Aspecten van sociale mobiliteit binnen de 18de-eeuwse Aalsterse ambachtswereld. Een prosopografische benadering. (Sven De Schryver)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

BRONNEN EN BIBLIOGRAFIE

 

Onuitgegeven bronnen

 

Stadsarchief Aalst (SAA)

 

a. Oud Archief Aalst (OAA)

 

HOUTMAN E., Inventaris van het oud archief van de stad Aalst, Archief- en bibliotheekwezen in België, inventarissen 4 (1974), 334 p.

 

nrs. 5-6: “Boek van privilegiën der stadt Aelst”, kopie van het “Boek met den haire” 1755-1759.

nr. 18:  “Boecken van politicque ordonnantiën”, publieke bekendmakingen door de schepenen, 14 maart 1752-jaar V brumaire 2.

nr. 22: Resolutieboek, 1711-1751.

nr. 23: Resolutieboek, 1731-1747.

nr. 24: Resolutieboek, 1747-1758.

nr. 25: Resolutieboek, 1759-1774.

nr. 26: Resolutieboek, 1775-1788.

nr. 27: Resolutieboek, 1789-1795.

nr. 77:  Ordonnanties, reglementen, berichten, publieke bekendmakingen, waarschuwingen e.d., 1633-1791.: 

nr. 179:  Statuten der ambachten en gilden, 19de eeuwse kopies uit het “Boek met den haire”, 1468-1662.

nr. 180:  Opgave van de ingediende rekeningen der gilden vóór de magistraat van Aalst, 1760-1792.

nr. 181:  Antwoordenlijsten van de gilden op het keizerlijk decreet van 30 september 1784, met opgave van hun privileges, patrimonium, inkomsten e.d. (voor elk ambacht afzonderlijk), 1784.

nr. 183: Rekeningen van de kleermakers, 1734-1789, met leemten.

nr. 184: Losse stukken i.v.m. de kleermakers, 17de eeuw-1765.

nr. 185:  Rekeningen van de nieuwe schoenmakers en huidenvetters, 1725-1793.

nr. 186: Rekeningen van de oude schoenmakers, 1777-1790.

nr. 187: Losse stukken i.v.m. de oude schoenmakers, 17de eeuw-1779.

nr. 189:  Ordonnantiën en statuten van het ambacht van de timmerlieden en witwerkers, 1736.

nr. 190:  Rekeningen van het ambacht van St.-Huibrecht, 1654 en 1727-1728, met bewijsstukken.

nr. 191:  Rekeningen van het ambacht van de timmerlieden (St. Jozef) 1755-1793.

nr. 192:  Losse stukken i.v.m. timmerlieden, wagenmakers, witwerkers e.a., 1762-1784.

nr. 193:  Ordonnantiën en keuren van de smeden, glasmakers e.a., origineel op perkament, 17de eeuw.

nrs. 194-195:  Rekeningen van de smeden, glasmakers e.a., 1746-1793.

nr. 196: Diverse stukken i.v.m. smeden, glasmakers e.a., 1654-1789.

nr. 197: Rekeningen van de brouwers en bierstekers, 1712-1741.

nr. 198: Losse stukken i.v.m. brouwers en bierstekers, 1759-1775.

nr. 204:  Statuten en ordonnantiën van de broodbakkers, origineel op perkament, 16de-17de eeuw.

nr. 205: Rekeningen van de broodbakkers, 1738-1790.

nr. 208: Diverse stukken i.v.m. de broodbakkers, 1633-1769.

nr. 209: Resolutieboek van de winkeliers en kramers, 1754-1789.

nr. 212:  Rekeningen van de winkeliers en kramers, 1734-1746, met leemten.

nr. 213: Rekeningen van de winkeliers en kramers, 1746-1789.

nr. 214: Rekeningen van de winkeliers en kramers, 1757-1793 (kopies).

nr. 215:  Losse stukken i.v.m. winkeliers en kramers (vnl. briefwisseling), 1773-1794.

nr. 216:  Diverse stukken i.v.m. winkeliers en kramers (rekeningen 1736-1738 en 1740-1742, bevestiging van de statuten, ...) 1735-1748.

nr. 217: Diverse stukken i.v.m. winkeliers en kramers, 1729-1787.

nr. 219: Rekeningen van de hopkooplieden, 1743-1750.

nr. 220: Diverse stukken i.v.m. de hopkooplieden, 1642-1772.

nr. 222: Rekeningen van de hoveniers, met leemten, 1688-1789.

nr. 223:  Rekeningen van de blauwververs en garentwijnders, 1717-1785, met leemten.

nrs. 1367 tot 1432:  Wettelijke passeringen, 1699-1795.

nr. 1919:  Inhoudstafel van persoonsnamen voorkomend in de registers en banden van de wezerij (staten van goed e.d.), 1673-1754.

nr. 1920:  Alfabetische index van persoonsnamen voorkomend in de registers en banden van de wezerij (staten van goed e.d.), 1673-1795.

nr. 1921:  Inhoudstafel van persoonsnamen voorkomend in de registers en banden van de wezerij (staten van goed e.d.), 1755-1795.

 

b. Archief van Land van Aalst (LVA)

 

VAN ISTERDAEL H., Archief van het Land van Aalst 1342-1796 (1814), 2 delen, Rijksarchief te Beveren, inventarissen, 11 (1994), 1200 p.

 

nr. 247: Plakkaten en ordonnanties,1682-1728.

nr. 248: Plakkaten en ordonnanties, 1747-1782.

nr. 249: Plakkaten en ordonnanties, 1783-1785.

nr. 250: Plakkaten en ordonnanties, 1786-1795.

nr. 1681:  Synthese van de rapporten, als antwoord op de circulaire van 05.05.1738, over het aantal ambachten, manufacturen en fabrieken in hun omschrijving.

nr. 1683: Aalst en praterijen Mijlbeek, Nieuwerkerken en Schaarbeek.

nr. 1694: Denderleeuw.

nr. 1699: Ename-Nederename.

nr. 1700: Erembodegem.

nr. 1704: Land van Gavere.

nr. 1705: Geraardsbergen.

nr. 1708: Grimminge.

nr. 1726: Merelbeke.

nr. 1746: Ronse.

nr. 1765: Welle.

nr. 1767: Wieze.

nr. 1769: Woubrechtegem.

nr. 1773: Zottegem, Stad en Vrijheid.

nr. 1774:  Zulzeke, Kwaremont en Ruien.

 

c. Archief van de Oost-Vlaamse kerkfabrieken, Aalst St. Martinus (AOK)

 

MARECHAL G., Archieven van Oostvlaamse Kerkfabrieken (Oud Regiem), deel 2, Brussel, 1969, pp. 221-278.

 

nr. 716:  Statuten van de blauwververs, 1704. Rekeningen van dit ambacht, eerst onder het patronaatschap van de H. Johannes de Doper, dan onder de H. Ursula, 1704-1792. Lijst van de vrijgewordenen, 1717-1795.

nr. 717:  Rekeningen van het blauwververs- en garentwijndersambacht, 1759-1780.: 

nr. 718: Idem, 1785-1792.

 

 

Uitgegeven bronnen

 

DE LIMBURG-STIRUM T., Coutumes des pays et comté de Flandre. Quartier de Gand. Tome III. Coutumes des deux villes et pays d’Alost (Alost et Grammont), Brussel, 1878, 813 p.

 

REYNTENS O., Boek met den Haire, Aalst, 1904, 8 + 228 p.

 

 

Lexica

 

DE BRABANDERE F., Verklarend woordenboek van de familienamen in België en Noord-Frankrijk, 2 delen, Brussel, 1993, 1552 p.

 

VAN DAELE, Groot woordenboek der Nederlandse taal, 3 delen, Utrecht-Antwerpen, 1999, 4285 p.

 

VERDAM J ., Middelnederlandsch handwoordenboek, ’s Gravenhage, 1949, 811 p.

 

 

Literatuur

 

s.n., Aalst 1830, Aalst, 1980, 464 p.

 

AERTS E., Hop en bier. Handelsrelaties tussen Aalst en Lier (17de-18de eeuw), Het Land van Aalst, 51 (1999), pp. 101-126.

 

ANCKAER J. en VAN DER BREMPT V., Brempt door de eeuwen (1136-1994), s.l., 1994, 62 p.

 

BLONDE B. en GREEFS H., Werk aan de winkel. De Antwerpse meerseniers:  aspecten van kleinhandel en verbruik in de 17de en 18de eeuw, Bijdragen tot de Geschiedenis, 84 (2001), 207-229.

 

BOONE M., Jan, Johan en Alleman:  voornaamgeving bij Gentse ambachtslieden (14de-15de eeuw, symptoom van een groepsbewustzijn, in J. DE ZUTTER, L. CHARLES en A. CAPITEYN (eds.), Qui valet ingenio. Liber Amicorum Johan Decavele, Gent, 1996, pp. 39-62.

 

BOSSENGA G., La Révolution française et les corporations:  trois exemples lillois, Annales. Economies. Sociétés. Civilisations, 43 (1988), pp. 405-424.

BRACKE N., Bronnen voor de Industriële Geschiedenis. Gids voor Oost-Vlaanderen (1750-1995), Gent, 2000, 424 p.

 

BRAET J., Stadsontwikkeling in Aalst. Revitalisaties van een 19e eeuwse stadswijk, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, KUL, 1997-1998, 126 p.

 

CERUTTI S., Du corps au métier:  la corporation des tailleurs à Turin entre le XVIIe et le XVIIIe siècle, Annales. Economies. Sociétés. Civilisations, 43 (1988), pp. 323-352 p.

 

CHERRETTE M., Het Aalsterse tijdens de Oostenrijkse Successieoorlog (1740-1748), Het Land van Aalst, 33 (1981), pp. 1-60.

 

COPPEJANS-DESMEDT H.,: De enquête van 1784 over het ambachtswezen in de Oostenrijkse Nederlanden. Bijdrage tot een kritisch onderzoek, Archief- en Bibliotheekwezen in België, 42 (1971), pp. 37-47.

 

COURTEAUX F., Proeve tot verklaring der Wordingsgeschiedenis van Aalst, Het Land van Aalst, 5 (1953), pp. 190-196.

 

COURTEAUX F., Dirk Martens, Het Land van Aalst, 25 (1973) pp. 238-277.

 

COURTEAUX F. en VAN LUL A., Aalst. Een eeuw evolutie, Het Land van Aalst, 8 (1956), pp. 170-207.

 

DAMBRUYNE J., De Gentse bouwvakambachten in sociaal-economisch perspectief (1540-1795), in C. LIS en H. SOLY (eds.), Werken volgens de regels. Ambachten in Brabant en Vlaanderen (1500-1800), Brussel, 1994, pp. 51-105.

 

DAMBRUYNE J., Sociale mobiliteit en status in het zestiende-eeuwse Gentse ambachtswezen, Handelingen der Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent, Nieuwe Reeks, 50 (1996), pp. 73-120.

 

DAMBRUYNE J., De hiërarchie van de Vlaamse textielcentra (1500-1750):  continuïteit of discontinuïteit, in J. DE ZUTTER, L. CHARLES en A. CAPITEYN (eds.), Qui valet ingenio. Liber Amicorum Johan Decavele, Gent, 1996, pp. 155-172.

 

DAMBRUYNE J., Guilds, Social Mobility and Status in Sixteenth-Century Ghent, International Review of Social History, 43 (1998), pp. 31-78.

 

DAMBRUYNE J., Aspiraties van corporatieve middengroepen. Een onderzoek naar sociaal-economische en politiek-institutionele patronen en interacties in het 16de-eeuwse Gent, onuitgegeven doctoraatsproefschrift, RUG, 2000.

 

DAUWE J., Ambachtserfelijkheid bij edelsmeden in de 17e-18e eeuw, Vlaamse stam, 19 (1983), pp. 294-300.

 

DAUWE J., De Aalsterse edelsmid Antoine Risack (werkzaam ca. 1715-1726), Het Land van Aalst, 52 (2000), pp. 158-164.

 

DE BELDER J., JASPERS L., STEVENS C. en VANDENBROEKE C. (eds.), Arbeid en tewerkstelling in Oost-Vlaanderen op het einde van het Ancien Regime. Een socio-professionele en demografische analyse, Werkdocumenten 5, pp. 1210-1218.

 

DE BELDER J., PREVENIER W. en VANDENBROEKE C., Sociale mobiliteit en sociale structuren in Vlaanderen en Brabant van de late Middeleeuwen tot de 20e eeuw, Studia Historia Gandensia, 257 (1983), 215 p.

 

DE BROUWER J., Demografische evolutie van het Land van Aalst 1570-1800, Historische uitgaven, reeks in-8°, 18 (1968), 232 p.:

 

DECEULAER H., ‘Prêt-à-porter’, gender en gezondheid. De veelvuldige betekenissen van huiszoekingen bij kleermakers en oudekleerkopers in het laat-16de-eeuwse Antwerpen, in C. LIS en H. SOLY (eds.), Werelden van verschil. Ambachtsgilden in de Lage Landen, Brussel, 1997, pp. 99-126.

 

DECEULAER H., Pluriforme patronen en een verschillende snit. Sociaal-economische, institutionele en culturele transformaties in de kledingsector in Antwerpen, Brussel en Gent, 1585-1800, Amsterdam, 2001, 429 p.

 

DE DONCKER E., De strafrechtbanken te Aalst, van de 14de tot de 18de eeuw, Het Land van Aalst, 38 (1986), pp. 204-243.

 

DELOBELLE A., De Denderstreek. Sociologische schets van een historische ontwikkeling, Het Land van Aalst, 17 (1965), pp. 45-70.

 

DENOLF J., Socio-professionele structuren binnen de Brugse samenleving ronde het midden van de achttiende eeuw, in J. DE BELDER, W. PREVENIER en C. VANDENBROEKE (eds.), Sociale mobiliteit en sociale structuren in Vlaanderen en Brabant van de late Middeleeuwen tot de 20e eeuw, Studia Historia Gandensia, 257 (1983), pp. 79-127.

 

DE POTTER F. en BROECKAERT J., Geschiedenis der stad Aalst voorgegaan van eene historische schets van ’t voormalige Land van Aalst, 4 delen, Gent, 1873-1876, 459 p. + 465 p. + 469 p. + 483 p.

 

DE RIDDER P., Taferelen uit het Brusselse ambachtsleven, Brussel, 1997, 91 p.

 

DE RIDDER-SYMOENS H., Prosopografie en middeleeuwse geschiedenis:  een onmogelijke mogelijkheid?, Handelingen der Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent, 45 (1991), pp. 95-117.

 

DE RIJCK L., De gegoede burgerij te Aalst in de Franse tijd, Het Land van Aalst, 18 (1966), pp. 213-235.

 

DE RIJCK L., Beleggingen van de gegoede stand van Aalst op het einde van het Ancien Regime, Het Land van Aalst, 21 (1969), pp. 90-93.

 

D’HAESELEER P., Proto-industrialisering van de vlasnijverheid in dertien gemeenten ten westen van Aalst (18e-1e helft 19e eeuw). Een bijdrage, KUL, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 1989-1990, 253 p.

 

FRIEDRICHS C.R., Capitalism, mobility and class formation in the early modern German city, Past and Present, 1975 (69), pp. 24-49.

 

s.n., Geschiedenis van de kleine man, Brussel, 1983, 218 p.

 

GHYSENS J., Vademecum van het beroepsleven te Aalst, 1827-1836, in s.n., Aalst 1830, Aalst, 1980, pp. 211-358.

 

GHYSENS J., Geschiedenis der straten van Aalst, Aalst, 1986, 416 p.

 

GHYSENS J., Heiligenverering te Aalst, Aalst, 1993, 402 p.

 

GILTE S., Het Brugse bakkersambacht in de Nieuwe Tijden, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, RUG, 1995-1996, 244 p.

 

GOUDRIAAN K., MANDENMAKERS K., REITSMA J. en STABEL P. (eds.), Prosopography and Computer, Leuven-Apeldoorn, 1995, 218 p.

 

HUBERT E., Le voyage de l’Empereur Jozeph II dans les Pays-Bas (31 mai 1781-27 juillet 1781). Etude d’histoire politique et diplomatique, Luik, 1899, 383 p.

 

JACOBS M., Zonder twijfel dat waarschijnlijk... Ambachtelijke geschiedenissen in de Zuidelijke Nederlanden aan het einde van het “oude regime”, in C. LIS en H. SOLY (eds.), Werelden van verschil. Ambachtsgilden in de Lage Landen, Brussel, 1997, pp. 243-292.

 

JASPERS L. en STEVENS C., Arbeid en tewerkstelling op het einde van het Ancien Régime. Een socio-professionele en demografische analyse, Kultureel Jaarboek Oost-Vlaanderen, Bijdragen Nieuwe Reeks, 23 (1985), 179 p.

 

KAPLAN S. L. en DAUZAT P. E., Le meilleur pain du monde:  les boulangers de Paris au XVIIIe siècle, Parijs, 1996, 766 p.

 

LAMARCQ D., Een kwantitatieve benadering van de arbeidsparticipatie in de vlassector. Het Land van Aalst (1738-1820), Handelingen der Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent, Nieuwe Reeks, 36 (1982), pp. 139-177.

 

LENDERS P., Vilain XIIII, Leuven, 1995, 128 p.

 

LEVI G., Carrières d’artisans et marché du travail à Turin (XVIIIe-XIXe siècles), Annales. Economies. Sociétés. Civilisations, 45 (1990), pp. 1351-1364.

 

LIBBRECHT G., Materiële cultuur in het 18de-eeuwse Aalst. Een verkenning op het terrein van slaapcultuur, eet- en drinkcultuur, keukengerei, meubilair, decoratie, hygiëne, verwarming en verlichting, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, VUB, 1996-1997, 213 p.

 

LINDEMANS P., Geschiedenis van de landbouw, 3 delen, Antwerpen - Borgerhout, 1994, 472 p. + 541 p. + 74 p.

 

LIS C. en SOLY H., Corporatisme, onderaanneming en loonarbeid. Flexibilisering en deregulering van de arbeidsmarkt in Westeuropese steden (veertiende-achttiende eeuw), Tijdschrift voor sociale geschiedenis, 20 (1994), pp. 365-390.

 

LIS C. en SOLY H. (eds.), Werken volgens de regels. Ambachten in Brabant en Vlaanderen, 1500-1800, Brussel, 1994, 327 p.

 

LIS C. en SOLY H. (eds.) Werelden van verschil. Ambachtsgilden in de Lage Landen, Brussel, 1997, 333 p.

 

LIS C. en SOLY H., Ambachtsgilden in vergelijkend perspectief:  de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden, 15de-18de eeuw, in C. LIS en H. SOLY (eds.), Werelden van verschil. Ambachtsgilden in de Lage Landen, Brussel, 1997, pp. 11-42.

 

MENDELS F., Des industries rurales à la protoindustrialisation:  historique d’un changement de perspective, Annales. Economies. Sociétés. Civilisations, 39 (1984), pp. 977-1008.

 

MEULEMANS A., Leuvense ambachten - De Oude-kleerkopers, Eigen Schoon en De Brabander, 40 (1957), pp. 60-68, pp. 134-142, pp. 185-194, pp. 301-314 en pp. 365-375.

 

MEULEMANS A., Leuvense ambachten - De Vettewariers, Eigen Schoon en De Brabander, 48 (1965), pp. 8-24, pp. 151-163 en pp. 194-210.

 

s.n., Oostenrijks België. 1713-1794. De Zuidelijke Nederlanden onder de Oostenrijkse Habsburgers, Brussel (Gemeentekrediet), 1987, 539 p.

 

PAPIN K. en VANDENBERGHE H., Afkortingen in het oud-schrift, Roeselare, 1994,: 100 p.

 

PREVENIER W. en AUGUSTYN B., De gewestelijke en lokale overheidsinstellingen in Vlaanderen tot 1795, Brussel, 1997, 634 p.

 

ROBIJNS L., Bijdrage tot de studie van de Aalsterse wandtapijtwevers, Alostana, 1 (1978), pp. 33-127.

 

SABBE E., De Belgische Vlasnijverheid. Deel 2. Van het Verdrag van Utrecht (1713) tot het midden van de XIXe eeuw, Kortrijk, 1975, 703 p.

 

SCHOLLIERS E. en VANDENBROEKE C, Structuren en conjuncturen in de Zuidelijke Nederlanden, Algemene Geschiedenis der Nederlanden, 5 (1980), pp. 252-310.

 

SOSSON J.-P., La structure sociale de la corporation médiévale. L’exemple des tonneliers de Bruges de 1350 à 1500, Belgisch Tijdschrift voor Filologie en Geschiedenis, 44 (1966), pp. 457-478.

 

SOSSON J.-P. en LAMBRECHTS P., Les métiers au moyen-âge. Aspects économiques et sociaux, Louvain-La-Neuve, 1994, 430 p.

STABEL P., De kleine stad in Vlaanderen:  bevolkingsdynamiek en economische functies van de kleine en secundaire stedelijke centra in het Gentse kwartier (14de – 16de eeuw), Verhandelingen van de Koninklijke academie van Wetenschappen, Letteren en: Schone Kunsten van België, klasse der letteren, 57 (1995), nr. 156, 320 p.

 

STABEL P., Ambachten en textielondernemers in kleine Vlaamse steden tijdens de overgang van Middeleeuwen naar Nieuwe Tijd, in C. LIS en H. SOLY (eds.), Werelden van verschil. Ambachtsgilden in de Lage Landen, Brussel, 1997, pp. 79-98.

 

STABEL P., Stedelijke instellingen (12de eeuw-1795), in W. PREVENIER en B. AUGUSTYN, De gewestelijke en lokale overheidsinstellingen in Vlaanderen tot 1795, Brussel, 1997, pp. 247-276.

 

STABEL P., Stedelijke instellingen en stedelijke economie:  ambachten en marktregulering in de laatmiddeleeuwse en vroegmoderne steden van het graafschap Vlaanderen, in W. PREVENIER en B. AUGUSTYN (eds.), De Vlaamse instellingen tijdens het Ancien Régime:  recent onderzoek in nieuw perspectief (Symposium georganiseerd te Brugge op 18 mei 1998), Brussel, 1999, pp. 11-25.

 

STRIJPENS H., Veuve De Wolf-Cosijns & Fils. Deel 1. 1747-1860, Aalst, 1990, 241 p.

 

THIJS A.K.L, Van “werkwinkel” tot “fabriek”, de textielnijverheid te Antwerpen (einde 15de – 19de eeuw), Historische Uitgaven, reeks in-8°, 69 (1987), 479 p.

 

ULTEE W.C., Het aanzien van beroepen, op andere plaatsen en vooral in andere tijden. Een analyse van een aantal recente historische studies, Tijdschrift voor Sociale Geschiedenis, 9 (1983), pp. 28-48.

 

VANACKER F., Verzet van de Aalsterse Buildragers tegen de Stadhouder in 1649, Het Land van Aalst, 8 (1956), pp. 107-114.

 

VANDENBROEKE C., Levensstandaard en tewerkstelling in Vlaanderen (17e-18e eeuw),: Handelingen der Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent, Nieuwe Reeks,: 31 (1977), pp.151-189.

VANDENBROEKE C., Sociale en konjunkturele facetten van de linnennijverheid in Vlaanderen (late 14e-midden 19e eeuw), Handelingen der Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent, Nieuwe Reeks, 33 (1979), pp. 117-174.

 

VANDENBROEKE C., Sociale geschiedenis van het Vlaamse volk, Beveren, 1982, 301 p.

 

VANDENBROEKE C., De proto-industriële en industriële ontwikkeling van Vlaanderen binnen het kader van de internationale historiografie, Belgisch Tijdschrift voor Filologie en Geschiedenis, 63 (1985), pp. 310-323.

 

VANDENBROEKE C., Hoe rijk was arm Vlaanderen? Vlaanderen in de 18de eeuw:  een vergelijkend overzicht, Vlaamse Historische studies, 8 (1995), 168 p.

 

VAN DER HEYDEN A., De oude bestuursvorm der stad Aalst, Geschiedenis der stad Aalst, 2 (1945), 30 p.

 

VANGASSEN H., Geschiedenis van Ninove, deel 2, Ninove, 1959, 638 p.

 

VANGASSEN H., Het ambacht der Blauwververs en Garentwijnders te Aalst in de XVIIIde eeuw, Het Land van Aalst, 8 (1956), pp. 164-169.

 

VAN HEESVELDE P., De groei van de Gentse twijnsector in de achttiende eeuw, Heemkundige Kring Oost-Oudburg, 37 (2000), pp. 131-142

 

VAN HONACKER K., De politieke cultuur van de Brusselse ambachten in de achttiende eeuw:  conservatisme, corporatisme of opportunisme?, in C. LIS en H. SOLY (eds.), Werken volgens de regels. Ambachten in Brabant en Vlaanderen, 1500-1800, Brussel, 1994, pp. 179-228.

 

VAN ISTERDAEL H., Landbouwstructuren in het Land van Aalst, (17de-18de eeuw), Het Land van Aalst, 40 (1988), pp. 269-308.

 

VAN ISTERDAEL H., Land van Aalst (1166-1796), in W. PREVENIER en B. AUGUSTYN, De gewestelijke en lokale overheidsinstellingen in Vlaanderen tot 1795, Brussel, 1997, pp. 418-438.

 

VAN NUFFEL P., Alostum Religiosum. Beelden en schetsen uit den Besloten Tijd, Aalst, 1911, 289 p.

 

VAN NUFFEL P., In den ouden Aalsterschen Middenstand, Aalst, 1924, 36 p.

 

VAN NUFFEL P., In den tijd der spinnewielen. Aalsterse geschiedenis van 1747 tot 1794, Aalst, 1929, 43 p.

 

VAN NUFFEL P., Aalst. Historiek der Oude Straten, Gent, 1991, 301 + III p.

 

VAN QUATHEM K., Sociale mobiliteit en machtsverdeling in het Brugs schoenmakersambacht (1570-1790), in: C. LIS en H. SOLY (eds.), Werelden van verschil. Ambachten in Brabant en Vlaanderen, 1500-1800, Brussel, 1997, pp.107-134.

 

VAN WERVEKE H., Ambachten en erfelijkheid, Mededeelingen van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schoone Kunsten van België, 5 (1942), 26 p.

 

VEILLEFON S., Het stedelijk leefmilieu te Aalst, 1600-1800, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, RUG, 2000-2001, 110 p.

 

VERNAEVE W., Nopende het bier, Alostana, 1 (1978), pp. 149-164.

 

VERNAEVE W., Regesten op de wettelijke passeringen van de stad Aalst (3 juli 1700-31 dec 1708), Aalst, 2001, 77 p.

 

WILLEMS B., Loon naar werken? Sociale mobiliteit in het Antwerpse kuipersambacht (1585-1793), Bijdragen tot de Geschiedenis, 82 (1999), pp. 31-85.

 

LIJST VAN FREQUENTE AFKORTINGEN

 

SAA: Stadsarchief Aalst

RAG:  Rijksarchief Gent

OAA: Oud archief Aalst

LVA: Archief Land van Aalst

AOK:  Archief van de Oost-Vlaamse Kerkfabrieken (Aalst, Sint-Martinus)

Inw: inwoner (poorter)

Mz: meesterszoon

Nmz: niet-meesterszoon

Vrem:  vreemdeling

Vrem + bd:  vreemdeling gehuwd met een burgerdochter

Gr Vl:  groten Vlaams

 

 

GEHANTEERDE MUNTWAARDEN

 

Financiële aspecten die in comparatief kader aan bod komen, drukken we gemakshalve uit in “groten Vlaams”.

 

1 stuiver = 2 groten Vlaams

1 gulden (courant) = 40 groten Vlaams

1 pond groten Vlaams = 6 carolusgulden = 240 groten Vlaams

1 carolusgulden = 20 stuiver = 40 groten Vlaams

1 pond parisis = 1/12 pond groten vlaams = 20 groten vlaams

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende