Tussen twee werelden: hotsende, botsende, trillende jeugd. Rock’n’roll, Vlaanderen en de jaren vijftig. (Kasper Demeulemeester)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

Hail Hail Rock’n’Roll!!!

Deliver me from the days of old.

Long Live Rock’n’Roll!!!

The beat of the drums, loud and bold.

Rock, Rock, Rock and Roll!!!

The feeling is there, body and soul.

(Chuck Berry, School Days)

 

 

Presley just had to happen.

He is a symptom of the times.

What we should examine and try to understand is

the plaguey circumstances that produced him.

(Tony Brown, Melody Maker, 1956)

 

De afloop van de Eerste Wereldoorlog had de jeugd van ons land onrustig gemaakt en in beweging gebracht. De teugels waren uit de handen van de diep ontgoochelde oude generatie geglipt, en de jonge mensen verzamelden zich in groepen, in kleinere en grotere gemeenschappen, om een eigen nieuw kompas te vinden waarnaar ze zich konden richten, aangezien het oude kapot leek.

 (Werner Eisenberg, Het deel en het geheel, 1969)

 

 

Rock’n’Roll is the most

brutal,

ugly,

desperate,

and violent

form of expression

I ever have been accidentaly confronted with.

 (Frank Sinatra in 1958, voor het Amerikaans Congres.)

 

 

 

She just said when she was just five years old

there was nothing happening at all

Everytime she put on the radio | Two TV-sets and two cadillac cars

there was nothing happening at all | Well baby, that won’t help you at all

Then one fine morning she put on a New York station

she didn’t believe what she heard at all

She started dancing to that fine fine music

You know her life was saved by Rock’n’Roll!

It took no computations

to dance to a Rock’n’Roll station

It was alright

It was alright

 (Velvet Underground, Rock’n’Roll, 1974)

 

 

INTRO

 

Hoe moeilijk is het om nu, nu we aan het begin van de eenentwintigste eeuw leven, jong, alle veronderstelde waarheden vers aangeleerd in ons fris gekamd hoofd, ons voor te stellen. Hoe het moet geweest zijn toen, nog geen halve eeuw, slechts twee generaties geleden. Tussen Mechelen en Brussel liepen nog onverharde wegen. Net als het Waalse staal blonk de steenkoolindustrie nog eventjes schitterend zwart -getuige van ons glorierijk verleden als industriële supermacht- en hier en daar draaide een molen zachtjes de ronden van zijn wieken, de ogen van de molenaar rustend over de rustige akkers, wiegend in de eerste lentezon.

 

Hoe hard is het, en hoe verscheurend ook, om onze blik stuurs naar voren te richten, de duizenden vaaloranje lichtbakens van de nacht voor ons uit de toekomst in. Hoe hard is het wanneer we voelen dat we nooit meer de blik van die molenaar gaan kunnen voelen, die berustte in het feit dat na zijn lente de mooie zomer komen zou, de herfst, de eeuwige winter, om weer over te gaan in het nieuwe leven. Onze ogen rusten op een land waaronder dorpen verzonken zijn, samen met de oude wereld vergaan.

 

Onmogelijk ons in te denken dat voor hem de tijd niet alleen vooruit liep, maar ook in het verleden bestond, in vaste, natuurlijke pracht en zekerheid. Misschien missen wij inderdaad een dimensie. Misschien zijn wij inderdaad niet volledig meer, ons verleden ons ontstolen door de oneindige dag van morgen.

 

Wij hebben geen dromen meer die niet bedrogen zijn. Wij hebben geen God meer die ons nooit in de steek zal laten. Wij zijn licht, ja, wij kunnen zweven en ons laten wegdrijven. Maar we zullen nooit meer kunnen rusten, onze voeten verankeren in onze zachte en zware aarde. Elke stap op de grond is als het begin van de volgende vlucht die we zullen moeten nemen om aan het enorme gewicht te ontsnappen dat ons dreigt te verpletteren: het besef dat alles wat ooit verwezenlijkt is op hetzelfde moment door de scheppers ervan kan herleid worden tot stof, as en pijn.

 

Maar niets of niemand kan ons onze kracht, onze hoop afnemen die ons steeds weer omhoog helpt, onze hoop. Hoop en vrees zijn zusters in de wanhoop. Zij zijn de mens in zijn naaktste staat. Dit is het verhaal van de hoop en de vrees, van de dromen die in alle hevigheid brandden onder een onzichtbaar dreigend deken van massale dood en vernieling. Of het een droef verhaal is of een blijspel, een tragedie of een sprookje voor het slapengaan, staat nergens geschreven. Het is ons verhaal, net als dat van u.

 

Het is het einde en het begin, en het begint nu.

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende