NS-Liederen in België 1940-1944. (Laurens De Strijcker)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

XII. De Militärverwaltung en de NS-liederen

 

Ingrate Belgique, vous n’aurez pas mes os.

Alexander Freiherr von Falkenhausen, 1950.

 

1. België bezet[285]

 

België werd gedurende quasi de hele bezetting bestuurd door een Militärbefehlshaber (Mbfh)[286]. De persoon in kwestie was infanteriegeneraal Alexander Freiherr von Falkenhausen. Aan die situatie kwam pas een einde in juli 1944, wanneer Hitler besliste een Zivilverwaltung in te stellen, een stap in de richting van officiële annexatie bij Duitsland.

 

Op 30 mei 1940 verhuisde von Falkenhausen van Den Haag, waar hij sinds enkele dagen Militärbefehlshaber in den Niederlanden geweest was en er toen werd vervangen door Reichskommissar Seys-Inquart, naar zijn nieuwe standplaats Brussel. Hij moest er België, Luxemburg en een deel van Frankrijk - dat niet langer gevechtsgebied was - gaan besturen. Het gebied Eupen-Malmédy werd op 23 mei, door een decreet van Adolf Hitler, met het Reich wiedervereinigt. Op 12 juni werd het ambtsgebied van de Mbfh in Frankrijk beperkt tot de twee departementen Nord en Pas-de-Calais. Tot het einde van de bezetting bleven beide met België verbonden. Luxemburg van zijn kant werd in augustus 1940 onttrokken aan de bevoegdheid van von Falkenhausen.

 

 

2. De Militärbefehshaber[287]

 

Alexander von Falkenhausen, neef van de gouverneur-generaal in België tijdens de Eerste Wereldoorlog, werd geboren in 1878. In 1900, hij was toen reeds drie jaar luitenant, nam hij als lid van het internationaal expeditiekorps deel aan het neerslaan van de Bokseropstand in China. Daar deed hij zijn belangstelling voor het Verre Oosten op, die hij verder cultiveerde aan het Oosters seminarie van de Berlijnse universiteit, toen hij de krijgsschool volgde. In 1910 belandde hij bij de Duitse ambassade in Tokio, waar hij bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog militair attaché was. Daarop vocht hij in Vlaanderen, Frankrijk en Rusland, en kwam vervolgens in 1916 in Turkije terecht, Duitslands bondgenoot, waar hij in 1918 hoofd van de Duitse militaire missie werd. Na de Duitse capitulatie bleef hij bij de 100.000 man sterke Reichswehr, en werd in 1931 als generaal gepensioneerd.

 

 Dan begon hij een nieuwe carrière. In 1934 vertrok hij als militaire adviseur naar het China van Tsjang Kai Tsjek. Hij reorganiseerde er het nationalistische leger. Na het uitbreken van de Chinees-Japanse oorlog werd er door het Duitse ministerie van buitenlandse zaken intense druk op hem uitgeoefend. Het paste immers niet dat een Duits generaal, gepensioneerd of niet, troepen tegen een potentiële bondgenoot opleidde. In 1938 moest von Falkenhausen naar Duitsland terugkeren.

 

Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, in september 1939, trad hij terug in actieve dienst, en werd begin mei in Nederland als Mbfh benoemd en belandde uiteindelijk als Mbfh in België. De benoeming, van uitgerekend een antinazi en legergeneraal, betekende een overwinning van de Wehrmacht op de nazipartij en de SS. In 1944, enkele dagen nadat hij door Reichskommissar Grohé werd vervangen, werd de generaal aangehouden, verdacht van deelname aan het tegen Hitler gerichte komplot, dat leidde tot de bomaanslag op diens leven. Bij gebrek aan bewijzen werd hij niet terechtgesteld, maar bleef wel gevangen.

 

Na de Duitse nederlaag namen de Amerikanen hem in hechtenis. Vanaf 25 september 1950 greep zijn proces in België plaats. Hij werd er tot 12 jaar dwangarbeid veroordeeld, maar al na enkele dagen over de grens gezet. Daar zegde hij, overtuigd van de gematigdheid van zijn politiek en het geluk dat de Belgen hadden gehad hem als gouverneur te hebben: “Ingrate Belgique, vous n’aurez pas mes os”.

 

 

3. De organisatie van het militaire bestuur[288]

 

Als Mbfh had von Falkenhausen twee staven: een Kommandostab, voor militaire zaken, tot 1943 o.l.v. zijn vriend en medestander von Harbou; een Verwaltungsstab, belast met het bestuur, het beheer van het land o.l.v. Reeder.

 

Von Harbou, na het einde van de Eerste Wereldoorlog van een militaire loopbaan overgestapt naar de stikstofindustrie, waar hij één van de topmanagers werd, was een goede vriend van von Falkenhausen. Hij was eveneens als von Falkenhausen een verwoed antinazi, maar daarbij ook zeer loslippig. Eind 1943 werd von Harbou door het OKW uit zijn ambt ontzet, beschuldigd van deviezensmokkel. Men beweert dat dit vooral als een verwittiging aan het adres van von Falkenhausen bedoeld was. Von Harbou pleegde zelfmoord in een gevangenis te Berlijn.

 

Eggert Reeder was Militärverwaltungschef (Mvch). Deze beroepsambtenaar, tijdens de bezetting werd hij dikwijls ‘president’ genoemd, naar de functie die hij voor de oorlog bekleedde, nl. Regierungspräsident, achtereenvolgens te Aken, Keulen en Düsseldorf. Zoals bijna alle Duitsers van zijn generatie had ook hij als militair aan de Eerste Wereldoorlog deelgenomen.

 

In november 1939 werd Reeder reeds door von Brauchitsch, toen nog hoofd van het OKW, belast met de voorbereiding van de bezettingsadministratie voor Nederland, België en Luxemburg. Uitgebreid studiewerk werd verricht en één van de conclusies was dat België niet bestuurd mocht worden zoals tijdens de Eerste Wereldoorlog, dat er geen bestuurlijke scheiding mocht komen, dat de Vlamingen in hun rechten hersteld moesten worden en dat de politieke beslissingen bij de Führer berustten.

 

Grosso-modo had Reeder voor zijn directe administratie in Brussel een tweehonderd vijftigtal ambtenaren ter zijn beschikking. De MV moest immers besturen met zo weinig mogelijk personeel, en die situatie verergerde nog na de aanval op de Sovjetunie, wanneer meer en meer elke valide man naar gevechtseenheden diende overgeplaatst te worden. In december 1940 was de organisatie voltooid. Oberfeldkommandanturen (OFK) en Feldkommandanturen (FK) beheerden de provincies, Kreiskommandanturen (KK) hadden bevoegdheid over één of meerdere arrondissementen, terwijl plaatselijke Ortskommandanturen opgericht werden. De Feldgendarmerie (militaire politie), Geheime Feldpolizei (geheime militaire politie) en Abwehr (anti-spionage) waren onderdeel van de apparatuur der bezetting.

 

 

4. Het militaire bestuur en de NS-liederen

 

Het Duitse militaire bestuur was van meet af aan vastbesloten om het kunst- en ontspanningsleven grondig te controleren. Zelfs de straatmuzikanten werden gecontroleerd door de Duitse politiediensten in het kader van: “Durch Censur passiert”.[289] Voor elke vergadering, feest of lezing moest men de goedkeuring van de bezetter hebben om een lokaal of zaal te gebruiken. Wie dan al toestemming kreeg, moest wel rekening houden met de beperkende maatregelen die van kracht waren:

 

De verordening betreffende het sluiten der publieke vermakelijkheden in de Brusselsche agglomeratie heeft herhaaldelijk aanleiding gegeven tot misverstand. Krachtens de instrukties, welke aan de politie gegeven werden, mogen de drankgelegenheden en spijshuizen open blijven waarin gewoonlijk geen attarkties regelmatig worden vertoond. Muziek van allen aard is evenwel verboden. De radio mag slechts benut worden voor de uitzending der nieuwsberichten. Reeds aangekondigde kinderfeesten (St. Niklaasfeesten) die in den namiddag plaats vinden, kunnen met het voorziene programma doorgaan. Met uitzondering van paardenkoersen zijn sportwedstrijden in openlucht niet verboden.[290]

 

De MV stelde het zich niet enkel tot taak het culturele leven in België te controleren, maar tevens te beïnvloeden en dit vanzelfsprekend in de richting van het Duitse exempel inzake cultureel leven:

 

Das kulturelle leben in Belgien wird nach dem Krieg in ersten Linie von Deutschland aus beeinflusst werden müssen. Dieses gilt insbesondere für die flämischen Gebiete, in denen auch heute schon gewisse Tendenzen nach dieser Richtung hin festzustellen sind.[291]

 

Van haar kant maakte het militaire bestuur duchtig gebruik van de plaatselijke faciliteiten. Zo ook te Mechelen. De stadsschouwburg was de belangrijkste zaal van de stad. De Kreiskommandantur eiste de zaal geregeld op voor concerten, feestvergaderingen en allerhande voorstellingen. Het stadsbestuur van Mechelen stelde de schouwburg steeds zonder morren ter beschikking.[292]

 

 

Wanneer de MV grote festiviteiten inrichtte waren haar militaire muziekkapellen altijd trouw op post, wat bij het publiek steeds een groot ontzag afdwong.[293] De concerten gebracht door de muziekkapellen van de Wehrmacht waren als het ware PR-stunts van het militaire bestuur. Eén van de meest groots opgezette concerten door het MV ingericht vond op 29 juni 1941 plaats te Gent:

 

Zondagvoormiddag traden twee muziekkapellen en circa 200 zangers van het roemrijk Groot-Duitsche leger in de Vlaamsche Stadsopera te Gent op, onder het motto “Die Deutsche Wehrmacht speelt en zingt”. Het concert was speciaal voor burgers bedoeld als blijk van de uitstekende verstandhouding tusschen de bezettende overheid en de Gentsche bevolking, en de zaal was dan ook barstensvol.

 

Op het podium, vóór het donkerblauw fluweelen behangsel van den achtergrond en de reusachtige oorlogsvlag van het Groot-Duitsche Rijk, waartegen het groen van enkele planten frissche vlekken wierpen, hadden muzikanten plaats genomen, onder de leiding van musikmeister-Anwärter Strobel. Een uitmuntende chef. Wij hadden destijds de gelegenheid onze wereldberoemde Belgische Gidsen onder de leiding van meester Prévost te aanhooren op dezelfde plaats en ook de alom bekende “Garde Républicaine” van Parijs. De prestatie van Zondagmorgen stond in eigen genre op ontzaglijk hooger peil. Reeds bij de triomfmarsch uit “Aïda” van Verdi, waarmede het eerste deel werd ingezet, konden wij er ons rekenschap van geven. (…) Zoo weerklonken beurtelings marschen en strijdliederen waaronder het krachtig “Nur der Freiheit” en het sentimenteel levensechte “Monika”. Tenslotte weergalmden het reeds gekende “Englandlied” en “De Vlaamsche Leeuw” beiden door de rechtgeveerde zaal geestdriftig medegezongen. Het enthousiasme was hiermee ten top gestegen en een onbeschrijfelijke ovatie van dankbaarheid en oprechte waardeering viel zangers en muzikanten te beurt. Aan de twee muziekleiders werden door Vlaamsche meisjes en onder fel applaus van het overtalrijk publiek kronen van eikenloof overhandigd.

 

Het concert werd door de Gentsche Radiodistributie uitgezonden zoodat duizenden stadsgenooten van de keurige uitvoering van het concert konden genieten, evenals de menschenmassa die stond te luisteren op den Kouter, waar luidsprekers waren aangebracht. Na het concert defileerden de muzikanten en de zangers voor den generaal en kregen nogmaals vanwege het begeesterde publiek een uitbundige ovatie. Inrichters en uitvoerders verdienen in één adem te worden geroemd om het weergalooze beleven die ze de Gentsche bevolking bezorgden. Het was geen concert in den alledaagschen zin des woords, maar eene synthese van oud-Pruisische en revolutionnair Groot-Duitsche stijl! Van harte dank voor dit heerlijke geschenk![294]

 

 De Abteilungskommandeur, majoor Gernardus, van de Abteilung Propaganda bleek zeer tevreden over het resultaat dat dit concert opleverde voor het imago van de MV. Het grote succes van dit concert bewees dat de MV in de toekomst nog meer van zulke massamanifestaties diende in te richten.[295]

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

[285] Vrij naar: MEYERS, W. België onder Duits bestuur. Ruhe und Ordnung: Militärverwaltung controleert, Belgische administratie voert uit, de economie daalt. Militärbefehlshaber von Falkenhausen was geducht anti-nazi. In Zondagsblad, MCCCXXXXV, p. 3-7.

[286] De afkortingen ‘Mbfh’, ‘Mvch’, ‘OKW’, ‘OFK’, ‘MV’, … zijn officiële afkortingen gehanteerd door de Duitse militaire overheid.

[287] Vrij naar: MEYERS, W. België onder Duits bestuur. Ruhe und Ordnung: Militärverwaltung controleert, Belgische administratie voert uit, de economie daalt. Militärbefehlshaber von Falkenhausen was geducht anti-nazi. In Zondagsblad, MCCCXXXXV, p. 3-7.

[288] Vrij naar: MEYERS, W. België onder Duits bestuur. Ruhe und Ordnung: Militärverwaltung controleert, Belgische administratie voert uit, de economie daalt. Militärbefehlshaber von Falkenhausen was geducht anti-nazi. In Zondagsblad, MCCCXXXXV, p. 3-7.

[289] BAUWENS, W. (1977). Vader Tamboer, zijn leven, zijn liedjes en zijn markten. In Vooruit, XV, p. 6.

[290] (1941). Drie belangrijke verordeningen van den militairen bevelhebber. In Volk en staat. Uitgave A, 12 december, p. 3A.

[291] Tätigkeitsberichte. 4 augustus 1940. Hoofdstuk I: ‘Kulturele Fragen’, p. 15-17.

[292] DEBOOSERE, Mechelen in de Tweede Wereldoorlog, p. 79.

[293] Service de la propagande en Belgique. Rapport sur la situation de la propagande. Aktive Propaganda 3. Freiwilligen Legionen “Flandern” u. “Wallonie”. 1-15 augustus, p. 7.

[294] (1941). Gentsch Nieuws. “Die Deutsche Wehrmacht speelt en zingt”. Het militaire concert in de Koninklijke Stadsopera te Gent oogstte een buitengewoon succes. Synthese van Oud-Pruisische en Groot-Duitsche stijl. In De Gentenaar, CLII, p. 3.

[295] Service de la propagande en Belgique. Rapport sur la situation de la propagande. Propaganda active: concerts de la Wehrmacht. 1-15 juli 1941, p. 3.