De Trojaanse held Aeneas vlucht uit het brandende Troje, dat de Grieken met een list wisten te veroveren. Tezamen met zijn vader en zijn zoon weet hij de zee te bereiken en na lang rondgedwaald te hebben op de Middellandse Zee komen ze aan in Italië. Hier hebben de Goden de landstreek Latium voor hem bestemd en huwt hij met Lavinia, de dochter van de koning van de Latijnen.
Wanneer Aeneas sterft volgt zijn zoon Julus hem op. Vele generaties later verdrijft een zekere Aemulius de rechtmatige koning. Hij dwingt de koningsdochter Rhea Silvia priesteres te worden zodat er geen troonopvolgers meer zouden komen en hij veilig zou zijn. Toch brengt Rhea Silvia een tweeling ter wereld: Romulus en Remus.
Hun vader zou de oorlogsgod Mars geweest zijn.
Aemulius, bezorgd om zij macht,liet de pasgeborenen in een mand op de Tiber zetten. Als door een wonder dreef de mand tot op de oevers van de Palatinus, één van de zeven heuvels van Rome. De schreeuwende baby's werden door een wolvin gevonden en gevoed. Later werden ze door een herder grootgebracht. Als jongemannen worden zij op de hoogte gebracht van hun koninklijke afkomst en nemen ze wraak op Aemulius. Romulus werd door de Goden voorbestemd om de stad te stichten.
Remus voelt zich hierdoor achteruigesteld.
Wanneer Romulus naar oud gebruik met een ploeg de toekomstige stadsmuren aanduidt, springt zijn broer steeds weer over de voren. Omdat Remus de wil van de Goden in de weg staat, doodt Romulus zijn broer en wordt zo de eerste koning van Rome.