (2 op 92 niet gecodeerd)

 

Politieke activiteit krijgt 76% van de coderingen, de categorie ‘andere activiteiten’ 17%. De categorie bedevaart krijgt slechts twee vermeldingen namelijk in de periode 1025-1050 naar Jeruzalem en in de periode 1175-1200 naar Santiago de Compostela.

 

In de categorie politieke activiteit gaat 93% van de coderingen naar een wereldlijke activiteit. In het evolutiepatroon is de wereldlijke politieke activiteit dominant in alle gecodeerde periodes.

In de categorie wereldlijke politieke activiteit gaat 45% naar conflicten en 38% naar bestuurlijke activiteiten. In het evolutiepatroon zien we een dominantie van conflicten in de periodes 1075-1125 en in de periode 1275-1325.

 

In de categorie juridische activiteit gaan 12 van de 15 coderingen naar een wereldlijke juridische activiteit.

 

Actoren (46 op 492 niet gecodeerd)

 

De adel krijgt 92% van de coderingen, de clerus slechts 6%.

In het evolutiepatroon merken we dat de adel alle periodes domineert.

In de categorie adel gaat 63% van de coderingen naar de nationale adel, 27% naar de regionale en 11% naar de internationale.

 

In de categorie actor clerus gaan 16 van de 24 coderingen naar de paus.

In het evolutiepatroon zien we dat de paus voornamelijk actief is in de periode 1275-1300.

Locaties (157 op 492 niet gecodeerd)

 

Het wereldlijk centrum krijgt 85% van de coderingen, het religieus 15%.

In het evolutiepatroon zien we dat het wereldlijk centrum dominant is in alle periodes.

In de categorie wereldlijk centrum gaan 47% van de coderingen naar het koninklijke hof, 31% naar het regionale en 22% naar het stedelijk/communaal centrum.

In het evolutiepatroon zien we dat in de periode 1275-1300 het koninklijk hof het belangrijkst is, gevolgd door het stedelijk/communaal centrum en tenslotte het regionale hof.

In de categorie religieus centrum gaan 46 van de 52 coderingen naar een klooster.

In het evolutiepatroon zien we dat het klooster dominant is in alle perioden en dat tweemaal een bedevaartsoord wordt vermeld, namelijk naar Jeruzalem in 1025-1050 en naar Santiago de Compostela in 1175-1200.

Communicatienetwerk (168 op 492 niet gecodeerd)

 

Het politieke communicatienetwerk krijgt 98% van de coderingen, het religieuze 3%.

In het evolutiepatroon zien we dat het politiek communicatienetwerk dominant is in alle periodes.

 

 

In de categorie politiek communicatienetwerk gaan 49% van de coderingen naar het nationale niveau, 36% naar het supranationale en 15% naar het regionale.

In het evolutiepatroon zien we dat in de periode 1275-1300 het supranationale dominant is. Het nationale communicatienetwerk is het belangrijkste in de periode 1075-1100.

Communicatoren

 

De enige gecodeerde paragraaf gaat naar de categorie “auteur”.

 

Besluit

 

Deze bron beschrijft de periode voor 750 tot 1350. Het grootste aantal paragrafen handelt over de periode 1275-1300. Deze periode wordt gekarakteriseerd door  conflictueuze wereldlijke politiek activiteiten. De belangrijkste actor eveneens in deze periode is de nationale adel, het supranationaal politiek communicatienetwerk is dominant.

 

 

3. Overkoepelende resultaten van het bronnenmateriaal

 

In dit onderdeel geven we een overzicht van de frequentie van de belangrijkste categorieën en hoe deze zich verhouden in alle geanalyseerde bronnen. Op die manier kunnen we de 13 bronnen vergelijken en groeperen. In de resultaten worden de bronnen gemakkelijkheidshalve vermeld volgens locatie.

 

De in de bronnen behandelde periodes

 

De meest behandelde periode is telkens verschillend voor de bronnen zodat we geen bespreking kunnen geven.

 

Activiteiten

 

Alle bronnen tonen, in onderstaande figuur, een duidelijk overwicht aan politieke activiteiten, uitgezonderd Albelda 1 waar de meeste aandacht gaat naar wonderlijke gebeurtenissen, bijzondere natuurverschijnselen en bijbelse gebeurtenissen.

 

In de secundaire categorie ‘cultureel’ wordt in alle bronnen samen ‘ideeëngoed, waarden en mentaliteit’ slechts 10 maal vermeld en ‘kunstuitingen’ 28 maal. Rechtstreekse informatie in verband met de heersende mentaliteit is dus nauwelijks aanwezig in de bronnen.

In de secundaire categorie politieke activiteit onderscheiden we volgende groepen. Ten eerste de groep met een uitgesproken wereldlijke politieke activiteit, namelijk Compostela kroniek, Compostela annalen, Albelda 1, Albelda 2, Bourgos en San Juan de la Peña. Ten tweede de groep met een overwegend religieuze politieke activiteit, namelijk Le Puy, Iria 2 en Cluny. Ten derde de groep met een overwegend gecombineerd wereldlijke met religieuze activiteit, namelijk Vézelay. Ten vierde de groep met een redelijk evenwicht tussen wereldlijke en religieuze activiteiten, namelijk Tours. Ten vijfde de groep met een redelijk evenwicht tussen religieuze en gecombineerd wereldlijke met religieuze activiteit, namelijk Limoges en Iria 1.

 


In de tertiaire categorie ‘religieuze politieke activiteit’ onderscheiden we volgende groepen. De eerste groep kent een overwicht aan conflicten, namelijk Vézelay. De tweede groep kent een overwicht aan bestuurlijke religieuze activiteiten, namelijk Albelda 2, Le Puy, Iria 1, Iria 2, Cluny en San Juan de la Peña. De derde groep kent een overwicht aan andere gebeurtenissen, namelijk Compostela annalen, Albelda 1 en Bourgos. De derde groep, met Limoges en Tours kent een evenwicht tussen bestuurlijke en andere. Merk op dat Compostela kroniek geen enkele codering heeft als religieuze politieke activiteiten.

In de categorie wereldlijke politieke activiteit onderscheiden we volgende groepen. Ten eerste de groep met een overwicht van bestuur, namelijk Compostela kroniek, Albelda 1, Iria 1 en Tours. Ten tweede een groep met een overwicht aan conflicten, namelijk Vézelay, Iria 2 en San Juan de la Peña. De groep met een evenwicht tussen bestuur en conflict: Albelda 2. ten vierde de groep met een overwicht aan conflict en andere: Limoges. Ten vijfde de groep met een overwicht aan andere, namelijk Compostela annalen, Cluny en Bourgos.

 

Actoren

 

We zien drie groepen bronnen: een waarin de adel domineert, een waarin de clerus domineert en een met een redelijk evenwicht tussen beiden.

De adel overweegt in de bronnen Compostela 1, Compostela 2, Albelda 2, Tours, Bourgos en San Juan de la Peña.

De clerus overweegt in de bronnen Vezélay, Le Puy, Iria 2 en Cluny.

Er is een redelijk evenwicht tussen adel en clerus in de bronnen Limoges, Albelda 1 en Iria 1.

 

 

In de secundaire categorie ‘actor adel’ kunnen we volgende groepenonderscheiden. Ten eerste, de groep waarin de internationale adel domineert, namelijk Albelda 2, Iria 2 en Tours. Ten tweede de groep waarin de nationale adel domineert, namelijk Compostela kroniek, Compostela annalen, Albelda 1, Cluny, Bourgos en San Juan de la Peña. Ten derde de groep waarin de regionale adel domineert, namelijk Vézelay en Iria 1. In de laatste groep is er een evenwicht tussen de nationale en de regionale adel, namelijk Limoges.

In de secundaire categorie ‘actor clerus’ onderscheiden we volgende groepen. Ten eerste de groep met de paus als belangrijkste actor, namelijk Limoges, Tours en San Juan de la Peña. In de tweede groep is de hoge clerus het meest actief, namelijk Compostela kroniek, Compostela annalen, Albelda 1, Albelda 2, Le Puy, Iria 1, Iria 2 en Bourgos. In de derde groep is de reguliere clerus het meest actief, namelijk Vézelay en Cluny.

 

 

Locaties

 

In de categorie locaties onderscheiden we volgende groepen. Ten eerste de groep waarin het wereldlijk centrum het belangrijkste is, namelijk Compostela kroniek, Compostela annalen, Albelda 2, Bourgos en San Juan de la Peña. Ten tweede de groep waarin het religieus centrum het belangrijkste is, namelijk Vézelay, Le Puy, Iria 1, Iria 2 en Cluny. Ten derde de groep met een evenwicht tussen beide locaties, namelijk Limoges, Albelda 1 en Tours.

 

 

 

In de secundaire categorie wereldlijk centrum onderscheiden we volgende groepen. Ten eerste de groep met het koninklijke hof, namelijk Compostela kroniek, Compostela annalen, Iria 2, Tours, Cluny en San Juan de la Peña. Ten tweede de groep met het regionale hof, namelijk Vézelay, Albelda 2, Iria 1 en Bourgos. Ten derde de groep met het stedelijke of communaal centrum, namelijk Limoges en Albelda 1.

 

In de secundaire categorie ‘locatie religieus’ onderscheiden we volgende groepen. De eerste groep met het klooster als belangrijkste locatie, namelijk Vézelay, Limoges, Le Puy, Tours, Cluny en San Juan de la Peña. De tweede groep heeft het aarts- of bisdom als belangrijkste plaats, namelijk Albelda 2, Iria 1, Iria 2 en Bourgos. De derde groep heeft ‘bedevaartsoord’ als belangrijkste locatie, namelijk Compostela kroniek. De vierde groep heeft ‘andere’ als belangrijkst locatie, namelijk Albelda 1. Tenslotte de vijfde groep met Compostela annalen waar er een evenwicht is tussen het patriarchaat, het aarts- of bisdom, het bedevaartsoord en ‘andere’.

 

 

 

Communicatienetwerk

 

In de categorie communicatienetwerk kunnen we volgende groepen onderscheiden. De groep met een overwegend politiek communicatienetwerk, namelijk Compostela kroniek, Compostela annalen, Albelda 2, Bourgos en San Juan de la Peña. De tweede groep met een overwegend religieus communicatienetwerk, namelijk Vézelay, Limoges, Le Puy, Iria 1, Iria 2 en Cluny. De derde groep met een evenwicht tussen het politiek en het religieus communicatienetwerk, namelijk Albelda 1 en Tours.

 

In de secundaire categorie politiek communicatienetwerk onderscheiden we volgende groepen. De eerste groep met het accent op het supranationaal netwerk, namelijk Albelda 1, Albelda 2, Iria 2 en Tours. De tweede groep met het accent op het nationale netwerk, namelijk Vézelay, Limoges, Compostela kroniek, Compostela annalen, Cluny, Bourgos en San Juan de la Peña. De derde groep met het accent op het regionale netwerk, namelijk Iria 1.

In de secundaire categorie religieus communicatienetwerk kunnen we volgende groepen onderscheiden. De eerste groep werkt hoofdzakelijk met het pauselijk netwerk, namelijk Vézelay, Iria 1, Tours en San Juan de la Peña. De tweede groep doet voornamelijk beroep op het netwerk van de Cluniacenzers, namelijk Cluny en Bourgos. De derde groep gebruikt voornamelijlk een ‘ander’ religieus netwerk, namelijk Limoges, Compostela annalen en Albelda 1. De vierde groep met geen enkele specificering van het religieus netwerk bestaat uit Iria 2, Albelda 2, Compostela kroniek en Le Puy.

Communicatoren

 

In deze categorie kunnen we twee groepen onderscheiden. De eerste groep heeft enkele coderingen als ‘auteur’, namelijk Vézelay met 10 vermeldingen, Limoges met 1 vermelding, Compostela kroniek en annalen elk met 2 vermeldingen, Albelda 1 met 4 vermeldingen en San Juan de la Peña met 1 vermelding. De tweede groep bestaat uit bronnen met geen enkele vermelding.

 

 

Besluit

 

Uit de analyse van de locatie ‘religieuze centra’ en de actor ‘clerus’ kunnen afleiden dat volgende bronnen vooral aandacht geven aan de categorie ‘klooster’: Vézelay, Limoges, Tours, Cluny en San Juan de la Peña. Zo merken we eveneens dat bij Iria 1 en Iria 2 – de plaats waar zich de bisschopszetel van Compostela bevindt - de meeste vermeldingen naar het aarts- of bisdom gaan. Beide gegevens ondersteunen de stelling dat deze bronnen geschreven zijn vanuit de eigen invalshoek.

Uit de vergelijkende inhoudsanalyse van de hoofdcategorieën kunnen we drie clusters van bronnen onderscheiden. Een eerste cluster met accent op het religieuze zowel wat betreft politieke activiteit, actor, locatie en communicatienetwerk. Deze cluster bestaat uit Vezelay, Le Puy, Iria 1, Iria 2 en Cluny. Een tweede cluster met accent op het wereldlijke zowel wat betreft politieke activiteit, actor, locatie en communicatienetwerk. Deze cluster omvat Compostela kroniek, Compostela annalen, Albelda 2, Bourgos en San Juan de la Peña. Een derde cluster vertoont een evenwicht tussen religieuze en wereldlijke politieke activiteiten met daarbij aansluitend een evenwicht tussen clerus en adel, tussen wereldlijke en religieuze locaties en tussen wereldlijke en religieuze communicatienetwerken. Deze cluster bestaat uit Limoges, Albelda 1 en Tours.

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende