Over bouwen en verbouwen. De textielnijverheid in het arrondissement Aalst (1914-1944): een industriële archeologie. (Karsten Mainz)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

2. INDUSTRIEELARCHEOLOGISCHE INVENTARIS

 

2.1. AALST

 

11) Filterie Impériale d’Alost

 

Aard:              spinnerij en ververij

Ligging:         Beekveldstraat 29, op de plaats van het huidige politiekantoor en de aangrenzende parking

Kadaster:      sectie A, perceelnummer 2190

Datering:       1926

Actueel:         verdwenen

 

De N.V. ‘Filterie Impériale d’Alost werd opgericht op 27 december 1923. Tot de belangrijkste aandeelhouders behoorden de N.V. ‘Filature et Teinturerie d’Alost, Keizerlijk Plein te Aalst, de Société Coopérative La Textile uit Gent en de N.V. Usines Cotonnières Gent – Zele – Tubize, met zetel in Brussel. De vennootschap vestigde zich in de nieuwe fabrieksgebouwen aan de Beekveldstraat 19. In het bestuur zetelden onder meer Odilon Vander Schueren en Uytborck George, eveneens bestuursleden in de N.V. ‘Filature et Teinturerie d’Alost’.

De fabriek omvatte een spinnerij, twijnderij, weverij, ververij en veredelingsafdeling. Geproduceerd werden alle soorten garens voor weverijen en breigoedfabrikanten en alle soorten naaigarens voor confectiehuizen en winkels. Deze producten werden ter plaatse geverfd en veredeld en een deel werd binnen het bedrijf zelf verwerkt tot weefsels. De firma was gespecialiseerd in de verwerking van vlas, maar maakte ook gebruik van andere vezels. Enkel het spinnen van katoen werd aan het aanpalende moederbedrijf , de N.V. ‘Filature et Teinturerie d’Alost’ overgelaten.

Op 15 september 1928 fusioneerde de N.V. ‘Filterie Impériale d’Alost’ met het uit 1894 daterend moederbedrijf ernaast, waarbij ten minste een deel van het materiaal en de uitrusting werd overgebracht naar de fabriek aan het Keizerlijk Plein 23. Ook de zetel van de onderneming, die actief bleef onder dezelfde naam, verhuisde naar dit adres. Vanaf dan behoorde ook het spinnen van katoen tot de industriële activiteiten van het bedrijf.

Eind de jaren ’60 werd de productie stopgezet en werd de N.V. opgeheven. 

 

Advertentie van de ‘Société Coopérative La Textile’, één van de belangrijke aandeelhouders in de N.V. ‘Filterie Impériale d’Alost’

(Moniteur Textile, II, 1936, 8, p. 10)

 

 

In 1926 werd aan het kadaster de bouw van een nieuwe fabriek gemeld, en dit op een perceel hooiland gelegen aan de Beekveldstraat, kadastraal geregistreerd onder sectie A, perceelnummer 2190l. Bouwheer en eigenaar was de N.V. ‘Filterie Imperiale d’Alost’. Daar deze naamloze vennootschap eind 1923 werd opgericht en er reeds op 6 februari 1924 een bouwaanvraag werd ingediend bij het Aalsterse stadsbestuur, mag worden aangenomen dat het gebouw al vóór 1926 werd opgericht. Dit wijst nog maar eens op het feit dat men de data aangegeven in de kadastrale documenten niet al te strikt mag interpreteren.

De elektrisch aangedreven spinnerij en ververij had een perceelsoppervlakte van 70a60ca. Ze werd ingeplant achter het moederbedrijf ‘Filature et Teinturerie d’Alost’, gelegen aan het Keizerlijk Plein. De fabriek, met een maximale breedte van ca. 130 meter en een maximale diepte van ongeveer 72 meter, behoorde tot de grootste industriële gebouwen die tijdens het interbellum in Aalst werden verwezenlijkt. Het complex omvatte diverse productieruimten en magazijnen. Op de bouwplannen van 1924 werd ook een terrein voorzien voor het machinegebouw en de fabrieksschoorsteen.

 

Plattegrond van de fabriek na de uitbreiding van 1936 (schaal: 1/1000)

 

 

(Bouwaanvragen Filterie Impériale d’Alost. Bouwaanvragen, 1924, doos 49, nr. 26 en  1936, doos 83, nr. 198)

 

 

Daar de machines bij de start van de productie aangedreven werden door elektromotoren is het weinig waarschijnlijk dat deze laatste constructies werden gerealiseerd.

De fabriek werd volledig opgetrokken uit traditioneel metselwerk op een eveneens uit baksteen bestaand fundament. De sober aandoende gevels werden versterkt met uitspringende gemetste zuilen.

 

Detail van de gevel aan de zijde van de bestaande fabriek (schaal: 1/100)

 

(Bouwaanvraag Filterie Impériale d’Alost. Bouwaanvragen, 1924, doos 49, nr. 26)

 

Het gebouw werd afgedekt met een zaagdak. De houten dakconstructie met een onderbouw van ijzeren spanten steunde op de gevelmuren en op een aantal holle gietijzeren zuilen die op een betonnen sokkel met een gemetste fundering werden verankerd. Het dak werd niet meer gedekt met dakpannen maar met kunstleien (“Ardoises”) en werd voorzien van vensterpartijen uit gehamerd glas. Het onderdak bestond uit cementplaten (“Eternite” of “Abestile”). De gebouwen werden voorzien van een vier centimeter dikke tegelvloer uit quenast-porfier. Het machinepark, verdeeld over drie hallen, omvatte 76 machines die echter niet nader worden omschreven.

Eind 1936 werd het complex uitgebreid met een nieuwe productiehal. Uit de bouwplannen kan worden opgemaakt dat in de tussenliggende periode ook op het ingesloten terrein, dat aanvankelijk gereserveerd was voor de bouw van een machinezaal en bijbehorende fabrieksschoorsteen, drie hallen werden opgericht.

 

De nieuwe productiehal aan de Beekveldstraat werd op dezelfde manier geconstrueerd als de gebouwen uit 1924.

Na de Tweede Wereldoorlog werd de fabriek een tweede en laatste maal vergroot in 1957. In hetzelfde jaar werd het fabrieksareaal lichtjes vergroot tot 72a15ca. Zes jaar later werd een deel van het complex verkocht, waardoor het perceel inkromp tot 58a61ca. In 1964 werd weer 3a61ca van het fabrieksareaal verkocht. Drie jaar later werd de productie stopgezet en stond het gebouw in de kadastrale bronnen enkel nog genoteerd als nijverheidsgebouw. In 1968 werd het gebouw in twee delen gesplitst. Een kleiner deel met een oppervlakte van 18a24ca bleef voorlopig in handen van de N.V. ‘Filterie Impériale d’Alost’. Het grotere gedeelte, met een oppervlakte van 36a76ca, veranderde van eigenaar en werd het jaar daarop gesloopt.

In 1971 werd de rest, samen met het grootste gedeelte van de oude fabriek aan het Keizerlijk Plein eigendom van de stad Aalst. De stad vormde de fabrieksruimten van de voormalige ‘Filature et Teinturerie d’Alost’ om tot een feesthal en tentoonstellingsruimten onder de naam Keizershallen. Het resterende gedeelte van de voormalige spinnerij ‘Filature Impériale d’Alost’ werd gesloopt. Op het vroegere fabrieksterrein aan de Beekveldstraat bevinden zich tegenwoordig het Aalsterse politiekantoor en een parkeerterrein.

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende