In het Oude Rome ...


In het leven van een vrije Romein speelde de familia een centrale rol.
Deze familia heeft maar weinig te maken met onze moderne kleine familie, die op persoonlijke genegenheid en bloedverwantschap gebaseerd is. De Romeinse familie verenigde een heleboel mensen, ze kwamen allen onder de almacht van de familievader te staan.
De familievader werd pater familias genoemd en onder hem stonden: de echtgenote, zijn eigen kinderen en geadopteerde kinderen, echtgenoten van de zonen en niet te vergeten, de slaven. Daarenboven behoorden ook de vrijgelaten slaven en de cliënten tot de familie. Beide groepen hadden belangrijke verplichtingen tegenover hun pater familias waarvoor ze in ruil bescherming en bijstand kregen.

De Romeinse maatschappij was een mannenmaatschappij. De vrouw was ondergeschikt aan de man. Ze had gaan stemrecht en kon geen openbaar ambt bekleden. De vrouw stond in voor de huishouding en de eerste opvoeding van de kinderen. Ze mocht wel het familiebezit beheren.
Meisjes trouwden vroeg, al vaak tussen hun twaalfde en veertiende, met mannen die vaak al veel ouder waren.
Een man trouwde als hij in staat was een gezin te onderhouden, meestal als hij tussen de 20 à 35 jaar oud was.
Scheidingen kwamen ook voor in het oude Rome, meestal wanneer een Romein zijn situatie kon verbeteren door met een vrouw van een rijkere en machtigere familie te trouwen. De vrouw behield dan wel haar naam en haar goederen werden teruggeschonken.
Als een koppel geen kinderen kon krijgen lag de schuld altijd bij de vrouw; de man kon scheiden. Als er alleen dochters waren kon men een erfgenaam adopteren: zo werd het voortbestaan van de familienaam gegarandeerd.