De relatie vrouw-ruimte in religieuze en caritatieve instellingen te Gent in de veertiende en vijftiende eeuw. Een onderzoek naar verschillende aspecten van de geografisch-stedelijke, architecturale, sociale en rituele ruimte bij een twintigtal instellingen. (Els De Paermentier)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

WOORD VOORAF

 

Bij deze eindverhandeling is het mij een aangename plicht vooraf een aantal mensen van harte te danken.

 

In de eerste plaats wil ik mijn promotor Professor Dr. de Hemptinne oprecht danken voor het deskundig advies waarmee ze mij gedurende de voorbije twee jaar heeft bijgestaan, voor de opbouwende kritiek en de aanmoedigingen die me telkens uitnodigden tot een grondige analyse van het project.

 

Mijn dank richt zich eveneens tot E.H. Kanunnik Collin, archivaris van het bisschoppelijk archief en het archief van het Klein Begijnhof, E.Z. Beatrijs, verantwoordelijke voor het archief van de Zusters Cisterciënzers, de Juffrouwen van het Klein Begijnhof, de Zusters Arme Claren en de heer C. De Rammelaere, voor hun gastvrijheid en de bereidwilligheid waarmee ze hun archiefmateriaal en bibliotheek ter beschikking stelden en de nuttige tips die ze me graag toespeelden.

 

Tenslotte dank ik even hartelijk alle personen die op een of andere manier betrokken waren bij de totstandkoming van deze verhandeling. Mijn speciale dank gaat hierbij naar mijn ouders en mijn vriend, die mij gedurende twee jaar onvoorwaardelijk steunden.

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende