De sandinisten: evaluatie een kwarteeuw na de revolutie. (Marjolijn Lemahieu)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

BIJLAGE: INTERVIEWS.

 

Hier volgt de weergave van de interviews die in maart dit jaar gehouden werden in het kader van deze thesis te Managua. Ze beogen een beeld te schetsen van de opinies van sandinisten, ex-sandinisten en anti-sandinisten 26 jaar na de revolutie. Sommigen van de ondervraagden oefenden hoge ambten uit bij het FSLN, anderen sympathiseerden in het middenveld, nog anderen gaven nooit hun steun. De thema’s van de gesprekken lopen parallel met de centrale vraagstelling van deze thesis: hoe zijn de sandinisten geëvolueerd na de revolutie? Daarbij was er speciale aandacht voor de electorale nederlagen. Een ander thema was bijvoorbeeld het leiderschap van de partij. Deze interviews hebben de bedoeling de thesis te illustreren. Ze hielpen, naast vele informele gesprekken ter plaatse, een betere voeling te krijgen met de materie. De interviews werden in het Spaans afgenomen, wat soms leidt tot stroef taalgebruik bij de vertaling.

 

 

Interview 1, donderdag 10/03/05 13u30, Managua

José Alfredo Mendoza, 32 jaar, uit Managua

 

José Alfredo is geofysicus en was jaren lid van jongerenorganisaties van het FSLN. Hij schreef en schrijft artikels voor la ‘Barricada’ en ‘El Nuevo Diarío’.

 

Kunt u mij kort uitleggen wat uw relatie met het FSLN nu en in het verleden inhield?

 

Ik ben al sinds mijn twaalfde betrokken bij de partij. Het FSLN had een organisatie voor kinderen die mijn aandacht enorm trok. Dit omwille van een kind van dertien, Luis Alfonso Velasquez Flores, die vermoord werd tijdens de oorlog. Daarna ging ik bij de organisatie voor de jongeren en later bij de organisatie voor de studenten.

 

Wat zijn volgens u de belangrijkste uitdagingen voor het FSLN vandaag?

 

Het hoofdprobleem waar het FSLN vandaag mee kampt, ligt op het hetzelfde niveau als dat van de uitdagingen voor alle linkse partijen in Latijns-Amerika vandaag. Dit komt neer op het definiëren van zijn voornaamste strijdpunten in overeenstemming met de behoeften van de Nicaraguaanse of de Latijns-Amerikaanse samenleving van tegenwoordig. Het historische strijdpunt van de sandinisten werd reeds overwonnen in de realiteit, waardoor dat strijdpunt geherdefinieerd moet worden. Een tweede uitdaging is het werken op vlak van de organisatie: het FSLN moet uitmaken welk type van partij het wil zijn, intern gezien.

 

Gelooft u dat het FSLN vandaag nog de belangen van het volk vertegenwoor-digt?

 

Neen, vandaag zeggen ze dat ze de nationale belangen vertegenwoordigen en dat ze door de nationale belangen die van het volk vertegenwoordigen. Die nationale belangen definiëren zij, of toch tenminste hun ideologen, maar eigenlijk vertegenwoordigt ze de belangen van de burgerij en de kleine burgerij. Wat nog overblijft, is de strijd tegen de oligarchie, zoals de internationale groepen, gelinkt aan de internationale banken, die bijvoorbeeld de publieke diensten willen privatiseren en de rijkdom uit dit land weg willen halen, zonder erin te willen investeren. De strijd tegen deze oligarchie voeren ze in een alliantie met de nationale burgerij, die een verarmde burgerij is, en deze burgerij willen ze versterken, vooral omdat vele personen uit het FSLN vandaag, uit de burgerij komen.

 

Is het FSLN nog in staat de boodschap over te brengen aan de bevolking?

 

Er is tegenwoordig een sterke strijd aanwezig binnen de sandinistische partij. Of beter gezegd, binnen het sandinisme, want het FSLN is meer dan de officiële groep van nu en het is de strijd om de controle van de macht en de herdefiniëring van het concept van de partij. Ik hoop dat dit een goede afloop kent en dat de mensen die de belangen van het volk vertegenwoordigen winnen en de bovenhand krijgen in deze strijd, en dat ze geen alliantie willen met andere, niet volkse kringen.

 

Wat zijn volgens u de grootste veranderingen binnen het FSLN?

 

De belangrijkste veranderingen hebben te maken met de overeenkomst tussen de idealen van de sandinisten en de daden van zijn militanten. Het verschil tussen de ideologie en het handelen van de militanten, wat ervoor zorgde dat het frente geëvolueerd is tot zijn huidige positie. De militanten vielen uit elkaar, ze verlieten hun principes, en dit zorgde voor de transformatie van de partij, gericht naar de nieuwe belangen van de militanten. Deze leunen, zoals eerder vermeld, eerder aan bij de burgerij, de middelmaat producenten, de middelmaat handelaars, wat niet noodzakelijk gelijk is aan de belangen van de meerderheid. Het frente is een partij die oorspronkelijk veel verschillende groepen, ook economisch gezien, zeer diverse sectoren, samenbond. Maar het oorspronkelijk idee was dat de vanguardia de belangen van het volk verdedigde. Tegenwoordig wordt er gedacht dat het frente een partij is van arbeiders. Dat is het niet meer, zoals het ook niet van enkel vrouwen of jongeren is. Maar de meerderheid wordt uiteindelijk vertegenwoordigd door de leiding, die respect heeft voor de minderheden. En in dit geval zijn de minderheden deze kleine en middelgrote bedrijfslieden en zij die zaken doen.

 

Waarom denkt u dat het FSLN de macht is verloren? Wat waren de fouten?

 

Er was oorlog in Nicaragua, ondanks het feit dat de sandinisten aan de macht waren. Die oorlog was opgelegd aan Nicaragua, omdat het in een regio ligt die zeer dicht bij de Verenigde Staten ligt, en wat een bedreiging, hoewel geen directe bedreiging, vormt omdat het een ‘slecht’ voorbeeld was. Er was oorlog in het hele land, die faillissementen veroorzaakte en verhinderde dat de revolutie kon voortgezet worden. Ze konden zich niet meer consolideren en de macht en de economische structuur in Nicaragua veranderde. Het land ontwikkelde, wat de oorspronkelijke bedoeling van de revolutie was, maar de oorlog verhinderde dit proces. De realiteit heeft het sandinisme onderdrukt. Dat moet in overweging worden genomen wanneer er over het sandinisme wordt gesproken, ook wanneer er over fouten gesproken wordt. Het FSLN liet zijn historisch revolutionaire project achter zich omdat de nieuwe realiteit hen hiertoe verplichtte. Dit zorgde voor een proces van ontbinding van de basissen.

De belangrijkste fout wass niet vast te houden aan de oorspronkelijke idealen en het zich niet kunnen aanpassen aan de nieuwe realiteit van de politieke macht. Hiermee gaat het feit gepaard dat het FSLN begon te verouderen. De traditionele leiders weigerden een nieuw leiderschap te creëren. Veel van mijn vrienden, die bij de Juventud Sandinista waren, verlieten de partij of werden er uitgezet omdat ze geen ruimte kregen binnen de partij. Niet dat het een oude partij is, ze is jong, maar de leiders willen de macht van bovenaf niet afstaan.

 

En wat denk je dan van de kandidatuur van Daniel Ortega voor de volgende verkiezingen?

 

Hij heeft zich officieel baas gemaakt van het FSLN, wat me niet verwondert. Er was geen signaal dat het anders zou kunnen geweest zijn, er is geen interesse voor een nieuwe leider. Er is trouwens nog een proces van personalisering van de partij nodig, vooral nu zijn vrouw en kinderen er ook deel van uit maken. Zo maakt de partij zich baas van de partij.

 

Bedankt voor het interview!

 

 

Interview 2, donderdag 10/03/2004 16u30, Ciudad Sandino

Cecilia B. Altamirano, uit Ciudad Sandino

 

Cecilia is raadgeefster van het FSLN in Ciudad Sandino. Ze is sinds 1978 militante van het FSLN.

 

Wat is/was uw relatie met het FSLN?

 

In 1978 ben ik voor het FSLN beginnen werken, clandestien, door documenten te versturen voor hen. Ik ben er steeds gebleven. Ik werk nu in de basiscomités, in de wijken hier dus, bij de volksmilitanten. In de transporten voor de koffie heb ik ook nog gewerkt als dagloonster. Ik heb aan verschillende noodzaken steeds hulp geboden. Dus op een of andere manier heb ik steeds hulp gegeven aan het FSLN, naargelang de noodzaken die er waren. Politiek gezien werkte ik in de wijken met de gemeenschap.

 

Gelooft u dat het FSLN vandaag nog de belangen van het volk vertegenwoor-digt?

 

Ik vind van wel. We zitten nu natuurlijk niet in de regering en kunnen dus niet zoveel verwezenlijken, maar voor mij is het frente steeds de enige geweest die de belangen van de bevolking vertegenwoordigde en dat nog doet. De strijd kon niet altijd verlopen zoals wij het wouden. Wij hebben de strijd niet altijd kunnen leiden. In het verleden was het steeds het frente die zei “je moet gaan protesteren voor het water”, enzovoort. (...) Wij als partij bieden altijd hulp aan de strijd van de bevolking voor hun belangen, ook wij behoren tot de bevolking. De bevolking, de basissen zijn geïntegreerd in de strijd en wij hebben die gesteund. Wij als partij hebben het niet altijd kunnen leiden, wij weten niet of de bevolking het tot het uiterste wil drijven. Vorig jaar hebben wij gewonnen, het volk wachtte daarop. Nu moeten de dingen veranderen, en de bevolking moet protesteren voor zijn belangen.

 

Wat zijn de belangrijkste programma-punten van het FSLN vandaag?

 

Het is moeilijk om over een regering te spreken. Aangezien we momenteel niet in de regering zitten, hebben we niet de mogelijkheid om een programma uit te

voeren.

 

En in de oppositie? Oefenen ze geen invloed uit van daaruit?

 

In het parlement zitten er afgevaardigden die van daaruit strijden voor wetten die de meerderheid beschermen. Wij zitten in de meerderheid, maar toch keuren we wetten goed die in het voordeel werken van de bevolking. Er is bijvoorbeeld sinds kort een wet goedgekeurd in verband met overschrijvingen naar de gemeentebesturen. De wet wordt om verschillende redenen goedgekeurd, maar de afgevaardigden, dat zijn er 48, strijden voor de rechten van de meerderheid.

 

Waarom denkt u dat het FSLN de macht is verloren?

 

In de jaren tachtig begon er een oorlog, gefinancierd door de Verenigde Staten. Die hielpen enkele Nicaraguanen, die somocisten waren. Zo ontstond er een oorlog na de revolutie, die in dit geval ertoe leidde dat de president van dat moment, Daniel Ortega, de beslissing moest nemen de soevereiniteit van zijn land te beschermen. Hij riep legerplicht in en dus moesten alle jongeren naar de oorlog gaan. In alle landen is er legerplicht. Dit land werd er enorm door gekenmerkt, want vele jongeren stierven door de oorlog. Dit is een factor die in het nadeel van de partij heeft gewerkt. En dus, toen we naar de verkiezingen gingen, zeiden de mensen, waaronder veel moeders -mogelijks uit angst voor de oorlog- “wij stemmen niet meer voor deze kandidaat”, hoewel veel mensen het frente sandinista wel wilden. Het is mogelijk dat deze vrees ook beïnvloed is geweest door de campagne die de Noord-Amerikanen voerden. Dat beïnvloedde de bevolking. Het is dus niet zo dat de mensen het frente als slecht beschouwden. De mensen herkenden op dat moment, in de oorlog, niet goed wat goed of slecht was. De rijst en de suiker werden steeds verdeeld. Ik beschouw deze factor als degene die ervoor zorgde dat we de verkiezingen verloren.

 

En vind je dat het FSLN fouten heeft begaan die tot de verkiezingsnederlaag leidden?

 

Alle regeringen begaan fouten, en ja ook het FSLN beging fouten…

 

Welke dan?

 

Bijvoorbeeld... Er zijn ook mensen uit de burgerij, uit andere partijen, die nooit akkoord waren met de rantsoenering van voeding. We hadden niets, dat is zeker, veel dingen die er nu wel zijn hadden we toen niet. Toen hadden we nog geen koelkast bijvoorbeeld. Nu zijn er veel dingen, gesofisticeerde dingen, maar de mensen kunnen ze niet kopen. Nu zijn er veel van die dingen, en de mensen denken, nu hebben we vanalles, van een computer tot de beste auto van het laatste model, maar hoeveel mensen kunnen dat kopen?

 

Wat zijn de belangrijkste uitdagingen voor het FSLN vandaag?

 

De uitdagingen? Aan de macht geraken!

 

Wat zijn volgens u de grootste veranderingen binnen het FSLN?

 

Wel. Als je het vergelijkt met de jaren tachtig is er veel veranderd. De partijdiscipline is niet gelijk aan die van toen. Veel mensen hebben geleerd beslissingen te nemen. De statuten bestaan nog, maar er is meer vrijheid binnen de partij. Daarin is de partij veel veranderd.

 

Denkt u dat de kandidatuur van Daniel Ortega voor de volgende verkiezingen een goed idee is?

 

Wel, als we alle personen die kandidaat zouden kunnen zijn, zouden overlopen, zou niemand zoals hij het leiderschap kunnen geven dat de mensen zoeken. Mijn mening is dat van alle personen, alle commandanten die er geweest zijn, er velen zijn weggegaan, om verschillende redenen. Maar ze verlieten het frente in de zwaarste tijden. Om te studeren, of om een rustiger leven te leiden, gingen ze weg. Maar diegene die altijd bleef, is Daniel Ortega. Zeker in de jaren negentig, toen we de absolute macht verloren. We verloren dus alles, we hadden nog maar 39 afgevaardigden in het parlement. Eens we de macht kwijt waren, ging iedereen weg, niet omdat ze het wouden, maar omdat ze werden ontslaan. Door de strijd van Daniel is er bereikt dat we in bepaalde machten van de staat nog vertegenwoordigd zijn. Dat is toch een verwezenlijking.

 

Dankjewel voor het interview!

 

 

Interview 3, donderdag 10/03/2005 16u50, Ciudad Sandino

Virgilio Matamoros, uit Ciudad Sandino

 

Virgilio Matamoros is militant van het FSLN sinds 1979 en raadgever op het secretariaat van het FSLN in Ciudad Sandino.

 

Kunt u mij kort uitleggen welke uw relatie is en welke uw relatie vroeger was met het FSLN?

 

Mijn naam is Virgilio Matamoros. Ik ben afkomstig van het departement van Matagalpa, Ciudad Dari, en ging in 1979 bij het frente. Dit was dus na de triomf. Daarna integreerde ik me volledig in het frente, voor de verdediging van de revolutie. In het jaar 1991, maanden nadat de macht werd overgedragen aan Violeta Barios Chamorro, was ik een gepensioneerde uit het leger van de sandinisten. Gedurende de verdediging van de revolutie, was ik in het noordelijk deel, waar er oorlog was. En ik heb geluk dat ik nog leef. Ik geloof dat het het waard was om de revolutie te verdedigen. Want ondanks dat we toen in oorlog waren, was de economische situatie verschillend aan die van vandaag, er was tenminste de mogelijkheid voor volksgezondheid, onderwijs. Vandaag is er geen werk, wat aantoont dat er geen geld is.

 

En gelooft u dat het frente sandinista vandaag de dag nog de belangen van het volk vertegenwoordigt?

 

Ik denk van wel. Ik ben lid van die partij omdat ik geloof dat het de beste is van Nicaragua. Het is een partij die al vanaf het begin, op het podium van de regering, zich interesseerde voor de allerarmsten. Ze heeft gestreden en ze blijft strijden voor de sociale gelijkheid, wat moeilijk is in dit land. De economische macht is gecentreerd bij een 20% van de bevolking. We overleven praktisch gezien van wat we kunnen, er is geen echte omkadering om werk te vinden. Zij die hier werk hebben, noemen we verdorven. En dat is waar het frente voor strijdt. Ten tijde van de oorlog waren vele mensen toegewijd om de revolutie te verdedigen. In de steden was er werk, er waren fabrieken en er waren bedrijven die werk gaven aan de arbeiders. Naast het feit dat ze werk hadden, hadden ze toegang tot gezondheid, onderwijs en hadden ze een basispakket voeding. De mensen hadden niet zulke bekommernissen als vandaag. Nu zijn ze bekommerd om te eten, en wij kijken hoe dat op te lossen.

 

En vindt u dat het frente nog steeds in staat is zijn boodschap uit te leggen aan de mensen?

 

Ik denk van wel, want het frente is niet gestopt met de strijd. Zovelen zijn gestorven om een beter Nicaragua te zien. Om te zien dat er betere kansen kwamen, wat belangrijk was nadat men de somocistische repressie versloeg. Vandaag is het het frente zelf die het leger oprichtte dat we nu hebben, de politie van vandaag lijkt helemaal niet meer op de politie die Somoza had, en het leger nog minder. Het is geen leger en geen politie die de bevolking onderdrukt. Dat waren verwezenlijkingen van het frente, en het frente heeft de strijd niet opgegeven. Als je de situatie nu analyseert: bij de recente verkiezingen verwierf het frente 87 van de 152 of 153 van de burgemeestersschappen in dit land. En het zijn belangrijke gemeentes. Wat Ciudad Sandino betreft, het is een belangrijke gemeente op vlak van bevolking: we hebben ongeveer 150.000 inwoners. En we hebben de naam van Sandino. Dus ik denk van wel, anders zou ze de mensen niet kunnen bereiken.

 

Waarom denkt u dat ze de macht nog niet hebben kunnen herwinnen?

 

Het gaat om een transitie van in de jaren negentig tot nu. We zijn hier niet aan het strijden tussen partijen van Nicaragua. Hier strijden we in een aantal gevallen tegen het Noord-Amerikaanse imperium. En hier staan ze ons niet toe om gelijke verkiezingen naar voren te dragen. Ze geven meer financiële steun aan de campagne tégen onze kandidaten en speciaal tegen onze leiders. In onze bevolking zijn er mensen die er niet in slagen dit te zien of te horen. Vandaag zijn de mensen zekerder, want sinds de vorige verkiezingen hebben we de hoofdstad. Vandaag gaan we met la Convergencia, en ik denk dat de toestand vandaag zodanig is dat het frente de macht kan herwinnen. Ook al zijn er een aantal controversies binnen de partij. De militanten van het frente volgen een enkele weg, de weg van Herty. Herty heeft een beweging, ook al had hij zich een tijd teruggetrokken uit het frente, en voor enkele strategische redenen was hij toch kandidaat voor het frente. Hij werd burgemeester. Zijn intentie is president te zijn, maar de mening van de meeste mensen is dat Daniel kandidaat moet zijn.

 

Ik las vandaag in de krant over een onderzoek dat stelde dat Herty de verkiezingen zou winnen, moesten die vandaag plaatsvinden...

 

Wie de onderzoeken hier betaalt, krijgt de resultaten die hij wil. Het zou kunnen dat Herty die onderzoeken betaalde, met als doel de mensen te verwarren. Want vanaf 1990 deden ze al onderzoeken die vaak niet uitkwamen. Vaak is het het tegenovergestelde als in het onderzoek. Ik zie die onderzoeken als een ondeugd, in die zin dat ze gemaakt worden met als eerste doel nieuws te verkopen. Maar als je echt naar de arme wijken zou gaan, zou je andere meningen horen. Dat Herty een kandidaat is, oké, maar dat wil niet zeggen dat hij onze belangen zou vertegenwoordigen. Niet van de armste klasse, want hij komt uit de burgerij. En ik denk dat als we Herty naar voren zouden dragen als kandidaat, dat er hetzelfde zou gebeuren als met de PLC, toen ze Bolaños naar voren droegen: dat dezelfde partij die hem aan de macht bracht, overging tot oppositie tegen de president.

 

En gelooft u dat de kandidatuur van Ortega een goede zaak zou zijn voor het frente?

 

Niet enkel voor het frente, het zou een goede zaak zijn voor heel Nicaragua. Daniel is een kandidaat uit onze sector, voor verschillende politieke kleuren en soorten. Hij heeft al getoond dat hij, wanneer hij de macht had, hard werkte voor de hele bevolking van Nicaragua. Het frente confisqueerde gronden om ze aan de boeren te geven. En dat zijn de mensen die willen dat Ortega terugkeert naar de macht.

 

En waarom denkt u dat het FSLN de macht is verloren?

 

Er was oorlog, waarvan we wisten wanneer ze begon, maar niet wanneer ze zou eindigen. Het was een constante, vanaf 1982 tot 1990. Oorlog brengt dood en ellende. En het imperium deed er aan mee en begon de contraoorlog te financieren.

 

Met het frente had de oorlog niet voorbij kunnen gaan?

 

Ze waren al in onderhandeling met la resistencia, de contrarevolutionairen. Ortega onderhandelde over de Esquipulas 2 in Guatemala, daarna in het binnenland over de akkoorden van Satua, de akkoorden met de leiding van de contra. Deze was verzwakt, en wij hadden nog steeds capaciteit. En hoewel zij de steun hadden van de Noord-Amerikanen, het waren niet zij die in de bergen zaten, dat is niet hetzelfde. Met de propaganda die er was, bezorgden ze de mensen angst. En dat is wat de mensen van 1990 tot nu gestuurd heeft, de angst voor de oorlog. Het frente geraakt niet meer aan de macht want het is bewezen dat ze controle heeft. Met bij benadering drie miljoen inwoners... Het frente wil vrede en ontwikkeling voor het land.

En welke zijn vandaag de grootste uitdagingen waar het frente voor staat? De realiteit is niet meer dezelfde als toen...

 

De grootste uitdaging zou kunnen zijn om ons beter te organiseren om in 2006-2007 de macht te verkrijgen. Ik denk dat we een goede kandidaat hebben, het frente is allianties beginnen maken zoals andere partijen, in la Convergencia. In 1990 kwam ze alleen uit, zonder alliantie, vandaag hebben we dat wel, zodat we een belangrijke rol kunnen spelen in die alliantie, la Convergencia. Als we de macht zouden herwinnen, zouden vele dingen kunnen veranderen, ze zouden een aantal sociale toestanden kunnen verbeteren, in de gezondheid, het onderwijs en in het werk.

Een andere uitdaging is dat we ons weer verenigen met die andere beweging die er is, zodat we een uitstekend resultaat bereiken.

 

En samen naar de verkiezingen gaan?

 

Misschien niet samen, want al de mensen rond Herty zijn op een of andere manier sandinist en hij past op een of andere manier misschien niet bij de partij. Hij kan weggaan en terugkomen naar de partij waar hij is begonnen, maar niet naar een andere partij gaan. We hopen dus dat mensen die bij Herty zijn, beseffen dat ze alleen niet met zo velen zijn. Wij weten het, wij gaan naar de barrios [armere wijken] om met de mensen te praten, we kennen de mening van de bevolking.

 

Wat zijn de grootste veranderingen die het FSLN heeft doormaakt?

 

Ik denk dat, zoals alle partijen, elke partij evolueert, want geen enkele partij kan gestagneerd blijven. Het frente is een politieke partij geworden, een revolutionaire politieke partij. Enkelen bleven in de strijd, anderen gaan meer vooruit, sommigen gaan door tot het einde. Het frente heeft enkele veranderingen ondergaan binnen de partijleiding. Na 1990 verlieten enkelen vrijwillig de partij, ze hadden geen reden meer om bij de revolutie te zijn, omwille van de electorale nederlaag van 1990. Sommigen, anderen gingen studeren in het buitenland, bij de gringo’s, zoals Luis Carrion. Anderen, zoals Henry Ruiz, vertrokken in 1995, met de Movimiento Renovadora Sandinista, met als doel het leiderschap van Daniel Ortega weg te nemen. Dit is hetzelfde als wat vandaag gebeurt met Herty, ze verlaten het frente, en vormen een andere beweging. Het is iets vergelijkbaar aan toen, om het leiderschap van Daniel over te nemen. Zij zijn niet hetzelfde, want hij is gebleven en heeft een constant leiderschap gegeven.

We zijn nu een zeer georganiseerde partij, het is niet meer zoals in de jaren tachtig. Er zijn nog steeds heel veel mensen betrokken in het frente, maar de situatie is veranderd. We moeten ons structureel organiseren om de macht te winnen via de burgerlijke weg, via verkiezingen. We hebben ons al bewezen, want we zijn de meest georganiseerde partij en de meest gedisciplineerde partij in dit land.

 

En ik hoor soms dat er een tekort is aan interne democratie binnen de partij. Wat denkt u daarover?

 

Ik denk dat dit ook weer een situatie is waarbij dezelfde communicatiemedia proberen te manipuleren. Dit om de politiek aan andere mensen op te dragen.

Er is participatie, er is democratie, ik denk dat de partij al dood zou zijn moest die er niet geweest zijn. En in sommige gevallen moet je hard zijn. Als de vader des huize niet hard is met zijn zonen, loopt het ook fout. Soms moeten harde beslissingen genomen worden, maar dit is nodig om niet ten onder te gaan.

 

Bedankt voor uw medewerking!

 

 

Interview 4, vrijdag 11/03/2005 10u, Managua

Javier Pichardo Ramírez, Managua

 

Javier Pichardo was leider in het leger van de sandinisten. Hij is nog steeds militant van de partij.

Hij is tegenwoordig professor aan de universiteit UNAN in Managua. Javier ging niet naar het congres van 5 en 6 maart in Matagalpa omdat hij niet akkoord was met de houding die het frente innam tegenover Herty Lewites.

 

Wat is/was uw relatie met het FSLN?

 

Wel, mijn naam is Javier Pichardo Ramirez, en ik ben betrokken in het frente sinds de jaren zeventig, dus iets meer dan 30 jaar. Ik ben dus militant sinds lange tijd. Ik heb de tijd van de opstand meegemaakt, de tijd van de revolutie en de tijd dat het frente in de oppositie zit. Ik sta er dus dicht bij. Ikzelf was nooit functionaris van de partij, in het begin was het dan ook een guerrillabeweging, die tegen de dictatuur streed. Ik zat in het leger, ik was er chef, tot de in jaren negentig.

 

Gelooft u dat het FSLN vandaag nog de belangen van het volk vertegenwoor-digt?

 

Dat hangt er vanaf wat je onder de belangen van het volk verstaat, want de partijen zelf, rechts of links, zeggen steeds de belangen van het volk te vertegenwoordigen. Mijn mening is dat het frente ze nog steeds vertegenwoordigt, wat niet uitsluit dat erbinnen wel tegenstrijdige tendensen zijn. In het algemeen geloof ik dat ze het wel doet.

 

Welke tendensen verstaat u daaronder?

 

Wel, er zijn in het FSLN tendensen naar het neoliberalisme toe. Dit onder zijn militanten, want daaronder zijn mensen van alle soorten, zoals bedrijfsleiders, arbeiders en professionelen. De tendens van de bedrijfswereld verdedigt zijn neoliberale belangen.

 

Is het FSLN nog in staat de boodschap over te brengen?

 

Het probleem met alle linkse bewegingen is dat ze gefaald hebben. Alle socialistische projecten in de wereld hebben een nederlaag gekend, zoals in Oost-Europa met de instorting van de Sovjet Unie. Het probleem in het algemeen is dat er nu een crisis is omdat het programma verslaan is door het kapitalisme. Nu is er dus een tendens naar het centrum toe. Toch is er een wedergeboorte van linkse partijen aan de macht in Latijns-Amerika.

 

Denkt u dat de boodschap nog actueel is?

 

De boodschap is nog actueel, maar het is niet meer exact hetzelfde omdat de situatie veranderd is. De linkse partijen zijn zich blijven ontwikkelen, los van het kapitaal. Ik geloof dat links in Nicaragua terug kan winnen in de komende jaren, zoals links ook won in Venezuela, in Uruguay en in Chili.

 

Vindt u de kandidatuur van Ortega dan een goede zaak of niet?

 

Dat is een heel controversiële vraag, er zijn zeer uiteenlopende meningen. Ik geloof dat de vroege vaststelling van de kandidatuur van Ortega een zet was om aan de prekandidatuur van Herty voorbij te gaan, die het neoliberalisme, de rechtsere stroming binnen het FSLN vertegenwoordigt. De kandidatuur is misschien wat voorbarig: de verkiezingen zijn pas over twee jaar.

 

Wat zijn de belangrijkste uitdagingen voor het FSLN vandaag?

 

De uitdagingen van alle politieke partijen in Nicaragua vandaag zijn hun slechte gewoontes overwinnen, ze hebben verschillende strategieën. De uitdaging waar we in dit land voor staan, is de armoede overwinnen. Dit land is economisch gezien veel achteruit gegaan. Als we het welvaartsniveau omhoog willen halen, als we het niveau van Costa Rica bijvoorbeeld zouden willen halen, zouden we dertig jaar nodig hebben, om dezelfde indicatoren te bereiken. Er is daarvoor stabiliteit nodig. De hoofduitdaging is dus economisch. Alle tegengestelde politieke partijen zouden daar akkoord mee kunnen zijn, maar dan nog zouden we dertig jaar nodig hebben.

 

Waarom denkt u dat het FSLN de macht is verloren?

 

Er zijn verschillende oorzaken, een categorische mening geven is moeilijk. Ik denk dat ze de macht zijn verloren omdat ze vervreemd zijn van de grote meerderheid die stemt. Het antisandinisme groeide zeer sterk in de jaren tachtig, rapper dan het sandinisme. Daarbij hadden we een sterke vijand. Het zijn de Verenigde Staten die de sandinistische revolutie gebroken hebben. Geen politieke partijen van hier, maar Nicaraguanen, geholpen door de Verenigde Staten. Er was dus geen interne breuk.

 

Wat waren de fouten die het FSLN heeft begaan?

 

De belangrijkste fout was geen goede verstandhouding te onderhouden met de Noord-Amerikanen. Er waren veel fouten, op vlak van corruptie en leiderschap, zoals dat in alle politieke partijen en alle revoluties voorvalt. Maar de belangrijkste fout was geen goede verstandhouding met de Noord-Amerikanen gecreëerd te hebben.

 

Waarom heeft ze de macht nog niet kunnen herwinnen?

 

Omdat het antisandinisme groter is dan het sandinisme, dat is eenvoudig. Het aan de macht komen na 1990 gebeurde doorheen verkiezingen. Bij elke verkiezingen polariseert de Nicaraguaanse samenleving zich tussen de sandinisten en de antisandinisten, en de laatste zijn groter. Ik denk dat het frente zich bezighoudt met de belangen van de grote meerderheid, maar dat is nog geen 55% van de stemmen. 42 à 45% is akkoord met de sandinisten, dat is toch al een belangrijke indicator.

 

Bedankt voor het interview!

 

 

Interview 5, vrijdag 11/03/2005 16u, Managua

Carlos Cornel, Managua

 

Carlos Cornel was al van in de vroege jaren bij het FSLN. In de revolutie was hij commandant. Hij verliet het FSLN al behoorlijk vroeg, wegens onenigheden over de strategie. Tegenwoordig is hij vooraanstaand ondernemer in Managua.

 

Wat is en welke was uw relatie met het FSLN?

 

Wel, mijn relatie met het frente toen ik toetrad, was organisch, ik was militant. Dat was in de jaren zeventig. Voor dat we het frente binnenkwamen, waren wij een beweging: het FRS, Frente Revolutionario Sandino. Dit was met Eden Pastora, Antenor, en een groep, Cardinal, Sergio Ramirez,... Met die mensen hadden we een beginnende beweging waarmee we begonnen, en daarna traden we toe tot het frente, in 1974 of 1975.

 

Bent u nog steeds lid van het FSLN?

 

Neen.

 

Waarom hebt u het frente dan verlaten?

 

Wel, in ons geval lag dat wat anders dan bij anderen, we waren met een groep, commandanten, ministers, dus elementen met een zekere betekenis voor het frente. Het was al in 1982. We waren van mening dat de lijn die we aan het innemen waren, een gevaarlijke lijn was, een lijn van confrontatie, en een overdreven –retorisch gezien- lijn ten opzichte van de Verenigde Staten. Wij vonden dat het niet noodzakelijk was deze confrontatie zo vroeg aan te gaan, toen we nog zo zwak waren. Dit ook omdat Nicaragua een zeer klein land is, een relatief weinig ontwikkelde maatschappij. De revolutie kon ingewikkeld worden, als we ons te frontaal confronteerden tegen de Verenigde Staten. In het bijzonder dachten we dit omdat de Reagan-administratie op dat moment aan de macht kwam. We wisten heel goed dat dit een harde administratie was, republikeins, niet zoals de administratie Carter, die toleranter was. We vonden dus dat we een heel gevaarlijke weg aan het gaan waren, in een confrontatie die niet nodig was, niet op deze manier. De triomf op Somoza had niet kunnen bereikt worden op die manier. De triomf op Somoza is bereikt kunnen worden als product van het Sandinistische Front, dat de strijd vanguardiseerde, zoals ‘La Epopeya’ dat benoemt[1], met het Nicaraguaanse volk als basis tegen de somocistische dictatuur. Daarbij deed het een beroep op een aantal dingen, de Verenigde Staten en Costa Rica, en op democratische landen uit de zone.

Dus dat wij een veel te pro-Cubaanse attitude aannamen, veel te confrontatief tegenover de VS, en tegenover de grens met Honduras en Costa Rica, zorgde ervoor dat wij geïsoleerd waren gezien wij slechts met die landen begrensd zijn. We zijn een land in het midden van Midden-Amerika en dachten toen dat dit ons in een veel te moeilijke situatie zou brengen, dat wij als samenleving moeilijk in de hand zouden kunnen houden. We dachten dat dit ernstige gevolgen zou hebben voor de revolutie zelf. Dialectisch gezien beschouwden we dit als een fout.

 

En waren er ook ideologisch gezien onenigheden?

 

Meer dan ideologisch, want in Nicaragua was er nooit een ideologische geestkracht die compact was, zelfs niet in het Frente Sandinista. Er was wel een gedachtewereld, gelinkt aan Sandino. Dit was eerder een gedachtewereld dan een ideologie, een attitude ten overstaan van de geschiedenis, het leven. Hoewel er in het frente mensen waren die zeer goed geïnformeerd waren, was er op hetzelfde moment niet dat ideologisch element zoals je ziet bij vele Europese bewegingen. Dus meer dan de ideologie, was het de manier waarop de revolutie tot stand werd gebracht.

 

Gelooft u dat het FSLN vandaag nog de belangen van het volk vertegenwoor-digt?

 

Wel, daar gaan we voorzichtig mee zijn, want het is een vraag die gezien moet worden op verschillende manieren. Vanuit het standpunt van zijn aanvoerders, vertegenwoordigt ze de belangen, zeker. Je zou bijna kunnen zeggen dat ze de enigen zijn die een Nicaragua kunnen representeren waarin het het waard is te leven, revolutionair, en verschillend. Maar de vorm van bestuur van het frente, wanneer ze het bestuur hadden, de manier van zich onafhankelijk te gedragen, of ze wel of niet de belangen van het Nicaraguaanse volk vertegenwoordigen, was niet levensvatbaar. Het bracht een verschrikkelijke oorlog, met een ongelooflijk verlies voor het land. Uiteindelijk verloren we de verkiezingen.

 

Bent u van mening dat het FSLN nog in staat is zijn boodschap over te brengen naar de bevolking toe?

 

Ik geloof van wel. Ik denk dat ze dat nog perfect kan en dat ze een versterkte component heeft, ook ideologisch gezien. Het frente is duidelijker vandaag dan gisteren in wat ze wil doen. Ze zijn gevorderd.

 

En denkt u dat hun boodschap nog actueel is?

 

Ze hebben de boodschap steeds geactualiseerd. Het frente is, intellectueel gezien, bezig geweest met zijn boodschap te actualiseren. Zo komt het dat ze erin geslaagd zijn een 40% van de stemmen van de bevolking te behouden.

 

Waarom denkt u dat het FSLN de macht heeft verloren? Wat waren de belangrijkste oorzaken?

 

Er zijn verschillende oorzaken, het is niet zo een gemakkelijke zaak. Onder deze oorzaken zitten de grote fouten die ze begingen, waarover we het eerder reeds hadden. De oorlog bracht de bevolking veel te veel doden, het bracht ze onzekerheid en bedreigde het overleven van de grote massa’s zelf. Er was de confrontatie met de Verenigde Staten, een wereldmacht, die steeds meer een unipolaire macht werd en sterker werd. Nu is dat nog zo: ze zijn nooit zo sterk geweest als vandaag. De VS ondernam een actie tegen de staat. Ze heeft, in alle facetten van de jaren negentig en ervoor, een veel te harde confrontatie gevoerd tegen Nicaragua. Dus hadden de verkiezingen plaats in het nadeel van het frente. Een nadeel dat voortkwam uit de fouten uit het verleden, samen met een te harde retoriek en een zeer gecompliceerde interne situatie, het feit dat de VS tegen de sandinisten was. Dit is tegenwoordig enkel sterker geworden, met de mensen die deel uitmaken van de administratie van Bush en de mensen die op een manier de Noord-Amerikaanse politiek beïnvloeden. In die zin zijn de verkiezingen geraakt door deze realiteit.

Ik zeg niet dat het enkel dit was, maar dat was een van de belangrijkste oorzaken.

 

Wat zijn volgens u de belangrijkste veranderingen die het FSLN heeft begaan?

 

Het is bezig geweest met zich te moderniseren: ze heeft zich geactualiseerd, aangepast aan de nieuwe tijden, en haar lidmaatschap is meer geopend dan ervoor. De militanten bijvoorbeeld zijn talrijker, wat je ziet in de congressen. Dit heeft de richting van het frente veranderd, het is breder geworden. Deze situatie zorgde ook voor de alliantie met de convergentie, met andere partijen, wat toch al een attitude is. Het idee dat het frente deze capaciteit heeft zich te openen, zonder dat ze zich naar binnen toe vernietigen, wijst erop dat ze zich geactualiseerd heeft, of in het proces is van dat te doen.

 

Er wordt vaak gezegd dat er een gebrek is aan interne democratie in het FSLN. Wat is uw mening daarover?

 

Mijn mening is dat, als je het op een academische manier beschouwt, dat die interne democratie er wel is, want er is een zeer sterke leider. Het was een sterke leider vanaf het eerste moment tot de dag van vandaag, al 25 jaar. Het is een lange geschiedenis, en heeft een lange voorgeschiedenis. Dat heeft hem gemaakt tot een man met een enorm gewicht binnen het frente. Zijn macht binnen het frente is bijna zijn eigen zwakte, want hij heeft zo een groot belang en zo een betekenis, als element van gewicht en cohesie in het frente sandinista, dat op het zelfde moment dit gegeven hem caudillistisch maakt. En het feit dat dit hem caudillistisch maakt, zorgt ervoor dat zijn eigen sterkte zijn eigen zwakte is. Als ze dit probleem oplossen, het frente openen zonder dat dit betekent dat ze verzwakt en ontwricht geraakt, denk ik dat het mogelijk is dat ze vooruitgang maakt.

 

Welke zijn de uitdagingen vandaag waarvoor het frente staat?

 

Er is, zoals ik net vermeldde, een belangrijke interne uitdaging op dit moment. Er is een strijd, al meer dan twintig jaar, tegen de corruptie van de top, ook bij enkelen die jonger zijn. En dit is een interne tegenstelling, die bestaat in alle organisaties. Daar tegen moet worden gereageerd.

Een andere uitdaging is het zich harmoniseren met de Verenigde Staten op een intelligente en flexibele manier, zeker nu die de laatste jaren een harde politiek volgt, nog veel meer na elf september. Als ze zich niet harmoniseren met de Verenigde Staten, zullen ze een permanente tegenstelling hebben tegen hen, op een totale wijze. En in de mate dat het frente zich opent en er in slaagt de druk te overwinnen, en haar positie te flexibiliseren en harmoniseren ten opzichte van de Verenigde Staten, in die mate zal het zich als partij veel versterken. Als ze er niet in slaagt, denk ik dat dat een handicap is.

 

Dankjewel voor de medewerking!

 

 

Interview 6, woensdag 16/03/2005 17u, Ciudad Sandino

Burgemeester Reynaldo Raymundo Flores Genet

 

Reynaldo is militant van het FSLN sinds 1973. In de jaren tachtig werkte hij voor het ministerie van binnenlandse zaken. Vorig jaar werd hij verkozen tot burgemeester van Ciudad Sandino en dat is nog steeds zijn huidig ambt.

 

Welke is en welke was uw relatie met het FSLN?

 

Ik ben militant van het frente sandinista sinds 1973. Op een bepaalde manier was ik betrokken bij de strijd tegen Somoza. Daarna werkte ik met de sandinisten samen in de regering. Ik was lid van het ministerie van binnenlandse zaken en vanaf 2000 was ik secretaris van de organisatie van het FSLN op het niveau van de gemeente Ciudad Sandino. In 2002 werd ik verkozen tot politiek secretaris van de gemeente Ciudad Sandino. Tegenwoordig ben ik militant van het frente sandinista, lid van het departement. Tussen het FSLN en de burgemeester is er een relatie van hulp. Mijn verantwoordelijkheid als burgemeester is de ontwikkeling van de gemeente, de gelijkheid, de administratie van de gemeente.

Het FSLN leerde mij het sociale evenwicht: dat allen arm zijn, los van politiek of religieus kleur. Ik moet een antwoord geven aan allen, onafhankelijk van sociaal niveau.

 

Gelooft u dat het FSLN vandaag de belangen van het volk vertegenwoordigt?

 

Er zijn veranderingen, en vandaag hebben we het daar uitgebreid over gehad binnen het FSLN. Natuurlijk, ervoor was het frente sandinista een volksopstand. Er was euforie voor de revolutionaire triomf. Vandaag handelt het frente met een grotere rijpheid, met meer verstand. Er was een moment dat het frente sandinista zich vertegenwoordiger voelde. Vandaag zoekt het FSLN het leiderschap van de Nicaraguanen, niet enkel van de sandinisten. Dus blijft ze steeds de belangen van de volksklasse vertegenwoordigen, met een zo groot mogelijke sociale gelijkheid.

 

Wat zijn volgens u de belangrijkste uitdagingen voor het frente sandinista vandaag?

 

Op de eerste plaats moet ze het vertrouwen van haar basis terugwinnen, want het volk hielp mee aan de triomf van de sandinisten. Het frente vervulde veel van zijn beloftes, zoals de alfabetisering en de verdeling van de gronden, volgens de principes van Sandino. Vandaag is het de uitdaging in de nationale regering te komen met een gevoel in vrede te regeren en met een ander meer vooruitstrevend model. Dit vanuit het standpunt dat in dit land de politieke confrontaties zoals in de jaren tachtig voorbij zijn. Vandaag is er een democratische participatie in alle democratische organisaties die in dit land bestaan. Er is een manier van regeren met respect en sociaal evenwicht, fundamenteel om een project te brengen die alle Nicaraguaanse burgers ten goede komt. In de jaren tachtig werden de eigendommen van een aantal personen geconfisqueerd omdat het frente de noodzaak zag om dit te doen. Dat is de geschiedenis.

Dus de uitdaging voor het FSLN vandaag is de nationale macht te verkrijgen.

 

Welke zijn volgens u de belangrijkste veranderingen die het FSLN heeft doorgemaakt?

 

Het frente sandinista behield tot aan zijn nederlaag in 1990 een nogal gesloten positie, met een gesloten lidmaatschap. Van 1990 tot nu heeft het frente sandinista een opening gekend. Een aantal beginselen van de statuten van het FSLN zijn veranderd vanuit het standpunt dat je om lid te zijn van het frente sandinista geen productiemiddelen mocht bezitten. Je kon dus geen bedrijf hebben. Toch staat het frente sandinista vandaag toe dat gelijk welke burger, los van zijn economische of religieuze situatie, lid mag zijn van het frente sandinista, als hij de beginselen respecteert. Dit is een belangrijke verandering. Gelijk welke ondernemer kan lid worden van het frente sandinista.

 

En vindt u dit een positieve verandering?

 

Het is belangrijk omdat het een opening is, er is een bredere participatie.

 

Waarom denkt u dat het FSLN in 1990 de macht is verloren?

 

Wel, er was een harde strijd tegen een van de sterkste machten van de wereld. Deze probeerde Nicaragua economisch, politiek en militair onderuit te halen. Men kon Nicaragua niet direct aanvallen omdat er ook een andere macht bestond, de Sovjet Unie. Ze moesten Nicaragua dus aanvallen via andere mensen. In de jaren negentig werd deze macht vernietigd.

Enkelen probeerden elkaar toen te helpen. Vandaag is er geen tegenmacht. Vandaag is de mensheid in handen van een grote macht en staat ze in teken van zijn belangen. De wereld is op dit moment unipolair.

Dit verzwakte Nicaragua: een militaire agressie tegen de Verenigde Staten kon er nooit een gevaar voor zijn. Ze kon nooit een militaire concurrent zijn. Wel een politieke en ideologische: de ideologische beginselen van de sandinisten kunnen ze niet weggooien of uitmoorden.

In 1990 aangekomen was er een economische boykot en was er oorlog, wat het land vernietigde. De sandinisten en de bevolking van Nicaragua wilden geen oorlog meer, maar wilden vrede. Het frente sandinista onderworp zich aan verkiezingen, wetend hoeveel de burgerij versterkte, economisch en politiek gezien omwille van de hulp van de Verenigde Staten. Deze zou het onmogelijke doen om te winnen. Toch was het beter zich te onderwerpen aan de uitdaging dan voort te gaan met de economische blokkering in het land die het volk uitmoordde. De burgers stemden dus tegen omdat ze de oorlog niet wilden, niet omdat ze het frente sandinista niet wilden. De sandinisten hebben een reële macht, daarom zijn wij hier. En daarom ben ik burgemeester van deze gemeente.

 

Waarom denkt u dat ze de macht nog niet hebben kunnen terugwinnen? Waarom verloren ze ook de volgende verkiezingen?

 

Wel, in de eerste plaats, zoals commandant Fidel Castro het zei, “wanneer de boot zinkt, komen de ratten bovendrijven”. In 1980 waren velen sandinist ‘tussen haakjes’, sandinist omdat ze bevoordeeld werden door de sandinistische regering. Eens het frente niet meer aan de macht was en er niets was, economisch gezien, dat ze hen kon bieden, begonnen velen te zeggen dat ze iets anders waren geweest, of dat ze per toeval sandinist waren geweest. Dat beïnvloedt de publieke opinie psychologisch en het frente verloor de macht. Een deel van dezelfde mensen die deel waren van het frente sandinista, voelden aan dat de ideologische strijd van de sandinisten niet ging om de ondernemers van dit land te bevoordelen. Velen dachten dat dit de kans was om ondernemer te worden. Zodoende konden ze niet denken in de sociale klassen, enkel maar in hun eigen belangen. Dit is een uitdaging die de sandinisten hebben: strijden tegen de eigen ondeugden van hun eigen lidmaatschap. Voortgaan met la lucha (strijd), maar omdat die ideologisch gezien begonnen is voor de armste klassen van dit land, niet voor de burgerij en niet voor de ondernemers.

 

Gelooft u dat de boodschap van het frente nog steeds actueel is?

 

De boodschap van het frente is gevorderd, gedemocratiseerd. De beginselen van het frente zijn democratisch, maar er was ook het idee dat we de baas waren van Nicaragua. Er zijn ook andere burgers die geen sandinist zijn en die niet denken zoals de sandinisten. Toch zijn het Nicaraguanen en moeten ze gehoord worden, omdat ze ook hun rechten hebben als burgers van dit land. De vooruitgang van het frente sandinista is participatie bieden, luisteren naar deze burgers, die ook hun rechten hebben. We kunnen niet gewoon onze filosofie opleggen, maar moeten ook andere filosofieën respecteren in dit land.

 

Bedankt voor het interview!

 

 

Interview 7, donderdag 17/03/2005 8u, Managua

Javier Chamorro, Managua

 

Javier Chamorro was jaren militant van het FSLN, en voerde in de jaren tachtig de functie van vice-minister uit. Hij is geen lid meer van het FSLN, maar wel van la Convergencia.

Welke was u relatie met het FSLN?

 

Ik was militant van het frente sandinista vanaf de jaren van de revolutie. Ik werkte een tijd bij de buitenlandse dienst, was gedurende vijf jaar ambassadeur in de Dominicaanse Republiek en in Costa Rica. De laatste vijf jaar dat we in de regering zaten, was ik vice-minister van de republiek. De relaties met West-Europa was een van de zaken waar ik verantwoordelijk voor was.

 

En welke is uw huidige relatie met het frente?

 

Ik blijf in mijn hart sandinist. Ik ben niet geïntegreerd in de partij omwille van meerdere redenen. Op een bepaald moment, wanneer we de verkiezingen in 1990 verloren, trok ik me terug uit de politiek. Toen maakte ik deel uit van een beweging met de naam ‘movimiento por un voto de confianza[2]’.  Die is op zijn beurt deel van de alliantie die nu gekend is als de ‘Convergencia Nacional[3]’, met het frente sandinista als meerderheidspartij, een groep genaamd ‘Unidad Democrata Cristiana[4]’, een conservatieve beweging, een groep van onafhankelijke liberalen, een evangelistische partij, enzovoort. Het is een alliantie die we al vier jaar hebben en op een serieuze manier zijn beginnen opbouwen met een verkiezingsgerichte visie, of een strategische visie. Het uitgangspunt is dat dit land vooruit moet, weg van de vele politieke, economische en sociale problemen waar het voor staat. Daarvoor is er een eenheid van velen nodig. De oplossing ligt niet in de handen van één enkele partij, maar in de eenheid van meerdere partijen, verschillende personen en verschillende bewegingen. Dit is het fundamentele doel van de ‘Convergencia Nacional’.

 

Hebt u zich dan verwijderd van het FSLN?

 

Neen, ik ben doorheen de Convergentie in permanente communicatie met het FSLN.

 

Gelooft u dat het FSLN vandaag de dag nog de belangen van het volk vertegenwoordigt?

 

Ik denk echt van wel, zeker. De waarheid is dat het frente ontstaan is uit de noodzaak antwoord te bieden aan de belangen van het volk, van de grote onbeschermde massa. In de eerste jaren na de triomf, in de tijd van de revolutie, was het hoofddoel deze volksmassa. Omwille van redenen die veel tijd nodig hebben om ze te analyseren, lukte het niet om het in zijn geheel te realiseren. Maar allemaal waren we jong, en zeer romantisch. We geloofden in het revolutionaire concept, we geloofden in de constructie van de nieuwe burger, in een meer egalitaire maatschappij in Nicaragua. Dat was niet mogelijk door de oorlog van de VS waarmee we af moesten rekenen. Fouten die langs de weg begaan werden, ontstonden uit het gebrek aan ervaring in het regeren. Maar, zeker, ook al hebben we verloren, nog steeds is het volk het hoofdbelang van het frente en van de basis die hen ondersteunt.

 

Veel mensen zeggen dat na de verkiezingen veel sandinisten bedrijfs-leiders geworden zijn, vertegenwoor-digen ook zij de bevolking dan?

 

De absolute waarheid bestaat niet. Het kan zijn dat enkelen onderweg ondernemer zijn geworden, maar de grote meerderheid van het sandinisme ging, na de verkiezingsnederlaag van 1990, over in harde armoede. De taksen gingen onder de sandinistische regering naar het gratis onderwijs, gezondheid, de mogelijkheid om het minimum te kopen... Dit alles verdween, van de ene op de andere dag. Dit blijft het grootste deel van het sandinisme. Ikzelf was ondernemer voor ik toetrad tot het frente en wanneer de revolutie voorbij was na het verlies van de verkiezingen, had ik slecht driehonderd dollar over, naast het feit dat ik de productiefste jaren van mijn leven verloren was. Dus het stigma dat de sandinisten ondernemers zijn geworden en dat ze nu miljonairs zijn, dat is vals. De mensen zeggen dat om te leven, om aan politiek te doen. In de actuele situatie is de concentratie van kapitaal zelfs nog groter dan in de tijd van Somoza, door toedoen van rechts. De sandinisten moeten ook overleven, en daarom moeten ze zaken doen, ondernemer worden, klein, middelmaat of groot, volgens de mogelijkheden.

 

Waarom denk jij dat het FSLN de macht is verloren in 1990?

 

We doorstonden een zeer harde tijd in de tien jaar van de revolutie. Tijdens de revolutie was er veel romanticisme, veel verwezenlijkingen: gratis onderwijs -we haalden het cijfer van analfabetisme naar beneden van 70% tot 13% door de kruistocht van alfabetisatie die jongeren zoals jij uitvoerden en die herkend werd door het UNESCO- gratis gezondheidsvoorzieningen, verdeling van de gronden, enzovoort. Dit waren de grote verwezenlijkingen van de revolutie. Maar de Verenigde Staten hebben ons altijd als hun vijand beschouwd. Ze hadden angst dat het voorbeeld van de sandinistische revolutie zich zou verspreiden in Centraal-Amerika. En geopolitiek gezien was de wereld bipolair verdeeld, met aan de ene kant de Verenigde Staten en aan de andere kant de Sovjet Unie. Centraal-Amerika is altijd een integraal deel geweest van de invloedssfeer van de Verenigde Staten. Dus werd het voorbeeld van de sandinistische revolutie in Nicaragua als gevaarlijk gezien voor hun belangen. Ze zetten een oorlog in, een zeer wrede, die dit volk veel bloed heeft gekost. Jongeren als jij werden in de legerdienst opgenomen en keerden als lijken in zakken terug. Daarna was de economische situatie extreem hard, want alles werd ingezet voor de verdediging van het land en van de revolutie. Dus in 1990, toen Violeta kandidaat was voor de rechtse krachten, had het volk grote verwachtingen. Ze rekenden erop dat de oorlog over zou gaan en dat dit een grote verandering zou betekenen voor hun individuele economische situatie, omdat de VS zou helpen. Uiteindelijk was de oorlog wel gedaan, wat een grote vooruitgang was. De hulp kwam echter niet op de verwachte manier. Het volk is op dit moment, in 2005, veel armer dan in de jaren 80. Het cijfer van analfabetisme is weer gestegen tot 40% en er is een enorme werkloosheid.

 

Welke zijn volgens u de grootste uitdagingen waar het FSLN voor staat?

 

Er is tegenwoordig één grote uitdaging voor de revolutie: aan de macht komen. Niet zomaar om de macht, om te zeggen tegen de andere ‘nu is het aan mij om te regeren’, maar om vooruit te geraken in deze internationale conjunctuur. Die is helemaal anders is dan vroeger, toen je rekening moest houden met het IMF en de Wereldband, je je moest confronteren met een unipolaire wereld, en waarin de Verenigde Staten de macht hadden. De grote uitdaging is de macht te nemen om de toestand van werkloosheid te verbeteren, om de bevolking opnieuw de toegang te geven tot gezondheidsvoorzieningen en onderwijs, om te volbrengen waar we niet helemaal in geslaagd zijn in de jaren tachtig. Dit is de uitdaging. Om dit te bereiken worden we uitgedaagd door de Verenigde Staten. Jammer genoeg staat dit land vanaf zijn onafhankelijkheid al onder de invloedssfeer van de VS. Hier hebben we doorheen de geschiedenis veel interventies gehad van de Verenigde Staten. Ze heeft presidenten ingesteld en nationalistische leiders, zoals Sandino die tegen hun invloed ingingen, vermoord. Dit heeft ook de sandinistische revolutie getekend. Ze is tegenwoordig aan het werken om te verhinderen dat het frente de volgende verkiezingen zou winnen. Ze weet dat er een grote mogelijkheid is dat het frente en de convergentie de volgende verkiezingen winnen en dus werken ze aan de kant van de rechtse partijen. Ze zoeken een manier om het frente te verdelen. De uitdaging is om dit te overwinnen.

 

Welke ziet u als de belangrijkste veranderingen die het FSLN heeft ondergaan tot nu toe?

 

Het frente ontstond als een politiek-militaire organisatie, gevormd door jongeren die een beter Nicaragua wilden. Ze wilden breken met de somocistische dictatuur, die opgelegd was door de Verenigde Staten. In de tijd van de revolutie, in de jaren tachtig, was het niet mogelijk en niet noodzakelijk door onze schuld, maar omwille van de oorlog. Ik denk dat het belangrijkste is dat het frente nu heeft getoond dat ze zich verbreed en geopend heeft door allianties te maken met partijen en meerdere persoonlijkheden, op zo een manier zoals nooit iemand dat gedaan heeft in Nicaragua. Niet de conservatieven in hun geschiedenis, niet de liberalen in hun geschiedenis, niemand. Die alliantie heeft als doel een natie op te bouwen om de miserie waarin we leven weg te werken. Zo zouden we niet moeten bedelen op internationaal niveau. Ik denk dat deze opening de belangrijkste verwezenlijking is van de laatste jaren van het frente. Dit was er omwille van Daniel Ortega. Zonder reële alliantie kunnen we geen veranderingen bereiken in de toekomst.

 

Wat denkt u van de kandidatuur van Daniel Ortega voor de volgende verkiezingen?

 

Ons belangrijkste postulaat van de Nationale Convergentie is dat elke beweging, elke partij zijn eigen identiteit behoudt. Wij, als partij, in een alliantie met het frente sandinista, liberaal, conservatief of sociaal-christelijk, kunnen hen ons criterium van intern verkiezingen houden niet opleggen. Het is een soevereine beslissing. Ik zou ook niet naar de sociaalchristenen kunnen stappen en zeggen ‘jullie moeten die kandidaat voorstellen of verkiezen’. Dat is soevereiniteit. En eens zij hun beslissing nemen, met hun hoogste autoriteit, kunnen wij enkel akkoord gaan met die beslissing en met hen voortgaan in de toekomst voor ons project van natie.

En er is nog iets. Hier wordt er veel gezocht naar een manier om het frente sandinista aan te vallen. Velen zeggen dat het frente antidemocratisch is omdat het geen voorverkiezingen organiseerde om zijn kandidaat, Daniel Ortega, te verkiezen. Dat is niet correct. Ik zou elke politicus uit Nicaragua en uit vele landen willen vragen dat ze mij zeggen sinds wanneer de democratie gebeurd door middel van het organiseren van voorverkiezingen. Ik kan democraat zijn en de kandidaat verkiezen van mijn partij, omdat de hoogste instantie van de partij het congres is. In dit geval is het sandinistische congres samengesteld uit, bij benadering, zevenhonderd militanten die representatief zijn voor het geheel, omdat zij de beslissingen nemen. Mijn familie is van de conservatieve partij. Ze was stichter van de conservatieve partij. Ik was nooit geïntegreerd in het conservatisme. Ik was altijd bij het frente. Maar ik zag in verschillende conservatieve congressen hoe zij hun kandidaat verkozen. Ze deden dat volgens hun eigen statuten en hielden geen voorverkiezingen. Dat is een afspraak: de congresleden beslissen welke kandidaat hen het beste past. Zo werd die verkozen en zo blijft die verkozen worden. De eerste partij die voorverkiezingen hield in Nicaragua was het FSLN. Ze deed dat bij de vorige verkiezingen. Eenmaal een partij beslist gene te houden, wil dat niet zeggen dat ze antidemocratisch is. Het is een soevereine beslissing. Dit doet niets af of voegt niets toe aan het concept democratie.

 

Bedankt!

 

 

Interview 8, donderdag 17/03/2005, 12u30, Managua

Antenor Ferrey Pernudi, Managua

 

Antenor Ferrey is al militant van het FSLN sinds de jaren zeventig. In de revolutie was hij commandant in de regio van de Rio San Juan, in het zuiden. Sindsdien had hij meerdere functies binnen de partij. Tegenwoordig werkt hij voor de burgemeester van Managua, als verantwoordelijke van het vierde district. Bij de vorige verkiezingen leidde hij de campagne voor het FSLN aan de Rio San Juan.

 

Welke is en welke was uw relatie met het frente sandinista?

 

Wel, ik integreerde mezelf in de Sandinistische partij in 1974 of 1975 als een soort van koerier en medewerker tussen Costa Rica en Nicaragua omdat ik toen aan de Rio San Juan woonde. Ik werd gecontacteerd door Jaimee Weelock, die toen commandant was in de revolutie. Hij vroeg ons wapens te kopen in Costa Rica en ze naar Nicaragua te brengen, naar de verschillende zones van het departement van Caraso. Ik bracht ook wapens naar personeel van de sandinisten, bovenal naar leden van la Dirección Nacional van het frente: aan Mares, Humberto Ortega, Daniel, Eduardo Contrera, Jaimee Weelock, Carion. Zij bewogen zich ook tussen Nicaragua en Costa Rica.

 

En tegenwoordig?

 

Ik werd al iets meer dertig jaar voor het frente. Gedurende de revolutie had ik verschillende functies in de verschillende sectoren van de publieke diensten. Nu ben ik nog steeds militant van het frente, van de tweede lichting van het frente sandinista. Van de eerste lichting zijn er veel gestorven in de revolutie, namelijk mensen die werkten binnen de guerrilla. Ik blijf dus bij het frente en ik behoud mij in deze hoedanigheid. Ik werk nu al vier en een half jaar bij de burgemeester van Managua, eerst bij Herty Lewites en nu bij Nicho.

 

Welke zie je als de belangrijkste uitdagingen waar het FSLN vandaag voor staat?

 

Het zijn duidelijke en open uitdagingen met een moeilijke oplossing. De armoede is hardnekkig in Nicaragua. Ze bestrijden in zijn verschillende opzichten is een moeilijke opgave, zeker nu alles geglobaliseerd is. De economie is hier onderdrukt. Het is een economie zonder industrie. Enkel de maquilas[5] zijn er als industrie. Ze verkopen enkel de arbeidskracht; de grondstoffen worden omgezet en keren terug naar de landen met de welke de werkcontracten zijn gemaakt.

De agrarische hervorming bleef beschouwd door de gezanten van het frente sandinista als een goede hervorming. De verdeling van de aarde en de instructie van latifundia die in het land bestonden, werden slechts gedeeltelijks vervuld. We bleven beknot achter. De oorlog verhinderde ons de hervorming vanuit verschillende hoeken uit te bouwen. We vervulden enkel de verdeling van de gronden, niet van de infrastructuur, enzovoort.

Na 1990 werd de hervorming ongedaan gemaakt. De kredieten die de kleine en de middelmatige producenten bevoordeelden werden ingekort. De kredieten voor de handel werden, zowel informeel als formeel, geopend.

Herverdelen en werk verrichten tegen de armoede is zeer moeilijk in de actuele omstandigheden. Het is moeilijk een lijn te ontwikkelen die de allerarmsten ten goede komt. Zowel in het leven, in de gezondheidssector als in het ontwikkelen van het basis-, secundair en universitair onderwijs, dat opnieuw gratis wordt.

 

Denk je dat het FSLN nog steeds de belangen van het volk vertegenwoor-digt?

 

Ik denk dat het grootste deel van de stemmen voor het frente van de armen komt. Zij vertegenwoordigen één miljoen stemmen. De stemmen die we niet kunnen krijgen, zijn voornamelijk die van de middenklasse. Dat is een determinerend deel van de stemmen. Zij geloven, verkeerdelijk, dat ze met het neoliberalisme hun ambities heroveren. Dat is niet zo. Het neoliberalisme is gebouwd op de globalisering en die verarmd het land.

 

Denkt u dat het FSLN nog in staat is om zijn boodschap uit te leggen aan het volk?

 

Ja, maar het frente sandinista is veranderd omdat de wereld is veranderd. Het frente sandinista was niet hetzelfde in de strijd van bevrijding tegen de somocistische dictatuur als op het moment van de triomf of als de elf jaar erna dat het de macht had.

De wereld is veranderd. Er is nu een unipolaire wereld. Er bestaat hier een unipolair systeem. Een lijn creëren die een horizon opent in die zin moet een boodschap en een inhoud hebben die de arme klasse overtuigt. De mensen van het frente zijn er nog steeds van overtuigd dat de maatschappij omgevormd moet worden en dat de armen de mogelijkheid moeten hebben om te werken en dat er werk moet gecreëerd worden.

 

Waarom, denkt u, heeft het FSLN de macht verloren in 1990?

 

Dat was een uitloper van de koude oorlog. Die bestond tussen wat het Oost-Europese blok was en Amerika en de Caraïben, Cuba en Nicaragua. Die confrontatie was er dus. De Verenigde Staten rekenden met ons af door middel van verschillende maatregelen. Daardoor linkten wij ons aan landen die doelen nastreefden waarmee wij ons wilden identificeren: het land veranderen met een andere economische spil. De Verenigde Staten stopte de hulp naar ons. Die verzag ons in de basismaterialen zoals olie, bloem, enzovoort. Er was dus een totale economische blokkering. Zelfs als ze het zou gewild hebben, zou de Nationale Leiding niet gereisd kunnen hebben naar de Verenigde Staten. We moesten ons dus bevoorraden vanuit een netwerk van Panama en andere landen. Ze sloten ons alle wegen af. Ook creëerden ze de contrabeweging die in verzet ging. De contra’s waren dus werkelijk gemaakt door de Verenigde Staten om te vechten tegen de sandinistische revolutie binnen wat de oorlog van Baja Intensidad[6]genoemd werd.

 

Waarom denkt u dat ze de macht nog niet heeft kunnen herwinnen?

 

De wereld is veranderd. Er zijn andere spelregels. De neoliberale boodschap werd gevoed en bemoedigd door onze regering. Maar het belangrijkste was de corruptie. Er bestaat een ontevredenheid van de armen en van het volk in het algemeen over die neoliberale boodschap. Voor ons is het een moeilijk moment om stemmen te vangen wanneer er buitenlandse interesse bestaat naar wat we vroeger vertegenwoordigden. Ze praten dus nog over die donkere nacht van het sandinisme: er was een burgeroorlog, waarin het zeer moeilijk was voor een regering om zich te handhaven.

 

Heeft het iets te zien met het feit dat vele sandinisten zich omvormden tot ondernemers na de nederlaag?

 

Wel, enkele leden van het frente sandinista hebben daar gebruik van gemaakt, maar niet allen. Een zeer kleine groep profiteerde van de wetten die gemaakt werden op het einde van de revolutie. Ze verrijkten zich op basis van de wet 85 en 86. Later waren er onderhandelingen met de nieuwe regering, waarin verschillende leiders voorkwamen van de asociación de trabajadores del campo[7] en van de sandinistische arbeiders. Zij namen de mandaten op. De goederen die bedoeld waren om onder de massa te verdelen namen zij op. Ze legden er beslag op en profiteerden ervan. Deze mensen hebben zich dus wat verrijkt.

 

Wat denk je van de kandidatuur van Daniel Ortega voor de volgende verkiezingen? Er worden dit jaar geen voorverkiezingen georganiseerd. Wijst dat op een gebrek aan interne democratie binnen de partij?

 

Wel, dat valt nog steeds te zien. We zijn nog steeds twee jaar van de verkiezingen af. Er zijn veel dingen die nog kunnen voorvallen. Het FSLN heeft op het congres van 5 en 6 maart in Matagalpa de commandante Daniel Ortega als kandidaat uitgeroepen. Ik denk persoonlijk dat dit misschien een beetje overroepen is. Ik denk persoonlijk dat Daniel de voorver-kiezingen zou winnen als er zouden worden gehouden. De basis staat werkelijk achter Daniel. Ik heb er uitgebreid met mijn vrienden over gediscussieerd. Wij zouden de voorverkiezingen goed vinden, omdat deze als middel voor de interne democratie beschouwd. We zijn de enige partij in Nicaragua die ze ooit georganiseerd heeft. Andere partijen kiezen hun kandidaat door middel van vriendjespolitiek en conventies. Voor het FSLN gebeuren de conventies via het congres. Dit jaar deed het FSLN het zoals de PLC: in het congres. Maar nogmaals, ik denk dat, als er voorverkiezingen zouden worden gehouden, Daniel ze zou winnen.

 

Denkt u niet dat Daniel zijn rol binnen het FSLN te groot is? Hij wordt in de kranten vergeleken met een caudillo.

 

De media hier gebruiken woorden. Een caudillo is iemand die de macht heeft, en dus de  mogelijkheid om de interne situatie van het land te veranderen. Daniel kan noch de interne nog de externe situatie veranderen. Hij deelt de macht in de oppositie, maar caudillo is geen juist woord. Hij is leider van een partij die al gedurende lange tijd stand houdt. Nicaragua kende veel caudillo's, zoals Somoza bijvoorbeeld. Die was dictator. Ook Miliano Chamorro, die leider was van de conservatieve partij en de macht had, was een caudillo. Daniel is een sterke leider geloof ik, binnen de Sandinistische Partij en binnen Nicaragua.

 

Dankjewel voor je medewerking!

 

 

Interview 9, vrijdag 18/03/05, Managua

Emmet Lang S., uit Managua

 

Emmet Lang trad reeds in 1968 toe tot het FSLN. Hij vervulde verschillende mandaten, onder andere in het leger, en hij was minister tijdens het sandinistische bewind. Daarna werd hij Vice-president van de Consejo Surpremo Electoral, wat wijst op de sandinistische invloed binnen de Nicaraguaanse instituties.

 

Welke is en welke was uw relatie met het Frente Sandinista?

 

Ik trad toe tot het frente sandinista in toen ik nog zeer jong was, 1968. Toen was er het bewind van Somoza. Er was een ongelooflijke politieke, sociale en economische ontevredenheid in Nicaragua, een grote accumulatie van gronden, een totale onrechtvaardigheid. Het was dus een moeilijke toestand onder de dictatuur die er al dertig, veertig jaar was. Jongeren hadden zich verbonden aan de nieuwe katholieke kerk en aan de sociale conjunctuur. Het frente sandinista vertegenwoordigde de integriteit, de justitie en het gevoel van het Nicaraguaanse volk. Ze deden een werk dat voornamelijk organisatief was. Het frente ontstond in 1963. Er was een grote anticommunistische campagne tegen  de dictatuur. We voerden een anti-imperialistische strijd in heel Nicaragua. Het volk was compleet gedesinformeerd. In de beginnende strijd lag de nadruk van de opstand in het platteland, eerder dan in de stad. De strategie was een leger te vormen in de bergen. Ik had de ervaring in de guerrilla van Pancazon, een zone in het noorden van Nicaragua. We organiseerden een guerrilla in Sinica, een regio in Matagalpa. We hadden hier voor dingen nodig.

 

Wat was uw rol?

 

Wel, ik was een soldaat. Toen was de vader van het verzet nog maar pas gestorven, van het frente sandinista, Julio Butrado. Hij was de leider van het stedelijke verzet. Op 15 januari 1977 drongen ze zijn huis binnen, waar hij alleen was. Hij verzette zich de hele dag. Het werd gevolgd op de radio en op de televisie. Voor ons was het een belangrijke gebeurtenis, het toonde het de waarde van de voortvarendheid. De guardia zelf slaagde er niet in om hem levend te vangen. Dus zetten ze tanks in tegen een persoon.

Ik maakte deel uit van een eskader van de strijd. Ik werkte in bij de organisatie om economische middelen te verwerven.

 

Wat is uw rol nu, hoe is dat veranderd door de tijd?

 

Na de triomf ging ik naar het leger. Ik was tweede chef van de volksmilities, organisaties van het volk. Daarna was ik respectievelijk personeelschef, chef van de logistiek en chef van de luchtmacht van het Ejército Popular Sandinista[8]. Omwille van gezondheidsproblemen moest ik ermee ophouden. Daarna was ik voor tien jaar minister van sport en president van het Nicaraguaanse olympisch comité. In 1990 ging ik werken voor het frente sandinista als politiek secretaris voor Managua. Ik was de verantwoordelijke van Managua gedurende acht jaar. Daarna ging ik naar de electorale magistratuur. In 1996 was ik chef van de campagne van het FSLN. Daarna ging ik over naar de magistratuur. Nu werd ik voor een periode van vijf jaar verkozen voor de electorale magistratuur. Dit waren zo min of meer mijn functies.

 

Gelooft u dat het FSLN tegenwoordig nog de belangen van het volk vertegenwoordigt?

 

Natuurlijk. Wij hebben de zaak van het volk verdedigd, van de mensen zonder stem. Vele malen hebben we het volk op deze manier vertegenwoordigd. Daarbij dachten we oorspronkelijk niet aan stemmen. Want niet alle sociale bewegingen denken aan stemmen. Tijdens de regering van Violeta wou rechts het frente sandinista doen verdwijnen, ook al hadden we veertig procent van de stemmen. Het frente streed voor de ruimte die het sandinisme had ingenomen, in alle sectoren. Dit mondde uit in gevechten op straat. Nicaragua lag zo goed als stil, met de arbeidersstakingen.

Het FSLN heeft geantwoord op de noodzaken. Dus is het FSLN min of meer tegemoetgekomen aan de nieuwe noodzaken van de sociale bewegingen. We werden beschuldigd en onteerd door de media en door rechts. Nu hebben we de verkiezingen van november 2004 zo goed als gewonnen. We gingen van 40 burgemeesters naar 87. We hebben dus bijna 76 procent van de burgemeesters. De arme bevolking, die de meerderheid uitmaakt, zag zich vertegenwoordigd door het frente. Het vond er zijn adempauze, bescherming en steun in de strijd voor de rechten van het volk.

 

Welke zijn volgens u de belangrijkste oorzaken van het machtsverlies in 1990?

 

De oorlog. Die was vreselijk in Nicaragua. Er was een totale confrontatie, georganiseerd door de Verenigde Staten. De senaat van de VS keurde ze goed en hielp ze. Zo ontstond het leger van de contrarevolutie met alle mogelijkheden en middelen en met basissen in Honduras en in Costa Rica. Op dat moment was de slijtage voor de revolutie bijna onbetaalbaar. Jullie Europeanen kennen het probleem van de oorlog, jullie weten wat de bronnen van de macht inhouden. Zo is er nu ook de oorlog in Irak. De essentie van het imperialisme van het noorden is een land binnen te vallen, Nicaragua in dit geval, zonder motief of met een vals motief. Aan de andere kant pronken ze met de mensenrechten. Ze nemen mensen gevangen zonder enig recht op verdedigen en zonder een juist en correct proces. Dit was precies wat wij in Nicaragua hadden. Hier in Nicaragua maakten we een directe aanval mee gedurende de contrarevolutie. Eerder gebeurde dat onder het mandaat van Somoza. Somoza gebruikte de zelfde methodes. Met al de gevangenen gebeurde hetzelfde als wat vandaag gebeurt met de gevangenen van de Verenigde Staten in Irak. We werden gefolterd, afgeslacht. De mensenrechten werden geschonden en meer nog, onze waardigheid.

 

Waarom denk je dat ze de macht nog niet hebben kunnen herwinnen?

 

De campagne onderging de inmenging van de Verenigde Staten die rechts steunde. Ze verdedigde haar eigen belangen. Dat had een enorme impact, want de mensen zijn bang voor oorlog en zeker van een confrontatie met de Noord-Amerikanen. Dit was een oorlog die tot veel doden heeft geleid. Het interessante is dat ondanks dat deze imperiale macht zich hier bemoeid heeft met Nicaragua, ze ons niet heeft kunnen vernietigen.

 

Welke zijn volgens u de belangrijkste uitdagingen voor het FSLN vandaag?

 

Aan de macht komen. Het is de belangrijkste uitdaging omdat wij het volk van Nicaragua nodig hebben. Het FSLN moet aan de macht geraken omdat deze situatie van onrechtvaardigheid en accumulatie van de gronden en bezit niet voort kan. Op een of andere manier heeft Nicaragua een verandering nodig in de richting die van het FSLN. Daarom moet ze de macht nemen. Daar werken we aan. Maar niet enkel daaraan, ook om de revolutie ideologisch uit te diepen. We zijn niet wanhopig omdat we niet aan de macht zijn. Het is belangrijk aan de macht te komen met een sociale basis, met een politieke en ideologische positie.

 

Gelooft u dat het frente sandinista nog in staat is zijn boodschap over te brengen aan het volk?

 

Ja. Als we geen boodschap hadden, als we geen inhoud hadden, als we geen positie hadden, als we geen richting hadden, als we geen bestuur hadden en als we geen einddoel hadden, zouden we geen invloed hebben op het volk. Wij hebben hier, ik herhaal het, 87 burgemeesters, wat 76 procent van het nationale territorium vertegenwoordigt. Niet enkel burgemeesters, maar bijna 80 procent van het nationale territorium is enclave van het frente aan het worden. 78 tot 79 procent van de kiezers hebben gestemd voor burgemeesters van de sandinisten en van de Convergencia Nacional. Ik geloof dus dat onze boodschap en onze capaciteit duidelijk is en dat het volk dit als een reële hoop beschouwt.

 

Wat is uw mening over de kandidaatstelling van Daniel Ortega voor de volgende verkiezingen?

 

Ik denk dat het belangrijk is dat Daniel kandidaat is, los van mijn positie als magistraat. Ik zou het niet mogen zeggen. Maar ik heb lange tijd met Daniel gewerkt en ik vind het een volhardende man, met veel geduld. Hij is een man die de zaak verdedigd heeft, die zich er de volledige tijd aan heeft gewijd. Hij is degene van alle militanten die er het hardst voor werkt, zelfs ’s nachts. Hij werkt samen met het volk. Hij is de enige die de complexe en moeilijke situaties geconfronteerd heeft en het frente erdoor geleid heeft. Daarbij zijn er mensen die niet enkel in het frente geloven, maar in Daniel. Voor mij is hij de belangrijkste leider van het verleden van het frente sandinista. Hij had de continuïteit van Carlos Fonseca en van Sandino, hij zette de essentie van de boodschap en het programma voort, hij heeft het nationalisme van Sandino herwonnen en de volkssectoren herwonnen zoals Fonseca. Zij vertegenwoordigen de essentie. Ik denk dat het belangrijk is voor het frente sandinista dat Daniel de president zou zijn. Het is de enige mogelijkheid waarbij het frente een situatie zou bereiken van respect. Wij zijn voor niemands verdwijning, we zijn voor de cohabitatie van allen. In respect met onze eigen ideologie, onze eigen gevoelens, zowel als persoon als als natie. De relatie met de yankees zou zich opnieuw moeten stellen. De Noord-Amerikanen moeten ook toegeven dat wij een realiteit zijn, met onze manier van zijn, en dat dit volk het recht heeft om te leven zoals ze wil en te denken zoals ze wil. Ik denk dat er in de Europese unie personen zijn die gesprekpartners zijn en voorstander van het bereiken van relaties van wederzijds respect met de Noord-Amerikanen, met waardigheid niet zoals Bush het stelt. Wie niet met hem is, is tegen hem. Ik denk dat dit ongeveer de essentie weergeeft. En daarom denk ik dat Daniel kandidaat moet zijn. Ik denk dat het frente op dit moment zeer sterk is. Ze heeft een grote inspanning gedaan en de bevolking steunt haar enorm. Gelijk welke militant van het frente zou voor het presidentschap kunnen gaan, maar zou niet zo een grote invloed hebben. Hij moet kandidaat zijn omwille van de relatie met de Noord-Amerikanen, hij is een sterke figuur.

 

Duidt dit niet op een gebrek aan interne democratie binnen de partij? Dat is de kritiek aangezien er deze keer geen voorverkiezingen worden gehouden.

 

Velen zeggen hetzelfde. Ook als er interne verkiezingen zijn zeggen ze dat. Wanneer Daniel de vorige keer de kandidatuur won, zeiden ze dat we het gestuurd hadden. Wat het frente ook doet, het probleem was niet dat van interne democratie. Hoe kunnen ze erin geïnteresseerd zijn dat het frente zich democratiseert? Ik denk dat het een politiek spel is, want welk belang heeft la Prensa erbij dat het frente zich democratiseert? Dat kan enkel de stem zijn van Enrique Bolaños en van de liberale regering. Ik herinner mij dat la Prensa beïnvloed werd door Alemán. Dat was een deel van deze hele situatie, de corruptie. Daarbij kunnen ze winnen. Dus, wat de communicatiemiddelen betreft, en boven al de grote die onderhouden worden door rechts, de televisie canal 2 en La Prensa, die zijn de spilas van de interne democratie. Als de interne democratie van het frente hen werkelijk zou schelen, zouden ze het frente kunnen helpen en niet tegenwerken of denaturaliseren. Ik denk dat er interne democratie is. Het FSLN heeft een congres met directe afgevaardigden vanuit alle gebieden van Nicaragua. Het zijn 836 personen die verkozen werden, met directe en geheime stemmen. Deze 836 worden congressisten, wat een indirecte democratie voortbrengt. Ze zeggen dat dat een systeem van stemmen is, voor het frente. Maar voor de Verenigde Staten, waar men ook kiest door middel van colleges en men de president van de republiek verkiest, is er geen stemsysteem, maar een systeem van afgevaardigden. Want de grote democratische en republikeinse commissies worden gemaakt. Het is een systeem waarbij wie in de praktijk wint, verliest. Gore heeft gewonnen van Bush en toch heeft hij de verkiezingen verloren. Vele mensen praten over electorale systemen, maar er wordt niet gedacht aan wat het beste is voor hun land. Het systeem van voorverkiezingen bestaat enkel in Uruguay en nu hebben ze een hard bewind. De verkiezingen waren slecht, de politieke partijen verbrokkelden enorm. Het politieke systeem van Honduras heeft veel geleden. Uruguay, Paraguay en Argentinië waren de eerste landen die voorverkiezingen hielden. Argentinië ging er al op achteruit. Dus het systeem van voorverkiezingen is relatief.

 

Wat is uw mening over de kritiek dat het frente corrupt zou zijn?

 

Ze hebben het al van het begin gezegd. Ze zeiden dat we bankovervallers waren. Ik vertel altijd het verhaal van Camilo Torres, hij was een Colombiaanse guerrillero. Hij zei dat, wanneer ze een brug in diskrediet willen brengen, zeggen ze dat ze poreus is. Wanneer ze een hond in diskrediet willen brengen, zeggen dat ze hij hondsdol is. En wanneer ze een man in diskrediet willen brengen, zeggen ze dat hij communist is. Hier is het een manier van aanvallen, zeggen dat iemand corrupt is, of een piñatera is.

Tot op vandaag werd het frente sandinista ervan beschuldigd dat ze niet voldoet aan de wet. Tot op vandaag zijn het goede mensen. Het zijn gebeurtenissen die politiek zijn, maar die geen enkele juridische achtergrond hebben. Het is een handeling uit belang van rechts om het frente in diskrediet te brengen, door ze te beschuldigen van corruptie en la piñata.

 

Dankjewel voor het interview!

 

 

Interview 10, woensdag 30/03/2005 07u45, Managua

Araminta Mejía, Managua

 

Araminta is militante van het FSLN sinds 1980 en werkt sinds dertien jaar als verantwoordelijke van een opvangproject voor kinderen in een van de meest achtergestelde wijken van Managua.

 

Wat is en welke was vroeger uw relatie met het FSLN?

 

Ik ben militante van het frente sandinista sinds 1980. Ik hielp toen een groep van vrouwen. Later ben ik dan met kinderen beginnen werken in de gemeenschappen.

 

Gelooft u dat het FSLN nog steeds de belangen van het volk vertegenwoor-digt?

 

Ja, ik denk dat wel. Ik denk dat het de enige partij is die een positief antwoord kan geven aan de arme mensen. Dit omdat wij de revolutionaire principes om te helpen, om te dienen, nog niet verloren hebben.

 

Vindt u de boodschap nog actueel? Is er veel veranderd door de tijd?

 

Ja. Het frente heeft een strategie die toestaat dat ze een goede relatie onderhoudt met alle groepen. Het probleem is dat vele groepen aan macht hebben gewonnen en dat ze op geen enkele manier nog die relatie willen met het FSLN. Wij leerden bijvoorbeeld, bij het onderwijzen van de politieke studies, een goede relatie te onderhouden met alle groepen en met alle groepen te werken. Ik bedoel met alle sociale klassen, ook die van de armen. Ik denk dat het frente sandinista een politiek vooruitdraagt die altijd al gericht is op de armen. De klasse van de burgerij had altijd schrik dat die belangen aanvaard zouden worden. Er zijn veel mensen in Nicaragua die bevoordeeld waren door de gekende piñata, zoals de burgerij het noemt, de piñata van de sandinisten. Maar deze is er gekomen als antwoord op het probleem dat een heleboel mensen geen plaats hadden om te wonen. Een heleboel arme mensen kregen toegang tot onderwijs, toegang om naar de universiteiten te gaan, om het openbaar vervoer te gebruiken, gratis. Er was een economische blokkade in die tijd. Nu is dat er niet meer, wie zijn ritje niet kan betalen, gaat niet naar school, kan niet naar de universiteit gaan.

 

Waarom denk je dat het FSLN de macht heeft verloren?

 

Toen het frente de macht verloor, zaten we in een tijdperk van oorlog. In een deel van Nicaragua, in de bergen, waren er heel wat interventies. Die werden gefinancierd door de Verenigde Staten, zoals iedereen weet. In die tijd wilden de mensen geen oorlog meer. De moeders wilden niet dat hun zonen stierven. De militaire dienst, die verplicht was, was er uit noodzakelijkheid. Vandaag is het frente weer aan populariteit aan het winnen, zoals we gezien hebben binnen de overwinning op het gemeentelijk niveau. De kandidaat die het frente voorstelde om burgemeester te zijn, wint. Eerst was dat Herty, dan Nicho. Dat zijn stemmen die ze gewonnen hebben en trouwe stemmen die we altijd zullen geven.

 

En wat is uw mening over Herty Lewites, denkt u niet dat hij de kans moet krijgen om kandidaat te zijn? Daniel Ortega blijft steeds kandidaat.

 

Ik denk dat Herty Lewites de kans moet krijgen om kandidaat te zijn, maar dit voor een ander partij. Niet voor het frente, want hij was nooit trouw aan het frente. Als we de geschiedenis bekijken was hij reeds kandidaat en heeft hij niet gewonnen. En hij wint wanneer het frente hem lanceert als kandidaat. Hij is een man die zich afscheidt van het frente sandinista en er slecht over praat. Hij is miljonair. Hij heeft niet naar ons geluisterd toen hij burgemeester was, ook al was hij sandinist. Hij mag dus kandidaat zijn, maar voor een andere partij. Niet voor het frente sandinista, want wij militanten zijn trouw aan het frente, en gaan niet stemmen voor iemand die dat niet is. We gaan stemmen voor de kandidaat die het frente voorstelt.

 

En vindt u niet dat er voorverkiezingen zouden moeten worden gehouden? Er komt veel kritiek op dat het ontbreken daarvan op een gebrek aan interne democratie wijst.

 

Het frente sandinista heeft altijd de raadpleging van het volk gedaan, wat ze vandaag de voorverkiezingen noemen. De partij heeft dit altijd als iets van zichzelf gezien. Ze heeft dit altijd gedaan. Ze heeft dit steeds gedaan om aan kritiek te doen, om te praten. Maar Daniel Ortega is er niet omdat hij er wil zijn, maar wel omdat hij op de steun kan rekenen van mensen die hem helpen en van de arme sectoren. Dus denk ik dat hij een leider is die zeker een tweede kans verdient. Met zijn administratie zouden veel mensen bevoordeeld zijn. Dus wij die de geschiedenis kennen en die ze leven, weten dat hij de persoon is die kandidaat moet zijn en dat we hem altijd kunnen behouden.

 

En wat beschouwt u als de belangrijkste uitdagingen vandaag waar het FSLN voor staat?

 

Winnen. De volgende verkiezingen winnen. Natuurlijk zullen we de hulp van de groepen van de burgerij nooit hebben, want die zijn bang dat hun eigendom geconfisqueerd zou worden. Dit zou niet gebeuren, want de wetten zijn nu anders. De uitdaging is voornamelijk de verkiezingen winnen, aan de macht geraken, zodat we een antwoord kunnen bieden aan de armen.

 

En welke ziet u als de belangrijkste veranderingen die het FSLN heeft doormaakt na de revolutie?

 

Een opening te hebben, de dialoog geopend te hebben. Altijd hebben ze de armen willen steunen. Nu bijvoorbeeld helpen ze de de onderwijssector. Zij nemen steeds initiatief. De sandinisten zijn er altijd om een positief antwoord te geven, terwijl dit voor de regering niet belangrijk is. De regering kan geen 100 000 of 200 000 manifestanten op de been brengen. Het frente sandinista heeft een strategie gebruikt van voordelen. Ze maakten ook gebruik van de democratie. Ze is hier in Nicaragua de stichter van de democratie. Hier heeft Violeta Chamorro de democratie niet gemaakt, wij implementeerden de democratie bij de verkiezingen in 1990.

 

Bedankt voor het interview!

 

 

Interview 11, woensdag 30/03/2005 12u, Managua

Benedicto Meneses, Managua

 

Benedicto Meneses is sinds lange tijd militant van het FSLN en vervulde tijdens de revolutie de functie van minister van arbeid. Na de nederlaag ging hij over tot de privé-sector, maar hij blijft congreslid voor het FSLN.

 

Welke is tegenwoordig en welke was vroeger uw relatie met het FSLN?

 

Ik was tijdens de oorlog lid van het zuidelijke front. Gedurende de revolutie was ik minister van arbeid. Nu spits ik me toe op de private praktijk, maar ik ben nog steeds militant van het frente. Ik ben lid van het departement, en lid van het congres.

 

En vindt u dat het FSLN nog de belangen van het volk vertegenwoor-digt?

 

Ja. Ik denk dat het frente tegenwoordig de enige partij is in Nicaragua die de belangen van het volk en van alle mensen die al vanaf de kolonisatie gemarginaliseerd zijn in dit land vertegenwoordigt. Ten tijde van de kolonisering stond de conquista voor de uitsluiting van de grote meerderheid van de bevolking. Dat was in het voordeel van de conquistadores en van de mensen die zij bevoordeelden. Die situatie is in Nicaragua misschien nog altijd niet rechtgezet, zeker niet nu rechts aan de macht is. Die behoudt deze vooroordelen en ziet de rest niet als echte onderdanen. Ze is ingesteld in de oligarchie en bewaart de privileges van productie en de weinige rijkdom die Nicaragua bezit. In die zin vertegenwoordigt het frente de mogelijkheid om de grote massa’s mee te laten tellen in ons land. Ze heeft niet opgehouden een levensvatbaar alternatief te zijn. Daarom dat de meest weerspannige sectoren het frente sandinista blijven aanvallen. Daarom blijven die sectoren voortdoen met de steun van de Verenigde Staten en van rechts internationaal, omdat het frente een positieve boodschap inhoudt voor de onderdrukten. Ze hebben de boodschap niet verlaten.

 

Denkt u dat de boodschap nog steeds actueel is?

 

Natuurlijk is ze actueel. Ze heeft niet opgehouden van bestaan en blijft geldig in Nicaragua. Er was er een teruggang van de vooruitgang die in de revolutie bereikt was, wat grond, arbeid, werk, gezondheid, opvoeding en verdeling van de rijkdom betreft. Nicaragua was na de jaren negentig bereid om een grote sprong te doen op vlak van ontwikkeling. De verdeling van de rijkdom in het land was zodanig dat er de noodzaak  was een politiek te voeren die coöperatieven en de kleine en middelgrote producenten versterkte. Dat was belangrijk om goede communicatie met de basis te verkrijgen, die toeliet dat industriële processen, landbouwprocessen en de industrialisatie van het land verwezenlijkt werden. Ze was een reële basis voor de ontwikkeling van de realiteit van het land op dat moment.

Nog steeds blijft er een grote basis van boeren, die zonder werk is, die getroffen. Het commerciële aspect en het financiële aspect ook zijn een; de banken zouden moeten ophouden met de rijkdom. De grote meerderheid blijft zonder werk, de boeren zonder krediet. De banken geven het hen niet als er geen voordeel aan vast hangt, enzovoort.

 

Waarom denkt u dat het FSLN de macht heeft verloren?

 

Dat is geen gemakkelijke vraag. Er zat veel druk op het FSLN tijdens de tien jaar dat ze het land bestuurde. Ook zien het FSLN en het volk van Nicaragua de laatste vijftien jaar, vanaf de jaren negentig tot nu, aan tegen heel wat problemen.

Er was ten eerste de oorlog in de jaren tachtig, waarbij de deelname van de Verenigde Staten duidelijk was. Ze discussieerde er openlijk over in het congres waarin ze hun hulp goedkeurden. Ook ondergronds was er een agressie die geen enkel land van Latijns-Amerika in die omvang heeft ontvangen, met uitzondering van Cuba. Het was een echte interventie, zoals in de tijd van Sandino. Niet dat de Amerikaanse mariniers een invasie deden, maar er was wel een werkelijke interventie. In het bijzonder na negentig waren de druk op en de bedreigingen aan het Nicaraguaanse volk het gevolg van een wrede oorlog. Dit heeft er soms toe geleid dat het volk niet genoeg kracht had om te stemmen. Dit wil niet zeggen dat het frente geen steun heeft ontvangen. Als we kijken naar de verkiezingen die plaatsvonden in 1990, 1996 en 2001, zien we dat ze 40% van de steun van het electoraat verkreeg. Dat is geen te verwaarlozen hulp. Het betekent dus op geen manier dat het frente steun heeft verloren. Misschien ontbrak er wel de stuwkracht om de meerderheid te verkrijgen, maar men mag niet vergeten dat er psychologische druk was van de kerk, enzovoort. De strijd in het algemeen van links in Nicaragua en Latijns-Amerika is zeer hard. Ze vertegenwoordigt meer dan 400 jaar in de geschiedenis. Het is geen onderwerp van gisteren. Vierhonderd jaar van gevoelens geven een mentaliteit weer die vaak van de vaders op de kinderen werd doorgegeven. Het is geen gemakkelijk bestaan.

 

Denkt u dat het frente nog in staat is zijn boodschap over te brengen? Begrijpt het volk het programma nog?

 

Ik denk dat het volk van Nicaragua de boodschap van het frente nog heel goed begrijpt. Ik denk dat ze het nu nog beter inschat. Nu zie ik de gevolgen zie de terugkeer naar een regering die niet de minste belangstelling heeft om de situatie van het volk op te lossen. De grote meerderheid heeft geen werk en geen goede gezondheid. De producenten kunnen zelfs niet produceren. Ik denk dat het volk die situatie wel inschat.

 

Wat beschouwt u als de belangrijkste uitdagingen voor het frente vandaag?

 

Die komen overeen met de belangrijkste uitdagingen voor Nicaragua. De armoede en de werkloosheid overwinnen, dat is een grote uitdaging. Vandaag is er al veel vooruitgang in Centraal-Amerika. Het proces van de integratie van Nicaragua binnen de vooruitgang van Latijns-Amerika is ook een vitaal aspect voor het frente. En wat het binnenland betreft is het belangrijk de capaciteit voor initiatieven voor de Nicaraguanen te herwinnen. In Nicaragua wordt er veel gepraat over private initiatieven, over private ondernemingen, maar hun bereik gaat niet verder dan drie of vier groepen van economische krachten. Aan de rest van de bevolking wordt het recht om initiatief te nemen ontnomen. Ze hebben geen toegang tot de bronnen. We hebben het dan nog niet over grote ondernemer worden, maar over middelgrote en kleine ondernemingen die zich insluiten in de nieuwe mondiale vorm van productie. Ik heb het niet over grote fabrieken, maar over kleintjes, die deel kunnen zijn van een groter niveau van productie.

 

Er is ook veel kritiek dat het FSLN de belangen van de ondernemers zou vertegenwoordigen omdat vele sandinisten na de nederlaag van 1990 ondernemer werden, wat men de piñata noemt.

 

Ja, er wordt veel gezegd over die piñata. Dit komt vanuit een heel specifiek dagblad, La Prensa. Ze zeggen dat er een piñata was onder de sandinisten, omdat grond werd herverdeeld, omdat huizen werden verdeeld onder zij die er geen hadden, omdat vrachtwagens werden verdeeld voor hen die werk nodig hadden en er geen hadden. Wij wisten na de liberale triomf op een of andere manier dat de meest weerspannigen van rechts vertegenwoordigd werden. We wilden dus de ondernemingen van het volk onderhouden. We moesten dus, in het voordeel van de meerderheid van de bevolking, een manier zoeken om te kunnen doorwerken en een initiatief tot productie te kunnen ontwikkelen. Rechts stuitte de mogelijkheid tot procedures, tot verkoop en tot commercialisering. Ze pleitte ervoor dat de sandinisten alle structuren en alle infrastruur van productie achter zich zouden laten. Dit gebeurde in de jaren negentig in Nicaragua.

 

Wat is uw idee wat de kandidatuur van Daniel Ortega voor de volgende verkiezingen betreft? Er is veel kritiek dat het FSLN te verticaal gestructureerd is en dat er een gebrek is aan interne democratie.

 

Ja, zoiets wordt gezegd. Maar de kandidatuur van Daniel Ortega is een goede zaak voor ons van het frente, en voor Nicaragua. Waarom? In de eerste plaats omdat Daniel Ortega een continuïteit vertegenwoordigt binnen het frente sandinista. Op de tweede plaats omdat hij staat voor de mogelijkheid tot de totale integratie van het land. Daarbij kunnen de groepen die eerder gemarginaliseerd werden opnieuw hun plaats zoeken binnen de maatschappij en de politiek van de regering. Politiek gezien zou het goed zijn voor Nicaragua dat de sandinisten weer aan de macht komen, dat Daniel Ortega aan de macht komt. Omdat de manier waarop rechts het land bestuurt, op basis van angst en bedreigingen, geen enkel voordeel heeft gebracht voor Nicaragua. Er kwam enkel een stagnering van investeringen, en de gevolgen daarvan. Het zou dus goed zijn dat Daniel Ortega weer aan de macht komt en dat deze mythe van slecht bestuur ophoudt. Het frente sandinista heeft de oorlog niet gemaakt. De oorlog is er niet gekomen omdat wij een land binnenvielen, niet Costa Rica, niet Honduras, geen enkel land van Latijns-Amerika en niet de Verenigde Staten. Nicaragua werd binnengevallen en moest zich verdedigen. Dat is de realiteit.

 

Wat zijn volgens u de grootste veranderingen die het FSLN heeft meegemaakt na de nederlaag?

 

Ik vind dat het frente min of meer dezelfde principes heeft behouden. De wereld is veranderd. Binnen die veranderende wereld heeft ook het frente zich moeten confronteren met vaste principes: het verdedigen van de belangen van het volk en de belangenbehartiging van de grootste gemarginaliseerde groepen van de maatschappij. Binnen die veranderende wereld heeft ze maatregelen moeten nemen om zich aan te passen. Vandaag kan je de globalisering niet zomaar meer wissen, je kunt de nieuwe realiteit niet wissen. Je moet een manier zoeken hoe de nieuwe realiteit positief en voordelig kan zijn voor Nicaragua. Dit komt ook overeen met de soevereiniteit van Nicaragua, dat is geen abstract idee. Dat betekent ook het economisch verdedigen van het Nicaraguaanse volk, van de Nicaraguaanse productie, zodat het niet enkel een land van grondstoffenexport zou worden, maar zich ook invoegt in deze eenentwintigste eeuw. Bij de integratie van Centraal-Amerika zijn er een aantal die vooruit zijn gegaan in de tijd. Dat betekent dat de grenzen zich gingen reduceren op een manier die niet vreemd is aan deze nieuwe tijd van neoliberalisme. Deze nieuwe realiteit moe het frente confronteren. Maar op welke manier? Niet met een immobilisme, noch door het verlaten van de beginselen. Men moet zich bewegen binnen de nieuwe internationale situatie. Dit betekent niet dat de basisbeginselen van het sandinisme moeten worden verlaten.

 

Bedankt voor uw medewerking!

 

 

Interview 12, woensdag 30/03/2005 13u15, Managua

Arturo Parrales O., Managua

 

Arturo Parrales was actief bij het FSLN in de jaren tachtig, maar nam afstand van de partij in de jaren negentig.

 

Wat is en welke was uw relatie met het frente sandinista?

 

In de jaren tachtig trad ik toe. Ik nam deel aan verschillende activiteiten die de revolutie vooruit droeg. Ik ging koffie en rijst oogsten, alfabetiseren, deed werkdagen voor gezondheid. Ik hielp ook wanneer de vraag kwam om de revolutie te verdedigen, toen de contrarevolutie werd ingesteld met de hulp van de oude wacht van Somoza. Er werden volksmilities opgericht. Het waren politieke activiteiten. In al die tijden hielp ik de revolutie.

In de jaren negentig begon het frente zijn mentaliteit te veranderen. Op het einde van de jaren tachtig toonde ze zich al met een aaneenschakeling van ondeugden, die zijzelf eerder afkeurde. Ze beschuldigde Somoza ervan dat hij grondbezitter was, enzovoort. Uiteindelijk hadden ze zelf eigendom aan alle kanten, reden ze rond in mooie wagens, woonden ze in de mooie huizen, daar ontbrak niets aan. Ze zeiden de bevolking dat ze steeds klaar moesten staan om de revolutie te verdedigen, maar zaten wel comfortabel in hun eigen huizen.

 

Wanneer hebt u de partij verlaten en waarom?

 

In 1990 maakte ik nog deel uit van het frente. Maar ik geraakte ontgoocheld. Ze praatte veel over de burgerij, velen waren van de burgerij. Velen die niet van de burgerij waren eindigden zo. Ze begonnen economische belangen en persoonlijke voordelen te vertegenwoordigen die het volksbelang overtroffen. Ze verdeelden, in wat de piñata genoemd wordt, gronden, huizen, wagens, enzovoort, op verschillende niveaus. Op de eerste plaats voor de leiders. Ze verdeelden ook grond aan een deel van de bevolking, maar dat waren eigendommen die niet goed opleverden. Ze namen het weg van de eigenaars en ze verdeelden het. Op sommige plaatsen werden woonbuurten gerealiseerd, maar ze moesten de mensen een vergoeding geven.

 

En vindt u dat het FSLN nog de belangen van het volk vertegenwoor-digt?

 

Zeker niet meer. Ze vertegenwoordigen de belangen van een camaria, van een groep die gedaan heeft wat politiek kon om hun levensstandaard te beteren. Ze hebben vele bedrijven. Maar het volk vertegenwoordigen, dat doen ze niet meer. Ze vertegenwoordigen zichzelf. Ze gebruiken veel mensen die hen op een of andere manier een voordeel opleveren. Wanneer de revolutie over was, waren er mensen die stukken grond kregen. Voor deze mensen kan de revolutie een oplossing zijn, maar niet voor de armen.

 

Waarom denkt u dat het FSLN de macht heeft verloren?

 

Ze hebben zich zelfbelast met zich strategisch te versterken, want ze hebben pacten gesloten en allianties gevormd. Hiermee hebben ze zichzelf waarschijnlijk verslaan. Als ze niet corrupt waren, dan maakten ze pacten met hen die corrupt waren en waren ze het dus toch. Als je een pact maakt met wie corrupt is, om zeker te zijn van verbeteringen, dan ben je even corrupt. De mensen zien dat, ze zijn niet stom.

 

Welke zijn volgens jou de belangrijkste veranderingen die het FSLN heeft meegemaakt?

 

Wel, de partij bestaat uit mensen, velen zijn gaan werken. Ik kwam ook commandanten tegen, op de mercado oriental[9]. Ze verkochten hun dingen. Anderen voerden hun beroep uit volgens wat ze studeerden. Er zijn commandanten van de revolutie zoals Jaimee Weelock van de agrarische hervorming bijvoorbeeld, die een cursus volgden om te werken en zaken begonnen te doen. Luis Carion, die een commandant was in de revolutie, is nu nog politiek actief, maar is tegen Daniel en zijn groep. Hij helpt aan Herty Lewites, van het deel die helpt om het frente te democratiseren.

 

Wat denk je dan van de kandidatuur van Daniel Ortega?

 

Verliezend wint hij. Hij wil secretaris generaal zijn voor heel zijn leven. Want dat is een manier om altijd macht te hebben: altijd onderhandelen met de partijen die aan de macht zijn, het PLC in dit geval. Hij heeft altijd een instrument om te onderhandelen, of om tegenmacht te bieden, zonder de verantwoordelijkheid te hebben een land te regeren. Het is gemakkelijk kritiek te geven op wat een ander doet, als je het zelf niet doet.

 

En welke zijn de belangrijkste uitdagingen voor het FSLN vandaag denk je?

 

Of ze hernieuwt zich, of ze sterft. Als ze zich niet vernieuwt, als er geen democratische opening is, als ze niet toelaat dat de nieuwe stromingen binnen de partij ruimte krijgen en zich vestigen, gaan ze eindigen als een groep bedrijfslieden, zoals ze dat op dit moment zijn. Sandinistische bedrijfslieden in functie van voordelen willen krijgen.

 

Bedankt voor je medewerking!

 

 

Interview 13, woensdag 30/03/2005 16u, Managua

Lucia Castillo, Managua

 

Lucia Castillo is een managuaanse die een band heeft met het frente via haar familie. Ze was lange tijd actief bij de sandinisten. Tegenwoordig werkt ze aan de universiteit van Managua. Ze is geen militante van het frente, maar noemt zich wel sandinist.

 

Welke is en welke was vroeger uw relatie met het frente sandinista?

 

Wel, ik ben geen militante van het frente sandinista, maar mijn vader was het wel, mijn moeder ook. Een broer van me werd tijdens de oorlog vermoord. Ik had vier broers, drie ervan leven nog. De drie zaten in het leger. Ik werkte voor het binnenlandse ministerie, als burger. Ik werkte voor het ministerie van binnenlandse relaties, voor het ministerie van toerisme. Ik nam deel op een vrijwillige manier omdat mijn familie sandinist was. Ik beleefde het van jongs af thuis: bij het oogsten van koffie, katoen, bij de alfabetisering, bij alle campagnes. Ik was er dus in verwikkeld wegens heel mijn familie en de mensen die mij omringden. Ik ben geen militante, maar ik ben wel sandiniste.

 

En vindt u dat het FSLN nog steeds de belangen van het volk vertegenwoor-digt?

 

Dat is op dit moment een moeilijke vraag, want het frente is vandaag in twee verdeeld. Eén deel heeft de touwtjes in handen van de koepel. Dat zijn Daniel Ortega en zijn medestanders. Het ander deel -of het nu het deel is van Herty of niet van Herty- het zijn de sandinisten die niet dezelfde mening hebben als Daniel.

Ze zijn het volk dus vergeten, omdat ze het niet afgemaakt hebben, wat ze eens wel deden. Dat was grond en eten verdelen, gezondheidsvoorzieningen goedkoop maken. De gezondheidscen-tra, de medicijnen en de scholen waren gratis, maar nu is dat niet meer zo. Nu zijn het grondbezitters, ze hebben zaken, ze hebben veel geld in dit land en ze zijn een elite in dit land.

 

Waarom denkt u dat het FSLN de macht heeft verloren in 1990?

 

Als je het hebt over 1990, het jaar waarin het frente voor de eerste keer verloor, dan was dat door de angst die de mensen hadden voor de militaire dienstplicht. Dat zegt iedereen. Ik was moeder en had al een klein zoontje. Die was nog te jong voor de militaire dienst, maar had ik al een andere grotere zoon, dan zou ik niet voor het frente gestemd hebben, ook al ben ik sandiniste. We waren bang dat de militaire dienstplicht zou terugkomen.

 

Waarom heeft ze de macht nog niet kunnen terugwinnen?

 

De andere keren omdat, naast de militaire dienstplicht die er was, de mensen vrede wilden. Men wilde geen oorlog meer, geen wapens meer, geen confrontaties meer tussen mensen. Dus toen kwam mevrouw Violeta Chamorro aan de macht. Ze was een goed persoon van een welgestelde familie en ze bracht vrede. De mensen wilden geen wapens meer, geen oorlog, niets van dat.

 

Welke zijn de belangrijkste uitdagingen waar het FSLN vandaag voor staat?

 

Ze moeten zich verenigen en een werkbare kandidaat vinden, die de mensen willen. Een kandidaat die met de mensen is en wil strijden voor de belangen van alle mensen. Zoniet zal het frente zichzelf vernietigen en ophouden met bestaan. We zullen nog sandinist zijn, maar niet meer winnen.

 

Hoe vindt u dat de partij is veranderd na de revolutie?

 

Na de revolutie? Wel, er was veel vooruitgang bij de medicatie, de gezondheid, de gezondheidscentra en de scholen. Daarna vergaten de sandinisten dat en begonnen ze geld te verdienen. Ze begonnen aan een cirkel van macht, van mensen met geld, en ze vergaten de noodzaken van de armsten. De mensen vinden dat ze zijn opgelicht. Ze vinden dat ze niet meer strijden voor hen. Daarom veranderden ze ook hun stemgedrag ten opzichte van het frente sandinista.

 

Wat is uw mening over de kandidatuur van Daniel Ortega? Er is veel kritiek dat er een gebrek is aan interne democratie binnen de partij.

 

Ja, natuurlijk. Om te beginnen zou hij verkozen moeten zijn bij wijze van stemming. Hij roept het congres samen en zegt aan allen die er aanwezig zijn: “Ik ga en ik laat niemand anders deelnemen.” Dat was niet alleen dit jaar. Vier jaar geleden waren er drie kandidaten: Alejandro Martinez Cuenca, Hugo Tinoco, en nog iemand. Daniel deed hetzelfde. Hij zei: “Ik ga kandidaat zijn, en zo blijft het.” En hij zal niet winnen. Hij is de leider, maar hij zal niet winnen. Hij lanceert zich, maar zal niet winnen.

 

Gelooft u dat de boodschap van het frente nog steeds actueel is?

 

Het frente sandinista zal niet ophouden te bestaan. De mensen zullen niet ophouden sandinist te zijn. Zelfs niet mensen zoals ik, die een broer hebben die vermoord werd tijdens de oorlog. Mijn vader was minister van de sandinisten, ik werkte voor de sandinisten. Ik blijf geloven dat je de mensen meer rechten moet geven, het volk een betere gezondheid, meer onderwijs, alles. We zullen niet ophouden sandinist te zijn. Als Daniel zich lanceert, als er geen andere levensvatbare kandidaat is, zal ik sandinist blijven, maar zonder kandidaat. Want ik zal als sandiniste niet voor een liberaal gaan stemmen, ook als men iemand vestigt die mij niet aanstaat.

 

Vindt u dat het frente nog in staat is zijn boodschap uit te leggen aan het volk?

 

Ja, ik denk van wel, het volk begrijpt het. Er zijn duizenden, duizenden, duizenden sandinisten. En ze zijn erg gehoorzaam en toegewijd. Elke negentiende juli gaan ze naar la plaza. We stemmen gehoorzaam, maar we denken en redeneren ook. Als ze niet strijden voor onze rechten, gaan we niet meer stemmen voor de sandinisten. Dan stemmen we voor een andere partij.

 

Dus ze stemmen eerder voor het sandinisme dan voor Daniel denkt u?

 

Ja.

 

Hartelijk bedankt.

 

 

Interview 14, woensdag 30/03/2005 16u30, Managua

Norman Talavera, Managua

 

Norman Talavera is onafhankelijk journalist. Hij werkte tijdens de revolutie voor La Prensa en schrijft momenteel vaak voor een Italiaanse krant. Hij werd meerdere malen door het sandinistische regime vervolgd, en is uitgesproken antisandinist.

 

Wat is en welke was uw relatie met het FSLN? 

 

Wel, ik had op geen enkele manier een relatie met het frente sandinista, ik kende haar een korte tijd voor de oorlog en tijdens de oorlog. Ik maakte mee wanneer ze de macht bereikten tijdens de revolutie in 1979, voor mij was dat een slag op het hoofd. Ik had net gedaan met de universiteit en begon net te werken bij de media, bij La Prensa bijvoorbeeld. Dat heeft mij in de gevangenis gebracht. Ik werd twee à drie keer veroordeeld tot een gevangenisstraf, wegens de krant. Om uit te geven en te publiceren moesten we voorbij het ministerie van binnenlandse zaken. Woord voor woord werd gecensureerd. Voor mij was dat een belangrijke gebeurtenis in het begin van mijn leven, ik kwam net van de universiteit. Ik kwam net binnen op de arbeidsmarkt in mijn politieke leven en in mijn leven als arbeider. Ik zag dus een totalitair frente sandinista, die noch de rechten van de mensen, noch de rechten van de pers, noch de rechten van ideeën en noch die van vrije meningsuiting respecteerde. Het maakte dat ik een afkeer kreeg van het frente sandinista.

 

Vindt u dat het frente sandinista de belangen van het volk vertegenwoor-digt?

 

In het begin dacht ik dat met het romanticisme van het frente sandinista. De grote meerderheid had zovele idealen, maar uiteindelijk verdwenen die. Wat ze uiteindelijk wilden, was de controle over de macht. Ze interesseerden zich niet meer voor het minimum: het welzijn vanhet volk, van de armen en de boeren. Die hebben hier het meeste geleden tijdens de periode dat de sandinisten aan de macht waren.

 

Vindt u dat het frente sandinista in staat is om zijn boodschap uit te leggen aan het volk?

 

Natuurlijk, en naast het uit te leggen, hebben ze het betoogd, in daden en niet in woorden. De mensen geloofden in het begin waarschijnlijk de woorden. Met de daden geraakten de mensen uiteindelijk ontgoocheld. Ze waren ontevreden over het frente sandinista. Wat ze in het begin zelf aanklaagden, begingen ze uiteindelijk zelf: diefstal en moord, zoals die van de somocistische dynastie die ze zelf neersloegen.

 

Gelooft u dat de boodschap nog steeds actueel is?

 

Wel, ze zouden de boodschap moeten herzien. Ze zijn begonnen met aan democratische politiek te doen in de forums waar er gediscussieerd moet worden. Het frente sandinista zegt al niet meer dat de revolutie de bron is van recht. Ze kunnen nu niet meer praten met dezelfde trots en zekerheid als in het begin van de revolutie. De geschiedenis is veranderd. Ze hebben de geschiedenis van Nicaragua beïnvloed. Ze hebben een verleden waar ze zich moeilijk van kunnen losmaken.

 

Op welke manier vindt u dat het FSLN het meeste is veranderd na de revolutie?

 

Het frente sandinista is vooral veranderd in de vorm van het leven van de leiders. Enkele leiders van het frente sandinista hebben zich baas gemaakt van persoonlijke eigendommen en het leiderschap van de partij. Ook maakten ze winst en roofden ze goederen van het nationale erfgoed, op basis van de wet 85 die ze maakten toen ze de macht verloren in 1990. Dit was de piñata, die eigendommen waren van de mensen waarvan ze het eerst geconfisqueerd hadden. Nu zie je de leiders met bankrekeningen van miljoenen. Ze kopen dure auto’s. In zijn geheel beschouwd is het frente sandinista helemaal verschillend van wat ze in het begin was.

 

Waarom heeft het frente sandinista de macht verloren denkt u?

 

Ze hebben de macht niet verloren, die hebben ze nog. Ze hebben bijvoorbeeld nog de rechterlijke macht in handen, die ze naar de partij toetrokken. Ze namen de controle over de postjes van alle rechters en magistraten van het hooggerechtshof. Daniel Ortega zei: ‘We verliezen de macht maar we gaan regeren van onderuit.’ En dat zijn ze al van het begin aan het doen met alle machten van de staat. Ze hebben hun aandeel in de macht. Wanneer ze fouten maken zijn ze verdeeld.

 

Welke zijn volgens u de belangrijkste uitdagingen waar het FSLN vandaag voor staat?

 

De geloofwaardigheid behouden ten opzichte van de armen, de basis waarmee ze zich voedden om de macht te behouden. Zij bereikten het presidentsschap van de republiek op een moeilijke manier. Dat is ook een belangrijk punt naar de volgende verkiezingen toe: ze zullen veel werk hebben aan hun imago bij het volk en met het zoeken naar hoe ze hun verloren geloofwaardigheid terug kunnen krijgen. Binnen de sandinistische partij is men vaak verdeeld geweest. Zeven jaar geleden was er de eerste breuk met het MRS. Het meest intellectuele en beslissende deel van het FSLN is vertrokken. Vandaag vertrekt een ander deel. Enkel deze die aan de macht van het ministerie van binnenlandse zaken waren, zijn gebleven. Zij die politie waren en die het Nicaraguaanse volk hebben gefolterd: het zijn zij die nu hun macht aan Nicaragua aanbieden.

 

Wat is uw mening over de kandidaatstelling van Daniel Ortega? Er is veel kritiek die zegt dat zijn kandidatuur impliceert dat er geen interne democratie is in de partij.

 

Wel, de sandinisten zijn nooit democraat geweest. Wanneer ze aan de macht kwamen en de eerste verkiezingen er moesten komen, zeiden ze: “waarom zouden we ze houden? Hier heeft het volk al gekozen met de nationale opstand van de revolutie.” Zij zijn het niet gewoon democraat te zijn. Maar vandaag moeten ze weten dat in de moderne wereld de democratie zich versterkt heeft. Dit is ook het geval in de Nicaraguaanse politiek. Nu worden ze verplicht deel te nemen aan die democratische spelen om aan politiek te kunnen doen. Waren ze werkelijk democraten geworden, dan zouden ze goed kiezen. Daniel Ortega zou de kandidaat niet geweest zijn voor het presidentsschap van de republiek. Hij is een verliezende kandidaat geweest. Hij verloor al vier keer en nu is het de vijfde keer dat ze hem als kandidaat opwerpen. In die zin zie ik de democratische mogelijkheden die er intern in die partij zouden zijn niet meer.

 

Bedankt voor dit interview!

 

 

Interview 15, donderdag 31/03/2005 11u15, Managua

Ricardo Zambrana Godoy, Managua

 

Ricardo Zambrana Godoy was sandinistisch militant van 1976 tot 1994. Hij verliet de partij enkele maanden na de breuk met het MRS omdat hij niet meer akkoord ging met haar manier van werken.

 

Welke is en welke was vroeger uw relatie met het frente sandinista?

 

Ik heb me geïncorporeerd in het frente sandinista in het jaar 1976, in een van de structuren met medewerkers van het frente sandinista. En vanaf dan was ik militant bij het frente sandinista voor 18 jaar. Ik verliet het in 1994. Ik deed er verschillende vormen van werk. Aanvankelijk voerde ik politieke campagne en bouwde solidariteitsnetwerken op. Daarna wijdde ik me toe aan politieke scholing gedurende vele jaren. En na de electorale nederlaag was ik er, territoriaal gezien, nog mee verbonden. Ik was ook politiek secretaris in verschillende aangelegenheden in de structuur van het frente sandinista, zowel op mijn werk als in mijn buurt.

Ik heb dus op verschillende manieren geparticipeerd, maar in wezen was het meer werk aan de basis. Ik ben niet bij de leiding geweest.

 

En waarom hebt u het frente verlaten?

 

Kijk, het frente sandinista was een organisatie die oorspronkelijk streed om de Nicaraguaanse realiteit, de Nicaraguaanse samenleving, te transformeren tot een democratische samenleving. Ze had veel aandacht voor de herverdeling van de rijkdom. Ze kon voorwaarden creëren voor de ontwikkeling van de bevolking. Het was een organisatie die streed voor de juridische rechtvaardigheid. Ze controleerde de wetten en de machtsmisbruiken. Dat was een lange strijd, vol offers. Veel mensen stierven met het gedacht een nieuwe en andere Nicaraguaanse samenleving op te bouwen, die werkelijk nieuwe kansen en mogelijkheden kon bieden aan de mensen om te leven. Met die redenering traden vele mensen toe. Heel het revolutionaire proces werd voltrokken om de sandinistische revolutie te versterken en ze te verdedigen tegen al de agressies waaronder ze leed. Ik had altijd begrepen dat de mensen die de sandinistische revolutie wilden vernietigen, in het echt de constructie van een nieuw en ander model van samenleving wilden vernietigen. Dit om ideologische redenen, of terwille van hun belangen.

In het geval van Nicaragua was hun belangrijkste tegenstander de centrale administratie van de Verenigde Staten. Vooral in de tijd van Reagan, met zijn project van herstel van de hegemonie van de Verenigde Staten op het internationale niveau. In het geval van Nicaragua was het een symbool voor hun strijd voor de herwinning van deze hegemonie, schijnbaar tegen het socialistisch blok, in het raamwerk van het oost-west conflict. Het frente sandinista heeft altijd een eigen Nicaraguaanse samenleving willen construeren. Ze vervormde daarvoor de sociale realiteiten, zonder voorgevormde of buitenlandse modellen te willen overnemen. Maar de administratie van de Verenigde Staten beschouwde dat wat wij een strategische alliantie met het socialistisch blok zagen, als agressie. Wat men hier wou doen, was in de basis een eigen model te construeren. Het is zeker dat men vanaf de eerste jaren een vorm zocht van verstandhouding met de Noord-Amerikaanse administratie. Maar dit was niet mogelijk omdat deze in zijn project de noodzaak had om hier een conflict te creëren, om zich op het wereldniveau te kunnen aanbieden. Daarom wilde ze zijn hegemonie op internationaal niveau terugkrijgen.

Dit alles gebeurde op hetzelfde moment dat er een zeer sterke sociale beweging was in Centraal-Amerika. Men beschuldigde Nicaragua ervan de revolutie te exporteren: de opstand in El Salvador te helpen en de Centraal-Amerikaanse regio te destabiliseren. Ik bleef ondertussen steeds werken voor de revolutie, er van overtuigd zijnde dat de revolutie gelijk had en dat de tegenstanders van de revolutie wilden verhinderen dat de volkeren van Nicaragua en de andere volkeren van Centraal-Amerika hun eigen toekomst konden opbouwen.

Toch observeerde ik na de electorale nederlaag een dynamiek binnen het frente die zich vervreemde van de noodzaken en de strijd van de mensen. Niet meer enkel de bekommernis om de problemen van de bevolking, het vormen van een sociale beweging, het samenhouden van de revolutionaire beweging in Nicaragua, in relatie met de vlaggen van de strijd en de transformatie. Ik zag in het frente sandinista een dynamiek van interne wedijver voor ambten, voor kandidaatstellingen. Het was een redenering enkel maar te werken om de institutionele macht te kunnen verkrijgen van bovenaf, zonder sociale beweging te creëren, zonder werkelijk hand in hand te werken met de mensen, voor hun problemen, hun behoeften, hun realiteiten. De bekommering voor de revolutie van de mensen, was niet noodzakelijk de redenering die gevolgd werd na de verkiezingsnederlaag. Het ging meer om wie de afgevaardigden waren, wie de kandidaten. Men werkte meer in een grotere politieke structuur. In die zin leek het mij niet dat ze de revolutie gingen versterken, dat ze het frente sandinista gingen versterken. Er was zeer weinig kans tot interne verandering binnen het frente sandinista, betreffende de interne werking. Er was weinig democratie. Ik geloof dat dit het frente sandinista geschaad heeft. Ik vond dat het het moment was om te zoeken naar een andere manier van werken, politiek gezien. Ik wilde een sociale beweging opbouwen, in het belang van de problemen van de bevolking. Daarom ging ik werken in andere gebieden.

Ik verliet het frente sandinista dus omdat ze niet meer bekommerd was om een sociale beweging te vormen die de sociale transformatie zou zouvoeren.

 

Gelooft u dat het FSLN vandaag nog de belangen van het volk vertegenwoor-digt?

 

Ik denk dat er veel retoriek en veel gepraat is. Ik geloof dat er veel mensen zijn binnen het frente sandinista die bekommerd zijn om de problemen van de bevolking. Maar ik geloof dat de leiding meer bekommerd is om andere dingen. Ik bekritiseer niet dat vele van de leiders managers geworden zijn, buiten dat er velen manager geworden zijn op basis van de goederen van het volk. Wat ik bekritiseer is dat er geen voortdurende bekommernis is voor de problemen van de bevolking. Er is wel bekommernis om op gelijk welke manier de institutionele macht te verkrijgen, zonder stevige relaties op te bouwen met de maatschappij. Ik geloof dat meer dan 50% van de Nicaraguaanse bevolking het frente sandinista niet wil, dat ze niet meer akkoord gaat met hun manier van werken, hoewel het frente veel werk doet om zachtaardig over te komen en het vertrouwen en geloofwaardigheid van al deze mensen te winnen. Ik geloof dat dat het werk is dat ze moeten doen. Het moet gebeuren in samenwerking met de mensen, bekommerd zijnde om hun problemen.

Ik heb grote vriendschappen binnen het frente sandinista en ik respecteer veel mensen die daar staan, overtuigd dat ze doen wat moet, in de overtuiging dat het frente nog steeds een alternatief is om te werken voor de problemen van de bevolking. Veel mensen geloven daar nog in. Er zijn daar heel waardevolle mensen die werken vanuit hun hart, met revolutionaire en diep politieke overtuigingen.

Toch geloof ik niet dat hun leiding bezig is met de revolutionaire beweging opnieuw op te bouwen. In het frente zijn er na de breuk in 1994 nieuwe breuken geweest. Ik trad pas maanden na de breuk van 1994 uit. Ik herinner mij dat er toen personen waren die wilden dat we ons keerden tegen de dingen die binnen het frente gebeurden. Nu zijn ook zij erbuiten. Van diegenen die gebleven zijn, zijn er ook al weer vertrokken. Er vertrekken nog steeds groepen uit het frente sandinista. Ook nu is er een grote breuk. Ik heb nooit zo een grote breuk meegemaakt. Er zijn nu duizenden militanten die de presidentiële kandidatuur niet steunen.

 

Wat is uw mening over de kandidaatstelling van Daniel Ortega?

 

Ik geloof dat Daniel Ortega, los van zijn fouten en van zijn verlangen om president van Nicaragua te zijn, een van de weinigen is die altijd coherentie in de strijd heeft behouden voor de sandinistische zaak. Daniel Ortega is degene die altijd in de bres gesprongen is voor het frente sandinista. Ik bekritiseer ook vele dingen, zoals zijn fascinatie om kandidaat te zijn en president te worden. Ik vind dat hij moet beseffen dat vele mensen van de bevolking niet willen dat hij president wordt. Hij zou in de leiding van het frente sandinista kunnen blijven en een kandidaat zoeken die kan winnen, die het vertrouwen van de bevolking kan winnen. Zelf kan hij dat niet. Als hij meer werk zou steken in het winnen van het vertrouwen van de mensen, zou hij het kunnen. Maar hij heeft niet genoeg gedaan om de geloofwaardigheid en het vertrouwen te winnen van de bevolking die geen sandinist is. Ik geloof dat dit een taak is die hij op zich moet nemen als hij zijn kandidatuur wil behouden. Maar ik denk niet dat dit het centrale probleem is, het probleem is: ‘hoe terug te keren naar de mensen’.

 

Welke beschouwt u dan als de belangrijkste uitdagingen voor het frente sandinista?

 

Dat dus. Het frente sandinista moet terugkeren naar de problemen van de bevolking. Ze moet met hen samen blijven werken. Maar dit moet niet noodzakelijk als een vanguardistische organisatie; ze moet de bevolking steunen in al hun gevechten en mogelijkheden creëren voor de bevolking, kennis en volkswijsheid opbouwen. Ze hebben veel werk om participatie van de burgers op te wekken en hun capaciteiten om te strijden voor concrete problemen op te lossen te ontwikkelen. Ik geloof dat dit een grote uitdaging is. Ik bekritiseer ook niet de manier waarop ze institutioneel gewerkt hebben. Ik denk dat het frente sandinista bijvoorbeeld gewerkt heeft om burgemeestersschappen te winnen. Op electoraal vlak is ze erin geslaagd om nog een groot deel van de macht te verkrijgen. Vandaag is ze in Nicaragua nog de organisatie die de meeste macht heeft. Zelfs de president van de republiek heeft niet zoveel macht als het FSLN op nationaal niveau. Als die macht gepaard zou gaan met een uitgebreide relatie met de bevolking, zou die macht niet meer dienen om de belangen van de koepel, van elites te dienen. En dat is de bezorgdheid die ik heb.

 

Welke zijn volgens u de belangrijkste oorzaken van de nederlaag in 1990?

 

Wel, het is moeilijk om zeer lang in een oorlog te blijven, want dan er is een enorme sociale slijtage. Ik denk dat de mensen daar vermoeid van geraken. Er is veel pijn, er zijn veel offers. Die zijn er niet enkel op economisch vlak, er is ook de pijn van de menselijke verliezen. De familie verliest zijn kinderen, zijn vader, zijn broers. Het vreselijke en enorme wantrouwen dat ontstaat bij het militaire conflict, is iets pijnlijks. Ik denk dat de mensen niet bereid waren om door te gaan in deze situatie.

 

Denkt u dat het frente fouten heeft begaan toen ze aan de macht was?

 

Ja, dat denk ik. Er waren veel fouten, op vele gebieden, ook al ben ik ervan overtuigd dat ze ook grote bekwaamheden hadden. Vele fouten kwamen voort uit goede bedoelingen. Er was een gebrek aan coherentie tussen de leiders. De leiders vroegen offers van het volk, terwijl ze er zelf geen gaven. De leiders vroegen aan de mensen om hard te werken voor de revolutie. Ik geloof dat veel mensen dat deden, in de overtuiging dat dat noodzakelijk was. En dat terwijl de leiders een aantal misbruiken van de macht begingen. Dat schaadde het vertrouwen van de mensen in het frente sandinista en haar leiders.

 

En waarom denkt u dat ze de macht nog niet hebben kunnen herwinnen?

 

Omdat ze het vertrouwen van de bevolking en hun geloofwaardigheid nog niet hebben kunnen terugwinnen, ook al zijn ze vooruitgegaan op de of andere manier. Het werk om het vertrouwen en die geloofwaardigheid terug te winnen, hebben ze nog niet gedaan.

 

En vindt u dat de boodschap nog actueel is? Is ze veranderd?

 

Dat is een moeilijke vraag omdat het frente sandinista vanuit het standpunt van hun discours gebruik blijft maken van oude referentiepunten: de anti-imperialistische strijd, het discours voor de armen, het discours van de solidariteit enzovoort. Het is een goed discours. Toch denk ik dat men in Nicaragua oplossingen voor concrete problemen wil en dat is afwezig. Dat is een grote leegte. Er is nog steeds veel retoriek, er zijn vele oude leuzen. Er is geen vernieuwing die toelaat dat de mensen de oplossingen zien. Het is een ellende. Het frente sandinista hielp in de vorige verkiezingen van Managua de kandidaatstelling van Herty Lewites, die goed werk heeft geleverd. Hij heeft veel aan vertrouwen en geloofwaardigheid gewonnen. Toch vallen ze nu Herty Lewites aan. Ik denk dat dat een politieke vergissing is. De oorsprong ligt in het feit dat de huidige leiders hun aandeel in de macht willen behouden. Maar dat is een nadeel, want die man deed goed werk. Hij had het frente sandinista kunnen versterken. Zij bewerkstelligen het tegenovergestelde.

Nu ik buiten het frente sta, heb ik eigenlijk niet het recht mijn mening openbaar te geven. Ik geef dit interview omdat jij mijn mening wou weten als een persoon die vertrokken is en nu buiten het frente staat.

 

Bedankt voor je medewerking aan dit interview!

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

[1] Carlos Cornel verwijst hier naar volgend boek: ORTEGA SAVEDRA, Humberto, La epopeya de la lucha. Managua, Lea Grupo Editorial, 2004, 510p.

[2] Vrij vertaald: ‘Beweging voor een stem van vertrouwen’

[3] Vrij vertaald: ‘Nationale Convergentie’

[4] Vrij vertaald: ‘Democratische Christelijke Eenheid’

[5] Maquila’s zijn assemblagefabrieken binnen de zona franca, de vrijhandelszones in Nicaragua. Het zijn tussenaannemingen waar arbeiders vaak in onmenswaardige levensomstandigheden tewerkgesteld zijn.

[6] vrij vertaald: ‘lage intensiteit’

[7] vrij vertaald: ‘vereniging van de arbeiders van de velden’

[8] Vrij vertaald: ‘Sandinistisch volksleger’

[9] Vrij vertaald: ‘de oostelijke markt’. Dit is een van de grootste markten van Centraal-Amerika, gesitueerd in Managua.