Transities in post-communistische staten: Kirgizië. (Miguel Coulier)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

1. PROBLEEMSTELLING

 

Kirgizië, een land met een indrukwekkende en idyllische natuur, een rijke nomadische traditie en een gevestigde clancultuur is pas in 1991 samen met de vier andere Centraal-Aziatische ‘stanrepublieken’, Kazachstan, Oezbekistan, Tadzjikistan en Turkmenistan, onafhankelijk geworden van de net in duigen gevallen Sovjet-Unie. Voor 1991 werd het land de facto behandeld en bestuurd als een autonome provincie binnen Rusland. Zeventig jaar onder Russische hoede zou ingrijpende gevolgen hebben op economisch, politiek en sociaal vlak. Een volledige ommezwaai van de landbouw en industrie in het land, een plundering van de al beperkte voorraad grondstoffen, een indringende Russificatie maar ook de introductie van een grootschalig netwerk aan sociale infrastructuur die de levensstandaard gevoelig omhoog tilde. Rusland had als het ware zijn provincies gekoloniseerd. In 1989 bedroeg het aandeel Russen in Kirgizië, voor een aanzienlijk deel afstammelingen van de negentiende-eeuwse Russische kolonisten, ongeveer een indrukwekkende 25,9 procent van de totale bevolking. Naast deze Russen werd geleidelijk aan ook een deel van de inheemse bevolking geïncorporeerd in de bestuursstructuren. Deze uitverkorenen waren afkomstig uit geprefereerde en invloedrijke clans en families. Ze zouden de politieke elites opleveren die in 1991 te kampen zouden krijgen met een abrupte en onverwachte onafhankelijkheid van de republiek. In Kirgizië ontstond een zogenaamd presidentieel familieregime met Askar Akaev als president. Hij werd in 1990 aangeduid door het parlement en een jaar later via directe verkiezingen door de bevolking hierin bevestigd. Kirgizië kreeg net zoals de andere stans tijdens de eerste jaren van onafhankelijkheid te maken met een spectaculair socio-economisch verval. De afhankelijkheidsrelatie met Rusland inzake handel, kapitaal en technologie viel plots weg. Het productieniveau nam af met 60%, terwijl de landbouwproductie met 80% naar beneden donderde. Er was een gigantische stijging in de werkloosheid en de armoede, de inflatie was torenhoog, alle economische banden met het grote Rusland waren doorgeknipt en er was een tekort aan allerlei belangrijke producten zoals voedsel en olie.

 

 

 

 

 

Twee voormalige communistische ‘blokken’ maken sinds de val van de Sovjet-Unie belangrijke transities door. Enerzijds hebben we de grote verzameling van de Oost-Europese staten en de Baltische staten die onder aantrekkelijke impulsen van toetreding tot de NAVO en de Europese Unie ingrijpende politieke, economische en sociale hervormingen hebben doorgevoerd. Anderzijds hebben we de Centraal-Aziatische landen en de landen van de Kaukasus. Ze werden langer dan het eerste ‘blok’ in de invloedssfeer van Rusland gehouden, maar zijn onder internationale en nationale druk de laatste jaren ook aan ingrijpende evoluties onderhevig. De post-communistische landen in Centraal-Azië kwamen na de onafhankelijkheid aan het startpunt te staan van belangrijke natie-staat opbouw-processen. De mix van etniciteiten, de arbitrair getrokken grenzen, de ingeweken Russen en hun inwortelingspolitiek en dergelijke meer vereisten na de plotse onafhankelijkheid reconstructie en constructie van de natie en de staten. De groeiende internationale interesse begin jaren negentig bracht ook democratiseringsprocessen op gang. Concepten van good governance en civil society deden hun intrede in onderzoek en ontwikkelingsprojecten in de verschillende staten van Centraal-Azië. Kirgizië, het ‘Zwitserland van Azië’ of ‘eiland van de democratie’, speelde er handig op in en zou internationaal lang bekend staan als een geslaagd voorbeeld van transitie en democratisering. Akaev zette snel een indrukwekkend aantal politieke, economische en sociale hervormingen in om de problemen in het land op te lossen. Privatisering, liberalisering en andere economische ingrepen gecombineerd met een democratisering op politiek en maatschappelijk niveau moesten het land op de goede weg zetten. Midden jaren negentig werd het mooi imago echter beschadigd. Economisch zat het land nog altijd niet op de goede weg, corruptie en patronage op basis van regionale en familiebelangen hielden het land in een houdgreep en de levensstandaard bleef maar dalen. Het discours en de ronkende verklaringen rond het ‘eiland van de democratie’ verloren stilaan de façade en de resultaten van de hervormingen en het democratiseringsproces bleven uit. Alles zou zorgen voor een stijgend wantrouwen en scepticisme bij zowel de bevolking als tussen de oppositie en de regering. Het toenemende autoritaire en repressieve karakter van de staat zou zijn hoogtepunt bereiken tijdens de frauduleuze verkiezingen van februari 2005. De oppositie en de bevolking zetten de president via een reeks van grote en vaak gewelddadige demonstraties onder druk om ontslag te nemen en de verkiezingen ongeldig te laten verklaren. Deze massaprotesten werden snel een revolutie genoemd, en kregen naar analogie van de andere kleurenrevoluties in Oekraïne en Georgië de naam ‘Tulpenrevolutie’ of ‘Roze Revolutie’. Het zou resulteren in een verdrijving van Akaev en de aanstelling van de nieuwe interim-president Kurmanbek Bakiev, ex-premier en leider van de grootste oppositiebeweging. Hij ging een alliantie aan met zijn voormalige politieke tegenstander, Kulov, en behaalde ondermeer hierdoor bij de verkiezingen van juli 2005 een indrukwekkende overwinning. In de maanden hierna werd Bakiev officieel de nieuwe president en Kulov de premier van het land.

 

In onze hypothese gaan we ervan uit dat deze revolutie het culminatiepunt is in de transitie van Kirgizië, het slotstuk van meer dan een decennialange politieke, economische en sociale ontwikkeling, het eindpunt van de evolutie van een communistische provincie naar een eigen onafhankelijke volwaardige natiestaat, het einde van een staatsontwikkelingsproces en de start van een volwaardige staat. We onderzoeken in welke mate deze hypothese strookt met de werkelijkheid en of deze ‘revolutie’ uiteindelijk een echte revolutie kan genoemd worden of eerder een evolutie is in een transitieproces dat nog steeds aan de gang is en nog een eindje zou kunnen duren. We gaan na hoe het transitieproces in Kirgizië verlopen is sinds de val van de Sovjet-Unie. Specifiek kijken we op welk vlak de transities zich hebben voorgedaan, of we enkel kunnen spreken van een (socio-) economische transitie of het volledige veld van de democratisering kan worden bestreken en we ook van een politieke transitie kunnen spreken.

 

Ons onderzoek – transities in post-communistische staten: Kirgizië – zal dus volgende deelvragen behandelen:

 

Het werk moet een duidelijk beeld opleveren van de evolutie die Kirgizië doormaakt sinds de onafhankelijkheid. Transities in post-communistische staten worden meestal besproken als het om Oost-Europese staten betreft. Onderzoek of studies van het transitieproces in Centraal-Azië en de Kaukasus worden in hoofdzaak gesitueerd op een regionaal niveau, eerder dan op een nationaal niveau of toegepast op een specifieke staat. Het is niet de bedoeling om een regionale vergelijking te maken. We beperken ons tot het land Kirgizië hoofdzakelijk door het tekort aan kennis over de andere stanrepublieken en de beperkte omvang van dit werk. Een gedetailleerde en uitgebreide synthese van het land en zijn transitie is dus het hoofddoel. Het onderzoek moet op dit vlak zijn relevantie tonen en de interesse van menig onderzoeker en niet-onderzoeker opwekken voor de regio en meer bepaald voor het land zelf. Kirgizië is geen frequent subject in de (Nederlandstalige) politieke literatuur, en dit hiaat bepaalt ook grotendeels de keuze ervoor. De politieke actualiteit van het land het voorbije jaar is een andere belangrijke determinant voor de optie Kirgizië.

 

Voor dit onderzoek wordt geopteerd voor een literatuuronderzoek met een focus op studies en werken in verband met de nationale en regionale ontwikkelingen in het land. Veldonderzoek wordt uitgesloten als overbodig en niet geschikt als methode om de hoofdvragen op te lossen. Experts en betrokkenen kunnen relevante en aanvullende informatie of originele uitgangspunten en interpretaties aanreiken. Deze contacten of interviews zijn eerder een instrument als aanvulling op de analyse van de literatuur, dan op zich als methode te dienen.

 

In een eerste deel van het werk wordt kort ingegaan op de relevante literatuur in verband met transities. Deze literatuur dient als een belangrijk startpunt en laat zien welke aspecten en dimensies van belang kunnen zijn in een transitie. Dit deel wordt afgesloten met een conceptuele verduidelijking met als bedoeling de lezer duidelijk te maken wat de betekenis van cruciale termen is in dit onderzoek. Het tweede en grootste deel van dit werk gaat over de transitie van het land in de praktijk. Via een duidelijk afgebakende structuur in tijd en ruimte wordt duidelijk wat de situatie van het land is tijdens de eerste jaren van onafhankelijkheid, wat de oorzaken hiervan zijn en hoe het land zijn plotse situatie van onafhankelijkheid heeft aangepakt. Er wordt duidelijk beschreven hoe de transitie verlopen is en op welke momenten de ommezwaai heeft plaatsgevonden. Een gezond evenwicht tussen de invloed van actoren als de invloed van structuren laat zien dat in het Kirgizische transitieproces de klassieke tweedeling overstegen kan worden. We sluiten de uitgebreide bespreking van vijftien jaar lange transitie van het land af met de Tulpenrevolutie. We gaan in op de aanleiding, verloop en resultaten van deze derde kleurenrevolutie en sluiten af met een bespreking en een eerste kleine evaluatie van de situatie één jaar na deze revolutie. Een derde deel toetst de theorieën en concepten uit het eerste deel aan de realiteit beschreven in het tweede deel. We gaan na wat deze theorieën kunnen betekenen in het transitieproces van Kirgizië en proberen enkele bedenkingen te maken bij het ganse verloop. We vervolledigen het werk met een samenvattend besluit.

 

 

2. TRANSITIETHEORIEËN

 

2.1 Overzicht

 

De comparatieve politieke studie heeft de laatste vijfentwintig jaar twee belangrijke subwetenschappelijke takken ontwikkeld; de transitologie en de consolidologie, respectievelijk de studie van transities van autocratische naar democratische systemen en het onderzoek naar de voorwaarden waarin een bepaald regime zijn stabiliteit kan behouden. Beide takken zijn gegroeid uit de reeks van democratiseringstheorieën van de jaren zestig en zeventig (Lipset, Moore, Dahl, …). Een eerste belangrijke mijlpaal is de paper van Rustow, ‘Transitions to Democracy: Toward a Dynamic Model’ uit 1970, en een tweede de studie van O’Donnel en Schmitter, ‘Transitions from Authoritarian Rule: Tentative Conclusions about Uncertain Democracies’ uit 1986.[1] Beide papers en aanverwante studies deden pogingen om de democratiseringsgolf in Latijns-Amerika en hieropvolgend in Zuid-Europa te verklaren en vergelijken. Transities worden in deze studies gespecificeerd als de overgang van een militair naar een democratisch regime. Het leverde ganse theorieën op over de invloed van elites, een militair regime als beginpunt van een transitie, de betekenis van een pact om de overgang in te zetten, enzovoort… Vergelijkingen tussen beide regio’s bleef echter moeilijk door verschillende historische, sociale, politieke en economische aspecten van een land. Enkele theoretici opperen dan ook de idee om helemaal niet te vergelijken tussen regio’s en om binnen de regio zelf comparatieve studies te maken (Morlino, Nodia). Ze sluiten een algemene democratiserings- of transitietheorie uit omdat het onmogelijk is een theorie te creëren die alle gevallen kan verklaren, zeker met het oog op de nieuwe transities van post-communistische landen in Oost-Europa, de Kaukasus en Centraal-Azië.[2]

Huntington heeft ook een belangrijke bijdrage geleverd aan de democratiseringstheorieën door ondermeer een reeks van democratiseringsgolven te beschrijven.[3] Een eerste golf heeft voor de democratisering van Amerika en een deel van Europa gezorgd. Een tweede veel kortere golf van democratisering ving opnieuw aan met transities in Europa en eindigde begin jaren zestig met het omverwerpen van de militaire regimes in Latijns-Amerika. Een derde reeks startte met de democratisering van Zuid-Europa, gevolgd door transities in Latijns-Amerika en Azië, en eind jaren tachtig met de transities in de voormalige communistische landen. Iedere golf eindigde met een paar gevallen van ‘omgekeerde transitie’; een terugval op autoritaire systemen: Italië op het einde van de eerste golf toen Mussolini aan de macht kwam, en een reeks van militaire coups eind jaren zestig, begin jaren zeventig als afsluiter van de tweede golf.[4] Huntington erkende de dynamiek van transities en stelde een methode op om de landen in hun dynamiek en evolutie te vergelijken. A en D stonden respectievelijk voor een lange periode van autoritarianisme en democratie, a en d voor een korte periode. Huntington kon op deze manier de transitie van een land zowaar omzetten in een ‘formule’ en zodoende ook rudimentair vergelijken.[5]

Een laatste belangrijke en meer recente studie komt van Linz en Stepan, ‘Problems of Democratic Transitions and Consolidation:Southern Europe, South America, and Post-Communist Europe’.[6] Ze combineren beide subtakken van de comparatieve politiek en onderzochten hoe transities van een ‘niet-democratisch’[7] naar een democratisch systeem gebeuren en hoe dit democratisch resultaat wordt geconsolideerd. Een cluster van vijf verweven en elkaar versterkende voorwaarden moeten vervuld worden opdat het volledige transitieproces zou worden geconsolideerd. Deze vijf zijn een vrije civiele maatschappij, een autonome politieke wereld, een situatie van gerechtigheid, een staatsbureaucratie en een geïnstitutionaliseerde economie. Linz en Stepan maken ook een conceptuele uitwijding specifiek over post-communistische landen en wijzen op het ‘simultaniteitsprobleem’ waardoor deze staten verschillen met Latijns-Amerika en Zuid-Europa. Deze landen ondergaan niet alleen een transitie naar democratie, maar tegelijk een transitie naar een vrijemarkteconomie. In een studie van Offe wordt dit uitgebreid en aangeduid als de ‘triple transition’. Om een succesvolle transitie door te maken moet die gebeuren op drie niveaus: economisch, politiek en in enkele gevallen via de vestiging van een waarde en normenkader voor de staat.[8] Het politieke luik gaat over constitutionele hervormingen en de creatie van een nationaal staatsapparaat. Economische transitie impliceert een transformatie van een centrale planning naar een vrijemarkteconomie en de omkadering van de staat verwijst naar processen van identiteit en natievorming, territorium en een sociale en culturele omkadering voor de staat. Deze drie simultane processen waren en zijn nog steeds een belangrijke en grote uitdaging voor post-communistische staten in vergelijking met de democratisering in andere aangehaalde regio’s als Latijns-Amerika en Zuid-Europa.

 

 

2.2 Toepasbaarheid op post-communistische landen[9]

 

Area studie-specialisten opteren ervoor om de processen in voormalige communistische landen niet met de andere grote transities en democratiseringen te vergelijken. Ze wijzen op de specifieke historische en socio-economische kenmerken van de verschillende landen. Deze kenmerken zijn inderdaad belangrijk maar sluiten het gebruik van de rijkdom aan debatten en studies over transities niet uit. Niet alles is even bruikbaar, maar er zijn zeker een aantal belangrijke discussies en concepten toepasbaar op de post-communistische landen, in tegenstelling tot de beperkte focus van de area studies.

De verscheidenheid aan ‘pacttheorieën’ zijn voor de voormalige communistische landen en specifiek voor Centraal-Azië niet relevant in zijn geheel. De republieken zijn op een onverwacht moment onafhankelijk geworden en hebben een geheel nieuwe staat willen creëren die zich afzette en onderscheidde van zijn functie als autonome provincie binnen de SU. De onafhankelijkheid werd niet bezegeld met een pact tussen de nieuwe en de oude machthebbers. In de meeste gevallen werd het staatsapparaat voor een groot deel opnieuw ingevuld zonder veel rekening te houden met de elites van het oude regime, elites die werkten in dienst van de grote Russische macht. De onafhankelijkheid betekende een breuk in al zijn facetten zonder dat er op hoog niveau afspraken werden gemaakt. Een belangrijk deel van deze ‘pacttheorieën’ wijst daarenboven nog es naar de rol van elites in het in gang steken van een revolutie of transitie en in het consolideren van het nieuwe regime. Deze beslissende functie kunnen we dus dan wel weer toepassen op de post-communistische regio.

De actor-structuurdebatten kunnen ook wat materiaal opleveren om op Centraal-Azië toe te passen. De actoren kunnen bijvoorbeeld de net aangehaalde elites zijn, maar ook de bevolking of lokale populaire figuren die een rol hebben gespeeld in de transities. Structuur en cultuur zijn eveneens belangrijk. Internationale actoren zoals de internationale financiële instellingen kunnen ook een invloedrijke speler worden, wat zal duidelijk worden in het geval van Kirgizië. Het zeventig jaar durende Sovjetsysteem heeft daarnaast ook zijn ingrijpende en bepalende invloed gehad, idem als de traditionele tribale cultuur. Beiden hebben in Centraal-Azië het verloop en de invulling van de transitie vorm gegeven. Dit brengt ons bij de definitie van een begin- en eindpunt. De transitietheorieën gaan vaak over de overgang van een militair systeem naar een democratie en zijn dus in die zin niet toe te passen op Centraal-Azië. In ons geval is dus vooral de bepaling van het eindpunt of doel relevant: een evolutie naar een democratie of een terugval op een autoritair systeem? Komen alleen landen die een transitie naar een westerse interpretatie van democratie ondergaan in aanmerking? Hoe staat het met het aandeel van mislukte transities in het theoretisch discours? Is een transitie naar een personeel regime met een vrijemarkteconomie mogelijk en kan dit al dan niet succesvol worden genoemd? Het probleem in het ganse discours is vaak dat landen geëvalueerd worden aan de hand van concepten en theorieën die afgeleid zijn uit een reeks van succesvolle transities zonder zich af te vragen of ze al dan niet toepasbaar zijn in latere transities en nieuwe concepten zich niet moeten aandienen. Vaak is er ook onvoldoende empirisch bewijs om sterke conclusies te kunnen formuleren en weten de onderzoekers te weinig af van de regio. Puzzelwerk en conceptuele vaagheid mag niet boven de eenvoudige niet-toepasbaarheid worden geplaatst.

De comparatieve politiek heeft zoals aangetoond een aantal interessante theorieën en concepten opgeleverd, maar men moet zich voortdurend afvragen of het kader en de termen nog kloppen of niet. Met moet in sommige gevallen durven toegeven dat historische, culturele en socio-economische kenmerken zodanig verschillend en uniek zijn dat een incorporatie in het transitiediscours serieus wringt en de facto onmogelijk is. Aan de andere kant moeten specialisten in bijvoorbeeld communistische landen vergelijkingen toelaten, theorieën durven gebruiken en zich niet beperken tot uitgebreide historische beschrijvingen van één land. Beide kunnen elkaar dus versterken: de specialisten geven uitgebreide en gedetailleerde informatie door om de theorieën te testen, transitietheoretici reiken een conceptueel kader aan om deze informatie te kaderen en inter- en intraregionale vergelijkingen te construeren.

 

 

2.3 Conceptuele verduidelijking

 

Voor we enkele toepasbare indicatoren afleiden uit de comparatieve politiek in het geval van Kirgizië gaan we eerst in op een aantal belangrijke begrippen. Het is geenszins de bedoeling het ganse theoretische en politieke discours rond deze concepten te vertellen, maar we willen duidelijk maken wat we in dit werk zullen verstaan onder deze verschillende termen.

Ten eerste nemen we de definitie van Offe in verband met de drievoudige transitie over; politieke en economische transitie naast simultane nieuwe omkadering en identiteitsvorming.[10] Consolidatie is de verzameling van methoden en technieken die de aan de macht zijnde politieke elite aanwendt om de stabiliteit en continuïteit van het regime te garanderen. We beperken ons niet tot consolidatie van een democratisch regime, en zien het in brede zin, dus als bevestiging van een regime, met welke vorm of inhoud dan ook.[11] Deze vorm kan variëren van democratie tot autocratie, van een dictatuur tot een autoritair systeem of nog andere vormen aannemen. Democratie definiëren we heel klassiek maar vaag als een systeem van regeren voor en door de bevolking. Dit kan op basis van een vertegenwoordigingssysteem op nationaal, regionaal of lokaal niveau, rechtstreeks of onrechtstreeks. Het politieke en socio-economische beleid dat gevoerd wordt, gebeurt op een rechtvaardige manier en sluit niemand uit van de ontstane kansen en voordelen. Dit beleid moet via verschillende mogelijkheden kunnen gecontroleerd en geëvalueerd worden, bijvoorbeeld via verkiezingen, via juridische weg of door meer rechtstreekse controle vanuit de civiele maatschappij. De invulling en uiterlijke vorm kan uiteraard sterk variëren[12], maar we zien dit als een voordeel en een poging om al te Westerse invullingen van democratie als vanzelfsprekend te nemen. Dit sluit geen kritische morele benadering uit en heeft tegelijk de bedoeling een persoonlijke beoordeling op aanvaardbaarheid te vermijden. Als democratie in onze gebruikte definitie hoofdzakelijk aan het nut voor de bevolking wordt gekoppeld moet men opletten met wat men hier als aanvaardbaar en nuttig zou kunnen bestempelen voor een bepaald land. Dit wordt geen eenvoudige taak door onbewuste en inherente subjectiviteit wat een concept als democratie betreft.

Verder verduidelijken we nog enkele concepten die van belang zullen zijn in het geval van Kirgizië. Doorheen dit werk wordt duidelijk in welke mate ze voorkomen en hoe ze evolueren. In een laatste overzichtelijk deel gaan we er wat gedetailleerder op in. Ten eerste wordt autoritarianisme gedefinieerd als het geloof in en de uitoefening van top-down-autoriteit zonder rekening te houden met een vorm van goedkeuring door de bevolking waardoor een autoritair systeem legitimiteit ontbreekt. Een autoritair systeem wordt totalitair wanneer het aan de hand van een uitgebreid veiligheidsapparaat en via dubieuze juridische praktijken een repressiebeleid voert ten aanzien van de pers en de bevolking. Autoritaire systemen hebben op dat vlak nog een aantal economische, religieuze of andere vrijheden. Een dictatoriaal regime is een systeem waarin één man alles te zeggen heeft en op geen enkele manier gecontroleerd wordt.[13] Een combinatie van democratie en autoritarianisme wordt een voorbeeld van een hybride democratie genoemd, of ook nog een façade democratie.[14] Aan de oppervlakte en dus formeel lijkt het een democratie en wil de politieke elite het ook zo laten uitschijnen, maar in de realiteit is de regeringsstijl eerder autoritair en maalt de elite niet om democratische waarden. De elite wordt gedefinieerd als een kleine groep mensen die de politieke of economische macht op een nationaal en regionaal niveau in handen heeft en het beleid van de regering en het land bepaalt. Ten slotte gaan we nog even in op het begrip revolutie. Een revolutie wordt gekenmerkt door een abrupte vaak gewelddadige massamobilisatie met als doel niet alleen de regerende elite omver te werpen, maar ook het ganse systeem om te gooien. Het staat in die zin tegenover evolutie; een reeks van graduele hervormingen waardoor het politiek-sociaal systeem gewijzigd, maar niet omvergeworpen wordt.[15]

 

 

DEEL 3: TRANSITIE IN KIRGIZIË

 

3.1 PRE-ONAFHANKELIJKHEID

 

De ontwikkelingen sinds de onafhankelijkheid kunnen niet los gezien worden van de decennia of eerder eeuwen geschiedenis die het Kirgizische volk bezit. De pre-russische nomadische cultuur en de wisselwerking met andere grote rijken (Mongolen, Hunnen, Chinezen, …) hebben tot op vandaag zijn inwerking op bijvoorbeeld maatschappelijke structuren en op processen van identiteitsvorming, zowel op lokaal alsook op nationaal vlak. Onder andere deze religieuze en tribale interacties hebben de noord-zuidverdeling mee inhoud gegeven. Naast deze invloed kunnen we natuurlijk ook de Russische overheersing niet negeren als we het over het huidige onafhankelijke Kirgizië hebben. De tsaristische invloed bleef al bij al beperkt, maar het Russische revolutionarisme en de definitieve Bolsjewistische overwinning hebben de ganse Centraal-Aziatische regio grondig gereorganiseerd. De daarop volgende zeventig jaar zouden de politieke, economische en sociale basis leggen waarop Kirgizië zijn rol als nieuwe onafhankelijke staat zou invullen.

 

3.1.1 Pre-sovjet: de Kirgizische nomaden[16]

 

Ex-president Askar Akaev bleef er tijdens zijn vijftien jaar bewind voortdurend op hameren hoe belangrijk de geschiedenis van het Kirgizische volk is en hoe ver ze in het verleden reikt.[17] Zijn kleine volk kon de voortdurende buitenlandse invasies van ondermeer de Hunnen, Turken, Oeigoeren en Mongolen verschalken via opsplitsing en migratie, en verenigde zich na enkele eeuwen uiteindelijk op eenzelfde grondgebied in het noordwesten van Mongolië. Het waren pastorale nomadenstammen, een manier van leven die niet uitzonderlijk was in die tijd. De Kirgizische Enisei-stammen stapten langzaam af van hun nomadische levensstijl en begonnen die te combineren met matige irrigatielandbouw en veeteelt. Hun ‘samenleving’ was verdeeld in drie groepen: vrije boeren, een vorm van adel met privileges en slaven. In het oostelijke deel van het Tien Shan-gebergte werd in de tweede eeuw het ambitieuze ‘vorstendom van Kirgiezen’ opgericht dat zich enkele eeuwen later tot een sterke staat ontwikkelde en een noordelijke expansie onderging tot aan de grenzen van China en Siberië. Deze periode die van korte duur zou zijn wordt in de historische literatuur aangeduid als de ‘periode van de Kirgizische grootmacht’. De stammen stonden onder feodale leiding en zouden zich militair sterk verbeteren. De Kirgiezen vormden eveneens een confederatie met Turkse, Mongoolse en Siberische stammen, maar evolueerden nooit tot een groot rijk en zouden in de dertiende eeuw opgesplitst worden in kleine feodaal-tribale territoriale entiteiten.

De eeuwen daarop tot aan de vijftiende eeuw zou het huidige Kirgizië gedeeltelijk overheerst worden door opeenvolgend de Kharatiden[18], de Mongolen en de Turken. Gedurende de zeventiende eeuw konden ze zich weer verenigen, ontwikkelden ze meer en meer een politieke en administratieve structuur en zien we verdere tekenen van sedentarisatie. De familie en tribale associaties werden de basis van hun overkoepelende organisatiestructuur. Deze zou opnieuw uit elkaar vallen toen in de achttiende eeuw het gebied overheerst werd door de Chinezen en zwaar bedreigd en gedeeltelijk ingenomen werd onder het Kanaat van Kokand.[19] Het Kokandrijk strekte zich uit over het huidige Oezbekistan, Tadzjikistan en het zuiden van Kirgizië. De eerste grote tekenen van een noord-zuidverdeling begonnen zich hier reeds te manifesteren. Het zuiden werd volgens de administratieve verdeling van het kanaat volledig geïntegreerd en regionaal onderverdeeld in verschillende kleinere districten, het noorden kreeg helemaal geen regionale opsplitsing en werd slechts gedeeltelijk geïntegreerd in het rijk. Het zuiden van het huidige Kirgizië werd in tegenstelling tot het noorden sterk geïslamiseerd. Geleidelijk aan ontstond er een symbiose van elementen uit de islam gecombineerd met traditionele gebruiken en voorschriften.

Het kanaat zou geplaagd blijven door voortdurende interne rebellies en bedreigingen van andere kanaten (Boechara en Khiva), maar kon door een gerichte verdeel-en-heerspolitiek toch in stand worden gehouden. Pas bij de Russische uitbreiding in de jaren zeventig van de negentiende eeuw en een reeks van burgeroorlogen en etnische conflicten verloor het rijk grote delen en hield het op te bestaan.

 

3.1.2 De Russen komen: tsaristische periode

 

Gedurende de jaren vijftig en zestig had de tsaar verschillende stammen nog bescherming aangeboden tegen Kokand in ruil voor hun trouw, maar in 1876 kwamen de Russen definitief binnen en veroverden ze het ganse gebied.[20] De tsaristische invloed bleef bij aanvang beperkt tot een administratieve overheersing. Er werden overal militaire gouverneurs geplaatst en Russische en parallelle lokale autoriteitsstructuren opgericht. De Russen intervenieerden slechts in zeer beperkte mate en lieten de traditionele elites voor orde en controle zorgen. De patrimoniale en tribale basis om de maatschappij te structuren en organiseren bleef echter bepalend. De belangrijkste clanverschillen werden niet aan de kant gezet en bleven dus behouden. De Kirgiezen bestonden uit twee grote federaties; enerzijds had men de grootste ‘federatie van de dertig zonen’ of Otuz Uul, die nog es opgesplitst was in een linker- en rechtervleugel; en anderzijds was er de tweede grote federatie of Ichkilik. Elke federatie is op zijn beurt onderverdeeld in subclannen. Beide federaties bleven ondanks de gemeenschappelijke taal en cultuur door economische en territoriale onenigheden apart bestaan.[21]

Spanningen tussen de Russen en de lokale bevolking traden pas op naar het einde van de eeuw toe. De massaal ingeweken Russen palmden de beste gronden in en botsten met hun sterk sedentaire landbouw op de nog steeds in hoofdzaak nomadische werkwijzen van de Kirgizische stammen. De Russen zorgden voor een groeiende verstedelijking en verdrongen de lokale bevolking naar de armoede. Hier en daar braken vooral in de landbouwgebieden korte incidenten uit, maar er was nooit echte sprake van een heuse revolte. Kleine strubbelingen werden snel de kop ingedrukt en vergeten. Het revoltair klimaat zwol in het komende decennium echter serieus aan en culmineerde in juni 1916 in een massarebellie, gericht tegen de Russische tsaristische macht. De Basmachi-rebellie zou zich verspreiden over gans Centraal-Azië en duurde tot aan het einde van de jaren twintig. Het resultaat was een honderdduizendtal doden, een massale vlucht naar China en immense economische gevolgen voor de regio.[22]

 

3.1.3 Sovjetperiode[23]

 

In de eerste jaren na de grote Russische revolutie en het einde van het tsarenrijk was het niet zo evident om het economisch verval in de regio een halt toe te roepen en de Bolsjewistische macht in de regio te laten gelden. Sinds 1920 echter zijn er geen gewelddadige reacties meer geweest op de Sovjetmacht in Kirgizië en dit voor een periode van meer dan zestig jaar.

In 1924 werd Kirgizië een provincie binnen de Russische Federatie en kreeg het de naam ‘Kara-Kirgizische Autonome Oblast’. In 1936 werd deze door een administratieve reorganisatie gewijzigd in de ‘Kirgizische Autonome Sovjet-Socialistische Republiek’. Het is een belangrijk keerpunt in de geschiedenis van Centraal-Azië omdat de grenzen van de republieken getrokken werden op basis van het ‘één etnie – één territorium’-principe dat de bolsjewieken als een van de grondslagen van een natie beschouwden.[24] De nieuwe administratieve verdeling van de regio zorgde voor het ontstaan van een embryonale staatsstructuur ingevuld door een binnen Sovjetkader onderwezen nieuwe indigene elite. Het legde echter door zijn ambiguïteit[25] ook meteen een basis voor de conflicten die gewelddadig zouden uitbreken eind jaren tachtig, begin jaren negentig in de Ferghana-vallei.[26]

 

De jaren twintig brachten enkele grote veranderingen met zich mee. Ten eerste de al vermelde administratieve herverdelingen gekoppeld aan een indigenisering van het staatsapparaat. Ten tweede kwamen er landhervormingen met als doel de ‘ont-nomadisering’ van de economie. Als laatste waren er de sociale en culturele ingrepen zoals khujum of de emancipatie van de vrouw[27], de Russische taal als lingua franca en de introductie van onderwijs voor iedereen. Deze hervormingen bleven in Kirgizië aanvankelijk beperkt tot grote woorden door het tekort aan financiële middelen.

Alles kwam echter in een grotere versnelling terecht door de stalinisering en Russificatie van de jaren dertig. Stalin koos voor de bevestiging van de Russische nationalistische moraal en waarden in plaats van de voorrang van lokale mensen en ideeën. De economie werd zwaar geïndustrialiseerd en gecommercialiseerd. Er werd een brutale collectivisering doorgevoerd op het platteland. Het gevolg was dat 98% van het grondgebied in handen van de staat kwam,[28] maar ook de voedselvoorraden serieus slonken. Zo goed als de ganse Kirgizische bevolking was tegen eind jaren dertig gesedentariseerd. Er kwamen ook een reeks van antireligieuze maatregelen die meer succes hadden in het noorden dan in het zuiden. De Russische geheime dienst voerde op zijn beurt een ‘punge-and-terror’-politiek waarin efficiëntie boven etnische representatie werd geplaatst. Zowat 30.000 Kirgizische leiders en intellectuelen lieten het leven in Russische campagnes tegen een Kirgizische invulling van staatsfuncties en –instellingen. Deze herbezetting van de macht hield aan tot in de jaren vijftig. Een lichtpunt in deze periode was de sterke uitbreiding van de sociale voorzieningen en ondanks kleine herstructureringen de blijvende invloed van de traditionele autoriteiten.

De Tweede Wereldoorlog zorgde voor rust in de regio en een einde van het terreurbewind, hoewel Kirgiezen vaak als kanonnenvlees in de oorlog werden gebruikt. De regio kreeg zelfs een economische boost door de massale immigratie van Polen, Duitsers en andere Slavische volkeren. De economie stond ten dienste van de oorlog, maar kon zich diversifiëren door de ontwikkeling van ondermeer de metaalindustrie en een nieuwe focus op waterenergie.

 

De opvolgers van Stalin, van Kroesjtsjov tot Tsjernenko, zorgden voor een destalinisering en stabilisatie van de regio. Er werd een politieke decentralisering doorgevoerd en langzaamaan werd een tweede poging ondernomen om het kader met lokale mensen te bevolken[29], ondanks de groeiende Russische kritiek op de inmenging van traditionele en religieuze invloeden op het Sovjetpersoneel. Het ganse proces heette in het Russisch korenizatsia of inworteling en kwam neer op het inheems bevolken van de lagere rangen van het staatsapparaat.[30] De aanvankelijke tweede fase van de russificatie bleek ook niet direct te werken en duwde de lokale bevolking steeds opnieuw in een herbevestiging van traditionele familie- en clanprincipes. De bevolking ontwikkelde parallelle structuren op verschillende niveaus. Gedurende de stagnatieperiode onder Bresjnev werden deze meer en meer als wederzijds voordeling aanzien en dan ook geïncorporeerd in het Sovjetsysteem. Voortaan zou clan, stam of regio van belang zijn in de aanstelling van staatsfuncties.

In 1961 werd Usubaliev aangeduid als het autonoom hoofd van de Kirgizische Communistische Partij.[31] Hij pakte de overheid aan via een gecombineerde strategie. Hij bleef Rusland te vriend, maar eiste tegelijk en op continue basis meer investeringen en fondsen, en zorgde eveneens voor een groeiend aantal Kirgiezen in de administratie (tot 150% meer Kirgiezen). Usubaliev staat niet gekend om zijn grote economische hervormingen, maar eerder om zijn onnavolgbare drift om investeringen en hulp te verkrijgen, om een grondstoffenarm land als Kirgizië verder te helpen.[32] Inzake politieke cultuur werd geopteerd voor continuïteit in combinatie met aanpassing en verandering. Patronage op basis van verwantschap en regionale banden bleef sterk aanwezig, maar andere personen werden ook via coöptatie in het systeem binnen gebracht. Het leverde hier en daar kleine protesten op van Kirgizische nationalisten, maar de regionale clanleiders zorgden voor de nodige politieke loyaliteit.

De jaren zeventig en tachtig werden gekenmerkt door stijgende corruptie en een zware economische ineenstorting.[33] De Russen voerden privatiseringen door in de landbouw om het voedseltekort op te lossen en namen verschillende religieuze maatregelen, deze laatste zonder enig resultaat. De ganse regio was opnieuw in de klem gezet via deze hernieuwde Russische inmenging.

 

3.1.4 Economische en politieke ontwikkelingen sinds midden jaren tachtig

 

Een combinatie van ontevredenheid over de corruptie en patronagepolitiek van Usubaliev en een toenemende hercentralisering van de Moskouwse macht had als gevolg dat de partijsecretaris in 1987 opzij gezet werd ten voordele van Masaliev. Het bracht echter weinig echte veranderingen met zich mee en het effect op de corruptie bleef dan ook uit. Masaliev had het niet zo hoog op met economische hervormingen en democratisering vanuit Moskou en probeerde de effecten in de republiek dan ook tegen te houden. Hij kon de ingrepen vanuit Moskou wel proberen te vertragen, maar nooit echt tegenhouden Masaliev zocht vaak contact op met de conservatieve elite in Moskou die belangrijke tegenstanders waren van Gorbatsjov’s perestrojka- en glasnostbeleid en bevolkte de Kirgizische administratie met gelijkgestemden. Als reactie op dit beleid werd Masaliev door de Russische president in toenemende mate genegeerd en aan zijn lot overgelaten. Nauwgezette acties van de KGB creëerden in de media een beeld van een politiek achterlijk land geleid door iemand die zelfs onervaren herders zou aanstellen opdat hij zijn macht continue zou kunnen laten gelden zonder enige vorm van protest.[34]

De corruptie en patronagepolitiek zorgde in Kirgizië voor toenemend protest vanuit verschillende hoeken. In mei 1990 werd op initiatief van ingenieur en voorzitter van het Departement van Wetenschappen en Educatie van het Centraal Comité van de Kirgizische Communistische Partij Askar Akaev samen met een reeks van andere sociale en politieke organisaties de Democratische Beweging van Kirgizië (DDK) opgericht. Ze stelden grote en ingrijpende markthervormingen voorop en pleitten voor democratisering. In een stijgend klimaat van toenemend anti-Russisch protest, zware interne oppositie en intercommunautair geweld, met als brutaal hoogtepunt de Osh/Uzgen-rellen in 1990[35] kon Masaliev steeds minder op politieke steun rekenen. Op 27 oktober 1990 werd Askar Akaev door de Opperste Sovjet verkozen als nieuwe president van de republiek Kirgizië.[36]

 

Op economisch vlak dienden de republieken van Centraal-Azië vooral als grondstoffenleverancier voor het grote Rusland met verstrekkende gevolgen voor de economische en ecologische situatie in de betrokken landen. Kirgizië bezat geen grote voorraden aan klassieke grondstoffen, maar stond in voor de levering van uranium en goud. De handel en economie was sterk geïntegreerd in de centrale planningseconomie van Moskou. De grenzen van de republieken waren in die mate nooit een grote belemmering voor zowel de formele als de bloeiende parallelle informele economie. De republieken konden geregeld mooie economische cijfers voorleggen, echter gebaseerd op een systeem van artificiële instandhouding via immense financiële injecties. De socio-economische infrastructuur in Centraal-Azië werd door deze zware subsidiëring systematisch in stand gehouden. Deze subsidies bleven eind jaren tachtig doorgaan, maar zouden na de onafhankelijkheid van ’91 wegvallen en een ongekende economische en sociale neergang veroorzaken. De economische malaise die reeds enkele jaren aan de gang was explodeerde helemaal.

 

 

3.2 ONAFHANKELIJKHEID

 

Het beleid van perestrojka of economische herstructurering en glasnost of openheid heeft zijn effect op de economie en politiek in Kirgizië niet gemist. Een stijgende inflatie, werkloosheid en armoede, het opbreken van economische relaties en voorraadtekort waren de belangrijkste problemen waarmee de republiek in de periode net voor zijn onafhankelijkheid mee te maken kreeg. De economische hervormingen misten hun doel en versterkten de malaise die aan de gang was. Deze crisis in combinatie met groeiend protest culmineerde in een explosie van het Sovjetsysteem. In 1991 braken er over heel Centraal-Azië een reeks van cruciale politieke revoltes uit die zouden leiden tot de onafhankelijkheid van deze republieken.[37]

 

3.2.1 De onbekende Askar Akaev

 

In terms of democratization, among the post-Soviet countries, the Kyrgyz Republic - and I put it quite reasonable - is one of the leading countries. And I do not want to minimize my personal role in this process.” Aan het woord is Askar Akaev, eerste president van de republiek.[38] Hij werd op 27 oktober 1990 door de Opperste Sovjet verkozen als nieuwe president van de republiek Kirgizië.

Akaev is afkomstig uit het noorden van Kirgizië en studeerde meer dan vijftien jaar optica en computerwetenschappen in Leningrad of Sint-Petersburg. Hij keerde vervolgens naar de hoofdstad terug om een succesvolle en gerenommeerde academische carrière te beginnen. Zijn politieke hoofdstuk startte in 1981 toen hij lid werd van de communistische partij. Hij werd er vijf jaar later hoofd van het Departement voor Wetenschappen en Hoger Onderwijs van het Centrale Comité en twee jaar later respectievelijk vice-voorzitter en voorzitter van de Kirgizische Academie voor Wetenschappen.

Door een belangrijke institutionele hervorming in 1988 in het kader van de glasnostpolitiek werd een nieuw orgaan gecreëerd: het Congres van Volksvertegenwoordigers. Het had tot doel de macht te herverdelen ten voordele van individuen en meer specifiek intellectuelen die niet tot de partij behoorden. Tijdens de eerste verkiezing in maart ’89 werd Akaev verkozen als vertegenwoordiger voor het Naukat district in het noorden van het land. Het belangrijkste keerpunt in zijn carrière kwam er een jaar later toen Akaev samen met verschillende sociale organisaties en andere autonome groepen de Democratische Beweging van Kirgizië of BKK oprichtte. Masaliev kon de protesten in het land blijven negeren, maar na de eerste zware incidenten in het zuiden van het land kon ze de economische en sociale verzuchtingen moeilijk meer naast zich neerleggen. Akaev maakte handig gebruik van Masalievs zwakke positie om zware kritiek te leveren. In april 1990 werd een hervorming doorgevoerd waardoor presidentiële verkiezingen konden worden georganiseerd. Na een eerste chaotisch verloop werd in de tweede ronde Akaev als overwinnaar uitgeroepen. Many deputies saw the nomination of a totally new person for the presidency as a real way of bringing the groups together and getting them to agree,” zou Akaev meedelen.[39]

Akaev kwam aldus een jaar voor de echte onafhankelijkheid op het hoogste politieke schavot terecht in een periode van etnische spanningen en economische en sociale onrust. In tegenstelling tot de presidenten van de andere republieken ontbrak het hem aan relevante politieke ervaring en kwam hij niet uit de gevestigde communistische kaders, maar van buiten het systeem. Dit gaf Akaev heel wat krediet, want de sfeer van onrust in het land had nood aan een neutrale compromisfiguur. In het komende jaar ging de nieuwe president spreken met de gevestigde waarden binnen de Kirgizische elite, maar ook met de bevolking. Hij reageerde met belangrijke signalen en vaardigde zijn eerste decreten uit als antwoord op de dynamieken achter het sociale en economische protest. Akaevs economische en politieke ideeën waren bekend en af te leiden uit zijn sporadische verschijningen in het parlement. Hij sprak zich uit tegen de centrale planning en ging resoluut voor markthervormingen. Hij wou echter de Kirgizische communistische partij niet tegen zich injagen en opteerde voor een ‘soeverein Kirgizië binnen een hervormde USSR’. Akaev werd direct het vuur aan de schenen gelegd toen een kleine groep conservatieve Kirgiezen een minicoup pleegden als reactie op de coup in Moskou waar militairen en KP’ers ijverden voor de herinvoering en consolidatie van het grote Sovjetrijk. Hij kon de crisis via politieke tactiek subtiel bezweren door de machtsherovering van zijn eigen communistische partij binnen het parlement te counteren met de oprichting van een nieuwe raad, en tegelijk de Russen en de Kazachen terug tevreden te stellen door Yeltsin verbaal volledig te steunen.[40] Enkele maanden later, in augustus 1991 werd Kirgizië uitgeroepen als onafhankelijke staat.

 

3.2.2 Een periode van hervormingen

 

Akaev was een man die vastberaden was om zijn land om te vormen van een autonome provincie binnen het communistische Rusland naar een volwaardige democratisch georganiseerde natiestaat met een vrijemarkteconomie. Het was niet zozeer een idealisme dat hem stuurde, maar eerder een realistisch besef dat Kirgizië ten eerste te klein en te arm was om economisch zelfstandig te zijn en dus een nood had aan buitenlandse hulp en investeringen. Ten tweede ligt het land in een gevoelige regio en tussen twee grootmachten wat het niet evident maakt om onafhankelijk een eigen pad te bepalen los van externe ontwikkelingen. Akaev’s buitenlandse politiek was er dan ook op gericht om via een omzichtige diplomatie internationale aandacht te trekken en zich te onderscheiden in de regio zonder iemand tegen zich in het harnas te jagen. Democratie en vrije markt worden op die manier een strategische zet om zich te profileren met als doel zich te kunnen ontwikkelen op basis van buitenlandse hulp en investeringen. Akaev stak dit idee in een aardig en rijkelijk omschreven pakket hervormingen en stak op die manier van wal om het ‘Zwitserland van Azië’ te worden.

 

Akaev’s plannen focusten vooral op de economische en monetaire ontwikkeling van het land enerzijds, en op het politieke en culturele domein anderzijds.[41] Deze processen zijn onderling verweven en reageren op elkaar. Het zal duidelijk worden dat snelle en vaak ondoordachte hervormingen weinig of verkeerde resultaten en reacties opleveren, maar desalniettemin internationaal bejubeld worden met mooie woorden en vaak in een doel heiligt de middelen-discours worden gestoken om toch maar de westerse liberale marktideeën als einddoel na te praten.

 

==> ECONOMISCHE EN MONETAIRE HERVORMINGEN

 

Toen de SU ophield te bestaan en de republiek Kirgizië onafhankelijk werd, kreeg het land te maken met grote economische tegenvallers als het wegvallen van zijn belangrijkste producenten en consumenten en de duidelijk geworden incapaciteit van oncompetitieve kleine industrieën. Kirgizië startte zijn economische transitie naar een vrije markt op een slechte basis: een tekort aan grondstoffen en een noodzakelijke afhankelijkheid van buitenlandse handel. De ideeën van Akaev en zijn adviseurs klonken als zoete broodjes voor de internationale financiële instellingen. De Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds sprongen de Kirgizische regering financieel en logistiek bij in hun economische en fiscaal-monetaire hervormingen. Privatisering, liberalisering en herstructurering werden de nieuwe buzzerwoorden.

 

Privatisering en liberalisering

 

Om investeringen aan te trekken werd een orgaan in het leven geroepen dat buitenlandse potentiële investeerders moest helpen om informatie te vergaren, visa te krijgen, assistentie te geven bij het toekennen van licenties, wettelijke procedures en dergelijke. Om de handel met de buurlanden en andere landen te bevorderen nam de regering maatregelen om mogelijke barrières op te heffen. Handel blijft echter een moeilijk domein om veel en onafhankelijk te kunnen beslissen. Het land is afgesloten, heeft geen toegang tot de zee en is in zijn handelsrelaties dus grotendeels afhankelijk van zijn buurlanden. Zowel de Tadzjiekse als Chinese grens zijn grotendeels afgesloten, er is amper handel met Oezbekistan en ondanks de open en lange grens met Kazachstan is hun handelsklimaat inzake vraag en aanbod amper op elkaar afgestemd.

De landbouwsector die bijna de helft van het BNP beslaat, werd in de sfeer van een open economie ontlast van reguleringen en staatsinmenging. De politiek van prijsondersteuning en specifieke subsidies werd achterwege gelaten. Een landhervormingsprogramma zorgde voor een privatisering van de gronden en het verlaten van collectief bezit. De regering besefte echter wel het belang van landbouw in de binnen- en buitenlandse handel en promoot sindsdien voortdurend verschillende deelsectoren.

De industriële sector in Kirgizië wordt grotendeels ingevuld door waterenergie en een kleine mijnindustrie en telt slechts voor 20% van het BNP.[42] De militaire industrie en grote delen van de goud- en uraniummijnen zijn ondergefinancierd en hebben een zeer lage productiviteit. Na de onafhankelijkheid zag deze sector een enorme neergang door het wegvallen van belangrijke contracten en het verval van de industriële infrastructuur. Hervormingen in deze sector waren er dan ook op gericht potentiële internationale donoren te vinden om de infrastructuur te verbeteren, te onderhouden en in de toekomst uit te breiden.

 

Fiscale en monetaire hervormingen

 

In tegenstelling tot de reacties van de andere republieken op de hyperinflatie in Rusland, kwam de regering snel tot de beslissing om de prijzen te liberaliseren. Men koos niet voor een graduele aanpak en introduceerde in 1993 meteen een nieuwe munteenheid, de Kirgizische Som, beheerd en gecontroleerd door de Nationale Bank van Kirgizië (NBKR). De andere republieken, in hoofdzaak Oezbekistan, reageerden streng door grenzen te sluiten, controles aan de douanes op te drijven en hogere tol te heffen.

Het banksysteem vanuit de periode van de Sovjets werd gewoon overgenomen, sterk uitgebreid en lichtjes gemodificeerd, maar kon voorlopig niet aan de internationale standaarden voldoen. De banken gaven met grote frequentie leningen aan verlieslatende staatsbedrijven. Meer dan 60% van deze leningen kon echter niet gedekt worden en een crisis in de banksector was dan ook niet ver weg meer.

 

==> POLITIEKE EN CONSTITUTIONELE HERVORMINGEN

 

In januari ’91 stelde Akaev na het doorvoeren van wat institutionele aanpassingen zijn nieuwe regering voor. In oktober van datzelfde jaar werden de eerste verkiezingen georganiseerd die een grote overwinning werd voor de alleen opgekomen Akaev. De nieuwe president wou af van de oude systemen en procedures en zich als een echte nieuwe staat bevestigd zien via een eigen nieuwe grondwet, een aangepast wettelijk kader en een dynamisch en actief overheidsapparaat. Deze politieke vernieuwingen stonden in symbiose met de economische ambities van Akaev en zijn regering. De politieke hervormingspolitiek gezien vanuit regionaal perspectief zou Kirgizië in de internationale wereld bekend laten worden als het ‘eiland van de democratie’.

 

Constitutionele hervormingen

 

In 1993 werd na maanden debat een nieuwe grondwet goedgekeurd. De scheiding der machten werd nadrukkelijk erkend alsook het principe van de checks and balances, eerlijke verkiezingen met meerdere kandidaten en verkiesbaarheid vanaf achttien jaar, en de onafhankelijkheid van het gerechtelijk apparaat. Deze laatste zou voortaan bestaan uit een Grondwettelijk hof dat zich zou bezighouden met constitutionele zaken, een Hooggerechtshof en een geschillenrechtbank voor eventuele commerciële problemen. Er werd eveneens een nieuw burgerlijk wetboek samengesteld die de spelregels voor de commerciële en economische activiteiten in het land zou bepalen. Het werd aanzien als een van de meest progressieve wetboeken in de voormalige communistische landen. Ondermeer de basisprincipes van de vrije markt, bescherming van personen en hun eigendom, regels in verband met overeenkomsten tussen Kirgiezen en met niet-Kirgiezen, enzovoort worden behandeld. Er werd ook een nieuwe belastingswet in het leven geroepen die allerlei belastingen en andere inkomsten van de overheid moest regelen. Zowel het burgerlijk wetboek als de belastingswet traden pas in 1996 in werking zodat de resultaten pas hierna duidelijk werden.

 

Politieke ingrepen[43]

 

De nieuwe grondwet regelde meteen ook de drie machten in het land.[44] De president kreeg op zijn voorstel en met goedkeuring van het parlement extra bevoegdheden. Het nieuwe parlement, de Jogorku Kenesh, werd een bicameraal orgaan, bestaande uit een zestigkoppig wetgevend parlement of Lagerhuis verkozen voor vijf jaar en een vijfenveertigkoppig parlement of Hogerhuis van volksvertegenwoordigers verkozen voor een zelfde periode. Het Hogerhuis komt jaarlijks minimum twee of meerdere keren samen om regionale onderwerpen te bespreken. Het huis is dan ook samengesteld op basis van de regionale afkomst.

In 1991 werd de Kirgizische Communistische Partij ontbonden en werd een meerpartijenstelsel ingevoerd. De KP werd een jaar later weer heropgericht, maar verloor ondertussen een groot deel van zijn invloed en macht. Tijdens de parlementaire verkiezingen van ’95 werd de Sociaal Democratische partij met veertien zetels het grootste blok. De partij was een jaar eerder door een groot aantal gouverneurs opgericht. Andere nieuwe partijen waren geschoeid op etnische of nationalistische leest of waren one-issue-partijen. Ze haalden echter nooit overweldigende cijfers. Politieke partijen zijn van meet af aan nooit echt massaorganisaties, grote stemmentrekkers of ideologische aanspreekpunten geweest. Het zouden allemaal kleine gepersonaliseerde lokale partijtjes worden en blijven. De Kirgiezen opteerden eerder voor personen dan voor partijen, wat niet te verwonderen is door de patronagepolitiek van de voorbije decennia.[45] Deze persoonlijke manier van politiek op basis van regio en familie klonk hen vertrouwder in de oren en werd door de politiek nog steeds toegepast om zodoende handig en snel het vertrouwen van de bevolking te kunnen winnen.[46] Het grootste voorbeeld is hier de president die aanvankelijk over een smalle verwaarloosbare basis beschikte en het vertrouwen en de loyaliteit van zijn familie, zijn vrienden en een groter netwerk aan economische en politieke relaties voor zich kon winnen via het aanbieden van belangrijke posten in het overheidsapparaat of via economische voordelen.[47]

De regering heeft in het begin van de onafhankelijkheid meerdere malen de ambitie geopperd om de zware corruptie en het nepotisme te bestrijden. Vervolgingen bleven echter uit en de straffen vielen nooit zwaar uit. De strijd tegen corruptie bleef op een laag pitje staan en vervolging gebeurde meer op een willekeurige basis en was geen belichaming van een coherent beleid.

 

==> DEMOCRATISERING: [48]

 

Democratisering, hier in de betekenis van burgerrechten, de creatie van democratische instellingen en een vorm van burgerschap was vervat in Akaev’s ideeën als impliciete voorwaarde voor de ontwikkeling van het land. Democratisering en de ontwikkeling van de civiele maatschappij liepen uitzonderlijk parallel naast elkaar zonder dat de een uit de ander kon doorgroeien. Democratie kon niet vanuit de samenleving komen, want de organisaties die ervoor moesten streven en eisen konden stellen waren onvoldoende aanwezig en georganiseerd. Top-down democratisering kon er ook niet direct zijn, want de creatie van democratische liberale instellingen gebaseerd op een nationaal waarde- en normenpatroon zou nog van start moeten gaan. Kirgizië bleek aan het begin van een transitie naar democratie geen structurele basis of ervaring te hebben. Langzaam aan ontwikkelden beide dynamieken zich wel; er kwam een wettelijk kader die de diverse organisaties moest reguleren en tegelijk bloeide de sociale en religieuze sector als reactie op deze ontwikkelingen en de politieke en sociale actualiteit sinds de onafhankelijkheid.

 

De ontwikkeling van sociale organisaties

 

Masaliev heeft hervormingen in dit domein altijd tegengehouden, hield steeds een grote greep op de media en verhinderde de ontwikkeling van grote bewegingen. Na de rellen in het zuiden van het land begonnen her en der academici en werkloze jongeren groepen te vormen om de sociale eisen te verdedigen. Het waren aanvankelijk vooral zelfhulpgroepen die bijvoorbeeld lokaal lobbywerk verrichten om iets te doen aan de kleine verzuchtingen of die werkloze jongeren een nieuwe bezigheid gaven via debatgroepen of andere activiteiten. De meerderheid van deze organisaties ging in mei ’91 op in de koepelorganisatie DDK of Democratische Beweging van Kirgizië. De beweging pleitte voor een vergaande democratisering en markthervorming.

Het klimaat van etnische spanningen en economische malaise zou overgaan in een moment van stabiliteit en rust met een boom aan sociale organisaties tot gevolg. Akaev sprak bij zijn aanstelling meteen met deze nieuwe politieke, sociale en religieuze groepen om aan te tonen dat hij het meende met zijn beloftes iets te doen aan de economische problemen die als voornaamste oorzaak werden gezien voor de voorbije spanningen aan de grenzen.[49] Critici spreken echter van een bewuste strategie om deze bewegingen aan zich te binden.

 

Het wettelijk kader

 

De eerste regering en parlement vaardigden verschillende wetten uit ter bevordering van de ontwikkeling van de sociale organisaties. In de grondwet van 1993 werd de intentie om van Kirgizië een ‘vrije en democratische civiele maatschappij’ te maken, bevestigd via verschillende artikels.[50] De grondwet bevat hoofdzakelijk grote principes en verwijst naar wetten die de specifieke invulling en toepassing van de diverse rechten en plichten moet verduidelijken. De eerste sociale wetten zijn grotendeels gebaseerd op de Sovjetwetgeving met hier en daar aanpassingen om het nieuwe vrije en open karakter van het land te waarborgen. Ze reguleren heel diverse groepen met uitzondering van commerciële organisaties, vakbonden en religieuze verenigingen. Voor deze laatste groepen was een volledig vrije ontwikkeling mogelijk zonder inmenging van de staat op voorwaarde dat ze geen geweld of haat prediken en de constitutionele en juridische bepalingen respecteren. Organisaties hadden geen wettelijke registratie nodig, doch een vereiste juridische erkenning maakte het bezitten van statuten noodzakelijk, wat in feite een verdoken registratie was. Religieus pluralisme stond hoog in het vaandel ondanks het protest van de conservatieve moslim- en orthodoxe leiders.

Al deze wetten werden in het toenmalige klimaat heel ruim geïnterpreteerd in die mate dat slechts drie organisaties werden geweigerd.[51] Het aantal sociale organisaties steeg dan ook exponentieel: 300 erkende organisaties in 1993, vier jaar later al bijna 1000. Veel van deze organisaties bleven echter in de hoofdstad Bisjkek hangen, en vooral in het zuiden explodeerde het aantal religieuze organisaties. Geleidelijk aan ontwikkelde zich een autonome en kritische media die zich in de eerste jaren na de onafhankelijkheid zonder problemen kon roeren in de Kirgizische samenleving.

 

 

De problemen waar Kirgizië mee te maken kreeg op het einde van de jaren tachtig waren legio. Economisch stond het land aan de rand van een ineenstorting, maar kon het door grote subsidiestromen nog overeind krabbelen en niet helemaal in elkaar stuiken. De industriële en sociale infrastructuur werd niet meer onderhouden met een dalende productiviteit en levenstandaard tot gevolg. Etnische spanningen en grensconflicten over grondstoffen resulteerden in een groeiend protest. Toen Askar Akaev als nieuwe president aangesteld werd, reageerde hij resoluut met economische en politieke hervormingen om oplossingen te bieden voor al deze problemen. Hij omarmde de Washingtonconsensus en dweepte volop met democratiseringstheorieën. Zijn land zou evolueren naar een open en vrije natiestaat gebaseerd op liberale marktprincipes.

De landbouwsector werd helemaal geprivatiseerd en er werd een investeringsklimaat gecreëerd om de kleine industrie te moderniseren en te specialiseren. Fiscale en monetaire hervormingen moesten de economie zo vrij mogelijk laten via onder meer een eigen nationale munt en een nieuwe belastingsstructuur. De banksector echter werd in veel mindere mate geliberaliseerd. Ondanks het opheffen van enkele handelsbarrières bleef de regering hierin machteloos door zijn grote afhankelijkheid van de buurlanden. In 1993 kreeg het land een nieuwe grondwet met daarin belangrijke democratische principes van ondermeer eerlijke verkiezingen, checks en balances, een open en vrije samenleving en de scheiding der machten. Zowel de regering en de presidentiële bevoegdheden als de vorm van de rechterlijke en wetgevende macht werd bepaald. Een reeks van wetten zou het nieuwe kader moeten vormen voor de staat en zijn samenleving met voorrang aan de organisatie van het economische leven. In de politieke cultuur veranderde er niet zo veel. Een groeiende personalisering, patronage en verstrekkende corruptie zouden de belangrijkste kenmerken worden. Desondanks boomde de maatschappelijke sector en kwamen er in grote getale sociale, religieuze en andere organisaties bij. De regering stimuleerde dit via een wettelijk kader en via constante oproepen voor religieus pluralisme en sociale en etnische harmonie. De media werden gespaard van censuur en konden zich onafhankelijk en kritisch ontwikkelen.

Deze grote ontwikkelingen gaven Kirgizië veel internationaal krediet. Het ‘eiland van de democratie’ werd bejubeld in zijn hervormingspolitiek en gestimuleerd om op hetzelfde pad door te gaan. De resultaten bleven echter uit en de sfeer van euforie veranderde snel in een sfeer van ontnuchtering en ontgoocheling. De economische hervormingen zouden niet leiden tot de verwachte groei en de levensstandaard zou significant blijven dalen. Burgerrechten en andere sociale wetten zouden nooit goed nagevolgd en gecontroleerd worden en de corruptie zou welig blijven tieren. De president zou stilletjes aan het eigen recht in handen nemen en een groeiend autoritair beleid stak de kop op.

 

 

3.3 OMSLAG MEDIO JAREN NEGENTIG

 

Na enkele jaren bleek dat de gebeurde hervormingen in vele gevallen loze woorden waren of niet de verhoopte resultaten opleverden. Verschillende signalen wezen op het falen van het beleid en een toenemende autoritarianisme vanwege de president. De media werd in de kiem gesmoord, politieke tegenstanders werden subtiel geneutraliseerd, de religieuze wereld werd aan sterke controle en registratie onderworpen en de president trok meer en meer bevoegdheden naar zich toe. Het ‘eiland van democratie’ begon midden jaren negentig onder water te komen staan en zou de volgende tien jaar ver afglijden van zijn mooie imago die het zich had aangemeten net na de onafhankelijkheid.

 

3.3.1 Socio-economische neergang

 

De economische crisis van begin jaren negentig bleef een aantal jaar duren. Pas in ‘95-‘96 ervoer het land een tijdelijke economische stabiliteit en herstelde het van de klap van de onafhankelijkheid en de ineenstorting van de SU. Deze rustperiode was eerder het gevolg van regionale gebeurtenissen dan specifiek het resultaat van de genomen hervormingen net na de onafhankelijkheid. Het leverde een dalende inflatie en een serieuze vermindering van de overheidsschuld. Het was echter van korte duur en sinds ’97 verkeert het land opnieuw in een economische malaise. Sinds de eeuwwisseling is er opnieuw een kleine stabilisatie waar te nemen, maar deze is zodanig fragiel zodat ieder moment een nieuwe crisis kan uitbreken. De landbouwsector als dominante sector is samen met de dienstensector opnieuw lichtjes gestegen in tegenstelling tot de industriële sector die bleef dalen.[52] De voornaamste problemen sinds 2000 zijn een onzeker investeringsklimaat zonder vaste legale basis, de corruptie, het ontbreken van de nodige transportinfrastructuur, een werkloosheidspercentage van gemiddeld 20%, een uitgebreide zwarte markt en gecriminaliseerde economie, een stijgende kloof tussen arm en rijk en tussen stad en platteland en 60% van de bevolking in de armoede.[53]

 

Maatregelen om de economische crisis te bezweren

 

De regering reageerde op de nieuwe crisis door nog meer maatregelen te nemen. Op advies van de WB en het IMF werden nieuwe wetten gestemd, de exportregistratie afgeschaft en alle exportbelastingen en andere kwantitatieve tariefrestricties afgeschaft. Uit vrees voor een crisis in de banksector werd ook de ganse financiële structuur in overeenkomst gebracht met de internationale standaarden.[54] In ‘98 werd de grondwet aangepast om privaat landbezit toe te laten, werd een nieuwe privatiseringsgolf ingezet waarin de kleine staatsondernemingen aan de beurt kwamen en werd de Nationale Bank voor het eerst volledig afhankelijk van de overheid. De regering nam ook enkele maatregelen om de transportinfrastructuur te verbeteren door de modernisering van de twee belangrijkste snelwegen en de luchthaven in de hoofdstad. Eind ’98 werden eveneens de eerste stappen gezet om een nationaal telecommunicatienetwerk op poten te zetten.[55] Als kroon op het werk werd het land in datzelfde jaar als eerste voormalig communistisch land lid van de Wereldhandelsorganisatie.

 

Sociale backlash[56]

 

De economische problemen en hervormingen hadden grote invloed op de sociale situatie van de bevolking. Veel mensen kwamen in de werkloosheid terecht en verloren op die manier hun inkomen. Ze konden niet meer terugvallen op het sociale zekerheidsnet dat bestond voor de onafhankelijkheid en kwamen massaal in de armoede terecht. De bevolking wijzigde zijn werk- en leefpatroon en koos terug voor de subsistentielandbouw of kwam in de informele economie terecht.[57] Op het einde van de eeuw was zoals reeds vermeld maar liefst 60% van de bevolking in de armoede terechtgekomen, waarvan bijna de helft kinderen.[58]

Voor de onafhankelijkheid had de bevolking een hele reeks van sociale infrastructuur tot zijn beschikking. Indrukwekkend hoge en positieve cijfers duiden op een hoge scholingsgraad, een brede reikwijdte van onderwijsfaciliteiten tot op het verre platteland, gratis onderwijs en voldoende onderwijspersoneel. Dokters en ziekenhuizen waren gratis en frequent beschikbaar voor iedereen, immunisatiecampagnes bereikten meer dan 90% van de kinderen en bijna alle vrouwen bevielen in het ziekenhuis zelf onder goede omstandigheden.

Na de onafhankelijkheid vielen deze cijfers duizelingwekkend naar beneden. De sociale voorzieningen konden niet meer onderhouden worden en het (Russische) personeel werd niet meer betaald of was het land uitgevlucht. De grote subsidies die deze faciliteiten kunstmatig in leven hielden, vielen in de jaren na de onafhankelijkheid weg en de ontstane financiële put kon in de huidige economische crisis onmogelijk gedempt worden. Economische hervormingen waren prioritair ondanks het tijdelijke en onvoldoende resultaat ervan waardoor de overheidsuitgaven gedurende de jaren ’90 drastisch daalden. De volgende tabel verduidelijkt dit met cijfers:[59]

 

OVERHEIDSUITGAVEN (US$ per capita)

1995

1999

Onderwijs

21

12

Gezondheidszorg

12

6

Pensioenen

24

14

Andere sociale voorzieningen

3

5

 

De indrukwekkende daling van andere sociale indicatoren als levensstandaard, gezondheidszorg, geboorte- en sterftecijfers, kindersterfte, ongelijkheid en andere indicatoren wordt duidelijk aan de hand van volgende cijfers. Meteen wordt ook de geleidelijke maar gestage verbetering sinds de eeuwwisseling duidelijk. Een opvallende constante is de alfabetiseringsgraad. [60]

 

SOCIALE INDICATOREN

1990

1999-2000

2006

Levensverwachting (jaar)

68

67,84

68,49

Kindersterfte (per 1000 kinderen)

30

36,81[61]

34,49

Geboorteratio (per 1000 kinderen)

29

21

22,8

Armoedegraad (%bevolking)

55

45,2

40[62]

Ongelijkheid (Gini-coëfficiënt) [63]

0,31

0,55

0,29

Alfabetiseringsgraad (% volw)

97

97

-

 

3.3.2 Functionele incapaciteit

 

Toen het Russische personeel in de jaren na de onafhankelijkheid massaal het land verlieten, bleef men over met een staatsapparaat dat wijdvertakt, maar zwaar bureaucratisch en enorm kostelijk was. De verschillende posten werden ingenomen door familie en vrienden van de president, of door politieke kennissen en vrienden uit de economische en academische wereld. Deze groep was echter in hoofdzaak onvoorbereid en onervaren, maar werd door de nieuwe regering overladen met nieuwe hervormingen, nieuwe wetten, nieuwe werkwijzen en procedures. De snelle liberalisering en democratisering in combinatie met een tekort aan financiële en logistieke middelen zou de ontwikkeling van een goed functionerende overheid van in het begin ondermijnen.

 

Om een functionele staat te definiëren en te toetsen aan de Kirgizische werkelijkheid baseren we ons in hoofdzaak op de vierdimensionale betekenis die Cummings en Nørgaard ons geven in hun vergelijkende studie van Kazachstan en Kirgizië.[64] Een eerste dimensie is de ‘ideational state capacity’ en gaat erover of de actoren, hun functie en het uit te voeren beleid een basis hebben in de maatschappij en hierdoor hun legitimiteit verwerven. De tweede dimensie is de ‘political state capacity’ en is verdeeld in een horizontaal aspect, de mate waarin individuen en departementen intern samenwerken, en een verticaal aspect, hoe de overheid samenwerkt met de maatschappij, de regio’s en de internationale gemeenschap. Een derde dimensie is de ‘technical state capacity’ en verwijst naar de middelen (persoonlijk en onpersoonlijk) die de staat voorhanden heeft om een beleid uit te voeren. Het hangt samen met de vierde dimensie, de ‘implementional state capacity’ die verwijst naar de mogelijkheid om beslissingen en ideeën daadwerkelijk uit te voeren.[65] Cummings en Nørgaard tonen in hun studie aan dat Kirgizië van meetaf aan in de verschillende dimensies gehypoticeerd werd door een tekort aan inkomsten en werkmiddelen in combinatie met een te grote, ondoordachte en onhaalbare hervormingsdrang.

 

Zelfbeeld

 

Aan de hand van een hele reeks interviews werd onderzocht wat ambtenaren anno 2002 verwachtten van zichzelf of anders hoe ze hun rol ingevuld zien ten opzichte van de politiek en de maatschappij. Ambtenaren in Kirgizië zien geen scheiding tussen de politiek en de administratie en opteren voor een sterke politieke-administratieve symbiose. Ze zien zichzelf niet meer als loutere implementeerders van een van bovenaf opgelegd beleid, maar als onafhankelijke tussenpersonen tussen de politiek en de economie en samenleving. De problemen die het land sinds de onafhankelijkheid teisteren geven hen echter een gevoel van machteloosheid. Ze leggen zich hierbij niet neer en zouden graag meer inmengingsmogelijkheden in zowel samenleving als economie verkrijgen. De ambtenarij spreekt zich zeer positief uit over de internationale actoren omdat ze niet geloven dat het land het alleen zou kunnen redden. Qua associatie ten slotte met respectievelijk Rusland en de Centraal-Azië enerzijds en andere ontwikkelde landen anderzijds is er een fiftyfifty verdeling, een mix van nostalgie, zekerheid en afzetting.

 

Interne en externe politieke samenwerking

 

De belangrijkste problemen waar de ambtenarij op wijst is het tekort aan implementeringsdiscpline en de constante onderhandelingsdrang tussen de verschillende departementen. De snelle hervormingen en een vanuit de Wereldbank opgelegde decentralisering heeft voor een diffuse machtsverdeling gezorgd en heeft regionale belangenverdediging gestimuleerd.[66] In de departementen zelf en tussen de verschillende departementen speelt er een grote concurrentie en onderling wantrouwen. Top-down beleidsuitvoering wordt beperkt door het spelen van contradictorische regionale belangen die uitmonden in ongezonde competitie en vertragingsmanoeuvres. Een zodanige verdeling van macht heeft ook gezorgd voor het opsplitsen van de beschikbare middelen en personeel met als gevolg dat elk departement afzonderlijk met een zwaar tekort zit, rekening houdend met het feit dat het totaal aan middelen sowieso al beperkt was.

De grote hervormingen hebben de ambtenaren ook gedwongen contact op te zoeken met zowel de civiele maatschappij als internationale adviseurs en instellingen. Dit is uitgemond in een sterke institutionalisering van de relaties met zowel NGO’s en CSO’s als met de internationale (financiële) instellingen. Persoonlijke relaties aanspreken blijft echter een belangrijke manier om iets gedaan te krijgen. Exuberante vormen daarvan oftewel corruptie is een probleem dat door de ambtenaren op elk niveau ervaren wordt. Als voornaamste reden hiervoor wordt in grote getale gewezen op de lage lonen en bijvoorbeeld helemaal niet op clanstructuren. De ambtenarij heeft de middelen niet om te concurreren met de bedrijven die wel de gemotiveerde en carrièregerichte personen kunnen aantrekken.

 

Middelen en implementering

 

Ondanks een toenemende professionalisering van het lagere personeel sinds de invoering van een ingangsexamen midden jaren ’90, blijven de grootste klachten constante herschikking en patronage. Zowel extern advies als intern advies (van gouverneurs, CSO’s, maar ook clans) wordt belangrijk geacht om hervormingen en andere maatregelen zo goed mogelijk te implementeren zonder de sociale vrede te breken, maar patronage als manier om een functie in handen te krijgen wordt niet aanvaard. Andere belangrijke technische en logistieke problemen blijven het tekort aan motivatie, lage lonen en het tekort aan monitoring en informatiedoorstroom.

Er is onder de ambtenaren grote frustratie wat implementatie betreft. De belangrijkste aangewezen oorzaken van beleidsbelemmering zijn onvoldoende middelen (financieel en in tijd), een gebrek aan communicatie tussen de vele beslissers, het ontbreken van expertise en een tekort aan monitoring en evaluatie op een beslissings- en implementatieniveau. Niet zozeer de bedrijven of andere overheidsafdelingen zorgen voor heibel, het zijn de regionale belangen die worden aangeduid als belangrijkste struikelprobleem, dus het verticale aspect van de ‘political state capacity’.

 

Een uitgebreide interne en externe institutionalisering heeft ervoor gezorgd dat de staat Kirgizië snel werd overgenomen door sociale en regionale belangen. De verschillende staatsinstellingen hebben zich onvoldoende autonoom kunnen ontwikkelen om zich als staat in de samenleving in te kunnen werken. De reden hiervoor waren een snelle en zware liberalisering, een onvoldoende ervaren apparaat die zich van nul af aan moest opbouwen zonder de noodzakelijke middelen en een opgedrongen decentralisering. De staat zag zijn macht snel versplinterd en heeft nooit autonoom kunnen beslissen. Er werd van meet af aan op extern en intern advies gerekend waardoor ze beheerst wordt door regionale belangen in een externe context die hen liberalisering en hervorming oplegt om de noodzakelijke internationale hulp en investeringen te verkrijgen. Hervormingen worden belemmerd op regionaal niveau, en blijven dus mooie woorden zonder resultaten.

 

3.3.3 Presidentialisering

 

Het eerste Kirgizische parlement had in de eerste jaren na de onafhankelijkheid een goede relatie met de president. Het was een representatief orgaan dat de eerste ideeën van glasnost en perestrojka en ook de nieuwe ideeën van Akaev gunstig gezind waren en stimuleerden. Na enkele jaren was de liefde echter al snel bekoeld en kwam het parlement regelmatig in botsing met de president en zijn hervormingsdrang. Volgens Akaev waren nieuwe structuren nodig om de steun en het vertrouwen van de bevolking te winnen en moesten de instellingen sterker gemaakt worden om de hervormingen aan te kunnen en verder te kunnen zetten. In werkelijkheid discussieerde het parlement teveel, ging het allemaal niet snel genoeg en verzette het orgaan zich teveel tegen zijn hervormingsplannen. Het ‘outdated Soviet relic’ werd door de president in september 1994 ontbonden.[67] Een maand later kreeg de president ook de steun van de bevolking via een nationaal referendum. Het zou een periode inluiden van extreme presidentialisering door enerzijds de grondwet te misbruiken om zichzelf nieuwe en ruimere bevoegdheden te geven en anderzijds via het voeren van een referendumpolitiek de legitimiteit bij de bevolking te winnen als wapen tegen mogelijk protest van de oppositie of van het parlement. De evenwichtsrelatie tussen president en parlement werd medio jaren ’90 omgebogen in het voordeel van de eerste. Hij zou in toenemende mate alle middelen durven inzetten om aan de macht te blijven. Interne kortetermijnstabiliteit en een ongeziene hervormingslust in combinatie met persoonlijke ambitie zou het land doen afglijden in een presidentieel systeem in zijn puurste vorm.[68]

 

Verkiezingsmisbruik: het parlement en de oppositie staan buiten spel

 

Na de ontbinding van het parlement riep de president direct parlementaire verkiezingen uit in de hoop een beter coöpererend en sneller werkend parlement samen te kunnen stellen. Deze verkiezingen waren al snel een wedstrijd om te zien wie de meeste kiezers had kunnen omkopen. De resultaten vielen niet geheel onvoorspelbaar tegen. De conservatieven konden samen met kandidaten uit het zuiden van het land een meerderheid in het parlement veroveren. Het jaar nadien werden er onverwacht vervroegde presidentiële verkiezingen op de agenda geplaatst. De economie die maar niet uit het slop geraakte en een vrees voor de dalende populariteit van de president, samen met een geplande viering van de Kirgizische held Manas bepaalden het tijdstip van alweer een referendum die de idee van vervroegde presidentiële verkiezingen aan de bevolking moest voorleggen.[69] Het parlement bekrachtigde nooit de resultaten, maar stemde alsnog in met een vervroeging van de verkiezingen. Slechts een maand later vonden de verkiezingen plaats en werd Akaev niet totaal onverwacht herverkozen voor een termijn van vijf jaar. De verkiezingen werden echter snel dubieus gevonden: door de plotse aankondiging kregen de kandidaten maar een korte periode om zich voor te bereiden en campagne te voeren. Daarenboven werden drie kandidaten enkele weken voor de verkiezing zonder gegronde redenen uitgesloten van opkomst en was de mediaverslaggeving van de verkiezingen compleet pro-Akaev. Ondanks duidelijke signalen van fraude veroorzaakten ze geen breed protest.[70] Na de presidentsverkiezingen en een voor Akaev ontgoochelend nieuw parlement werden nieuwe constitutionele amendementen voorgesteld en goedgekeurd die de president opvallend meer bevoegdheden gaf.[71] De president had het in zijn woorden nodig ‘om het machtsvacuüm op te vullen’ en durfde zich zelfs vergelijken met de koningin van Engeland. Hij kon hierdoor zelf mensen aanstellen met de minst mogelijke parlementaire controle, zijn vetorecht werd uitgebreid alsook de mogelijkheid om het parlement te ontbinden.[72] Ondanks de verzwakking van het parlement ten opzichte van de president bleef het orgaan steeds kritische en sterke oppositie voeren. De volgende parlementaire verkiezingen van 2000 zouden een belangrijke testcase opleveren voor de oppositie om een politieke basis te creëren met het oog op de presidentiële verkiezingen in datzelfde jaar.[73]

De verkiezingen van 2000 draaiden rond drie belangrijke thema’s: de groeiende incompetentie en corruptie in de ambtenarij; economische stagnatie, stijgende sociale ongelijkheid en dalende levensstandaard; en een groeiende regionale kloof tussen de hoofdsteden en het platteland en tussen het noorden en het zuiden. In 1999 was een nieuwe kieswet gestemd die zorgde voor de aanpassing van het kiesstelsel. Politieke partijen moesten voortaan een jaar voor de verkiezingen geregistreerd worden en kandidaten moesten een bepaald maandbedrag afstaan aan de electorale commissie. Onder druk van de oppositie werd de zetelverdeling ook aangepast: in het Hogerhuis kwamen er vijftien zetels bij, in het Lagerhuis gingen er vijftien zetels af. De verkiezingscampagnes liepen niet van een leien dakje. De heersende elite reageerde niet op de oppositie met een dynamische tegencampagne maar wees handig op onregelmatigheden in hun procedures en campagnes om hen op die manier buiten spel te zetten. De twee grootste oppositiepartijen, de Democratische Beweging van Kirgizië en de Volkspartij, werden uitgesloten omdat ze zich niet aan de registratieregels hadden gehouden en verscheidene kandidaten werden op basis van diverse juridische onregelmatigheden verboden nog deel te nemen.[74] Andere onregelmatigheden waren kiezers die gechanteerd of omgekocht werden, stemmingen die niet volgens de vooropgestelde regels liepen, enzovoort. De interesse in de eigenlijke verkiezingen was lauw en door opeenvolgende lage opkomstcijfers waren er uiteindelijk drie rondes nodig om alle zetels in te vullen. Abazov trekt drie lessen uit de verkiezingen van 2000.[75] Ten eerste kunnen de leiders van Kirgizië na een decennium van politieke hervormingen en liberalisering en onder externe, maar vooral interne druk onmogelijk parlementaire en zelfs presidentiële verkiezingen schrappen zonder gegronde redenen. Desalniettemin houden ze zich niet in om procedures aan te passen en restricties in te voeren. Ten tweede zijn politieke partijen in het land tot in 2000 zeer zwak gebleven. De partijen worden voortdurend afgezwakt door regionale twisten en clanbemoeienissen. In een laatste les maakt Abazov een vergelijking met andere modellen van democratie. We moeten Kirgizië bekijken als een democratie in ‘Asian-style’ en niet als een Westminster institutionele democratie. In tegenstelling tot in het westen speelt de bureaucratie naast persoonlijke netwerken een grote rol in Aziatische democratieën.[76]

De presidentiële verkiezingen enkele maanden later bracht gelijkaardige fraude met zich mee. Er werd een verplichte taaltest ingevoerd na de eerste ronde met de bedoeling de belangrijke tegenkandidaat, Felix Kulov, te verhinderen in de tweede ronde op te komen. Hij zou worden gearresteerd en voor tien jaar gevangen blijven op verdenking van machtsmisbruik en corruptie.[77] Andere kandidaten zoals Sydykov werden ‘overtuigd’ niet meer deel te nemen. Zakenman en potentieel kandidaat Usenov werd dan weer gearresteerd en zijn zaak failliet verklaard. Ook hier zijn opnieuw dezelfde onregelmatigheden gebeurd als met de parlementaire verkiezingen.[78]

 

Ontwikkeling politieke partijen

 

Ishiyama en Kennedy halen verschillende visies aan op evoluties van partijen in voormalige communistische landen.[79] Een eerste pessimistisch perspectief zegt dat de ontwikkeling van echte politieke partijen in de dichte of verre toekomst zo goed als onmogelijk is door de zware Russische totalitaire erfenis. Er is een afgunst gekweekt voor het concept van politieke partij dat geassocieerd wordt met politieke monopolies en vaak gekoppeld wordt aan repressie. Door dit totalitaire systeem is de civiele maatschappij in de nieuwe staten ofwel zwak ofwel onbestaande met als gevolg dat autonome organisaties nooit een band zullen leggen met of een beroep zullen doen op politieke partijen. Anderson spreekt deze visie gedeeltelijk tegen met zijn uitgebreide omschrijving van de evolutie van een bloeiende civiele maatschappij in het land. Hij wijst op de regionale en etnische banden van bepaalde politieke partijen maar hamert er ook op dat sinds de tweede helft van de jaren negentig de politieke wereld maar half enthousiast meer was over de explosie aan sociale organisaties in het land.[80] Cummings en Nørgaard wezen zoals eerder vermeld ook op de institutionalisering van de relaties tussen de politieke en de civiele maatschappij.[81] Een tweede visie wijst op institutionele belemmeringen in de bloei van politieke partijen, meer specifiek het fenomeen van ‘superpresidentialisme’. Door de macht op die manier in een enkel persoon te leggen wordt personalisering van de politiek gestimuleerd en coherente programma’s en partij-ideologieën onmogelijk gemaakt.[82] Anderen zien de oorzaak in het falen van politieke partijen in combinatie met de specifiteit van electorale wetten en systemen. Een laatste optimistische visie wijst op het daadwerkelijk bestaan van politieke partijen. Het zijn geen partijen zoals wij ze kennen en daarmee mogen ze ook niet vergeleken worden. Er was bij de aanvang van de transitie een vorm van partijpolitiek aanwezig op een zeer lokaal niveau. Toen iedereen bij de onafhankelijkheid plots een potentieel doelpubliek werden, richtten de partijen zich dan ook op een breed doelpubliek en werden catch-all-partijen, met als gevolg dat partijen nooit echt coherent zullen overkomen. Dit mag echter niet gelijkgesteld worden aan institutionele zwakte.

Uit de studie van Ishiyama en Kennedy die de evolutie van politieke partijen tussen ’95 en ’99 in Armenië, Kirgizië, Rusland en Oekraïne hebben onderzocht blijkt dat in het geval van Kirgizië de partijcontinuïteit extreem laag was, kandidaten die gelieerd waren aan een partij minder succes hadden dan onafhankelijken en de grote partijen nooit overweldigende scores hebben gehad.[83] Kirgizië bevestigde in de studie als enigste de these dat ‘superpresidenten’ de ontwikkeling van politieke partijen in de weg staan of sterk afremmen. Andere factoren als een hoge politieke corruptie en een traditie van patronagepolitiek spelen uiteraard ook mee.

 

3.3.4. Corruptie, patronage en nepotisme

 

In de Sovjetperiode bleven etnische, regionale en tribale relaties en invloeden vaak beperkt tot een kader voor de lokale organisatie van de samenleving en identiteitsvorming op een microniveau. De Sovjets werkten wel samen met de leiders van de verschillende groepen en stelden lokale mensen aan in de laagste rangen van het staatsapparaat, maar hielden de grootste en belangrijkste posten in de administratie, economie en de sociale sector voor de eigen Russische bevolking of voor Russisch opgeleide individuen.[84] Ze introduceerden een indringende economie en sociale voorzieningen, maar ook Russisch als lingua franca en andere Russische gebruiken. Diegenen die tijdens deze periode een functie konden verwerven binnen het Sovjetapparaat zouden het meest profiteren van de onafhankelijkheid. Ze kregen de belangrijke economische sectoren in handen, werden opnieuw gebruikt om het overgebleven staatsapparaat in te vullen en werden aldus de nieuwe elite.

Kirgizië had zoals vermeld geen indrukwekkende industrie, en belangrijke grondstoffenvoorraden waren ook al niet dicht bezaaid, dus een grote overname van de staat door economische potentaten kwam er niet. De strijd tussen de oude en nieuwe elite speelde zich af in het parlement. Dit parlement werd in een snel tempo een afspiegeling van de regionale verschillen tussen het noorden en het zuiden. Het noorden dat meer seculier is, de hoofdstad levert en het gros van de investeringen zou krijgen tegenover een zuiden dat meer islamitisch is, een snellere economische neergang ervaarde en waar etnische spanningen de stabiliteit constant zouden uitdagen. Aanvankelijk was de president een goede compromisfiguur ondanks dat hij uit het noorden kwam. Masaliev kon de etnische uitbarstingen van geweld als zuiderling niet verhinderen en werd er zwaar op afgerekend. Akaev riep etnische harmonisatie en stabiliteit meteen uit als prioriteit en als voorwaarde voor economische en sociale hervormingen en kon dit aanvankelijk ook bewerkstelligen. Toen de regionale scheiding zich echter in toenemende mate begon af te spiegelen in het parlement, wat naar Akaev’s inzicht de economische hervormingen tegenhield (zie vorig), maar ook duidelijk werd dat Akaev niet vies was van patronage en zijn familie en vrienden bevoordeelde, groeide het protest aan beide zijden. Akaev cannot root out corruption – he allowed it to flourish”.[85] Het protest zou een beeld naar voor brengen van een land waarin patronage, familie en regionale affiliaties de politiek en de economie in toenemende mate in de greep hield en corruptie de spuigaten begon uit te lopen. De internationale geloofwaardigheid werd evenals de populariteit van de president zwaar aangetast en de economie werd meer en meer in een negatieve spiraal geduwd.

 

Corruptie

 

Kirgizië wordt in de meeste internationale en onafhankelijke onderzoeken naar corruptie als een land met een zeer hoog corruptiegehalte bestempeld. [86] Dit heeft verstrekkende gevolgen. Corruptie heeft in combinatie met andere factoren zijn ontegensprekelijke invloed op de economische en sociale vooruitgang van het land. Ondanks de hervormingen bleef het groeicijfer negatief [87] en daalden de binnenlandse en buitenlandse investeringen in de periode 1997-2000 met 5%. Het aandeel van de informele economie bleef stijgen tot 35,7% in 2000 en de overheidsuitgaven daalden tot net geen 20% van het BNP. De daling is het grootst in de onderwijssector waar leerkrachten hun job en masse ruilden voor beter betaald werk in de privé-sector en veel scholen gewoonweg moesten sluiten door een tekort aan gas en elektriciteit in de winter. Ook de gezondheidszorg werd aangetast door dalende overheidsinvesteringen. Ziekenzorg werd duurder, het aantal zware ziektes breidt zich uit en de bereikbaarheid is sterk verlaagd door het sluiten van de ziekenhuizen. Corruptie heeft ook zijn invloed op de groeiende ongelijkheid in het land. De armste 20% van de bevolking controleert 6,3% van het BNP, de rijkste 20% meer dan 47,2%. In de bedrijfswereld wordt corruptie gezien als zevende grootste obstakel in de economische ontwikkeling van het land naast problemen als hoge belastingen, macro-economische instabiliteit, te veel regulering, politieke instabiliteit, financiële problemen en straatcriminaliteit. Cokgezen besluit dat corruptie daarom niet minder als probleem wordt ervaren, maar dat de andere problemen groter zijn of men ondertussen al weet hoe men met corruptie moet omgaan.[88]

De voordelen van corruptie lijken in Kirgizië een stuk groter dan de kosten en wijzen op verschillende mogelijke oorzaken. Het wegvallen van de subsidies, de kosten van de onafhankelijkheid en een economische malaise zorgden voor een sterke daling van het overheidsbudget met een daling van de overheidsuitgaven als gevolg. Lage lonen, hyperinflatie, werkloosheid en geen of slechter onderhoud van de infrastructuur waren ondermeer de gevolgen. Er ontstond een klimaat waarin corruptie voor velen de enige uitweg leek om aan inkomsten te geraken of zichzelf te verrijken. Snelle en ondoordachte privatiseringen zonder een voldoende legale basis en opvolging zorgden ervoor dat bedrijven en andere voormalige staatsinfrastructuur voor een appel en een ei konden gekocht worden. Ze kwamen terecht in handen van voormalige partijfunctionarissen, regeringsleden en vrienden van de president. Hoewel bedrijven in de eerste jaren na de onafhankelijkheid onderworpen werden aan een heleboel wetten en regelgeving omtrent licenties, vergunningen en dergelijke, creëerde een onvoldoende en willekeurige uitwerking en monitoring van deze regelgeving voor stimulansen om aan omkoping te doen. Een andere oorzaak waarom corruptie nooit echt in de kiem werd gesmoord zijn onvoldoende controlemogelijkheden vanuit de samenleving en een systematische evolutie naar straffeloosheid. Zowel de pers als verscheidene organisaties werden sinds midden jaren negentig systematisch verhinderd hun werk te doen waardoor corruptie via deze kanalen niet aan het licht kon komen.[89] Als er dan wel een proces van gemaakt werd, werd de schuld op een zondebok afgeschoven, werd de oppositie beschuldigd of werd er slechts een heel lichte straf uitgesproken. De enkele anti-corruptiecampagnes die werden gevoerd zouden nooit systematische maatregelen inhouden, maar eerder een in een populistische verpakking gestoken waarschuwingsmiddel zijn voor ongewenste lastige politici.[90] Naast de economische, politieke en juridische oorzaken kan er ten slotte ook nog verwezen worden naar de sterke en informele loyaliteiten op basis van familie-, clan- en tribale relaties. Respect voor ouderen, vrees voor uitsluiting en schande, wederkerigheid, enzovoort zorgen ervoor dat corrupte werkwijzen ongewijzigd blijven en doorgezet worden.

 

De entourage rond Akaev

 

Zoals eerder vermeld was de president ook niet vies van nepotisme en corruptie. Het bezorgde hem de noodzakelijke loyaliteit die totaal onbestaand was net na zijn aanstelling en die cruciaal was in een klimaat van politieke en economische instabiliteit. Zowel zijn familie als een uitgebreid netwerk aan vrienden hadden er voordeel bij.

Volgens een rapport van International Crisis Group heeft Akaev’s familie, met een speciale nadruk op zijn echtgenote Mairam Akaeva een doorslaggevende invloed op de beslissingen en ideeën van de president. [91] Zijn echtgenoot is hoofd van de Meerim International Charitable Foundation, een organisatie die mindergegoede vrouwen en kinderen ondersteunt[92], is betrokken bij nog heel wat ander welzijnswerk en is schrijver van invloedrijk wetenschappelijk en cultureel werk. Ze zou zelf nooit politieke ambities koesteren, maar wel een sterke invloed hebben in de aanstelling van overheidspersoneel. Een goede relatie met zijn vrouw zou garant staan voor een goede promotie en andere voordelen. Later zou president Akaev haar betrokkenheid in het beleid en het ontvangen van steekpenningen voor eigen voordeel ontkennen.[93] Een ander lid van de familie, Bermet Akaev, de oudste dochter, wordt genoemd als de stratege van de familie, maar is met uitzondering van een deel van de elite in de hoofdstad amper gekend in het land. Ze kon pas tijdens de verkiezingen van 2005 een zitje veroveren, maar moest samen met haar vader het land verlaten na de gekende onrust. Ze ambieert vandaag nog steeds een parlementaire functie en eiste onlangs nog op een opgemerkte manier haar zitje terug.[94] Haar echtgenoot Adil Toigonbaev heeft de controle over belangrijke bedrijven in producten als tabak, alcohol, bouwmaterialen en olieproducten. Hij is ook eigenaar van een holding die het dagblad Vechernyi Bishkek, het televisiestation KORT en andere media in handen heeft. Deze media worden door hem bij regelmaat gebruikt om de oppositie te beschimpen en zijn economische rivalen in een slacht daglicht te stellen. De oudste zoon van de president Aidar Akaev is ondanks zijn onpopulariteit adviseur bij het Ministerie van Financiën en een machtig man in de economische wereld. In Aidar’s dichte vriendenkring zitten ondermeer het hoofd van de nationale veiligheidsdienst, Imankulov, de minister van financiën Abildaev zelf, het hoofd van het comité voor staatseigendom, Jeenbekov, de directeur van een belangrijk telecommunicatiebedrijf en eveneens afgevaardigde voor het ministerie van transport Turdukulov en diverse andere politieke bonzen.

Naast zijn eigen familie heeft Akaev ook een bredere entourage rond zich kunnen creëren. De rijkste man in het land en een belangrijke zakenman Kereksizov, staatssecretaris Ibraimov, vice-premier Jumaliev, en vele andere hoge ambtenaren en ministers zijn goede vrienden geworden. Verder kon de president ook op de loyaliteit van invloedrijke clanleiders als Usubaliev, Kasiev en Salymbekov rekenen. Ze zijn vaak gouverneur geworden via een aanstelling door Akaev net na de onafhankelijkheid. De steun van deze personen hing vooral af van Akaev’s politieke carrière en de voordelen die ze van hem kregen. Het was geen eenheidsfront die gezamenlijk achter de president zou staan mocht hij in problemen komen. Ze stonden zeer wantrouwig ten opzichte van elkaar en wilden ieder op zich een betere functie, meer geld of andere voordelen, of dit nu nadelig was voor een ander of niet. Akaev speelde via een verdeel-en-heerspolitiek handig in op deze rivaliteit en kon dit spel jarenlang volhouden. Velen zouden hem echter als een baksteen laten vallen na de revolutie begin 2005.

 

3.4.5 Religieuze en andere restricties

 

Kirgizië kende begin jaren negentig een boom in de ontwikkeling van sociale en religieuze organisaties. De regering en de president gingen resoluut voor een pluralistische samenleving met een in de regio nooit geziene persvrijheid, religieuze tolerantie en een diversiteit aan organisaties. Een toenemende vrees voor islamfundamentalisme, de pers die teveel en te zware kritiek had op de president en zijn beleid en een verzameling aan sociale organisaties die in de perceptie van de elite oncontroleerbaar aan het worden waren, zouden midden jaren zorgen voor een ommezwaai in de visie op de samenleving. Akaev stapte af van zijn idee van snelle hervormingen in combinatie met democratisering en pluralisme, en opteerde vanaf nu voor een gestage graduele democratisering waarin de creatie van een goed werkende economie en efficiënte staatsinstellingen voorrang kregen op de ontwikkeling van de civiele maatschappij. De president wou de capaciteit van de overheid sterk verhogen en eiste hiervoor meer uitvoerende bevoegdheden zodoende nieuwe hervormingen door te voeren die dit moesten bewerkstelligen. Het resultaat was een verhoogde controle op sociale en religieuze organisaties en het verbieden van kranten en andere media die te kritisch waren over zijn beleid. Een uitzondering zijn de duizenden NGO’s die nooit echt bedreigd zijn geweest en in vele gevallen zelfs als vervanger van politieke partijen en pers hebben gediend.[95]

 

Pers-on-vrijheid

 

Van de meer dan zeshonderd geregistreerde media zijn eind 2001 slechts 30% echt werkzaam, een signaal dat de media het sinds midden jaren negentig extra zwaar te verduren kreeg.[96] Ten eerste is er de nog steeds aan de gang zijnde economische crisis waardoor er veel kranten slechts een beperkt aantal middelen kunnen vergaren om op een onafhankelijke manier te kunnen werken en de dure kosten van drukken te kunnen dragen. Ofwel opteert men ervoor om dan op onregelmatige tijdstippen of gewoon niet uit te verschijnen, ofwel zoekt men middelen bij personen of organisaties met een politieke agenda en verliest men zijn onafhankelijkheid. Een tweede reeks problemen zijn strubbelingen of tegenwerking van de overheid waarvan de voorbeelden legio zijn. Dit kan op een subtiele en zachte manier gebeuren, maar ook op een agressieve manier. Subtiele manieren zijn bijvoorbeeld het opkopen van kranten, mediabedrijven laten herregistreren om een betere controle te kunnen uitoefenen, campagnes om media in een slecht daglicht te stellen zodat ze niet meer gekocht worden, staatsdrukkerijen die kranten weigeren te drukken of een groothandelaar die eveneens in handen van de staat is en ze weigert te verdelen. Meer agressieve methodes zijn bijvoorbeeld een gerechtelijk verbod van verschijning, afpersing van journalisten en media-eigenaars en fysiek geweld. Een kwalijke evolutie die deze methoden voort hebben gebracht is zelfcensuur en kwaliteitsverlies. Kranten zijn voorzichtiger in wat ze schrijven en nemen enkel nog personen aan zonder kritische zin en ambitie. Ondanks deze grote problemen kan de pers nog altijd wegen of het beleid of schandalen en onregelmatigheden aan het licht brengen.[97] De pers is niet vleugellam geworden, maar wel sterk gedecimeerd en in vele gevallen ontdaan van zijn kritische zin en onafhankelijkheid.

 

Religies onder sterkere controle

 

De toenemende spanningen in buurland Oezbekistan rond de extreem-islamitische beweging Harakat ul Islamiyyah Özbekistan leidden bij de Kirgizische autoriteiten tot enige ongerustheid. In ’95 verschenen vanwege de nationale veiligheidsdiensten enkele verontrustende berichten over een toegenomen ‘fundamentalisme’ en ‘wahhabisme’ en vonden enkele incidenten plaats in het zuiden van het land.[98] De regering besloot om een meer interventionistische aanpak te introduceren en verbood meteen het onderwijzen van religie in staatsscholen. Meteen werd ook een comité voorgesteld die religieuze activiteiten meer zou moeten doorlichten. In mei ’96 werd de Commissie voor Religieuze Zaken in het leven geroepen die officieel informatie moest vergaren, activiteiten moest controleren en de regering moest adviseren in religieuze zaken. Het zou resulteren in een groeiende inmenging in het religieuze leven, een registratie van alle organisaties en een herbeoordeling van hun documenten en statuten. In de tweede helft van 1997 werd een herregistratiecampagne opgestart om ‘orde te brengen’ in de moslimgemeenschap. Tegelijk startte de gemeenschap zelf met een hercertificatie van alle imams en mullahs. Er werden testen uitgevoerd naar hun kennis van de koran, de shari’a en de Arabische taal. De resultaten zouden de overheid samen met de eigen campagne een beter beeld geven van het aantal moslimorganisaties en hun verantwoordelijken mocht er in de toekomst meer controle en actie nodig zijn. De regering was het menens en creëerde eind ’97 een aparte afdeling in de staatsveiligheid die zich zou bezighouden met mogelijke bedreigingen van religieuze sekten en andere organisaties, de facto met de ‘islamitische dreiging’.[99] De publieke opinie was niet onverdeeld gelukkig met deze speciale aandacht en vroeg meer controle op het toeneemd aantal echte sektes en niet-traditionele religies. In 1999 werd de overheid echter bevestigd in zijn vrees toen enkele militanten van de Harakat in het zuidelijk dorpje Raut dertien mensen gijzelden. De gijzeling zou twee maanden later voor de gijzelaars positief aflopen en uitmondden in gevechten in de nabije bergen tussen de strijders en de Oezbeekse regeringstroepen.[100] Het zou de vrees bij de Kirgizische bevolking en regering voor islamfundamentalisme alleen maar aanwakkeren en leidden tot nog meer controle op de moslimgemeenschap, maar ook tot etnische spanningen. De beweging Hizb ut Tahrir die in Kirgizië vooral actief is onder de Oezbeekse gemeenschap in het zuiden van het land zou het grootste mikpunt worden van de stijgende repressie.[101]

 

 

De euforie en de hoop net na de onafhankelijkheid bij zowel de president, parlement, andere officiële instanties als de bevolking was groot. Grootste hervormingsplannen kondigden een democratisch en pluralistisch Kirgizië aan in combinatie met een vrije markt. Midden jaren negentig kwam echter een ander beeld naar voren, dat van economische malaise, armoede, stagnatie en onderling wantrouwen. Akaev wijzigde de tanker van richting en kondigde een graduele ontwikkeling naar democratie aan. In zijn logica moesten de economische hervormingen gered worden van hun falen en moest het machtsvacuüm opgevuld worden door de staat te versterken en te kiezen voor een daadkrachtig leiderschap. Het land moest ‘a step back to move forward’ nemen en resoluut voor de economie en een sterke staat gaan. In werkelijkheid gleed Kirgizië af naar een autoritair superpresidentieel systeem. Akaev zette zijn politieke tegenstanders aan de kant door zijn eigen bevoegdheden systematisch uit te breiden en er legitimiteit voor te verwerven via een slinkse referendumpolitiek. Protest vanuit de media en vanuit de civiele maatschappij werd subtiel of agressief de mond gesnoerd omdat ze zogenaamd de hervormingen in de weg stonden, de facto omdat ze de positie van de president aan het wankelen brachten. Alles op alles werd gezet om de economie te stimuleren via een nieuwe privatiseringsgolf en verdere liberalisering. Middelen om de administratie te houden waren er onvoldoende, alsook investeringen in de sociale sector. Het staatsapparaat kon door de hervorming en de opsplitsing van de macht door decentralisering amper beslissingen en programma’s op hoog niveau op een efficiënte en professionele wijze in de praktijk omzetten. De aanhoudende economische crisis veroorzaakte een grote werkloosheid en zware armoede. De onvrede zou meer en meer aanzwellen, protest vanuit de bevolking voor de groeiende sociale crisis – vooral in het zuiden, protest vanuit de administratie voor de groeiende corruptie en het tekort aan middelen, protest vanuit de media die in stijgende mate vreesde voor zijn onafhankelijkheid, protest vanuit de religieuze organisaties voor de toenemende staatsbemoeienissen en geleidelijk protest ten slotte van de traditionele nomenklatura en de zakenwereld die de toenemende einzelgängermethodes van de president en de economische stagnatie van het land beu waren. Deze protestbeweging was geen allen-tegen-een-beweging, eerder een verdeeld gamma van rivaliserende figuren, maar het zou maar een paar druppels nodig hebben die de ganse emmer zouden doen overlopen: de verkiezingen van 2005.

 

 

3.4 TULPENREVOLUTIE FEBRUARI-MAART 2005[102]

 

President Akaev is aanvankelijk steeds vaag gebleven over zijn ambitie om zich al dan niet herkiesbaar te stellen voor een derde termijn en dus op te komen voor de geplande presidentiële verkiezingen in juli 2005. Toen er in andere voormalige communistische landen als Oekraïne en Georgië revoluties uitbraken naar aanleiding van gecontesteerde verkiezingen, werd hij gesterkt in de ambitie voor een derde termijn, groeide zijn argwaan tegenover mogelijke inmenging van de Verenigde Staten[103] en besloot hij de repressie ten aanzien van NGO’s, media en andere sociale organisaties op te drijven.[104] Zijn nieuwe focus bleek echter totaal naast de kwestie. In werkelijkheid was de president in de recente jaren al zijn krediet verloren bij het grootste deel van de bevolking, maar stilaan ook bij de elite en de oppositie die de rol van Akaev’s familie in de politiek en de economie zag escaleren en meer dan beu was.

Akaev heeft via een aantal cruciaal verworven bevoegdheden altijd handig ingespeeld op de verdeeldheid binnen de oppositie via een verdeel-en-heersstrategie en een referendumpolitiek zodoende de bevolking voor zich te winnen. Hij liet eind 2004 echter een grote steek vallen met zijn nieuwe ontwerp van kiesstelsel. Het nieuwe systeem zou een unicameraal parlement in leven roepen, partijen minimaliseren en het aantal leden tot 75 beperken zodat de kans om te worden verkozen nog kleiner dan vroeger werd. Akaev wou dit nieuwe parlement vol zetten met aanhangers om een vlotte overgang naar de presidentiële verkiezingen en een derde termijn te garanderen. De verkiezingen zouden echter in dit nieuwe stelsel uitdraaien op een persoonlijke strijd waarin diegene met het meeste geld en invloed een zetel zou kunnen verwerven, bovenop het feit dat belangrijke politieke figuren sowieso uitgesloten zouden worden door het kleine aantal in te vullen zetels.[105]

 

3.4.1 Aanleiding: parlementaire verkiezingen

 

Ondanks de groeiende onvrede waarop perfect een aanhang zou kunnen gebouwd worden, bleef de oppositie tijdens de aanloop naar de verkiezingen van februari 2004 verdeeld. Er werden alsnog twee belangrijke partijen opgericht die een deel van de oppositie verenigden, enerzijds de Volksbeweging van Kirgizië met Kurmanbek Bakiev als leider, en anderzijds Ata-Jurt onder leiding van voormalig buitenlandminister en ambassadeur in de VS en Groot-Brittannië Roza Otunbayeva. Beiden besloten via een partnerschap hun oppositiekrachten te bundelen en de campagnes gezamenlijk te coördineren. Deze mooie intenties bleven echter meer woorden dan daden, want historische verschillen en onenigheid tussen de oude en nieuwe generatie zouden de samenwerking blijvend hypoticeren.

De campagne voor de verkiezingen was vergeven van de typisch geworden dubieuze elementen: chantage en afkopen van kiezers en kandidaten, een overweldigende staatsmedia ten opzichte van een beperkte onafhankelijke pers[106], deregistratie van kandidaten, enzovoort… De regering begon echter zodanig zelfzeker te worden van zijn eigen overwinning dat men zelfs gematigde centrumkandidaten en regeringsgezinden begon te belagen. Het zou resulteren in een verlies van de steun van belangrijke en populaire kandidaten als onder andere Jeenbekov, Maliev en Japarov.[107] Toen de culturele en politieke elite in de persoon van de internationaal bekende psychiater Jenishbek Nazaraliev dan nog es zijn volle steun gaf aan de oppositie en kandidaten van de regering meer en meer opteerden om als onafhankelijke op te treden, kwam de positie van Akaev en zijn slinkende entourage pas echt in gevaar. Hij reageerde niet met verzoenende maatregelen maar met een groeiende druk op de oppositie en in het bijzonder op de onafhankelijke media MSN en Azattyk.[108]

De verkiezingen zelf verliepen in de eerste ronde zonder uitzonderlijke problemen. Een massa aan nationale en internationale waarnemers verklaarden de eerste ronde ‘competitiever dan eerdere verkiezingen’ doch bekritiseerden de gekende onregelmatigheden (OCSE), of vonden de verkiezingen ‘vrij en eerlijk’ met ‘kleine problemen die de resultaten niet hebben beïnvloed’ (CIS).[109] Niet onverwacht zou er in maart een tweede ronde moeten worden georganiseerd. Vooral in het zuiden leverden de resultaten van de eerste ronde – de oppositie had slechts twee zetels gewonnen - al de verwachte protesten op.[110] Op 4 maart escaleerde er een eerste verontrustende protestmars van Bakiev-aanhangers in het zuidelijke Jalalabad in een bezetting van overheidsgebouwen. Deze bezetting zou twee weken duren en de oppositie stimuleren om elders in het land gelijkaardige acties te ondernemen.

 

3.4.2 Aanzwellend protest

 

Tijdens de tweede ronde steeg het aantal onregelmatigheden, deels omdat de resultaten dit keer crucialer waren en deels omdat de internationale waarnemers bijna allemaal het land hadden verlaten. De resultaten draaiden zeer nadelig uit voor de oppositie en speelden allemaal niet onverwacht in het voordeel van de president.[111] De aandacht verschoof echter naar het toenemende protest in het zuiden van het land. De eerste protesten gingen voornamelijk over lokale zaken, maar zouden uitgroeien tot een nationaal protest dat ijverde voor nieuwe verkiezingen en de afzetting van de president.[112]

In het zuiden werden meer en meer overheidsgebouwen ingenomen, ambtenaren gegijzeld en wegen geblokkeerd. Meer en meer mensen kwamen de straat op en geleidelijk aan begon de oppositie hun verzuchtingen over te nemen door naar hen te gaan luisteren, in hun voordeel te pleiten en hun aanhang extra te mobiliseren. De regering en de president waren helemaal verrast door de plotse eenheid en sterkte van de oppositie. Uiteindelijk werden de speciale eenheden uitgestuurd om de overheidsgebouwen in Osh en Jalalabad opnieuw in te nemen. Dit zou echter het vuur aan de lont steken en het startpunt worden van een gewelddadige escalatie. De volgende morgen zou een menigte van 40.000 demonstranten het gebouw in Jalalabad herinnemen, het politiestation en andere gebouwen in brand steken, de luchthaven in handen nemen en de politie en overheid verjagen uit de stad. Hetzelfde scenario zou plaatshebben in Osh, waardoor het ganse zuiden de facto in handen viel van de oppositie. Stilletjes aan lag Bisjkek ook in het vizier.

De situatie in de hoofdstad zou veel kalmer blijven dan in het zuiden tot aan het moment dat Akaev opteerde voor een hardere lijn. Er werd een rechtszaak geopend tegen Baliev en de politie kreeg de opdracht een betoging van de oppositie uiteen te drijven en verschillende activisten op te pakken. In een reactie hierop besloot de oppositie in de hoofdstad op 22 maart een grote protestmars te organiseren. Van over gans het land zakten aanhangers van de oppositie af naar de hoofdstad en kwamen samen op het plein vlakbij het Witte Huis met een langdurig en vreedzaam protest in het vooruitzicht. De mars werd aanvankelijk door de politie en aanhangers van Akaev met succes uit elkaar gedreven, maar al snel zou men het opgeven omdat tegenhouden van de steeds groeiende groep betogers onhaalbaar werd geacht.[113] Aanhangers uit Osh stapten met steun van een heleboel jongeren uit hevig protest tegen de reactie van de politie direct naar het Witte Huis in plaats van de mars te vervoegen en plunderden het ganse gebouw. De oppositie probeerde de gemoederen te bedaren en ondermeer Bakiev riep op tot kalmte gecombineerd met een belofte om de populaire Kulov snel vrij te laten[114], maar het geweld zou verder uitbarsten en uitzwermen over de ganse stad. Bedrijven en winkelketens die banden zouden hebben met de regering werden geplunderd en in brand gestoken evenals Turkse bedrijven en winkels van andere etnische minderheden. De kalmte kwam pas de dag zelf nog terug toen Kulov werd vrijgelaten, maar het zou nog enkele dagen duren eer de orde hersteld was.[115]

Akaev en zijn familie waren ondertussen het land ontvlucht richting Rusland. Iedereen, zowel regering als oppositie zouden versteld staan van de snelheid waarmee de aanhang van de president zou verdwijnen en de regering zou vallen. De oppositie had zich voorbereid op dagen en weken protest en zou overvallen worden door de nieuwe situatie: een toestand van virtuele anarchie met een staat die helemaal uiteen gevallen was. Het zou geen gemakkelijke taak worden om deze staat weer her op te bouwen met een oppositie die enkele maanden voordien nog helemaal verdeeld bleek te zijn.

 

3.4.3 Resultaten

 

Enkele dagen na de protesten toen de chaos over was en de orde een beetje hersteld leek, kwam het nieuwe unicameraal parlement bijeen. Het parlement werd ondanks de gecontesteerde resultaten van de verkiezingen als enige legitiem parlement erkend. Meteen werd Omurbek Tekebaev als nieuwe parlementsvoorzitter gekozen en Kurmanbek Bakiev als voorlopige eerste minister en president aangesteld. Kulov die op het einde van de protesten tijdelijk werd aangesteld als hoofd van de veiligheidsdiensten nam ontslag in deze functie en zei dat hij niet met de nieuwe regering wou samenwerken. Andere oppositieleden als Atambaev en Nazaraliev verdwenen snel van het toneel. Een kans om dus de eerste coalitie van een verenigde oppositie te vormen werd dus al snel verlaten. Bakiev stelde heel snel oppositieleden, leiders van het protest maar ook eigen getrouwen, voormalige nomenklatura en functionarissen van het oude regime aan om het staatsapparaat te bevolken. Buiten de hoofdstad werden zowel de verschillende regeringsposten als bedrijfsfuncties op een gelijkaardige snelle en willekeurige manier bezet, op basis van verdienste tijdens de revolutie, clanafstamming of regionale populariteit. Er kwam snel kritiek op de manier waarop de methoden van patronage en nepotisme waartegen men protesteerde bij de vorige verkiezingen gewoon opnieuw werden gekopieerd. Bakiev schermde met het argument dat het maar een tijdelijke proces was in afwachting van nieuwe presidentiële verkiezingen. De nieuwe president zou dan op een onafhankelijke en efficiënte manier nieuwe ambtenaren kunnen aanstellen.[116] De legitimiteit van de nieuwe voorlopige regering werd evenwel versterkt toen Akaev op 4 april vanuit Rusland formeel ontslag nam uit zijn functie en het voornemen formuleerde om nooit meer aanspraak te willen maken op de hoogste functie in het land.[117]

Iedere ontwikkeling na de revolutie stond in functie van een hernieuwde stabiliteit zodat de grote problemen van het land konden aangepakt worden; de socio-economische malaise, het politieke onevenwicht tussen wetgevende en uitvoerende macht, een niet onafhankelijke rechterlijke macht, het misbruik van de mensenrechten met een speciale aandacht voor minderheden, de stijgende criminaliteit, het verlies van staatsautoriteit over het ganse land, enzovoort… De aanpak van deze resem aan problemen zou niet evident worden voor een regering zonder al te veel ervaring die op een onverwacht en dus onvoorbereid moment aan de macht is gekomen in een klimaat van hernieuwde hoop met hoge verwachtingen en een constante dreiging van nieuwe protesten.

 

 

3.5 EEN JAAR BAKIEV

 

Het is nog te vroeg om te oordelen over Bakiev en zijn regeerperiode, maar een kleine evaluatie over de overgang naar een stabiele orde, in welke vorm ook, kan wel al informatief zijn en misschien een trend weergeven. Bakiev kreeg geen dankbare beginsituatie, maar wel een uitnodiging om een nieuw pad op te gaan.

 

3.5.1 De figuur Bakiev[118]

 

Kurmanbek Bakiev is afkomstig uit Masadan, nabij Jalalabad in het zuiden van het land. Hij heeft gestudeerd aan het polytechnisch instituut van de Russische stad Kuybyshev. Daar zou hij ook zijn vrouw ontmoeten, Tatyana Vasilyevna Bakiyeva. Samen hebben ze twee zonen; de een, Marat, is afgevaardigde van een departement van de Kirgizische veiligheidsdienst en de ander, Maksim, is een lokale zakenman. Na zijn opleiding bleef hij enkele jaren in Rusland werken als elektrisch ingenieur waarna hij in het Sovjetleger zou dienen. In 1979 keerde hij terug naar Jalalabad om in een plaatselijke fabriek te gaan werken.

Zijn politieke carrière startte in 1990 wanneer hij als Eerste Secretaris werd verkozen in de gemeenteraad van Kok-Yangak, vlakbij zijn geboortedorp. Twee jaar later werd hij benoemd als gouverneur van Jalalabad en vijf jaar hierna van de noordoostelijke regio Issyk-Kul. In 2001 werd hij eerste minister, maar zou na het Aksy-incident[119] in maart 2002 weer ontslag moeten nemen. Drie jaar later zou hij als leider van de Volksbeweging van Kirgizië en als een van de belangrijkste leiders van de protesten getorpedeerd worden naar de hoogste positie in het land.

Op 10 juli 2005 hadden de eerste presidentiële verkiezingen plaats sinds de Tulpenrevolutie. De twee belangrijkste kandidaten waren Bakiev en Feliks Kulov. Andere kandidaten als Atambaev, Nazaraliev en Erkinbaev waren minder relevant. Beide grote rivalen hadden een verscheiden achterban: Bakiev bij de boeren en het zuiden en Kulov bij de stedelingen en in het noorden.[120] Heel onverwacht en vooral om de stabiliteit van het land in de nabije toekomst te verzekeren, besloten beide partijen om in een ticket aan de verkiezingen deel te nemen; Bakiev zou president worden en Kulov eerste minister. De presidentiële verkiezingen waren zodoende niet echt een electorale strijd en zouden resulteren in een monsterscore van 80% voor Bakiev. Hij werd de nieuwe president en stelde Kulov even later aan als de nieuwe eerste minister.

 

3.5.2 Failing of failed state?

 

In een studie van Rotberg in 2003 wordt Kirgizië gecategoriseerd als zwakke staat op weg naar een falende staat.[121] Het tekort aan grondstoffen, een ineengevallen economie, armoede, bestuurlijke willekeur, een belangrijk democratisch deficit en tekenen van gewapende rebellie zijn de kenmerken die door hem naar voren worden gebracht. Rotberg wijst er op dat het geen evidentie is om te kunnen ontsnappen aan de Sovjeterfenis van institutionele zwakheid. In een andere rangschikking, de Failed States Index van Fund for Peace en Foreign Policy staat Kirgizië in 2005 op de 65ste plaats (op een totaal van 76) met een score van 80,4. Een jaar later tuimelt het land naar een 28ste plaats (op 146) met een score van 90,3 en komt het van de kolom ‘danger’ in de kolom ‘critical’ terecht.[122] Hoe kan Kirgizië in amper een jaar zodanig veel zakken in deze rangschikking? Wat is er sinds de Tulpenrevolutie in de werkelijkheid van deze evolutie waar te nemen? Is Kirgizië in toenemende mate een falende staat geworden en glijd ze af naar een ‘failed state’? Wat zijn de eerste ontwikkelingen na één jaar Bakiev?

3.5.3 Het herstel van de orde en nieuwe uitdagingen[123]

 

Sinds de verkiezingen van juli 2005 is er een nieuwe grondwet gestemd waarin de termijn van de president beperkt wordt tot twee keer vijf jaar, het verbod invoert op extra referendums, de manier waarop het parlement wordt gekozen wijzigt en ondermeer de doodstraf afschaft. Het parlement is nog steeds een afspiegeling van de dubieuze verkiezingsresultaten van de tweede ronde in februari en heeft hierdoor al heel wat kritische reacties opgeleverd. Op 2 december 2005 werd een gans nieuwe regering officieel voorgesteld. Het land werd ondertussen geconfronteerd met een belangrijk aantal concrete problemen; onrechtmatige eigendom- en landverwerving, loslopende revolutionairen, interne breuken binnen de ‘oppositiepartij’ PMK, een crisis in het gevangeniswezen en criminaliteit die kon gedijen in een stijgend klimaat van wetteloosheid.[124]

Een eerste groot probleem waren de meer dan honderd bedrijven en eigendommen die onder Akaev geprivatiseerd werden en in handen kwamen van de president en zijn familie. Dit was niet de enige eigendomsverwerving met dubieuze trekken. Vele revolutionairen, clanleiders en andere lokale notabelen hadden van de revolutie en de nasleep ervan gebruik gemaakt om bepaalde eigendommen in handen te nemen.[125] Het land leefde in een totale anarchie en her en der braken grote incidenten uit over wie nu wat kon beheren en bezitten. In vele gevallen werden er criminele groepen bij gehaald om de andere partij onder druk te zetten of zelfs uit te schakelen. De overheid die niet wist hoe het probleem aan te pakken durfde ook weinig te ondernemen omdat ze zeer goed besefte dat ook regeringsambtenaren en hogere functionarissen betrokken waren. In september 2005 werd een groot corruptieonderzoek gestart met Beknazarov als openbare aanklager. Hij had de taak de corruptie van het vorige regime in kaart te brengen en bracht grote figuren als voormalig hoofd van de presidentiële administratie Sadyrkulov, directeur van de nationale bank Sarbanov, ex-eerste minister Tanaev en voorzitter van de Centrale Verkiezingscommissie Imanbayev in opspraak. Toen hij het idee opperde om grote bedrijven te hernationaliseren zou hij in problemen geraken met een deel van de huidige elite die zichzelf wou verrijken met de vrijgekomen eigendommen. Beknazarov werd hierop subtiel uitgeschakeld. Hij kreeg zijn ontslag naar aanleiding van de rellen rond de Karasuu bazaar. De twee door een officiële commissie aangeduide aanstokers zouden hun plannen voor de moord op Junusov, een zakenman die aanspraak maakte op de eigendomspapieren van de markt, voorbereid hebben net na hun vrijlating waar Beknazarov voor verantwoordelijk werd geacht.

Een ander probleem was de aanpak van de revolutionairen. Het bekendste voorbeeld hiervan is Nurlan Motuyev, een journalist, mensenrechtenactivist en een van de meest radicale revolutionairen. Hij werd in die dagen door zijn aanhangers aangesteld als directeur van de steenkoolmijnen van Karakeche. Motuyev kreeg vijf mijnen onder zijn hoede en kon rekenen op criminele bendes om de faciliteiten te bewaken. Om zijn populariteit in zijn geboorteregio te verhogen verdeelde hij er gratis steenkool, maar beperkte tegelijk de steenkool voor andere regio’s. De mijnen kwamen ook in toenemende mate in handen van criminele bendes en de overheid ontliep belangrijke en noodzakelijke belastingsinkomsten. De regering wist niet goed hoe met deze losgelopen revolutionair om te gaan. Een eerste poging om de mijnen bij andere mijnen onder te brengen veroorzaakte nog meer protest en een onderzoek naar de onrechtmatige inbezitneming van de mijnen liep op niks uit. De onwil vanuit de regering om deze en gelijkaardige problemen bij de wortels aan te pakken zou de populariteit serieus aantasten en het krediet bij de lokale instanties naar een dieptepunt brengen. De overheid schermt met stabiliteit en rust als doel en wil ieder nieuw conflict vermijden. Het gebruikt hiervoor echter gekende methodes die ooit sterk bekritiseerd werden en tot een revolutie zouden leiden.

Een derde probleem was de snelle terug verschenen verdeeldheid bij de voormalige oppositiepartij, de Volksbeweging van Kirgizië, PMK. Grote ambities en diverse ideeën over de repercussies van de revolutie zouden resulteren in een stijgend onderling wantrouwen en toenemende politieke spanningen. Het ontslag van Beknazarov op 19 september 2005 zou leiden tot een eerste grote regeringscrisis. Negen ministers dreigden ontslag te nemen, waarop Bakiev met enige nonchalance reageerde dat de partij geen partij meer was en ze nu ministers waren en hij de president. Beknazarov kwam tussen en overtuigde de ministers om toch geen ontslag te nemen. Als reactie op het ontslag kwamen echter een honderden aanhangers en mensenrechten op straat in de hoofdstad om zijn ontslag teniet te doen en Bakiev waar te schuwen zich niet aan de maffia te laten verkopen. Een paar dagen later waren dezelfde eisen te horen bij een menigte van 12.000 man in Beknazarov’s geboortedorp Aksy. De overheid zette zijn veiligheidstroepen op hoog alarm en velen vreesden een nieuwe revolutie. Een paar dagen na de start van de eerste protesten zorgde een nieuwe split binnen de regering voor potentiële spanningen tussen hun aanhangers toen een aantal voorgestelde ministers, in het bijzonder Roza Otunbayeva, een van de bekendste vrouwelijke koppen tijdens de revolutie, niet hun vereiste tweederde meerderheid haalden in het parlement. De aanhoudende protesten zouden echter worden bekoeld toen Otunbayeva en Beknazarov werden verkozen in de tussentijdse verkiezingen van november. De ontevredenheid zou onder de mat worden geschoven en het regeringswerk blijven hypoticeren door op ieder moment weer tevoorschijn te kunnen komen.

Een volgend probleem zou zijn oorzaak vinden in de overbezetting en de slechte omstandigheden in de Kirgizische gevangenissen. Tijdens de chaos van de revolutie braken niet onverwacht opstanden uit in verschillende gevangenissen. Bij een bezoek aan een van de gevangenissen enkele maanden later werd de parlementair Akmatbayev brutaal in elkaar geslagen en doodgeschoten. Een hele reeks van onderzoeken en protesten van aanhangers van verschillende beschuldigde partijen zou uitwijzen dat deze moord een moord in opdracht was en een uitloper was van een oude rivaliteit. Het ganse gebeuren zou leiden tot zware afkeuring van de toenemende slechte toestanden binnen de gevangenissen maar ook tot kritiek op de verhoogde criminalisering in het land. Kirgizië bleef na de revolutie in een klimaat van wetteloosheid hangen. Mensen hebben door dat de wetten niet moeten gerespecteerd worden en handelen willekeurig om zichzelf en hun naasten te verrijken.[126] Criminele bendes kopen zichzelf stilaan in bij de politie en er zijn zelfs geruchten dat hun leiders zich op een gelijkaardige wijze in de politiek willen binnenloodsen. De veiligheidsdiensten hebben niet genoeg middelen of gemotiveerd personeel om de verscheidene vormen van criminaliteit aan te pakken. Een constante herschikking in de bovenste regionen van deze instellingen verhinderd een krachtdadige en gedurfde aanpak.

 

 

Na de Tulpenrevolutie begin 2005 gleed Kirgizië af naar een situatie van totale anarchie, wanorde en instabiliteit. De Akaevstaat stuikte heel onverwacht in als een kaartenhuisje en de opbouw van een nieuw huis onder leiding van de tandem Bakiev-Kulov ging heel traag van start. Geen enkele staatsbedrijf of lokaal orgaan bleef overeind en criminele bendes of lokale leiders en hun aanhangers namen ze in en claimden het eigendomsrecht. Populaire leiders van de revolutie hadden in hun ogen allemaal een recht op een beloning in de vorm van materiële eigendommen of via posten in de nieuwe regering, delen van de economie of de bureaucratie. De ambtenarij was echter al jaren in een dermate niveau van corruptie en nepotisme verzonken met incapaciteit en stagnatie in uitvoering als gevolgen. Het veiligheidsapparaat kon de groeiende criminalisering niet aan en werd geconfronteerd met verscheidene crisissen in de gevangenissen, naast de maandelijkse demonstraties over het ganse land. De nieuwe regering en zijn personeel konden de fragiele eenheid tijdens de revolutie niet aanhouden en vielen elkaar constant af. Diverse ambities en ideeën over het ‘nieuwe Kirgizië’ mondden uit in publieke kritiek of in meer subtiele technieken als het gebruik van criminele bendes of bijvoorbeeld corruptie en patronage om hun tegenstanders uit te schakelen. Deze nieuwe en oude politici speelden handig in op de snelle mobiliseringkracht die nog altijd bij de bevolking bestond om her en der in het land demonstraties te organiseren tegen hun opponent of tegen de regering. Velen profiteerden van een regeringscrisis om meteen andere verzuchtingen of onregelmatigheden naar voor te brengen. De president zelf en zijn brede entourage waren er ook niet vies van om vrienden en familie aan te stellen binnen het overheidsapparaat, repressieve middelen in te zetten tegen tegenstanders of kritische NGO’s of pers via dubieuze manieren de mond te snoeren. Hij schermde met het argument van orde en stabiliteit, argumenten die we jaren voordien ook uit de mond van de hoogste bekleder van het land hoorden als legitimatie van zijn beleid en de manier van regeren.

Kirgizië’s grote problemen, de economische malaise, armoede, een groeiende inkomenskloof, criminaliteit, corruptie en een inefficiënte administratie, zijn het afgelopen jaar onvoldoende of niet aangepakt.[127] Het klimaat waarin Bakiev zijn eerste termijn startte was geen dankbaar cadeau, maar was nu eenmaal de realiteit. Orde en stabiliteit zijn terecht primordiaal voorop gesteld, maar de situatie moet wel dringend aangepakt worden. Stabiliteit was inderdaad enorm belangrijk maar mag niet voor alles gaan en een wrang smakende stabiliteit worden. Een hoopvolle bevolking wordt in toenemende mate ontnuchterd door de stagnatie in het land en zijn eigen persoonlijke situatie.[128] Als ze dan nog es zien dat de nieuwe regering van dezelfde technieken gebruikt maakt als hetgeen waartegen werd geprotesteerd, dan zijn hun frustraties en ontgoochelingen niet onvoorspelbaar en perfect te begrijpen. De staat Kirgizië was al enkele jaren serieus aan het wankelen en zou helemaal in duigen vallen na de revolutie. Een jaar nadien is ze echter nog steeds niet uit haar negatieve spiraal kunnen ontsnappen en er zelfs dieper in gezakt. De heropbouw van Kirgizië is geen evidente zaak en wordt nog steeds gehinderd door eerder aangehaalde problemen als criminalisering, nepotisme, repressie en corruptie. Die problemen kunnen niet worden opgelost van vandaag op morgen, maar kunnen wel gradueel aangepakt worden. De regering toont echter geen eenheid en vastberadenheid, wordt overmeesterd door interne twisten en een groot gebrek aan ervaring. Als er niet snel duidelijke en oprechte signalen van verandering komen dan is een ‘nieuwe revolutie’ niet veraf meer. Verandering vergt tijd, alleen heeft een bevolking die heel sceptisch geworden is over elk idee of hervormingsplan van een regering nood aan directe zichtbare verbeteringen en voorlopig staan die nog lang niet in de steigers.

 

 

DEEL 4: SYNTHESE VAN HET TRANSITIEPROCES

 

Hoe kan het voorbeeld Kirgizië relevant zijn voor de transitietheorieën, zowel in vergelijking met andere regio’s of binnen de groep van post-communistische landen? Is de evolutie in de realiteit een klassieke transitie – van autoritair systeem naar een democratie of hebben we het hier over een ander en uitzonderlijk nieuw proces? Welke concepten uit de transitietheorieën kunnen we toepassen en eventueel aanpassen als het over Kirgizië gaat?

Als afsluiter van dit werk proberen we een analyse te maken van de vijftien jaar die het land al als onafhankelijke republiek bestaat. In een eerste stuk proberen we het proces te definiëren en via klassieke transitietermen zoals begin- en eindpunt, autoritair systeem, democratie en revolutie. Daarna bekijken we hoe de tweedeling actor-structuur van toepassing is in het land. Op het einde gaan we even in op concepten als legitimiteit en nationale of regionale identiteit om te zien wat de bevolking ervaren heeft.

 

Transitie in welke zin?

 

We kunnen niet ontkennen dat Kirgizië een complex en indringend transitieproces heeft doorgaan, maar niet in de klassieke betekenis die studies in de transitieliteratuur beschrijven. Het land evolueerde niet van een autoritair noch ‘niet-democratisch’ systeem naar een democratisch systeem of regime. Het start- en eindpunt van de transitie is van een andere aard. Ten eerste kon Kirgizië bij zijn onafhankelijkheid amper een staat genoemd worden, noch een ‘systeem’ of ‘regime’. Het land was een autonome provincie binnen de Sovjet-Unie. Het had een éénpartijstelsel met de voorzitter van het Sovjetparlement als staatshoofd. Economisch en politiek ging het helemaal af van de belangen van het grote Rusland. Het land had een embryonale staatsstructuur bemand met Russen in de hoogste rangen en na verschillende campagnes inheemse en lokale mensen in de lagere rangen. Op een lokaal niveau hadden de Kirgiezen parallelle autoriteitsstructuren op basis van tribale en regionale afkomst ontwikkeld waarop ze konden terugvallen in tijden van onzekerheid. In de context van liberalisering eind jaren tachtig werden deze structuren geïncorporeerd in de staatsstructuur. Voortaan zou clan, stam of regio van belang zijn in de aanstelling van staatsfuncties. Ondanks deze verschuiving van tribale en regionale invloed naar het nationale niveau, bleef de Kirgizische Republiek een soort van Russische vazalstaat en kon het onmogelijk een autoritair of niet-democratisch systeem worden genoemd. Kirgizië beschikte aan de start over een staatsapparaat en een centrale planeconomie maar stond in een afhankelijkheidsrelatie met Rusland waarbij de externe belangen een bepalende invloed hadden. Toen de SU in ’91 helemaal door zijn benen zakte en Kirgizië onafhankelijk werd, kwam het land in een ondankbare situatie terecht. De economie viel in duigen, het staatsapparaat werd ontvolkt van zijn expertise en ervaring en de sociale infrastructuur creëerde zware financiële en logistieke eisen. Het uiteenvallen van het Sovjetsysteem had een cruciale breuk veroorzaakt waardoor het land in een nieuwe startpositie werd gekatapulteerd en niet een revolutie via al dan niet gewelddadige massamobilisatie of een toenemende druk van een nationale onafhankelijkheidsbeweging.[129]

In de eerste jaren van onafhankelijkheid zou Kirgizië Offe’s drievoudige transitie doormaken. In de drie domeinen werden een uitgebreide reeks van hervormingen in gang gezet: monetaire en financiële aanpassingen naast privatisering en liberalisering in het economische domein; constitutionele, legale en andere politieke ingrepen in het politieke domein; en uitgebreide democratisering als kader voor de nieuwe staat. De ideeën van vrije markt en democratisering leken het land te doen evolueren naar een democratisch systeem en de transitietheorieën enigszins te bevestigen. Midden jaren negentig werd echter duidelijk dat de transitie in werkelijkheid een andere weg opging. De president kon zijn bevoegdheden uitbreiden waardoor hij meer kon beslissen op een individueel niveau. Het parlement werd buiten spel gezet, en de pers en de civiele maatschappij werden aan een toenemende controle onderworpen. Tijdens verkiezingen werden partijen en tegenstanders op subtiele maar ook op agressieve manier aan de kant gezet. Patronage, nepotisme en corruptie werden de belichaming van de nieuwe politieke cultuur. De politieke en economische schoktherapie die het land begin jaren negentig moest ondergaan zou nu een graduele democratisering worden waarin economie en een sterke staat de prioriteiten werden. Kirgizië was afgegleden naar een extreem presidentieel systeem of in de woorden van Fish een ‘superpresidentieel systeem’.[130] In die zin was het ook autoritair, maar niet totalitair of dictatoriaal omdat er nog steeds democratische instellingen bestonden en economische en religieuze constitutionele vrijheiden waren.[131] Het parlement en de pers konden de regering nog bekritiseren zonder daarom meteen repressie vanuit het veiligheidsapparaat te vrezen, maar werden in hun controlefunctie aanzienlijk beperkt door zowel economische redenen als ingrepen van de president. Verkiezingen waren ook nog steeds verplicht, maar resulteerden in frauduleuze praktijken en voorspelbare resultaten. Kirgizië werd een façade democratie: democratische instellingen waren aanwezig, en een – graduele - democratisering werd door de machthebbers nog steeds voorop gesteld, maar in de realiteit waren economische hervormingen en persoonlijke belangen primordiaal en had de president het democratie-ideaal al lang verlaten.

Deze transitie van een tijdelijke democratisering naar een autoritair systeem zou gestopt worden met de ‘Tulpenrevolutie’ in februari 2005. Revolutie is hier niet het juiste woord, want dat was het niet, ‘een abrupte vaak gewelddadige massamobilisatie met als doel niet alleen de regerende elite omver te werpen, maar ook het ganse systeem om te gooien’. De protesten hadden nooit de bedoeling het systeem te wijzigen, maar waren een aanklacht tegen de politieke elite van het land en hun politieke cultuur. De eerste eisen waren eerder lokaal, maar zouden naderhand evolueren naar een eis voor nieuwe verkiezingen en de afzetting van de president. De oppositie als deel van het systeem zou de protestbeweging omarmen en de eisen onderschrijven. In die zin werden de protesten handig gebruikt om de oppositie slagkracht te geven met de bedoeling later zelf aan de macht te komen. De demonstraties waren geregeld gewelddadig en zouden op het einde uitmonden in een nationale wanorde. Toen Akaev en zijn entourage het land verlaten hadden, werden de belangrijkste oppositieleden de nieuwe machthebbers. Deze ‘revolutie’ was dus in feite meer een nationale protestbeweging tegen een politieke cultuur en de belichaming ervan door de president en zijn entourage. Het zou resulteren in een machtswissel, en niet in een omverwerping van een gans systeem.

 

Actoren

 

Elite, in de betekenis die wij eraan geven in het begin van dit werk wijst op de politieke of economische machthebbers in het land op zowel nationaal als regionaal niveau. We bekijken welke rol bijvoorbeeld de president, de oppositie, de economische elite en lokale notabelen hebben gespeeld in de transitie. Daarna kijken we ook naar grotere dynamieken als economie en cultuur en kijken we wat de invloed daarvan is geweest in relatie tot de belangrijkste actoren.

Akaev had aanvankelijk een kleine en beperkte aanhang in het noorden. Hij maakte bij de onafhankelijkheid dan ook handig gebruik van een leeg overheidsapparaat en de op til staande privatiseringen om loyaliteit te verwerven bij lokale clanleiders, voormalige functionarissen en andere invloedrijke individuen. Zijn hervormingsdrang zorgde voor een zware druk op een administratie die onderbemand en onervaren was en een tekort aan middelen had. Akaev kon zijn pakket hervormingen met mooie woorden en ideeën omhullen en zodoende internationaal veel krediet krijgen. De president was een politieke strateeg en wist slim in te spelen op binnenlandse en internationale tendensen zodoende aandacht en vooral investeringen te verkrijgen en de interne harmonie en stabiliteit te bewaren. Akaev zou echter geleidelijk aan inzien dat de uitvoering van zijn ideeën te wensen over liet, een sterkere staat en autoriteit nodig was en zijn koers moest wijzigen. De president wou zijn werk vervolledigen en zag deze ambitie in toenemende mate bedreigd door een dalende populariteit, een te kritische pers en oppositie en het tekort aan resultaten op economisch vlak. Hij voerde de controle op het ganse proces op via zijn uitgebreide presidentiële bevoegdheden die hij had kunnen verwerven door een handige verdeel-en-heerstrategie. Akaev verzonk echter in zijn ambities en begon meer en meer autoritaire trekken te krijgen. Dictatoriaal werd hij echter nooit om drie redenen. Ten eerste was de positie van de president niet sterk genoeg en zou zijn aanhang steeds een fragiele aanhang blijven, de president had immers de middelen niet (financieel, materieel of een repressief veiligheidsapparaat) om iedereen om te kopen, te chanteren of aan zich te binden. Ten tweede waren er te veel constitutionele beperkingen om alles alleen te beslissen en was het parlement te mondig en niet Akaevminded genoeg om alles toe te laten. De president zou via een verdeel-en-heerspolitiek in het parlement wel enkele belangrijke bevoegdheden kunnen verwerven. Ten derde zou een te dictatoriaal systeem veel te veel kritiek opleveren zowel in het binnen- als het buitenland en dat zou het land (nog meer) economische, maar ook politieke instabiliteit opleveren. Het autoritaire presidentiële regime op het einde van de vorige eeuw zou steeds meer protest opleveren, maar zou pas spectaculair afbrokkelen toen de president tijdens de parlementaire verkiezingen serieuze steken liet vallen. Persoonlijke ambities en een vrees voor een verlies aan invloed en macht hadden de mooie plannen uit de eerste jaren van zijn bewind verdrongen.

De invloed en macht van de president in het transitieproces mag niet overdreven worden. De ideeën van vrije markt en democratie waren een handige strategie eerder dan een gedreven ambitie. Deze plannen moesten ook omgezet en uitgevoerd worden, maar bleven vaak steken op regionaal niveau. Regionale potentaten hadden dus in deze zin de echte macht over de echte socio-economische ingrepen die het land moesten vooruit helpen.[132] Interventies in de economie zijn net als in elk land dat gelinkt is aan de wereldeconomie niet zo evident en hebben dan ook niet de gewenste resultaten, dus kunnen we de verantwoordelijkheid voor de economische malaise niet helemaal in de schoenen van deze regionale elites schuiven. Ze hebben de macht om een beleid te implementeren in hun streek, los van het feit of de hervormingsplannen al dan niet resultaten opleverden. De regionale invloed was ook te merken in de samenstelling van het parlement zodat ook daar hun macht kon geconsolideerd worden. Lokale leiders konden dus op het ‘thuisfront’ maar ook in nationale organen proberen hun invloed te laten gelden.[133]

Kunnen individuen een beslissende invloed hebben op de echte dynamieken die de evolutie van een land bepalen? Op het eerste zicht zou men neen kunnen antwoorden, omdat internationale of regionale dynamieken moeilijk te beïnvloeden zijn door een enkel persoon. Desondanks kunnen individuen toch een sturende rol spelen, en correcties doorvoeren om de effecten van die grote dynamieken te wijzigen, in eigen voordeel of ten voordele van een grotere groep. De evolutie of transitie van een land wordt niet gekenmerkt door een oncontroleerbare lotsverbondenheid en kan op vele vlakken beïnvloed worden door ambitieuze individuen. De figuur Akaev had een belangrijke invloed op de autoritaire tendensen aan het einde van de vorige eeuw, net zoals de oppositie en regionale leiders handig wisten in te spelen op de onvrede in de bevolking in hun eigen voordeel.

 

Structuur en cultuur

 

Een belangrijke invloed op de transitie is de zeventig jaar oude Sovjeterfenis geweest. Het heeft de republiek in het verleden grondig gewijzigd, maar na de onafhankelijkheid ook een beginsituatie gecreëerd die men in de meeste andere transitieregio’s Latijns-Amerika en Zuid-Europa niet heeft gehad. Een wijdvertakt overheidsapparaat dat reikte tot ver op het platteland, een netwerk aan sociale infrastructuur waarop iedere individu dienst kon doen, een ingrijpende economie op basis van centrale planning en in een grote afhankelijkheidsrelatie met de buurlanden en het grote Rusland, een politieke cultuur in de administratie waarin men vooral uitvoerde wat op een veel hoger niveau werd beslist zonder zelf creativiteit aan banden te leggen, … het waren stuk voor stuk elementen die onder druk kwamen te staan en al dan niet volledig ineenstortten na de onafhankelijkheid. De contrasterende ideeën en plannen die de nieuwe president voor zijn land had, zouden ze nog een grotere uitdaging maken. Men moest niet louter alles herbezetten met eigen personeel, men zou het ganse systeem ombuigen in een centrale markteconomie en een politieke democratie. Het wegvallen van de financiële en economische relaties met Rusland zou het land van meet af aan voor grote moeilijkheden plaatsen. Naast deze precaire uitgangssituatie zou de economie van Rusland blijvende invloed hebben op Kirgizië. De Roebelcrisis in ’93, hyperinflaties, economische stagnatie eind jaren negentig, … zouden de economie in het land negatief beïnvloeden. Het gaat hier niet in hoofdzaak over rechtstreekse negatieve effecten van de wereldhandel en de globalisering maar over een blijvende regionale interdependentie in Centraal-Azië en Rusland. Kirgizië is verplicht samen te werken met de buurlanden omdat het zelf over te weinig middelen beschikt, dus zijn regionale effecten niet te vermijden.

 

Andere structurele invloeden, meer bepaald tribalisme, hebben ook hun invloed gehad op de transitie.[134] Ze staat voor een vorm van politieke cultuur die nooit verdwenen is. De lokale organisatie is steeds gebaseerd geweest op de patrimoniale en tribale gewoonten van eeuwen geleden en vloeit voort uit een netwerk met essentiële verplichtingen op basis van gestructureerde afstammingsbanden en respect. Daarom moet het niet per definitie beschouwd worden als een traditioneel instrument: clan- en stamloyaliteiten zijn verbazend flexibel en hebben zich tot op vandaag steeds kunnen weren tegen externe invloeden. Deze structuren zijn een veiligheidsnet in tijden van onzekerheid. Net zoals de stalinisering en russificatie deed de socio-economische malaise in de jaren negentig de mensen teruggrijpen naar de tribale structuren. Het zorgde op lokaal vlak voor stabiliteit en orde. De lokale autoriteitsstructuren die vaak parallel stonden met de staatsorganen werden eind jaren tachtig officieel geïncorporeerd in het Sovjetsysteem en zouden de basis vormen voor de regionale politiek in het nieuwe Kirgizië. De wederkerigheidsrelaties, respect voor ouderen, bevoorrechte onderlinge relaties, sociale gedragscodes, … het zouden na de onafhankelijkheid ook de elementen worden van de politieke cultuur. Sommige auteurs gaan echter in op de negatieve effecten van tribalisme en regionalisme.[135] Het zou de oorzaak zijn van het klassieke wantrouwen en argwaan dat ervoor zorgde dat er nooit nationale oplossingen konden gevonden worden, het parlement dat vaak een regionale afspiegeling was, bleef voort discussiëren, beslissingen constant in vraag werden gesteld en niet geïmplementeerd werden. Tribalisme zou ook een bedreiging zijn voor de samenleving als een geheel met een gedeeld waarde- en normenkader. Los van het feit of het nu een negatieve of positieve invloed heeft gehad, het staat buiten kijf dat tribalisme zijn rol heeft gespeeld in het transitieproces in Kirgizië.

 

Startpunt van een nieuwe transitie?

 

In dit werk is duidelijk geworden dat het transitieproces die het land heeft doorgemaakt zeker geen transitie naar democratisering is geweest. We zouden eerder kunnen spreken van een tijdelijke democratisering en invoering van de vrije markt als bittere noodzaak, maar toen dit ook niet bleek te werken is men afgegleden naar een autoritair presidentieel régime. Dit regime was een hybride democratie omdat naast autoritaire elementen nog steeds democratische instellingen stonden, doch niet werkten of niet toegestaan werden ten volle te benutten. Het autoritarianisme vanuit de president veroorzaakte een groeiende onvrede. Een onvrede over de nog steeds verslechterende socio-economische situatie, maar vooral onvrede over de politieke cultuur, de corruptie, het terugschroeven van burgerlijke vrijheden en de onbaatzuchtige en arrogante houding van de president en zijn familie. Deze onvrede zou uitbarsten in grote en zelfs gewelddadige demonstraties en zou leiden tot een nieuwe president en een nieuwe regering. Een jaar na deze ‘revolutie’ is de situatie niet verbeterd. Het land wordt overmand door criminaliteit, politieke instabiliteit en een klimaat van wetteloosheid. Dit is duidelijk nog een overgangsperiode tussen een autoritair regime en iets nieuws. Wat dit nieuwe is, is niet duidelijk en het voorspellen ervan is nattevingerwerk. Of Kirgizië vandaag aan het startpunt van een transitie staat of gewoon een overgang is naar opnieuw een façade democratie met autoritaire elementen is nog niet duidelijk. Democratie, in welke vorm dan ook, mag ook geen uitgesloten optie zijn. Het land staat voor grote uitdagingen en het is aan de politieke en economische elite, in dialoog met een hoopvolle doch wantrouwige bevolking om een nieuwe koers te bepalen. Men verdient krediet en tegelijk een overgangsperiode om de nodige belangrijke wijzigingen door te voeren. De regering heeft echter weinig tijd door interne en externe druk: de bevolking en de economische wereld verwachten snel een verbetering van hun situatie, en daarnaast zet de internationale wereld de overheid onder druk om democratiseringsprocessen en nieuwe economische hervormingen in te zetten. De regering is voorlopig echter te verdeeld en incoherent om onder deze grote druk en in een klimaat van instabiliteit belangrijke maatregelen te nemen zodat een nieuwe ‘revolutie’ niet veraf lijkt.

 

 

DEEL 5: BESLUIT

 

Het transitieproces in Kirgizië is reeds vijftien jaar aan de gang en volgens sommigen is er nog een lange weg voor de boeg. Het was een proces van lange adem en zou slechts voor zeer weinig individuen echte tastbare langetermijnvoordelen opleveren. Het verloop ervan was onvoorspelbaar en verschillende ontwikkelingen en gebeurtenissen waren in ’91 onmogelijk te voorspellen. Het was een belangrijke test zowel voor de president, de regering als de bevolking en zou op diverse facetten van de samenleving – politiek, economisch en sociaal -sporen nalaten.

 

Het begin van het transitieproces was geen geschenk. Zeventig jaar Sovjetbestuur had zeker zijn stempel gedrukt op de regio. Een grote economische collectivisering, een breed overheidsapparaat, een netwerk aan sociale infrastructuur en een indringende russificatie waren enkele van de belangrijke ingrepen in het land. Medio jaren tachtig drukte Gorbatsjov met zijn glasnost en perestrojka de eerste belangrijke hervormingen door zodoende het Sovjetsysteem in leven te kunnen houden. Veel was er echter niet meer te doen aan de structurele problemen en de USSR viel in 1991 dan ook in duigen. Een reeks van nieuwe stanrepublieken, waaronder Kirgizië werden de nieuwe politieke entiteiten in de regio. Ze kregen allemaal te maken met problemen die al enkele jaren aan de gang waren, maar door de implosie van de SU heviger geworden waren: een zware maar lege bureaucratie, een centrale planningseconomie, een onder druk staande sociale infrastructuur en een onervaren overheidsapparaat die zijn knowhow had verloren.

De conservatieve Eerste Secretaris van de Kirgizische Communistische Partij en de facto leider van het land Masaliev had het niet hoog op met deze nieuwe koers vanuit Moskou en probeerde zoveel mogelijk de nieuwe hervormingen te vertragen en de groeiende protesten te negeren. De vertragingsmanoeuvres werkten maar gedeeltelijk en de hervormingen gingen door, zonder veel resultaat. Een nieuwe hervorming zorgde voor presidentiële verkiezingen en de verkiezing van de compromisfiguur Askar Akaev. De nieuwe president zou direct zijn ambities laten blijken door een nieuw pakket maatregelen voor te stellen. Marktgerichte hervormingen in combinatie met democratisering moesten het land uit het slop halen. De mooi verpakte maatregelen waren een handige, maar ook verplichte strategie om een eigen niche te creëren in de regio en internationaal investeringen te kunnen aantrekken. Privatisering, liberalisering, democratisering en herstructurering zouden de nieuwe buzzerwoorden worden en het land het nieuwe decennium binnenloodsen. De hervormingen reikten ver en zouden de staat helemaal proberen te hervormen. Economische en monetaire hervormingen besloegen een reeks van privatisering, de stimuleren van de handel, de creatie van een eigen munt en een promotie van de landbouw. Een tweede reeks van politieke en constitutionele hervormingen zorgden voor een nieuwe grondwet, nieuwe staatsinstellingen, een juridisch apparaat, een vers wettelijk kader en een burgerlijk wetboek. Een derde luik over democratisering stimuleerde via wettelijke bepalingen de ontwikkeling van sociale en religieuze organisaties allerhande. Deze reeks van hervormingen zouden Kirgizië veel nationaal en internationaal krediet geven. Het ‘Zwitserland van Azië’ of de ‘beste student van het IMF’ werd bejubeld in zijn hervormingspolitiek en gestimuleerd om op hetzelfde pad door te gaan.

De resultaten bleven echter op alle vlakken uit en de sfeer van euforie veranderde snel in een sfeer van ontnuchtering en ontgoocheling. De president zag zijn persoonlijke ambities voor het land en voor zichzelf in het water vallen en moest de situatie weer rechttrekken. Akaev ging resoluut voor het herstel van de sterke staat en de centrale autoriteit en zette democratiseringsprocessen even aan de kant. De schoktherapie of drievoudige transitie van na de onafhankelijkheid veranderde nu in een graduele democratisering met een prioriteit voor de economie en een sterke staat. Kirgizië zou echter in toenemende mate een hybride democratie worden: de democratische instellingen zijn aanwezig en uiterlijk streeft men nog altijd naar democratisering, maar onderhuids krijgt het regime autoritaire trekken en wordt democratie nooit een reëel einddoel. Corruptie, patronage, nepotisme en regionalisme zouden de economische, politieke en sociale ontwikkelingen hypoticeren. Kirgizië bleef ondanks nieuwe maatregelen steken in de socio-economische malaise. Het parlement werd door de president politiek monddood gemaakt waar hij kon en al te kritische pers of oppositie werden subtiel, maar ook agressief de mond gesmoord. Tijdens opeenvolgende verkiezingen werd er zonder gêne gefraudeerd en werden pro-Akaev kandidaten voorgetrokken. Akaev speelde via een aantal cruciaal verworven bevoegdheden en een verdeel-en-heersstrategie handig in op de onenigheid binnen de oppositie en een referendumpolitiek zodoende de bevolking voor zich te winnen. Hij liet eind 2004 echter een grote steek vallen met een nieuw ontwerp van kiesstelsel. De daarop niet onverwacht frauduleuze verkiezingen zouden uitmonden in grote protesten, aanvankelijk in het zuiden van het land, maar een paar dagen later ook in de hoofdstad. Deze ‘Tulpenrevolutie’ of naar analogie van de andere kleurenrevoluties in Oekraïne en Georgië de ‘Roze Revolutie’, zou leiden tot de afzetting van de president en het aantreden van een nieuw duo Bakiev-Kulov. Ze kregen een wankelende staat in handen die als een kaartenhuisje in duigen zou vallen. De ‘revolutie’ die meer een grote protestbeweging was en niet streefde naar een omverwerping van het systeem was eerder een fase in de transitie dan het sluitstuk of eindpunt. Een jaar na de revolutie is de situatie nog steeds niet veranderd en is ze zelfs her en der verergerd. Een ontnuchterende en sceptische bevolking verwacht snel verbetering en zet de politieke elite in het land onder zware druk. Bakiev kreeg de ondankbare taak in een klimaat van wanorde, instabiliteit en een niet-functionerende staat het land weer op de goede weg te zetten. Het is dan ook oneerlijk om nu al een definitief oordeel te vormen over de eerste termijn van Bakiev en ook onmogelijk te voorspellen welke richting het land uitgaat. Kirgizië krijgt vandaag te maken met een reeks van kwalijke naweeën van de revolutie en zit in die zin nog in een ‘herstelfase’. De huidige situatie is gevaarlijk onstabiel en geeft weinig hoopvolle signalen. Een nieuwe ‘revolutie’ of protestbeweging staat niet per definitie vast, maar zou wel es niet zo onverwacht meer van zich laten horen.

 

Dit werk had de bedoeling om het transitieproces, maar vooral de ‘Tulpenrevolutie’ in een uitgebreider perspectief te plaatsen en duidelijk te omschrijven welke fases Kirgizië hierin heeft doorlopen. Er is duidelijk aangetoond hoe het land midden jaren negentig een ommezwaai heeft genomen en de schoktherapie van na de onafhankelijkheid heeft verlaten. De politieke instabiliteit in combinatie met de onderliggende socio-economische ontwikkelingen hebben stuk voor stuk de basis gelegd waaruit het protest van na de eeuwwisseling zou groeien. Het heeft een breed beeld opgeleverd van de dynamieken in het transitieproces van Kirgizië, dynamieken die stuk voor stuk dieper kunnen onderzocht worden. Een extra bijdrage over de reacties en de indrukken bij de bevolking, met andere woorden hoe zij de transitie doorstaan, zou het ganse proces misschien in een ander en waarschijnlijk verrassender perspectief kunnen plaatsen. Verder is een opvolgingsstudie van het transitieproces cruciaal om een volledig beeld te scheppen van de ontwikkelingen in het land.

 

Dit onderzoek heeft ook te maken gehad met enkele beperkingen. Ten eerste is er te weinig gebruik gemaakt van de expertise en ideeën van individuen die vertrouwd zijn met de materie, maar vooral met het land Kirgizië. Een andere beperking is een gevolg van een taalprobleem. Het niet beheersen van bijvoorbeeld de Russische taal heeft ervoor gezorgd dat het werk vooral gebaseerd is op Engelstalige literatuur. Het opheffen van deze beperking had waarschijnlijk voor nieuwe perspectieven en interpretaties kunnen zorgen.

De motivatie en intenties voor dit onderzoek waren groot, en zijn hoofdzakelijk ingelost. Het land en zijn bevolking die tot voor dit jaar vaag gekend waren, hebben bij mij een diepere interesse gewekt. Het nodigt uit om het land en de bredere regio beter te leren kennen via boeken, maar ook op het veld zelf. We hopen dat deze bijdrage een hernieuwde interesse kan wekken in zowel de academische als de politieke en journalistieke wereld.

 

 

BIBLIOGRAFIE

 

 

 

 

 

 

 

 

 

LANDGEGEVENS KIRGIZIË

 

Deze gegevens zijn enkel in pdf te bekijken.

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

[1] SCHMITTER, P.C., KARL, T.L., The Conceptual Travels of Transitologists and Consolidologists: How Far to the East Should They Attempt to Go? In: Slavic Review, 53, 1, 1994, p.173.

[2] Center for Democracy, Development and Rule of Law, Workshop on Regime Transitions. Transitions from Communist Rule in Comparative Perspective. Standford, California, Institute for International Studies, Stanford University, 2002, pp.6,26,29.

http://cddrl.stanford.edu/publications/workshop_on_regime_transitions_from_communist_rule_in_comparative_perspective/ op 26 april 2006.

[3] NIAZALIEV, O., Failed Democratic Experience in Kyrgyzstan: 1990-2000. Niet-gepubliceerde paper, April 2004, pp.24-28.

[4]The term ‘waves of democratization’ can be conceptualized in at least three ways: as rises in the global level of democracy, as periods of positive net transitions to democracy, ands as linked sets of transitions tot democracy.” Er wordt continue een debat gevoerd over hoe het woord ‘wave’ moet begrepen worden opdat men landen en eventueel regio’s in een bepaalde golf zou kunnen stoppen. Iedere nieuwe interpretatie veroorzaakt verschillende theoretische implicaties en produceert verschillende historische patronen. Afrika en de voormalige communistische landen worden soms in een vierde golf gestoken, soms in een derde, een andere keer worden het zelfs golven op de top van andere golven genoemd.

Dezelfde conceptuele discussies zou men over andere centrale concepten ook vinden: ‘regio’, ‘democratie”, ‘transitie’, ‘consolidering’ enzovoort. De verscheidenheid aan interpretaties en tegelijk de vaak vage omschrijving van deze en andere termen zou voor critici van de ‘transitiewetenschappen’ een veel gebruikt argument worden.

KURZMAN, C., Waves of Democratization. In: Studies in Comparative International Development, 33, 1, 1998, p.1.

Center for Democracy, Development and Rule of Law, Workshop on Regime Transitions. Transitions from Communist Rule in Comparative Perspective. Standford, California, Institute for International Studies, Stanford University, 2002, pp.5-10.

http://cddrl.stanford.edu/publications/workshop_on_regime_transitions_from_communist_rule_in_comparative_perspective/ op 26 april 2006.

BUNCE, V., Comparative Democratization. Big and Bounded Generalizations. In: Comparative Political Studies, 33, 6/7, 2000, pp.723-727.

[5] Kirgizië krijgt in een paper van Niazaliev de formule Ad-A/a? met de A die staat voor 70 jaar Sovjetregime, de d voor de korte periode van liberalisering en hervorming en de volgende letters vragen zich af hoe lang een nieuwe periode van autoritarianisme zou kunnen duren. De paper spreekt wel alleen over de periode 1990-2000. Verder in dit deel zullen we ingaan op de toepasbaarheid van de verschillende theorieën op Kirgizië.

NIAZALIEV, O., Failed Democratic Experience in Kyrgyzstan: 1990-2000. Niet-gepubliceerde paper, April 2004, p.17.

[6] Ibid., pp.21-23.

[7] Let vooral op het belangrijke nuanceverschil door te verwijzen naar ‘niet-democratisch systeem’ in plaats van bijvoorbeeld militair of dictatoriaal systeem. De transitie gebeurt dus - om het wat onduidelijk weer te geven - van iets dat het niet is in de huidige toestand naar dat iets dat is.

[8] Ibid.,p.14.

[9] SAXONBERG, S., LINDE, J., Beyond the Transitology-Area Studies Debate. In: Problems of Post-Communism, 50, 3, 2003, pp.3-16.

SCHMITTER, P.C., KARL, T.L., The Conceptual Travels of Transitologists and Consolidologists: How Far to the East Should They Attempt to Go? In: Slavic Review, 53, 1, 1994, pp.173-185.

[10] NIAZALIEV, O., Failed Democratic Experience in Kyrgyzstan: 1990-2000. Niet-gepubliceerde paper, April 2004, p.17.

[11] SCHMITTER, P.C., KARL, T.L., The Conceptual Travels of Transitologists and Consolidologists: How Far to the East Should They Attempt to Go? In: Slavic Review, 53, 1, 1994, p.175.

[12] Enkele voorbeelden zijn parlementaire democratie, referendumdemocratie, radicale democratie, totalitaire democratie, partijdemocratie, participatieve democratie, ontwikkelingsdemocratie, volksdemocratie, …

HEYWOOD, A., Politics. New York, Hampshire, Palgrave Foundations, 2002, pp.67-84.

[13] Ibid., pp.38, 381.

[14] Termen ontleend aan:

Center for Democracy, Development and Rule of Law, Workshop on Regime Transitions. Transitions from Communist Rule in Comparative Perspective. Standford, California, Institute for International Studies, Stanford University, 2002, pp.47-48.

http://cddrl.stanford.edu/publications/workshop_on_regime_transitions_from_communist_rule_in_comparative_perspective/ op 26 april 2006

[15] HEYWOOD, A., Politics. New York, Hampshire, Palgrave Foundations, 2002, pp.215-219.

[16] Er bestaat weinig uitgebreide en beschikbare Engelstalige literatuur over de nomadische geschiedenis van de Kirgiezen. There is no rich material for studying of the political, social and economic history of the ancient Kyrgyz. Actually, the history of the Kyrgyz people has many unknowns that should be analyzed”. Wij baseren ons daarom op deze boeken en papers.

NIAZALIEV, O., Failed Democratic Experience in Kyrgyzstan: 1990-2000. Niet-gepubliceerde paper, April 2004, pp.32-38.

ANDERSON, J., Kyrgyzstan: Central Asia’s Island of Democracy? London, Harwood Academic Press, 1999, pp.1-6.

http://www.nationsencyclopedia.com/Asia-and-Oceania/Kyrgyzstan-HISTORY.html op 13 juli 2006.

[17] Het zou deel uitmaken van processen om een nationaal Kirgizische bewustzijn te creëren. Door op kenmerken als eenheid, volharding, moed en dynamisme te wijzen werd de bevolking na de onafhankelijkheid een collectief bewustzijn voorgelegd die het nationaliteitsbesef moest versterken. Akaev schreef zelfs een gans boek over de geschiedenis van de Kirgizische bevolking met als startpunt het beroemde Manas-epos; ‘Kyrgyz Statehood and the National Epos "Manas"’. Het Manas-epos is het langste gedicht ooit gemaakt en beslaat meer dan een half miljoen regels. Het vertelt over de strijd van Manas en zijn leger tegen de bedreigingen van ondermeer de Mongolen en de Oeigoeren. Het werd steeds opnieuw mondeling doorgegeven en pas in 1885 opgeschreven. Vandaag de dag worden stukken ervan nog steeds doorverteld, gezongen en opgevoerd op traditionele Kirgizische feesten door daartoe speciaal aangewezen overleveraars of manaschi’s.

http://www.silk-road.com/folklore/manas/manasintro.html op 20 mei 2006.

AKAEV, A., At the Intersection of Great Power Interests. In: International Affairs, 1, 2003, pp.50-51.

[18] In de 10e tot 12e eeuw zouden de Kirgiezen hun eerste islamitische invloeden hebben gekregen.

ANDERSON, J., Kyrgyzstan: Central Asia’s Island of Democracy? London, Harwood Academic Press, 1999, p.2.

[19] Het Kanaat moest tussen 1774 en 1798 belastingen betalen aan de Chinese Qing. Het zou tot op vandaag gebruikt worden door de Chinezen om soevereiniteit op te eisen over de Ferghana-vallei.

[20] Het Kanaat was ondertussen samen met dat van Boechara en Khiva al sinds 1868 een Russische vazalstaat geworden.

[21] NIAZALIEV, O., Failed Democratic Experience in Kyrgyzstan: 1990-2000. Niet-gepubliceerde paper, April 2004, pp.39-41.

[22] http://www.nationsencyclopedia.com/Asia-and-Oceania/Kyrgyzstan-HISTORY.html op 13 juli 2006.

http://www.onwar.com/aced/data/bravo/basmachi1916.htm op 13 juli 2006.

[23] ANDERSON, J., Kyrgyzstan: Central Asia’s Island of Democracy? London, Harwood Academic Press, 1999, pp.7-17.

[24] NIAZALIEV, O., Failed Democratic Experience in Kyrgyzstan: 1990-2000. Niet-gepubliceerde paper, April 2004, p.41.

[25] Het trekken van de grenzen had schijnbaar geen enkele logica achter zich, maar was in werkelijkheid het resultaat van sluwe onderhandelingen tussen Moskou en de lokale Sovjetfiguren en hun clans.

DE CORDIER, B., Blinde regen: Centraal-Azië in de frontlijn. Gent, Academia Press, 2005, p.31.

[26] Centrale planning werd ook op zeer lokaal niveau vertaald in een extreme integratie van alle regio’s los van eventuele politieke besognes. Industriële, stedelijke, rurale en andere infrastructuur werden willekeurig ingepland en hielden geen rekening met territoriale machtsverdelingen met gewelddadige gevolgen als resultaat.

MEGORAN, N., The critical geopolitics of the Uzbekistan–Kyrgyzstan Ferghana Valley boundary dispute. In: Political Geography, 23, 2004, pp.733-734.

MEYER, K.E., The Dust of Empire. The race for Mastery in the Asian Heartland. New York, Public Affairs, 2004, pp.181-182.

[27] De bedoeling van deze vooral symbolische campagne was de bevrijding van beperkingen door traditie en religie. Het verbranden van de hoofddoek zou er het grootste symbool van worden. Op een dag in maart 1927 wierpen honderden vrouwen in Osh hun hoofddoek af. De dag erop echter droegen de vrouwen hun hoofddoek weer omdat ze door familie werden bedreigd en er onvoldoende bescherming kwam vanuit de staat. De weerstand tegen de campagne steeg enorm en leidde tot een groeiend aantal moorden waarvan meer dan honderd vrouwen het slachtoffer zijn geweest.

ANDERSON, J., Religion, State, and Society in The New Kyrgyzstan. In: Journal of Church and State, Januari 1999, p.102.

[28]By 1941, 99.9 percent of all the peasant farms had joined the Kolkhozy, and in 1947 there were 1,500 Kolkhozy, fifty-two Sovkhozy and sixty five machine tractor stations”. Overgenomen citering uit COATES, W.P., COATES, Z.K. Coates, Soviets in Central Asia. New York: Greenwood Press Publishers, 1969, p154.

NIAZALIEV, O., Failed Democratic Experience in Kyrgyzstan: 1990-2000. Niet-gepubliceerde paper, April 2004, p.46.

[29] Eerdere pogingen mislukten omwille van de hoge analfabetiseringsgraad van de Kirgizische bevolking.

[30] DE CORDIER, B., Blinde regen: Centraal-Azië in de frontlijn. Gent, Academia Press, 2005, p.35.

[31] Hij zou in deze functie aanblijven tot 1986.

[32] HUSKEY, E., The Rise of Contested Politics in Central-Asia: Elections in Kyrgyzstan, 1989-1990. In: Europe-Asian Studies, Juli 1995, p.5.

[33] Kirgizië was in 1979 de tweede armste republiek in Centraal-Azië. Door de economische malaise stegen ook de regionale verschillen.

[34] HUSKEY, E., The Rise of Contested Politics in Central-Asia: Elections in Kyrgyzstan, 1989-1990. In: Europe-Asian Studies, Juli 1995, p.9.

[35] De aanleiding voor de rellen in de Fergana-regio was een conflict over de herverdeling van land. Het zou uitbarsten in een harde en brutale etnische zuivering. Net zoals het jaar voordien toen voor het eerst een lokaal dispuut tussen een Oezbeek en een Meskheti uitbarstte in regionaal geweld startte het als een lokaal conflict, maar breidde het zich snel uit over de ganse regio. De onderliggende reden van het conflict was het diepe wantrouwen die beide groepen tegenover elkaar koesterden en de strijd om de politieke en economische macht. De Kirgiezen konden alle politieke beslissingen nemen, de Oezbeken daarentegen hadden de economische touwtjes in handen. Toen de lokale administratie grond van Oezbeken wou herverdelen en aan landloze Kirgiezen wou geven, brak het conflict uit. Meer dan 300 doden, 1000 gewonden, 5000 criminele feiten en honderden verwoeste huizen waren het gevolg. In tegenstelling tot het jaar voordien waren deze rellen van ongekende brutaliteit door beide partijen: verkrachting, vernedering, moorden, verbranden van slachtoffers, … de voorbeelden zijn legio. Er werd eveneens betoogd in de Kirgizische hoofdstad Bisjkek en duizenden Oezbeken verzamelden aan de grens om de Oezbeken in Kirgizië te gaan beschermen. Ondanks de officiële veroordelingen vanuit de regeringen uit beide landen werd het conflict pas beëindigd met de aankomst van Sovjettroepen in de Ferghana-vallei.

TABYSHALIEVA, A., The challenge of regional cooperation in central Asia: preventing ethnic conflict in the Ferghana Valley. United States Institute of Peace, Juni 1999, pp.19-29.

[36] Akaev zetelde sinds 1988 in de Opperste Sovjet of het parlement.

[37] Het gaat hier niet om echte onafhankelijkheidsbewegingen, maar eerder om protesten op basis van socio-economische verzuchtingen.

[38] SPECTOR, R.A., The Transformation of Askar Akaev, President of Kyrgyzstan. Berkeley, Berkeley Program in Soviet and Post-Soviet Studies, Working Paper Series, 2004, p.3

[39] Ibid., p.7.

[40] De Russen en Kazachen hadden met dreigementen gereageerd toen Akaev de communistische partij politiek schaakmat zette.

[41] Wat hierna volgt is in hoofdzaak gebaseerd op volgende boeken en aangevuld met documenten die in andere voetnoten zullen worden vermeld:

ANDERSON, J., Kyrgyzstan: Central Asia’s Island of Democracy? London, Harwood Academic Press, 1999, pp.23-79.

GLEASON, G., Markets and Politics in Central Asia, Structural reform and political change. London, Routledge, Taylor & Francis Group, 2003, pp.20-81.

OLCOTT, M.B., Central Asia’s New States. Independence, Foreign Policy and Regional Security. Washington, D.C., United States Institute of Peace, 1996, pp.87-112.

[42] Waterenergie wordt gebruikt om te verhandelen tegen aardgas uit Oezbekistan en Kazachstan. Het is echter ook een belangrijke bron van conflicten. De Oezbeekse president, Karimov, heeft al enkele keren de aardgastoevoer naar Kirgizië afgesloten onder het mom van niet-betaalde facturen.

TABYSHALIEVA, A., The challenge of regional cooperation in central Asia: preventing ethnic conflict in the Ferghana Valley. United States Institute of Peace, Juni 1999, pp.19-29.

[43] http://www.countriesquest.com/asia/kyrgyzstan/government.htm op 13 juli 2006.

[44] De grondwet van Kirgizië.

http://www.gov.kg/index.php?name=EZCMS&menu=3403&page_id=84 op 14 juli 2006.

[45] ISHIYAMA, J.T., KENNEDY, R., Superpresidentialism and Political Party Development in Russia, Ukraine, Armenia and Kyrgyzstan. In: Europe-Asia Studies, 53, 8, 2001, pp.1178-1180.

[46] We spreken hier geen oordeel uit over het al dan niet wenselijk zijn van patronage als manier van politiek voeren. Het aanspreken van politici of andere invloedrijke personen om socio-economische voordelen te bekomen is een eigenschap van politiek over gans de wereld, ook in de Westerse wereld. Het lijkt ons dan ook beter patronage niet te beschouwen als een abnormale en niet-moderne manier van politiek voeren, maar wanneer het de spuigaten uitloopt en men regelrechte corruptie voert, wel als een belangrijke hindernis in de ontwikkeling van een land of maatschappij te beschouwen, waar ook ter wereld. De grens trekken tussen patronage en corruptie is echter nooit evident.

[47] Hier gaan we veel dieper op in in het volgende deel wanneer het met Kirgizië verkeerd zal gaan. We gaan in op het netwerk van Akaev en de link met de uitbreiding van de corruptie in zijn land. Corruptie niet zozeer als nieuw fenomeen, maar in combinatie met de politieke en economische hervormingen wel een belangrijke hindernis in de ontwikkeling van het land naar een vrije markt en een democratie.

[48] ANDERSON, J., Creating a Framework for Civil Society in Kyrgyzstan. In: Europe-Asia Studies, 52, 1, 2000, pp.77-93.

[49] Ook hier duikt de link met de economische ambities van Akaev weer op.

[50] Preambule en hoofdstuk twee: ‘burgers’.

http://www.gov.kg/index.php?name=EZCMS&menu=3403&page_id=84 op 16 juli 2006.

[51] De Communistische Partij werd na de coup in Moskou in augustus ’91 voor zes maanden geschorst. Verder werd een organisatie van Oeigoeren en een ander van Kozakken verboden omwille van het prediken van etnische haat.

[52] In 1999 bedroeg het aandeel van de landbouw in het BNP 45%, dat van de dienstensector 35% en dat van de industrie 20%.

GLEASON, G., Markets and Politics in Central Asia, Structural reform and political change. London, Routledge, Taylor & Francis Group, 2003, p.72.

[53] ANDERSON, J., Kyrgyzstan: Central Asia’s Island of Democracy? London, Harwood Academic Press, 1999, pp.79-84.

CUTLER, R.M., Economics and Security in Central Asia. In: Harvard Asia Quarterly, 5, 1, 2001, pp.1-2.

LINN, J., Central Asia: Ten Years of Transition. Talking Points for Central Asia’s Donors’ Consultation Meeting. Berlin, Germany, The World Bank, Europe and Central Asia Region, Maart 2002, pp.1-3.

http://lnweb18.worldbank.org/eca/eca.nsf/General/7035BF2B6C6043EB85256BA3005E2A5B?OpenDocument op 1 juli 2006.

[54] De regering nam structurele maatregelen op advies van de Wereldbank. Men reorganiseerde de ganse banksector en voerde een resem nieuwe wetten in: in verband met de nationale bank, veilige transacties, faillissementen, gedekte leningen, enzovoort. De maatregelen kwamen echter te laat en een bankcrisis brak los. De bevolking verloor het vertrouwen en trok zijn geld en masse terug. Als gevolg moesten een heleboel banken sluiten. In ’98 kreeg het land opnieuw met een grote financiële crisis te maken als gevolg van een grootschalige ineenstorting van de Russische financiële markt. Meer dan de helft van de 26 commerciële banken in het land ging failliet.

[55] Zowel Kyrgyz Telcom als Kyrgyz Airlines werden staatsbedrijven.

[56] Center for Economic and Social Rights, CESR, Socio-Economic Indicators following Independence. New York, pp.1-3.

http://cesr.org/node/220?PHPSESSID=7aa5e69124527dcce0b0a72d7144f675 op 1 juli 2006.

HOWELL, J., Coping with transition: insights from Kyrgyzstan. In: Third World Quarterly, 17, 1, 1996, pp.53-68.

UNDP, National Human Development Report for the Kyrgyz Republic 1999.

http://www.undp.kg/english/publications/1999/nhdr/ op 2 juli 2006.

[57] Speciale bussen die bijna leeg oprijden en propvol balen met allerlei goederen terugkomen, vormen een vertrouwd zicht voor wie ooit wat tijd doorbracht aan één van de twee grensposten tussen Kirgizië en Xinjiang. De eigenaars van die balen wachten gelaten op het einde van de tergende douanecontroles. De goederen, meestal kledij en dagelijkse gebruiksvoorwerpen van mindere kwaliteit, zijn bestemd voor de vele bazaars in het land. Er wordt geschat dat in Kirgizië een paar honderdduizend mensen op één of andere manier een inkomen halen uit die pendelhandel.”

DE CORDIER, B., Blinde regen: Centraal-Azië in de frontlijn. Gent, Academia Press, 2005, p.52.

[58] Howell geeft een duidelijk overzicht van de strategieën die de bevolking aanneemt in hun persoonlijk huishouden, als antwoord op de socio-economische crisis. Hij rangschikt ze in vier categorieën: 1/ strategieën om het niveau van consumptie te behouden (lenen bij familie, vrienden of handelaars, bezoeken aan vrienden vermijden om het kopen van cadeaus te vermijden), 2/ om de consumptie te reduceren (minder vlees, melk, thee en anderen goederen verbruiken, aantal maaltijden per dag verminderen, beperken van aankoop kledij of luxueuze goederen), 3/ fysieke goederen gebruiken die oorspronkelijk dienden voor langetermijnzekerheid (gebruik van spaargeld, verkoop van landbouwmachine’s en andere huishoudelijke apparaten, verkoop van vee) en ten slotte 4/ zichzelf regenererende activiteiten aanvangen of verhogen (migratie, diversificatie, kleinhandel, dienstbetoon).

HOWELL, J., Coping with transition: insights from Kyrgyzstan. In: Third World Quarterly, 17, 1, 1996, pp.53-68.

[59] Gebaseerd op: Center for Economic and Social Rights, CESR, Socio-Economic Indicators following Independence. New York, p.1.

http://cesr.org/node/220?PHPSESSID=7aa5e69124527dcce0b0a72d7144f675 op 1 juli 2006.

[60] Gebaseerd op deze bronnen:

LINN, J., Central Asia: Ten Years of Transition. Talking Points for Central Asia’s Donors’ Consultation Meeting. Berlin, Germany, The World Bank, Europe and Central Asia Region, Maart 2002, pp.8-9.

http://lnweb18.worldbank.org/eca/eca.nsf/General/7035BF2B6C6043EB85256BA3005E2A5B?OpenDocument op 1 juli 2006.

https://www.cia.gov/cia/publications/factbook/geos/kg.html op 16 juli 2006.

DE CORDIER, B., Blinde regen: Centraal-Azië in de frontlijn. Gent, Academia Press, 2005, p.40.

[61] LINN vermeldt hier 20 voor 1999, maar spreekt dus over kindersterfte bij geboorte (zuigelingensterfte). De Cordier vermeldt 35,81, heeft het specifiek over kindersterfte (bredere categorie) en is op meerdere bronnen gebaseerd, dus opteren we voor de laatste.

[62] Schatting voor 2004.

[63] Voor respectievelijk 1987-1989, 1996-1998 en 2001.

[64] CUMMINGS, S.N., NORGAARD, O., Conceptualising State Capacity: Comparing Kazakhstan and Kyrgyzstan. In: Political Studies, 52, 2004, pp.685-708.

[65] De dimensies staan natuurlijk in interactie met elkaar en met zowel de economie, de politiek, de maatschappij en de internationale wereld (andere staten en bijvoorbeeld internationale financiële instellingen).

[66] Hoewel de macht serieus verdeeld is in het land, wijzen de ambtenaren nog steeds naar de president en zijn gage als belangrijkste machtscentrum.

Ibid., p.695.

[67] Communisten en ‘nationaal-democraten’ hadden het niet hoog op met wilde ideeën als privaat bezit, landeigendom en speciale regelingen en faciliteiten voor Russen en andere minderheden.

KUBICEK, P., Authoritarianism in Central Asia: curse of cure? In: Third World Quarterly, 19, 1, 1998, p.37.

[68] SPECTOR, R.A., The Transformation of Askar Akaev, President of Kyrgyzstan. Berkeley, Berkeley Program in Soviet and Post-Soviet Studies, Working Paper Series, 2004, 37p.

[69] Het klimaat van euforie rond de viering van de geboorte van Manas duizend jaar geleden legde de populariteit van Akaev dan ook geen windeieren. De viering kreeg financiële steun van UNESCO en verschillende wereldleiders waren naar de hoofdstad afgezakt om de festiviteiten bij te wonen. Het jaar 1995 werd uitgeroepen tot “jaar van Manas” en sindsdien zijn jaarlijks grote vieringen gepland.

[70] ICG, Political Transition in Kyrgyzstan: Problems and Prospects. Crisis Group Asia Report, 81, Augustus 2004, p.2.

[71] Akaev maakte handig gebruik van de onenigheid en verwarring tussen de verschillende nieuwe en kleine groepen in het pas gevormde parlement om zijn voorstellen te laten goedkeuren.

[72] KUBICEK, P., Authoritarianism in Central Asia: curse of cure? In: Third World Quarterly, 19, 1, 1998, pp.37-38.

[73] ABAZOV, R., The parliamentary elections in Kyrgyzstan, February 2000. In: Notes on Recent Elections / Electoral Studies, 22, 2003, pp.546-552.

[74] Limitations on political parties raise concerns with Kyrgyzstan elections.

http://www.osce.org/item/4536.html op 20 juli 2006.

[75] ABAZOV, R., The parliamentary elections in Kyrgyzstan, February 2000. In: Notes on Recent Elections / Electoral Studies, 22, 2003, p.552.

[76] We zullen later ingaan op de toepasbaarheid van ‘een vorm van’ democratie in het geval van Kirgizië.

[77] ICG, Political Transition in Kyrgyzstan: Problems and Prospects. Crisis Group Asia Report, 81, Augustus 2004, pp.2-3.

[78] OSCE Chair disappointed with presidential elections in Kyrgyzstan.

http://www.osce.org/item/5485.html op 24 juli 2006.

[79] ISHIYAMA, J.T., KENNEDY, R., Superpresidentialism and Political Party Development in Russia, Ukraine, Armenia and Kyrgyzstan. In: Europe-Asia Studies, 53, 8, 2001, pp.1178-1180.

[80] ANDERSON, J., Creating a Framework for Civil Society in Kyrgyzstan. In: Europe-Asia Studies, 52, 1, 2000, pp.77-81.

[81] CUMMINGS, S.N., NORGAARD, O., Conceptualising State Capacity: Comparing Kazakhstan and Kyrgyzstan. In: Political Studies, 52, 2004, pp.685-708.

[82] In de evaluatie van de parlementaire verkiezingen door Abazov wordt erop gewezen dat de verkiezingen eerder gaan over personen in plaats van een echte strijd is over politieke ideeën, programma’s of ideologieën. Deze personen zijn sterk gelinkt aan de lokale nomenklatura die op hun beurt sterke banden hebben met belangrijke tribale en clanpersonaliteiten.

ABAZOV, R., The parliamentary elections in Kyrgyzstan, February 2000. In: Notes on Recent Elections / Electoral Studies, 22, 2003, p.548.

[83] ISHIYAMA, J.T., KENNEDY, R., Superpresidentialism and Political Party Development in Russia, Ukraine, Armenia and Kyrgyzstan. In: Europe-Asia Studies, 53, 8, 2001, pp.1178-1180.

[84] Met uitzondering van de post van eerste secretaris van de Communistische Partij, en voorzitter van de Opperste Sovjet of het parlement. In Kirgizië werd de eerste functie opeenvolgend ingevuld door Razzakov, Usubaliev, Masaliev, Amanbaev en Akaev, de tweede opeenvolgend door Usubaliev en Masaliev.

http://www.worldstatesmen.org/Kyrgyzstan.htm op 23 juli 2006.

[85] ICG, Political Transition in Kyrgyzstan: Problems and Prospects. Crisis Group Asia Report, 81, Augustus 2004, p.6.

[86] Cokgezen geeft een overzicht van de verschillende onderzoeken: de Corruption Perceptions Index van Transparency International, het Nations in Transit Report 2002 van Freedom International en het 1999 Business Environment and Enterprise Performance Survey van de Wereldbank en de European Bank for Reconstruction and Development (EBRD). In de grafieken wordt ook duidelijk dat er zo goed als geen opmerkelijke regionale verschillen zijn en dat Kirgizië dus geen uitzondering is in Centraal-Azië. Uitgebreide en betrouwbare cijfers over de Sovjetperiode zijn er niet, maar in de studie Corruption in Kyrgyzstan van het Center for Opinion Studies and Forecasts Report zegt 74% van de respondenten dat de corruptiegraad nu groter is dan toen.

COKGEZEN, M., Corruption in Kyrgyzstan: the facts, causes and consequences. In: Central Asian Survey, 2004, 23, 1, pp.79-94.

[87] Men spreekt over gemiddelde groeicijfers voor het GOS (Gemenebest van Onafhankelijke Staten) voor de periode 1990-2000 over -5,88, voor Kirgizië wordt voor de periode 1990-2001 gesproken over -3,90.

Ibid., p.86.

http://globalis.gvu.unu.edu/indicator_detail.cfm?Country=KG&IndicatorID=45 op 28 juli 2006.

[88] COKGEZEN, M., Corruption in Kyrgyzstan: the facts, causes and consequences. In: Central Asian Survey, 2004, 23, 1, p.88.

[89] Het beleid ten aanzien van de media was nooit extreem repressief. Het bleef aanvankelijk bij subtiele neutralisering van kritische pers op een gelijkaardige manier als de regering en de president de oppositie bestreden. De economische malaise verhinderde bovendien de ontwikkeling van een onafhankelijke en kritische pers. Sinds de eeuwwisseling werd de president echter meer autoritair ten aanzien van pers en oppositie met de Tulpenrevolutie als het bekendste gevolg. Deze evolutie komt in een volgend deel aan bod.

[90] KOICHUMANOV, T., OTORBAYEV, J., STARR, S.F., Kyrgyzstan: The Path Forward. Uppsala, Sweden, Washingtion, D.C., Central Asia-Caucasus Institute & Silk Road Studies Program, 2005, p.18.

[91] ICG, Political Transition in Kyrgyzstan: Problems and Prospects. Crisis Group Asia Report, 81, Augustus 2004, pp.7-10.

[92] AKMATALIYEVA, T., Kyrgyzstan’s First Lady Leads by Example. Resources for Environmental Activists.

http://www.isar.org/pubs/ST/KYfirstlady481.html op 22 juli 2006.

[93]My family never interfered in state governance. It is one of the myths of the opposition, aimed to discredit me. My wife, Mairam Akaeva, did not interfere in any deal, but she did occupy herself with charity work.”

KULUEV, K., Kyrgyzstan: Deposed President Discusses His Ouster. RadioFreeEurope RadioLiberty, 25 maart 2006.

http://www.rferl.org/featuresarticle/2006/03/DC2EDA4B-274E-4849-824B-9D269CF81CBD.html op 22 juli 2006.

[94] ABDRAKHMANOVA, A., An Akaev Back on the Scene. 15 April 2005.

http://www.turkishweekly.net/comments.php?id=807 op 22 juli 2006.

[95] ICG, Kyrgyzstan at Ten: Trouble in the “Island of Democracy.” Osh, Bishkek, Kyrgyzstan, Crisis Group Asia Report, 22, Augustus 2001, p.21.

[96] Ibid., p.22-25.

[97] De krant Obshchestvennyi reiting bracht bijvoorbeeld een akkoord over een territoriumuitwisseling met Oezbekistan aan het licht en zou zorgen voor protest in het parlement en bij de bevolking. Een hooggeplaatste functionaris zou daardoor de uitvoering van het akkoord kunnen verhinderen. De krant Delo № bracht op een gelijkaardige manier een territoriaal akkoord met China aan het licht.

Ibid.,p.24.

[98] Enkele Oezbeken werden in elkaar geslagen toen ze zich wouden bekeren tot het christendom, anderen kregen problemen toen ze een bekeerling bij de familie op een moslimkerkhof wilden begraven. Verder braken het jaar nadien enkele serieuze conflicten uit tussen moslim- en christengemeenschappen.

ANDERSON, J., Religion, State, and Society in The New Kyrgyzstan. In: Journal of Church and State, Januari 1999, pp.107-116.

[99] De aanhalingstekens wijzen erop dat deze dreiging vaak overdreven wordt voorgesteld en dus niet in overeenstemming is met de realiteit.

Ibid., p.115.

[100] DE CORDIER, B., Blinde regen: Centraal-Azië in de frontlijn. Gent, Academia Press, 2005, pp.125-126.

[101] Ibid., p.132.

[102] Revolution In Kyrgyzstan: A Timeline. 25 maart 2005.

http://www.rferl.org/featuresarticle/2005/03/cbc9c4c2-c8ff-40c7-aec4-3f4d96427da5.html op 16 juli 2006.

[103] Later zou duidelijk worden dat de VS zo goed als niet heeft geïntervenieerd in de revolutie en de oppositie dus niet financieel of logistiek heeft vooruitgeholpen. Ook Rusland trok zich in de realiteit niet teveel aan van de verwikkelingen in Kirgizië. Het bleef eerst bij een veroordeling van de protesten en zou uitmonden in de volle steun voor het nieuwe regime.

ICG, Kyrgyzstan: after the revolution. Bishkek, Brussel, Crisis Group Asia Report, 97, Mei 2005, p.19.

[104] Ondermeer presidentiële secretaris Abdil Segizbaev waarschuwde journalisten dat een ‘fluwelen revolutie’ zou kunnen escaleren in een burgeroorlog.

http://www.iwpr.net/index.php?apc_state=heno-centasia_kyrgyzrev_00.html&s=o&o=centasia_kyrgyzrev_01.html op 16 juli 2006.

[105] ICG, Kyrgyzstan: after the revolution. Bishkek, Brussel, Crisis Group Asia Report, 97, Mei 2005, pp.1-6.

[106] Deze uitermate populaire pers werd vooral gefinancierd vanuit het buitenland. De belangrijkste waren Azattyk (RadioLiberty) gesponsord vanuit de VS, de BBC-language service en de vanuit Rusland gefinancierde krant MSN.

[107] Jeenbekov zou als hoofd van het Comité voor Staatseigendom en persoonlijke vriend van de president en zijn familie het meest frappante voorbeeld worden. Hij weigerde plaats te ruimen voor de zuster van Mairam Akaev, de vrouw van de president. De regering probeerde hem zelfs via de rechtbank te verwijderen van de verkiezingslijsten, maar is daarin niet gelukt. Jeenbekov zou hierop switchen naar de andere kant. “I was one of the close circle around the Akaev family, but after what they have done to me after my participation in the elections, I will never work with them or this government again. They built me up, and then gave me over to the opposition.”

Ibid., p.4.

[108] Op 22 februari werd de elektriciteit van de door de VS gesponsorde drukkerij waar deze onafhankelijke media werden gedrukt, afgesloten.

http://www.iwpr.net/index.php?apc_state=heno-centasia_kyrgyzrev_00.html&s=o&o=centasia_kyrgyzrev_01.html op 16 juli 2006.

[109] Het is belangrijk om er op te wijzen dat de CIS altijd al pro-Akaev is geweest.

ICG, Kyrgyzstan: after the revolution. Bishkek, Brussel, Crisis Group Asia Report, 97, Mei 2005, p.5.

[110] Slechts 31 zetels raakten ingevuld, waarvan 13 voor regeringsgezinde kandidaten. De zoon van de president, Aidar Akaev haalde meer dan 70% van de stemmen en zijn dochter Bermet had een ruime voorsprong ten opzichte van haar meer populaire tegenkandidaat.

http://www.iwpr.net/index.php?apc_state=heno-centasia_kyrgyzrev_01.html&s=o&o=centasia_kyrgyzrev_02.html op 16 juli 2006.

Congressional Research Service, CRS, NICHOL, J., Coup in Kyrgyzstan: Developments and Implications. CRS Report for Congress, April 2005, p.2.

[111] Slechts vijf oppositieleden waren succesvol verkozen. Een kwart van de zetels ging naar regeringspartijen en de meerderheid van de onafhankelijken was in het pro-Akaev kamp gesitueerd. http://www.iwpr.net/index.php?apc_state=heno-centasia_kyrgyzrev_02.html&s=o&o=centasia_kyrgyzrev_03.html op 16 juli 2006.

[112] Op 15 maart 2005 organiseerde de oppositie in Jalalabad een kurultay of congres met meer dan 10.000 man waar voor de eerste keer een resolutie werd goedgekeurd die Akaev opriep om niet deel te nemen aan de presidentiële verkiezingen van juli.

Ibid.

[113] Congressional Research Service, CRS, NICHOL, J., Coup in Kyrgyzstan: Developments and Implications. CRS Report for Congress, April 2005, p.2.

[114] Kulov zat al sinds 2000 vast op verdenking van corruptie. Hij kreeg aanvankelijk een straf van zeven jaar dat in 2002 tien jaar zou worden.

[115] Even was er ook vrees voor een grootschalig conflict toen 3.000 aanhangers van Akaev vanuit zijn geboortestad Kemin een mars aanvatten richting de hoofdstad. Kulov kon na onderhandelingen met hun leider Temirbek Akmatalliev en de belofte van een ministerpost de situatie neutraliseren.

http://www.iwpr.net/index.php?apc_state=heno-centasia_kyrgyzrev_04.html&s=o&o=centasia_kyrgyzrev_05.html op 16 juli 2006.

[116] ICG, Kyrgyzstan: after the revolution. Bishkek, Brussel, Crisis Group Asia Report, 97, Mei 2005, pp.10-11.

[117] Congressional Research Service, CRS, NICHOL, J., Coup in Kyrgyzstan: Developments and Implications. CRS Report for Congress, April 2005, p.3.

[118] http://news.bbc.co.uk/2/hi/asia-pacific/4660317.stm op 24 juli 2006.

[119] Op 17 maart 2002 werden demonstranten in het zuidelijke stadje Aksy aangevallen door de politie met zes doden als gevolg. De aanleiding was een politiek dispuut tussen president Akaev en een parlementslid Beknazarov over een grensovereenkomst tussen China en Kirgizië dat een deel van het Tien Shan gebergte zou toewijzen aan China. Toen Beknazarov alles aan het licht wou brengen werd ie gearresteerd met de demonstraties door aanhangers als gevolg.

Het verloop van de demonstraties zou een grote invloed hebben in de politieke wereld en in de verdere toekomst van het land.

[120] ICG, Kyrgyzstan: after the revolution. Bishkek, Brussel, Crisis Group Asia Report, 97, Mei 2005, pp.17-18.

[121] ROTBERG, R.I., Why States Fail: Causes and Consequences. Princeton, Princeton University Press, 2003, p.18.

[122] De Failed States Index geeft voor twaalf indicatoren een score op tien met dus een maximum van 120. Hoe hoger de punten, hoe meer de staat naar een gefaalde staat neigt. In 2005 prijkte Ivoorkust op een jammerlijke eerste plaats, Soedan in 2006.

De twaalf indicatoren met een respectievelijke score voor Kirgizië in 2005 en 2006. De vertaling is behouden om interpretatiefouten te vermijden, de tabellen zijn gecombineerd en aangevuld met een derde kolom (constant, stijging of daling):

 

http://www.fundforpeace.org/programs/fsi/fsindex2005.php op 28 juli 2006.

http://www.fundforpeace.org/programs/fsi/fsindex2006.php op 28 juli 2006.

[123] ICG , Kyrgyzstan: a Faltering State. Bishkek, Brussel, Crisis Group Asia Report, 109, December 2005, 30p.

[124] Ibid., pp.4-17.

[125] Er waren ook veel demonstranten en gewone arbeiders die bijvoorbeeld na de revolutie rond de hoofdstad stukken ‘ongebruikte’ land claimden om een nieuw leven op te beginnen. Her en der zouden de spanningen tussen de oorspronkelijk buurtbewoners en de kolonisten op een zeer hoog pitje staan. De overheid zou amper reageren om conflicten te vermijden. Vele kolonisten zouden er meer dan zes maanden en langer verblijven.

[126] KOICHUMANOV, T., OTORBAYEV, J., STARR, S.F., Kyrgyzstan: The Path Forward. Uppsala, Sweden, Washingtion, D.C., Central Asia-Caucasus Institute & Silk Road Studies Program, 2005, pp.16-17.

[127] Een efficiënte publieke administratie wordt door Koichumanov, Otorbayev en Starr gezien als de hoogste prioriteit in het land. Voldoende middelen en gemotiveerd personeel zijn een cruciale basis voor de uitvoering van de vele hervormingen in de economie, politiek en sociale sector. De administratie, specifiek die van het ministerie van binnenlandse zaken, zijn de spilfiguren om corruptie te bestrijden, democratische instellingen te vestigen en respect voor de mensenrechten te verzekeren. Andere actoren zijn naar mijn mening echter ook cruciaal; zowel lokale actoren, regionale functionarissen, ministers, economische actoren als de bevolking moeten op een zo goed geëngageerd mogelijk niveau samenwerken aan de heropbouw van het land. Een goede administratie is niet voldoende.

Ibid., 38p.

[128] Ibid., pp.11-12.

[129] Het land beschikt sowieso over weinig grondstoffen en is te klein om onafhankelijk handel te drijven, en ligt daarnaast in een gevoelige regio tussen twee grootmachten die ook beperkingen leggen op een onafhankelijke koers. Deze vaste kenmerken van het land doen niks aan de effecten die het uiteenvallen van de Sovjet-Unie heeft gehad op de beginsituatie van Kirgizië.

[130] An apparatus of executive power that dwarfs all other agencies in terms of size and the resources it consumes; a president who enjoys decree powers; a president who de jure and de facto controls most of the powers of the purse; a relatively toothless legislature that cannot repeal presidential decrees and that enjoys scant authority and/or resources to monitor the chief executive; provisions that render impeachment of the president virtually impossible; and a court system that is controlled wholly or mainly by the chief executive and that cannot in practice check presidential prerogatives or even abuse of power. Superpresidentialism is a regime. It many be contrasted with autocracy, insofar as the chief executive does not enjoy total power and is subject to bona fide, periodic challenge in national elections.”

ISHIYAMA, J.T., KENNEDY, R., Superpresidentialism and Political Party Development in Russia, Ukraine, Armenia and Kyrgyzstan. In: Europe-Asia Studies, 53, 8, 2001, p.1178.

[131] We spreken ons, zoals Kubicek, niet uit of een autoritair systeem in een economisch onzeker klimaat en met problemen als een inefficiënte administratie en corruptie, dé methode is om deze problemen op te lossen en het land tijdelijk in de greep te houden opdat het opnieuw naar een democratisch systeem en een vrije markt zou kunnen evolueren. Volgens Kubicek zou Akaev de democratie hebben ‘gered’ door tijdelijk te grijpen naar ondemocratische methodes.

KUBICEK, P., Authoritarianism in Central Asia: curse of cure? In: Third World Quarterly, 19, 1, 1998, pp.36-38.

[132] MATVEEVA, A., Democratization, legitimacy and political change in Central Asia. In: International Affairs, 75, 1, 1999, p.28.

[133] Dit resulteerde in onderlinge rivaliteit, niet alleen tussen noord en zuid, maar ook binnen de regio’s en tussen de verschillende clans in het land.

[134] De rol van clans wordt in de transitieliteratuur vaak vergeten. Men beperkt zich hoofdzakelijk tot de economische, politieke, culturele en sociale voorwaarden.

COLLINS, K., Clan, Pacts and Politics in Central Asia. In: Journal of Democracy, 13, 3, Juli 2002, pp. 138.

[135] KOICHUMANOV, T., OTORBAYEV, J., STARR, S.F., Kyrgyzstan: The Path Forward. Uppsala, Sweden, Washingtion, D.C., Central Asia-Caucasus Institute & Silk Road Studies Program, 2005, pp.17-18.

MATVEEVA, A., Democratization, legitimacy and political change in Central Asia. In: International Affairs, 75, 1, 1999, p.32.