aquaduct






































Praktische Romeinen...

De indrukwekkende Romeinse bouwkunst is niet helemaal origineel want ze is geïnspireerd op de Griekse en de Etruskische bouwkunst.
De Romeinen voegden daar hun eigen bevindingen aan toe. Van de Grieken namen ze de tempels met zuilen en zuilengangen over, van de Etrusken namen ze technieken over die ze nodig hadden voor de irrigatie, aanleg van wegen en bruggen en natuurlijk hun wereldberoemde aquaducten.
De Romeinen gebruikten de rondboog in de bouw van bruggen, gebouwen en aquaducten. Een grootse prestatie was de combinatie van de boog met het gewelf.
Het halfronde tongewelf was in feite niet meer dan een aantal achter elkaar geplaatste bogen. Ook het kruisgewelf kwam voor: een dwarse snijding van twee tongewelven. Het koepelgewelf was de mooiste constructie om te zien, indrukwekkend is de koepel van het Pantheon.
De Romeinen wilden hun macht, hun rijkdom via openbare gebouwen duidelijk maken.



Nieuwe Romeinse steden werden volgens een vast model aangelegd. Weer stonden de Griekse en Etruskische steden hiervoor model.
De plannen van de Romeinse steden lijken allemaal op een dambordpatroon. Op het kruispunt van de twee hoofdstraten voorzag men een plein, dat het middelpunt van het openbaar leven was: het Forum. Daar lagen de openbare gebouwen.
De Romeinen letten bij de bouw van hun stad vooral op praktische dingen en niet op schoonheid zoals de Grieken. Zij hadden hun wegen zo gebouwd dat wagens evenveel konden laden als boten, de riolen die het afval lozen in de Tiber waren overwelfd door nauwaansluitende stenen en het water werd in zulke grote hoeveelheden door de aquaducten naar de stad geleid dat het echte rivieren waren. Dit was wel nodig want de steden hadden veel water in gebruik: voor huishoudelijk gebruik, voor de thermen en voor de fonteinen. Omdat het water niet altijd ter plaatse aanwezig was moesten ze het van elders aanvoeren.
Een ander bouwwerk dat de Romeinen oprichten was de triomfboog die geplaatst werd ter ere van een belangrijke prestatie. Daar zij meestal over een weg of een straat werden gebouwd, waren één of meer doorgangen noodzakelijk. Later werd de Romeinse triomfboog overgenomen als symbool van strijd en overwinning.
Zoals je ziet waren de Romeinen bezig met grote en nuttige zaken.



Andere gebouwen nog te vermelden zijn de basilica, grote rechthoekige gebouwen met drie tot vijf beuken.
Het kon voor verschillende doeleinden worden gebruikt. Zo deed het dienst als gerechtsgebouw, handelscentrum en vergaderruimte.
Natuurlijk hadden de Romeinen ook tempels gebouwd voor hun goden, in zo'n tempel zonder ramen stond het beeld van de godheid. De Romeinse tempel had weer invloeden van Griekse en Ertuskische kant, de zuilen van de Grieken en het verhoog van de Etrusken.



Een laatste punt te vermelden is natuurlijk de beeldhouwkunst want ook de Romeinen vereeuwigden hun belangrijke burgers met een standbeeld. Heel wat Griekse beelden belandden in Rome en heel wat Griekse beeldhouwers kwamen in Rome hun geluk beproeven. Veel Romeinen lieten een portret van zichzelf maken om hun aanzien te vergroten. Vaak is dat een buste. Aanvankelijk waren de portretten realistisch, dus natuurgetrouw, met veel zin voor detail.
Keizerlijke portretten maakten deel uit van de propaganda. Standbeelden moesten hun deugden beklemtonen: een vrome priester of een dappere veldheer, een ideaalbeeld dus.
Gewone mensen met minder geld lieten zich op hout of op fresco in hun huis schilderen.