Over bouwen en verbouwen. De textielnijverheid in het arrondissement Aalst (1914-1944): een industriële archeologie. (Karsten Mainz)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

2. INDUSTRIEELARCHEOLOGISCHE INVENTARIS

 

2.1. AALST

 

7) De Veylder – Hendrickx (Van der Nootstraat)

 

Aard:               breigoedfabriek

Ligging:            Van der Nootstraat 29

Kadaster:         sectie B, perceelnummer 516

Datering:          1923

Actueel:           slechts licht verbouwd, herbergt nu de kachelwinkel ‘Gira’

 

De persoonlijke onderneming ‘De Veylder – Hendrickx’ werd opgericht in 1919 door Attila De Veylder. De zetel van het bedrijf was gevestigd in de Van der Nootstraat 29. Eén van de fabrieken bevond zich eveneens op dit adres, de andere was gevestigd aan de nabijgelegen Zeebergkaai (cfr. 8) De Veylder – Hendrickx (Zeebergkaai)). Er werden kousen en sokken in wol vervaardigd en dameskousen van zijde en rayonne. Op 14 december 1942 werd de onderneming omgedoopt tot de N.V. ‘Breiwerkfabrieken L. De Veylder – Hendrickx’. Het bedrijf was midden de jaren ’70 nog actief.

 

In 1923 werd op een perceel landbouwgrond gelegen op de hoek van de Van der Nootstraat met de Vilanderstraat en kadastraal geregistreerd onder sectie B, perceelnummer 516b7 een elektrisch aangedreven “kousenfabriek” opgericht. De perceelsoppervlakte bedroeg 6a20ca. Bouwheer en eigenaar was Attila De Veylder – Hendrickx. De plannen, goedgekeurd op 20 juli 1923 waren van de hand van architect       J. Devos. De breigoedfabriek telde op de plannen twee bouwlagen, zeven traveeën in de Van der Nootstraat, acht in de Vilanderstraat en een hoektravee. Ze had een totale gevellengte van om en bij de 55 meter en een maximale hoogte van 8 meter.

De uiteindelijke realisatie week echter enigszins af van de plannen. Het aanpalende woonhuis in de Van der Nootstraat werd niet zoals gepland achter de fabriek opgetrokken, maar verrees direct na de ingangspoort. Volgens de inscriptie in de voorgevel dateert het woonhuis uit 1924, zodat het hier niet om een latere ingreep kan gaan. Vermoedelijk werd ook de fabriek pas in 1924 opgericht. De rest van het fabrieksgebouw lijkt echter conform de bouwplannen te zijn opgetrokken.

Het fabrieksgebouw omvatte op het gelijkvloers een garage, een washuis, een werkplaats, een kleedkamer, sanitair, een traphal en twee magazijnen. Het bureel werd zoals reeds gezegd niet uitgevoerd. De eerste verdieping werd vermoedelijk volledig als werkplaats ingericht.

 

Plattegrond volgens de bouwplannen van 1923 (schaal: 1/200)

 

(Bouwaanvraag De Veijlder. Bouwaanvragen, 1923, doos 48, nr. 89)

 

De breigoedfabriek werd opgetrokken in baksteen, hoewel binnenin het gebouw voor een aantal liggers gebruik werd gemaakt van gewapend beton. Het metselwerk werd versterkt met uitspringende gemetste zuilen. Daarenboven werd rijkelijk gebruik gemaakt van baksteenmotieven om de gevel een decoratiever aanzien te geven. Deze motieven werden herhaald in de afsluitingsmuur in de Vilanderstraat en gedeeltelijk ook in het woonhuis in de Van der Nootstraat. Per bouwlaag en per travee werd de gevel van één of een dubbel venster voorzien. Vensters en poorten werden afgesloten met behulp van een vermoedelijk uit gewapend beton bestaande latei. Boven de poorten werd een sierlijst aangebracht met de bedrijfsnaam erin. Het geheel werd afgedekt met een plat dak.

 

Afb. Gevelplan langs de Vilanderstraat (schaal: 1/100)

 

Gevelplan langs de Van der Nootstraat (schaal: 1/100)

 

Beide: (Bouwaanvraag De Veylder. Bouwaanvragen, 1923, doos 48, nr. 89)

 

In 1928 werd de fabriek vergroot. De garage in de Vilanderstraat en werd samen met de afsluitingsmuur afgebroken en vervangen door bijkomende magazijnen, een washuis, een bergplaats en een autogarage. Ook ditmaal ontwierp J. Devos de plannen. De uitbreiding, die eveneens twee bouwlagen telde en vier traveeën besloeg, had een gevellengte van 15 meter, een diepte van ongeveer 11 meter en een maximale hoogte van 9 meter. De bouwwijze verschilt niet veel van die in 1923, maar het geheel doet wel wat monumentaler aan. In de voorgevel werden een poort en een deur aangebracht. Enkel op de eerste verdieping werden vensters geplaatst. Ook hier blijkt de uiteindelijke realisatie wat af te wijken van de bouwplannen. Mogelijk werden de wijzigingen ook later uitgevoerd.

 

Plattegrond van de uitbreiding (schaal: 1/200)

 

(Bouwaanvraag De Veylder. Bouwaanvragen, 1928, doos 63, nr. 163)

 

Op 14 december 1942 werd de fabriek ingebracht in de nieuwe N.V. ‘Breiwerkfabrieken L. De Veylder – Hendrickx’. Elf jaar later werd de productie in de Van der Nootstraat 29 stopgezet. Een deel van de fabriek werd gesloopt en vervangen door een aantal burelen. De perceelsgrootte kromp daarbij in tot 5 are. Deze toestand bleef minstens behouden tot 1974.

Intussen heeft het gebouw zijn oorspronkelijke functie verloren. Het herbergt nu de kachelwinkel ‘Gira’. Behoudens de installatie van een aantal uitstalramen aan de Vilanderstraat werd aan de bouwsubstantie weinig veranderd. Het geheel oogt nog steeds mooi, niet in het minst omdat de eenheid met de aanpalende woning behouden bleef. Door de nieuwe functie lijkt de toekomst van het pand verzekerd.

 

Gevel van de uitbreiding (schaal: 1/100)

 

(Bouwaanvraag De Veylder. Bouwaanvragen, 1928, doos 63, nr. 163)

 

In de onmiddellijke omgeving bevinden zich trouwens nog een aantal andere gerenoveerde industriële panden.

 

Huidige toestand van de breigoedfabriek (2001)

 

(eigen foto)

 

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende